Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1930

[p. 529]

Vergadering van 15 October 1930.

Zijn aanwezig de heeren: Prof. Dr. J. Persyn, bestuurder, Prof. Dr. M. Sabbe, onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;

de heeren Dr. L. Simons, Is. Teirlinck, Frank Lateur, Prof. Dr. J. Mansion, O. Wattez, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.J.J. van de Velde, Prof. Dr. A. van Hoonacker, J. Salsmans S.I., Dr. J. Muls en F.V. Toussaint, werkende leden;

de heeren Dr. Jos. Cuvelier, Dr. J. van Mierlo S.J. en Prof. Dr. J. van de Wijer, briefwisselende leden.

Laten zich verontschuldigen: de heeren Dr. K. de Flou, Jos. Jacobs en Dr. Frans van Cauwelaert, werkende leden; Prof. Dr. R. Verdeyen, Prof. Dr. L. Grootaers, A.H. Cornette en Fl. Prims, briefwisselende leden.

_**_*

De Bestendige Secretaris leest het verslag over de September-vergadering; het wordt goedgekeurd.

Aangeboden boeken

Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:

Door 's ‘Rijks Geschiedkundige Publicatiën’:

Bronnen tot de geschiedenis van den handel met Frankrijk, verzameld en uitgegeven door Dr. Z.W. Sneller en Dr. W.S. Unger. Eerste deel: 753-1585.

[p. 530]

Door het Historisch Genootschap te Utrecht:

Bescheiden aangaande de hervorming der tucht in de Abdij van Egmond in de 15^e eeuw, uitgegeven door Chr. S. Dessing. (N^r 55 der Werken).

Bijdragen en Mededeelingen. 51^e deel.

Verslag van de Algemeene Vergadering der leden gehouden op 26 April 1930.

Door de Keizer-Karel-Universiteit te Nijmegen:

De Jurisdictie van den Nederlandschen Rechter in privaatrechterlijke aangelegenheden, door M^r F.M.E. Haan.

Das geistliche Lied der Devotio Moderna. Ein Spiegel niederlandisch-deutsche Beziehungen, door Sr. Marie Josepha (G.G. Wilbrink).

Volk und Vaterland bei Wilhelm Raabe, von Friedrich Röttger.

De orosio et Sancto Augustino priscillionistrarum adversariis commentatio historica et philologica, door J.A. Davids.

Door de Universiteit van Lund (Zweden):

Studiën over Ordföljden i Fornvenskan. Predikatets bestämningar i aldre och ynere Fornvenskan, av E. Alf. Wenning.

Zum Gebrauch der erzählenden Tempora im Griechischen, von Arvid Svensson.

Studien zur griechischen Fabel, von Urban Ursing.

Aegidius Romanus de Regimine Principum. Eine mittelniederdeutsche Version. Untersucht und herausgegeben von Axel Mante.

Lunds Universitets Arsskrift. Första Avdelningen: Teologi, Juridik och humanistiska ämnen. XXV, 1929.

Door de ‘Gesellschaft der Wissenschaften zu Göttingen:

Nachrichten: Philologisch-Historische Klasse. 1930. Heft 1-2; - Geschäftliche Mitteilungen aus dem Berichtsjahr 1929-30.

Door de ‘Kongelige Danske Videnskabernes Selskab’ te Kopenhagen:

Oversigt over Forhandlinger: Juni 1929- Maj 1930.

Door de Academie voor Wetenschappen en Kunst te Praag:

Rozpravy. Trida III, cislo 66.

Historicky Archiv. Cislo 47.

Spisy Tomase ze Stitneho. Cislo 2.

Prispevky K Vyvoji Byzantskych sperku ze IV-X. - X. Stoleti. Napsal L. Niederle.

Door de ‘Union des républiques soviétiques socialistes’, te Leningrad:

Bulletin de l'Académie des Sciences. VII^e serie: Classe des humanités. N^os 1-6, 1930.

Door Dr. J.W. Muller, buitenlandsch eerelid:

Het ontstaan van het begrip en den naam Nederland.

[p. 531]

Door den heer Hoofdopsteller van Pesti-Hirlap, te Budapest:

Justice pour la Hongrie. Les erreurs cruelles du Traité de Trianon.

Door de Schrijvers:

Kommandant C. Sevens: Tien van den IJzer. Oorlogsverhaal. (1930).

