| |
| |
| |
Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde
Verslagen en Mededeelingen 1929
Lijst der door de academie uitgeschreven prijsvragen
N.B. - Al de hieronder uitgeschreven prijsvragen moeten beantwoord worden uiterlijk den 10 December van het vorige jaar: derhalve, de prijsvragen voor 1930 uitgeschreven, dienen beantwoord uiterlijk den 10 December 1929; - die voor 1931, den 10 December 1930, enz.
| |
Voor 1930.
1. - Geschiedenis.
Ter gelegenheid van de 100-jarige onafhankelijkheid van België: Men vraagt de geschiedenis van het economisch leven in België sedert 1830.
Prijs: 2500 fr.
| |
2. - Letterkunde.
Men vraagt een studie over de letterkunde in de Antwerpsche Kempen van 1830 tot 1900.
Prijs: 2000 fr.
| |
3. - Letterkunde.
Men vraagt een studie over Frans Rens en zijn werkkring. Prijs: 2000 fr.
| |
4. - Letterkunde.
Men vraagt een studie over het leven en het werk van Judocus de Wolf.
Prijs: 2000 fr.
| |
| |
| |
5. - Middelnederlandsche taal- en letterkunde.
Men vraagt een studie over de niet-liturgische gebedenboeken uit de 14e en 15e eeuw.
Prijs: 2500 fr.
| |
6. Dialectstudie.
Men vraagt een vergelijkende klankleer van het dialect der provincie Antwerpen der 16e eeuw zooals die uit niet-literaire bronnen kan opgemaakt worden.
Prijs: 3000 fr.
| |
Voor 1931.
1. - Taalzuivering.
Men vraagt een Fransch-Vlaamsch vakwoordenboek van de bestuurstaal in Belgie, met korte verklaring, voorbeelden en vermelding der bronnen, ten dienste van de openbare besturen.
N.B. Bij verschil van termen in overeenkomstig geval tusschen Holland en België zal de opsteller een beredeneerde keus doen.
Prijs: 5000 fr.
| |
2. - Nederlandsche taal en dialecten.
Men vraagt een studie over de Fransche woorden in het Zuidnederlandsch (letterkundige taal en volksdialecten) van de 16e eeuw af.
Prijs: 3000 fr.
| |
3. - Onderwijs.
Men vraagt een studie over den invloed van de Broeders van het Gemeen leven op het onderwijs in onze gewesten.
Prijs: 3500 fr.
| |
4. - Toponymie.
Repertorium van de waternamen (stroomen, rivieren, waterloopen, vijvers, enz.) voor een der provinciën Oost-Vlaanderen, Vlaamsch-Brabant, Antwerpen of Limburg, uit gedrukte en on- | |
| |
gedrukte bronnen, uit kaarten en uit den volksmond. - De namen in levend gebruik op te teekenen in phonetische spelling.
Prijs: 2500 fr.
| |
5. - Geschiedenis.
Geschiedenis van een Kempisch dorp in de Middeleeuwen (juridische, economische, maatschappelijke toestanden, enz., toponymie).
Prijs: 2500 fr.
| |
6. - Letterkunde.
Studie over de Nederlandsche tijdschriften in Vlaamsch-Belgie sedert 1830. (Bibliographie: Oprichters en leiders; Karakteriseering van de gevolgde richtingen; Invloed).
Prijs: 2500 fr.
| |
Voor 1932.
1. - Letterkunde.
Budrage tot de geschiedenis der vrome literatuur in de Zuidelijke Nederlanden in de XVIIe eeuw.
Prijs: 3000 fr.
| |
2. - Metriek.
Bijdrage tot de Geschiedenis van de Nederlandsche metriek in de XVe en de XVIe eeuw.
Prijs: 2000 fr.
| |
3. - Folklore.
Studie over de Vlaamsche volksliederen welke betrekking hebben op de Brabantsche omwenteling van 1789.
Prijs: 2.000 fr.
| |
4. - Letterkunde.
Men vraagt een critiek op het Naembouck van Joos Lambrechts (tweede druk). Gent, H. Van den Keere, 1562.)
Prijs: 2.000 fr.
| |
| |
| |
5. - Dialectstudie.
