Aan de dagorde staat:
De Rinc. - Lezing door Is. Teirlinck. (Voortzetting).
Welke was de orde en de schikking van de dieren in den Rinc? Eerst vooraan Nobels Hof, de Raadsheeren en Voornaamsten uit het Rijk, daarna, zooals de H. Teirlinck het noemt, de kleine Rinc: de aangeklaagde en de aanklagers. Eindelijk de Groote Rinc: al de overige dieren van de vergadering, de zwijgende toeschouwers, het vulgum pecus.
De h. Teirlinck weidt uit over de namen door de voorname dieren gedragen; hij onderzoekt in bijzonderheden hoe de verschillende teksten soms het oude ‘baroene’ vervangen door andere uitdrukkingen.
De Voorzitter bedankt den h. Teirlinck, en stelt voor dat de studie in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden, wat door de vergadering wordt aangenomen.
2o) Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - Prof. Dr. M. Sabbe, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: O. Wattez, voorzitter; Frank Lateur, ondervoorzitter, Dr. Is. Teirlinck, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. Dr. A. Vermeylen, J. Salsmans, S.I. en Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde en Prof. Dr. Sabbe, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o) Uit den heldentijd der Mikroskopische ontleedkunde, door Prof. Dr. H. Lams ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden. - Benoeming der verslaggevers.
De Commissie benoemt tot verslaggevers de hh. Prof. F. Daels en Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde.
2o) Vlaamsche schrijvers, reizigers naar het Noorden na 1830. - Dr. Hansen: Reisbrieven uit Dietschland en Denemark. - Lezing door Omer Wattez.