Vervoort, C. pr.: De Monumenten ter eere van Kardinaal Mercier.

Haust Jean: Dictionnaire liégeois. 4^e fasc. cwinze - èvis.

Door de Redactie:

Tijdschrift voor Geschiedenis. 45^e jg., afl. 3.

Aangekochte boeken.

Het Wonderjaar te Antwerpen 1566-1567. Inleiding tot de studie der Godsdienstonlusten te Antwerpen van 1566 tot 1585, door Dr. Rob. van Roosbroeck.

Mr. A.H. Cornette: Iconographie van Antwerpen. Afl. 6: N^rs XLVI-LXII.

Larousse du XX^e siècle 3: E-H.

Mededeelingen namens commissien

1^o) Commissie voor Middelnederlandsche Taalen Letterkunde. - Prof. Dr. L. Scharpé, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.

Waren aanwezig de heeren Is. Teirlinck, Dr. L. Simons, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. L. Willems, leden, en Prof. Dr. L. Scharpé, lid-secretaris. Aanwezig ook: Prof. Dr. van de Wijer.

Aan de dagorde staat:

1^o) De Schrijver van den ‘Grooten en Nieuwen Reinart de Vos’. - Lezing door Mr. L. Willems.

Mr. Willems heeft een onderzoek ingesteld naar den vermoedelijken schrijver van het door den h. Is. Teirlinck in de Versl. en Meded. der Kon. Vl. Acad. uitgegeven dichtwerk: den Grooten en de Nieuwen Reinaert de Vos. - Zijn onderzoek, wat

[p. 532]

dateering, personaliteit, streek en taal betreft, bevestigt over het algemeen, naar een mededeeling van den h. Is. Teirlinck, de uitslagen waartoe deze gekomen is, en die zullen vastgelegd worden in een binnenkort te verschijnen Commentaar.

Prof. Vercoullie betuigt aan Mr. Willems den dank van de Commissie, voor de voorgelezen mededeeling over het onuitputtelijke en steeds zoo boeiende Reinaertprobleem.

11^o) Commissie voor nieuwere Taal- en Letterkunde. - Prof. Dr. M. Sabbe, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.

Waren aanwezig, de heeren O. Wattez, voorzitter, Frank Lateur, ondervoorzitter, Is. Teirlinck, Dr. L. Simons, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. J. Persyn, Prof. Dr. A.J.J. van de Velde; leden; en Prof. Dr. M. Sabbe, lid-secretaris.

1^o) Taal- en Woordkunst in het Germaansche Epos. - Lezing door O. Wattez.

De heer Omer Wattez zet zijn lezing voort over Taal- en Woordkunst in het Germaansche epos.

Hij toont aan dat het Fransche alexandrijn, dat zooveel gebruikt werd door onze grootste dichters voor hun episch en dramatisch werk, niet strookt met den aard onzer taal.

Het middeleeuwsch vers, het vers van Béowulf, de Eddaliederen, het Nevelingenlied, en onzen Vlaamsche Reinaard waren veel natuurlijker in hun woordkunst, die voortkwam uit onzen eigen taalklank.

3^o) Over Palfijn. - Lezing door Prof. Dr. A.J.J. vande Velde.

Spreker handelt over de verschillende portretten en beelden van Palfijn alsook over enkele letterkundige werken, die aan hem werden gewijd door P. Van Hove, Vromans, Van Duren, Vervier, P. de Brabant, V^e Van Acker-Doolaeghe en Th. Sevens.

Beide lezingen zullen in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.

[p. 533]

Dagorde.

I. Prof. Dr. A. Vermeylen, rector der Vlaamsche Hoogeschool. - Prof. Dr. J. Persyn, bestuurder wenscht den heer Vermeylen geluk ter gelegenheid van deze benoeming; de nieuwbenoemde rector dankt bestuurder en Academieleden om hun gelukwenschen.

II. Lezingen. - De Bestendige Secretaris herinnert de leden aan artikel 13 der Wet van de Academie betreffende de Lezingen en dat luidt als volgt:

‘De werkende en briefwisselende leden zullen zooveel mogelijk, alle drie jaar, een onuitgegeven opstel aanbieden.

Elk jaar, in de maand October, zal de Bestendige Secretaris deze verplichting schriftelijk aan de werkende en briefwisselende leden herinneren.’