Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1931
(1931)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Vergadering van 21 Januari 1931.Waren aanwezig: de heeren Prof. Dr. M. Sabbe, bestuurder, en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Is. Teirlinck, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.J.J. van de Velde, J. Jacobs, Prof. Dr. J. Persyn, Prof. Dr. A. van Hoonacker, J. Salsmans, S.J., Prof. Dr. Frans Daels; Dr. J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere, Prof. Mr. P. Bellefroid, Cam. Huysmans en Dr. J. van Mierlo, S.J., werkende leden;
de heeren Prof. Dr. J. van de Wijer, Dr. Floris Prims en Prof. Dr. L. Grootaers, briefwisselende leden.
Lieten zich verontschuldigen: Mej. M.E. Belpaire, onderbestuurster, de heeren Kan. Am. Joos, Prof. Dr. J. Mansion, Dr. Frans van Cauwelaert, werkende leden; Prof. Dr. R. Verdeyen en A.H. Cornette, briefwisselende leden.
***
Bij den aanvang der vergadering richt Prof. Dr. J. Persyn, aftredend bestuurder, de volgende toespraak tot zijn medeleden:
Om de ontroeringen, die deze jongste dagen mij jaagden door het hartGa naar voetnoot(1), zal de geachte Vergadering aan mijn hoofd wel vergeven, zoo het te kort schiet bij deze mijne afscheidsbegroeting als uw bestuurder. Wel mag ik getuigen dat de leden, die onder 't afgeloopen jaar zijn opgetreden, in de ruimste mate mijn wensch hebben vervuld om het ‘excelsior’ onzer inrichting steeds hooger te doen reiken. | |
[pagina 6]
| |
Het is opvallend hoe trouw aan de beurt kwam elk vak, dat het zijne moest bijdragen tot het vervullen onzer taak, die vooralsnog immers het heele Vlaamsche kultuurleven omvat, zoowel de wetenschap in het Nederlandsch als de literatuur, zoowel de techniek als de kunst, zoowel de inhoud van den menschelijken geest als de vorm in de taal. Welnu, wij kregen in den loop van dit jaar lezingen over Literaire Geschiedenis, oude en nieuwe, over Biologie en Microbiologie, over Taalkunde en Plaatsnaamkunde, over Plant- Dier- en Geneeskunde, over Germaansche Philologie en Dialectstudie en Spellingkwestie, over Geschiedenis en Historiografie en Paedagogiek. Dat is voorwaar elc wat wils. En van jubileerende zittingen sloeg dit jaar een record: naast onze jaarlijksche plechtige vergadering, het eeuwfeest van Gezelle en dat van Quinten Metsys, en dat der Belgische Onafhankelijkheid. Intusschen werd ons ook de rouw niet gespaard: Onze Nestor bezweek in den persoon van Gustaaf Segers; een onzer beste jongeren, Al. Walgrave, werd ons ontroofd. Uit de lijst onzer buitenlandsche eereleden vielen weg Prof. Wright en Dr. Boekenoogen. Zoo trouw als het aandenken aan den jubel ankert in ons gemoed de herinnering aan de groote verdiensten dezer vier, die ons ontvielen. Maar de troost bleef niet uit: Bij koninklijke genade ineens vijf nieuwe leden; zoodat ons geijkte getal van 25 tot 30 werd verhoogd. Zoo schonken ons de Onafhankelijkheidsfeesten een koek, die beter en langer smaken zal dan om 't even welke kermisroes. Zoo ik, in de drukte van mijn leven, als bestuurder in dit zwaar bezette jaar, niet al te zeer, naar ik hoop, beneden mijn taak ben gebleven, dan heb ik dit te danken in de allereerste plaats aan de beiden, die hier naast mij zetelen: aan onzen Secretaris, die de beteekenis van zijn bestendigheid ook in zijn bedrijvigheid waarmerkte, en die onder het jaar der groote geldkrisis ook nog dit wonder klaarspeelde: Onze mooie bibliotheek te vermoderniseeren en voor haar ook het nieuwste te verwerven in taal en letterkunde; heb ik te danken ook aan mijn onderbestuurder, collega Sabbe, niet slechts een onzer allerwerkzaamste leden en lezers, maar een die raad en hulp schaft bij alle gelegenheden, ze wezen dan van administratieven of van platonischen, van diplomatischen of van zuiver wetenschappelijken aard. Als ik onder bepaalde, weleens ingewikkelde omstandigheden, | |
[pagina 7]
| |
iets voelde van wat Mozes moet hebben gevoeld, toen hij, biddens-moe, zijn steeds geheven, smeekende armen liet zakken - wat voor 't sukses in den strijd van Israël tegen Amalek heelemaal niet mocht - dan heb ik van deze beiden steeds den steun onder mijn armen gekregen, en heeft de een aldus de rol van Aaron en de ander die van Hur vervuld. Mijn hartelijkste dank daarvoor! En ik leg hierbij het bestuur onzer Academie in de handen van dien Hur, die nu Jozuë worden zal: Een heel jaar lang zal hij aan den hoogsten trans de zon doen standhouden, de zegenvolle zon, die hij steeds omdraagt in zichzelf, en die hij in haar volle kracht over ons zal doen stralen. Goedheil, bestuurder Sabbe!