Klank- en Vormleer van het Mechelsch dialect. Prijs: 2.000 fr.
| |
Bijzondere prijsvraag
Karel Boury-Fonds. Voor 1930.
Voor dichters
Worden gevraagd: Tien vaderlandsche liederen voor het volk.
Prijs: 750 fr.
Uitreiking van den prijs op de Plechtige Vergadering van het jaar 1930.
| |
Algemeene voorwaarden voor bovenstaande Prijsvragen
Voor de wedstrijden worden enkel handschriften en nog niet uitgegeven stukken aanvaard. De werken dienen leesbaar geschreven en in het Nederlandsch gesteld te zijn.
De Schrijver zet zijn naam op zijn werk niet; hij voorziet dit slechts van een kenspreuk, welke hij met opgave van naam en woonplaats, op een briefje onder een gesloten omslag, dat dezelfde spreuk tot opschrift heeft, herhaalt. Voldoet hij aan de laatste bepalingen niet, dan kan hem de prijs geweigerd worden.
De mededingende handschriften dienen vrachtvrij, uiterlijk den hierboven aangewezen dag, ten lokale der Academie, Koningstraat 18, Gent, ingezonden te worden.
Stukken na den bepaalden dag ontvangen, of waarvan de schrijver zich op eenigerlei wijze bekend maakt, worden uit den wedstrijd gesloten.
Alle ingezonden werken behooren van de noodige inhoudstafels voorzien te zijn.
| |
| |
Den mededingers wordt aanbevolen een volledig afschrift van hun werk te bewaren, om dit te kunnen benuttigen ingeval de keurraad het bekronenswaardig zou achten, maar wijzigingen of bijvoegingen zou bedingen voor tot drukken kan overgegaan worden. In geen geval wordt het bekroonde handschrift den inzender teruggegeven.
Zijn er aan eenig werk, dat bekronenswaardig gekeurd wordt, wijzigingen toe te brengen, dan zal het bedrag van den prijs niet eerder uitgekeerd worden dan nadat de keurraad het handschrift drukvaardig zal verklaard hebben.
De Academie eischt de grootste nauwkeurigheid in aanhalingen en verwijzingen; niet alleen deel en bladzijde, ook de uitgave der aangehaalde boeken, dient te worden opgegeven.
De Koninklijke Vlaamsche Academie vestigt er de aandacht op, dat, ingevolge art. 44 van hare wet, alle op prijsvragen ingezonden antwoorden haar eigendom en dienvolgens in haar archief bewaard blijven.
Van de niet ter uitgave bestemde stukken, al of niet bekroond, kunnen de schrijvers, op hunne kosten, een afschrift bekomen. Men wende zich tot den Bestendigen Secretaris.
Ingezonden antwoorden, die in het opzicht van taal, stijl en spelling mochten te wenschen overlaten, zullen ingevolge bijzondere beslissing der Academie, niet meer in aanmerking komen (Verslagen en Mededeelingen, jaargang 1907, blz. 155).
| |
Bestendige prijzen
1. Aug. Beernaert-Prijs.
Op 31 December 1929 loopt het negende tijdvak van den Beernaert-Prijskamp ten einde. Dit tijdvak strekt zich uit over de jaren 1928-1929. De mededingende werken moeten gedurende die twee jaar uitgegeven of geschreven zijn; zij dienen door de belanghebbenden in dubbel ingezonden bij den Bestendigen Secretaris der Koninklijke Vlaamsche Academie, Koningstraat 18, te Gent, uiterlijk binnen de vijf weken volgende op
| |
| |
31 December 1929, met vermelding op het adres: Voor den Aug. Beernaert-Prijskamp.
De Beernaert-prijs bedraagt duizend frank en werd ingesteld ter aanmoediging van de Vlaamsche Letterkunde; hij wordt om de twee jaar toegekend aan den Belgischen Schrijver, die in die tijdruimte het beste werk, al of niet uitgegeven, zal geschreven hebben.
| |
2. Karel Barbier-Prijs.
De Karel Barbier-prijs, bedragende 1.000 fr., wordt om de twee jaar toegekend aan den Belgischen schrijver die in die tijdruimte den besten historischen roman zal uitgegeven hebben, in 't Vlaamsch geschreven en geput uit onze eigene geschiedenis.