Prof. Dr. M. Sabbe vervangt Prof. Dr. J. Persyn in den Bestuurderszetel en richt zich in de volgende bewoordingen tot de vergadering:
Ik mag deze zitting, waarop ik voor de eerste maal den voorzitterszetel bekleed, niet laten beginnen zonder U allen, Geachte medeleden, mijn oprechtsten dank uit te drukken voor de eer die gij mij hebt aangedaan door mij aan te duiden om gedurende het jaar 1931 de werkzaamheden van ons corps te leiden. Ik zal mij trachten die onderscheiding waardig te maken door mijn beste zorgen aan den goeden gang van de academische bedrijvigheid te wijden en te trachten den wetenschappelijken naam van onze inrichting te verhoogen.
Daarvoor zal ik het voorbeeld te volgen hebben van den afgetreden voorzitter Prof. J. Persyn, wien ik hier de erkentelijkheid der gansche Academie wil uitdrukken voor den ijver en de toewijding, die hij gedurende zijn bestuursjaar aan den dag heeft gelegd. Het verloopen jaar met zijn 4 openbare zittingen, welgevulde algemeene- en Commissiezittingen, zijn verrijking onzer bibliotheek en het goed gehalte zijner uitgaven is een van de goede jaren onzer Academie geweest, en aan dat alles heeft de afgetreden voorzitter medegewerkt met die veelzijdige kennis en dat goed humeur waarmede hij onze zittingen zoo flink en zoo hartelijk wist te leiden. Hem trof vóór enkele dagen een diepe rouw, door het afsterven van zijn veelgeliefde en bewonderenswaardige moeder, | |
[pagina 8]
| |
het type der voorbeeldige Vlaamsche vrouw, die voor haar kinderen alles was. Wij verzekeren Prof. Persyn en de zijnen van de innige deelneming der Academie.
Ik wensch ook de nieuw benoemde werkende leden, de heeren Cam. Huysmans en Carnoy, oud-Ministers, den heer C. Buysse, den heer P. Bellefroid en den E.H. Van Mierlo hartelijk welkom te heeten in ons corps. Hun verdienste op taal- en letterkundig gebied, het ruime aandeel, dat zij allen hebben genomen en nog nemen in onze cultureele beweging, maken er ons fier over ze voortaan onder de onzen te mogen rekenen en wij hopen, dat ze allen zonder onderscheid vlijtige Academieleden zullen zijn of blijven. Wij hopen hen in onze Commissiezittingen en op onze vergaderingen in pleno dikwijls te zien optreden met lezingen en mededeelingen omtrent hun werk en opzoekingen en verder regelmatig te zien deelnemen aan al onze werkzaamheden.
De Vl. Academie zal zijn wat haar leden er zelf van maken en laten wij, zonder zelfoverschatting maar zeggen, dat ze in de laatste jaren door de degelijkheid van veel harer mededeelingen en uitgaven een goeden naam verwierf. Voor eenigen tijd zegde mij een Hollandsch Hoogleeraar, dat op dit oogenblik degene die Nederl. taal- en lettergeschiedenis bestudeert, de Verslagen en Mededeelingen van onze Academie niet meer onopgemerkt kon voorbijgaan. Dit is een lof, die waarde heeft, en wij moeten allen, door het beste van onze vondsten en studiën in de Academie mede te deelen, medewerken voor het verhoogen van haar goeden naam. Dit is een Vlaamsch cultuurbelang, waarvan gij alle de hooge beteekenis begrijpt, en ik durf dan ook op een goed programma voor dit jaar rekenen. | |
Aangeboden boekenVervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Inventaires sommaires des Archives de l'Etat, en Belgique. Inventaire général des Archives ecclésiastiques du Brabant, par Alfred d'Hoop, conservateur aux Archives générales du Royaume. Tome V: Etranger. - Supplément général. | |
[pagina 9]
| |
Les Archives de l'Etat en Belgique de 1919 à 1930. Rapports publiés sous la direction de Joseph Cuvelier, archiviste général du royaume. Les Lettres belges d'expression française, 1830-1930. Exposition organisée avec l'appui de l'Académie royale de langue et de littérature française.
Door de Kon. Bibliotheek te Stockholm: Sveriges offentliga Bibliotek. Accessions-Katalog 44, 1929.
Door den Schrijver: Een perspectivische studie over de Schilderijen van Johannes Vermeer van Delft, door P.T.A. Swillens. | |
Aangekochte boekenJ. Slauerhoff, Schuim en Asch. J. Slauerhoff, Eldorado. H. Marsman, De anatomische les. A. van Schendel, Het Fregatschip Johanna-Maria. J. de Meester, Eva. De Werken van Vondel. Volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen. Vierde deel: 1640-1645. Antoon Coolen, Het donkere licht. Gerard Knuvelder, Van uit Wingewesten. Een sociografie van het Zuiden. J.H. Leopold. Verzen. Eerste bundel, 3e druk. Henriette Roland Holst-van der Schalk, Vernieuwingen. Verzen. Dr. E. Blancquaert, Dialect-atlas van Klein-Brabant. Met 150 kaarten. 2 dln. G. Pedrotti. V. Bertoldi: Nomi dialettali delle piante indigene del Trentino e della Ladinia Dolomitica. Julien Kuypers, Jacob Kats, agitator. Jubileumuitgave van Guido Gezelle's volledige werken. Dl. 1: Dichtoefeningen. Tekstkritisch uitgegeven, ingeleid en verklaard door Dr. Fr. Baur, hoogleeraar te Gent. Met een inleiding over Guido Gezelle, door Prof. Dr. Aug. Vermeylen. Bronnen voor de Geschiedenis van de Vlaamsche Kunst. I. Kunstuitvoer in de 17e eeuw te Antwerpen: De Firma Forchoudt, door J. Denucé. stadsarchivaris te Antwerpen. Dr. Juliane Gabrieus, Artus Quellien, de oude ‘Kunstrych Belthouwer’. | |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.I. New York: American Academy of Arts and Letters. Brief van 17 December 1930, waarbij de heer | |
[pagina 10]
| |
Robert Underwood Johnson, secretaris van de American Academy, de Kon. Vl. Academie dank zegt voor de verschafte inlichtingen betreffende de oprichting en werking der Academie. Tevens drukt de heer Johnson er zijn spijt over uit dat onze Koninklijke Instelling niet vertegenwoordigd kon zijn op de inhuldiging der nieuwe gebouwen van het Amerikaansche zustergenootschap.
II. Lidmaatschap. - Brief van 23 December 1930, waarbij de heer Minister aan de Academie zes gelijkvormig verklaarde afschriften laat geworden van het Koninklijk Besluit van 15 December 1930 (Staatsblad, 5-6 Jan. 1931), houdende goedkeuring van de verkiezing van vijf nieuwe werkende leden der Koninklijke Vlaamsche Academie, nl. de heeren Prof. Mr. P. Bellefroid, te Hasselt; Cyriel Buysse, te Deurle, Prof. Dr. A. Carnoy, briefwisselend lid, Cam. Huysmans, te Tervuren, Dr. J. van Mierlo, S.J., briefwisselend lid. | |
Mededeelingen namens commissien.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie. - Bij afwezigheid van Prof. Dr. J. Mansion, secretaris, legt Dr. J. van Mierlo, S.J. verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden. Waren aanwezig de heeren Prof. Dr. M. Sabbe, voorzitter Is. Teirlinck, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Dr. L. Goemans, Dr. J. van Mierlo, S.J., leden; Prof. Dr. van de Wijer en Dr. Fl. Prims, hospiteerende leden. Aan de dagorde staat: 1o) De Rozenkruisers in België gedurende de XVIe en XVIIe eeuwen, werd door Mr. Fr. Wittemans ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen opnieuw ingezonden. Mr. L. Willems en E.H. Fl. Prims werden tot verslaggevers benoemd. | |
[pagina 11]
| |
2o) De legende van den marteldood van Sinte Dimphna in de schilderkunst door A. van Doninck. Verslag der aangeduide verslaggevers, Prof. Dr. van Puyvelde en Dr. J. van Mierlo, S.J.
Beide verslaggevers zijn het er over eens dat het stuk eerst zou moeten omgewerkt worden, alvorens het in de Verslagen kan verschijnen. De opmerkingen van beide verslaggevers zullen den heer A. van Doninck meegedeeld worden.
3o) Hoe de Prins Cardinaal door de Vlaamsche Volksdichters verwelkomd werd. - Lezing door Prof. Dr. M. Sabbe.