Het tweede tijdvak omvat de jaren 1929-1930. Elk tweejarig tijdvak wordt gesloten den 31 December van het tweede jaar.
De prijs kan niet worden toegekend aan hem die voor hetzelfde werk in een door het Staatsbestuur of een Academie uitgeschreven prijskamp reeds bekroond werd.
Belanghebbenden worden verzocht hun werk of werken in dubbel exemplaar bij den Bestendigen Secretaris, ter Academie, Koningstraat 18, te Gent, in te zenden binnen de vijf weken volgende op den afloop van een tweejarig tijdvak.
| |
3. Tooneelprijskamp.
Bij brieve van 19 Januari 1927 toegelicht door brieven van 25 Februari en 24 Juni van hetzelfde jaar, verklaart de ‘Société des Auteurs et Compositeurs dramatiques’, gevestigd te Parijs, om de twee jaar ter beschikking van de Koninklijke Vlaamsche Academie een som van 5.000 fr. (vijf duizend) te stellen om als prijs uitgereikt te worden aan den Belgischen schrijver die in die tijdruimte het beste Vlaamsche tooneelwerk (operateksten inbegrepen) zal uitgegeven hebben.
Het tweede tijdvak omvat de jaren 1928-1929. Elk tweejarig tijdvak wordt gesloten den 31 December van het tweede jaar.
| |
| |
De prijs kan niet worden toegkend aan hem die voor hetzelfde werk in een door het Staatsbestuur of een Academie uitgeschreven prijskamp reeds bekroond werd.
Belanghebbenden worden verzocht hun werk of werken in dubbel exemplaar bij den Bestendigen Secretaris, ter Academie, Koningstraat 18, te Gent, in te zenden binnen de vijf weken volgende op den afloop van een tweejarig tijdvak.
| |
Bijzondere fondsen
1. Van de Ven-Heremans-Fonds.
Het doel van dit Fonds is ‘de Nederlandsche Taal en Wetenschap te bevorderen, door het uitgeven, in het Nederlandsch, van nieuwe werken over Natuur- of Geneeskundige Wetenschappen, over Rechtsgeleerdheid en over het Vak van den Ingenieur’.
Derhalve worden bij de Koninklijke Vlaamsche Academie werken op het gebied dezer verschillende vakken ter uitgave ingewacht. Ingezonden verhandelingen worden in handen gesteld van drie beoordeelaars, leden van de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal en Letteren. Na kennisneming van de uitgebrachte verslagen, beslist de Academie over het al of niet laten drukken van de aangeboden werken.
| |
2. Karel Boury-Fonds.
De Karel Boury-Prijs is gesticht met het doel Vlaamsche Liederen onder het volk te verspreiden. Te dien einde, schrijft de Koninklijke Vlaamsche Academie prijskampen uit voor Vlaamsche dichters en toondichters.
| |
| |
| |
3. Pater J. Salsmans-Fonds.
Krachtens het Koninklijk Besluit van 25 Januari 1909, houdende goedkeuring van het Reglement door de Koninklijke Vlaamsche Academie voor het J. Salsmans-Fonds vastgesteld, zal de jaarlijksche interest van dit Fonds door haar gebruikt worden naar eigen inzicht en naar den eisch der omstandigheden:
a) | hetzij tot het uitschrijven van prijsvragen, hetzij tot het uitgeven van ingezonden werken op het gebied der Nederlandsche taalkunde; |
b) | hetzij tot het uitgeven van Middelnederlandsche teksten op het gebied der Roomsch-Katholieke bijbelvertaling, bijbelverklaring, liturgie, zedenleer, catechese, homiletiek, hagiographie, ascetiek, geestelijke liederen en gedichten, ordensregelen; |
c) | hetzij tot het bekostigen van wetenschappelijke zendingen of van studiereizen welke tot het voorbereiden van uitgaven als de onder littera a en b genoemde, noodzakelijk worden bevonden; |
d) | hetzij tot het bekostigen van de illustratie van reeds door de Academie ondernomen uitgaven in den aard van de onder littera a en b genoemde. |
|
|