Prof. Dr. M. Sabbe zet zijne studie voort over de volkspoëzie van af het bestand tot aan den Vrede van Munster, als weerspiegeling van de politiek van dien tijd. Hier gaat het voornamelijk over de aanstelling van den Prins Cardinaal. Hij bespreekt gedichten van Hubertus Neefs, Christophorus van Essen, die zich schermmeester noemt, en van Justus de Harduyn, De commissie stelt voor de verhandeling in de Verslagen op te nemen.
4o) Prof. Dr. van de Wijer stelt aan de commissie voor om het toponymisch materiaal van Stallaert uit het St-Jans Hospitaal te Brussel in de Verslagen uit te geven met een alphabetische lijst van de toponiemen. Dit voorstel wordt aangenomen.
5o) Een oude schilderij met Vlaamsche spreuken. - Mededeeling door Prof. Dr. L. van Puyvelde.
Prof. Dr. L. van Puyvelde, naar aanleiding van de bekende schilderij van Brueghel, wijst op een andere schilderij, die hij meent te zijn van den rederijker Sebastiaan Vranckx: deze schilderij staat meer in verband met den rhetoricalen geest van dien tijd en behandelt voornamelijk menschelijke verkeerdheden.
IIo) Bestendige Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Omer Wattez, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren Prof. Dr. J. Persyn, voorzitter, Prof. Dr. J. Vercouillie, ondervoorzitter, Dr. L. | |
[pagina 12]
| |
Goemans, J. Jacobs, Prof. Dr. Alb. J.J. van de Velde, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpe, Prof. Dr. M. Sabbe, leden; Is. Teirlinck en Dr. J. van Mierlo, S.J., hospiteerende leden en O. Wattez, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o) Over de beschaafde uitspraak van het Nederlandsch in het onderwijs. Randnota's bij het werk van Frings en Vandenheuvel (Voortzetting). - Lezing door Prof. Dr. L. Scharpé.
Prof. Scharpé zet zijn beschouwingen in over de eigenaardige moeilijkheden welke het ‘worden’ van een Beschaafd Zuid-Nederlandsche uitspraak in aansluiting bij de Beschaafde Noord-Nederlandsche bedingen, met de opmerkingen in herinnering te brengen welke Dr. van Haeringen over dat vraagstuk formuleerde aan het slot van zijn voordracht op het zesde Vlaamsche Philologen-congres te Antwerpen in 1923. En hij wijst op de noodzakelijkheid om de eigenaardige articulatorische neigingen daarbij na te gaan, die de uitspraak van de verschillende streken in ons land kenschetsen. Om zulk een onderzoek praktisch in te zetten gaat hij na hoe het over het algemeen gesteld is met het verworden van den onbeklemtoonden uitgang - en, vóór pausa, vóór consonant en vóór vocaal. Prof. Scharpé zal zijn lezing in de e.k. vergadering der Commissie voortzetten. | |
Dagorde.1o) Nieuwe uitgaven van Leden der Academie. - La littérature belge: Les lettres Flamandes, par Leo Van Puyvelde (overdruk). Flora magica, de plant in de tooverwereld, door Is. Teirlinck. (De Sikkel, Antwerpen 1930.) De Bronnen van het stellig Recht en haar onderlinge verhoudingen door Mr. J.H.P. Bellefroid, hoogleeraar te Nijmegen. (Nymegen, Fr. G.C. Richelle, 1927.) Dictionnaire français-néerlandais des Termes de Droit, par le même. Troisième édition. Revue et complétée. (Bruxelles, Pol. Pee, 1930.) | |
[pagina 13]
| |
De Minnelijke Schikking. Rede... door denzelfde (Nijmegen-Utrecht, N.V. Dekker & Van de Vegt, 1929.) De Wetboeken van 1830, door denzelfde (Baesrode, Bracke.) Boekbespreking: Prof. Krabbe: Kritische Darstelling der Staatslehre, door denzelfde (overdruk). De Schilderkunst in de Tentoonstelling van Oud-Vlaamsche Kunst te Antwerpen. 1930. Geïllustreerde Gids met 40 buitentekst platen, door A.H. Cornette, Hoofdconservator van het Kon. Museum van Schoone Kunsten te Antwerpen. (Brussel en Parijs, Librairie Nationale d'Art et d'Histoire, 1930.)
IIo) Plechtige Vergadering van 1931. - De vergadering zal gehouden worden op Zondag 28 Juni. De Bestendige Secretaris zal de noodige schikkingen nemen.
IIIo) Lezing door Dr. J. van Mierlo, S.J., werkend lid: De poëzie van Hadewijch. - Op voorstel van Prof. Dr. M. Sabbe, die spreker geluk wenscht, beslist de vergadering dat de lezing in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden, nadat Spreker in een volgende vergadering deze zal hebben voleindigd. |