Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1929

[p. 447]

Plechtige Vergadering van 30 Juni 1929.

De bijzonderste genoodigden kwamen met de heeren Leden der Academie in het Eeresalon bijeen.

Waren aldaar aanwezig: de heeren Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder, Prof. Dr. J. Persyn, onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;

de heeren Dr. L. Simons, Kan. Am. Joos, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, J. Jacobs, werkende leden;

de heeren Prof. Dr. Frans Daels, F.V. Toussaint van Boelaere, Mr. J. Muls, Prof. Dr. R. Verdeyen en Dr. J. van Mierlo S.J., briefwisselende leden.

Lieten zich verontschuldigen: de heeren G. Segers, Kan. Dr. J. Muyldermans, Is. Teirlinck, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. M. Sabbe, Prof. Dr. A. van Hoonacker, J. Salsmans, S.I. en Dr. Fr. van Cauwelaert, werkende leden; Prof. Dr. J. van de Wijer, briefwisselend lid.

_**_*

Verder waren in het ontvangstsalon aanwezig: Z.E. Kan. Maurits de Baets, vicaris-generaal, vertegenwoordiger van Z.D.H. Mgr. den Bisschop van Gent; A. Siffer, volksvertegenwoordiger en schepen der stad Gent; Generaal Maton; C. de Bruyne, rector der Universiteit; H. van de Velde, lid van de Bestendige Deputatie; Prof. Dr. J. Prinsen, feestredenaar, buitenlandsch eerelid der Academie.

_**_*

Om 11 1/4 uur worden genoemde heeren voorafgegaan door den pedel der Academie naar de feestzaal geleid.

[p. 448]

De heeren bestuurder, onderbestuurder, bestendig secretaris en feestredenaar nemen plaats aan het bureel.

Waren verder in de zaal aanwezig: Mej. Bertha Boonants, schepen der stad Gent; Graaf Visart de Bocarmé, voorzitter van het Gruuthuse-Genootschap te Brugge;

de heeren Dr. M. Basse, docent; Dr. Frank Baur, hoogleeraar; L. Breckx, leeraar; Ernest Brengier, toonkundige; L. Bressers, kunstschilder; Dr. L. Brounts, leeraar; Amaat Burssens, docent; Alexis Callant, letterkundige; P.A. Campers, oud-leeraar; Frans Cassiman, controleur van 't kadaster; P. Cassiman, hoogstudent; V. Cassiman, beambte; Jef Crick, letterkundige; E. de Bont, bureeloverste; E.P. Dechamps, S.J., leeraar; Fr. de Coster, hoofdschoolopziener; Dr. Paul de Keyser, hoogleeraar; Luitenant-Colonel de Leenheer; K. de Letter, kapelaan; Leop. de Meyer, dagbladschrijver; Osw. de Schamphelaere, nijveraar; A. de Wever, staatsbediende; Gustaaf d'Hondt, stadsontvanger; Joris Eeckhout, letterkundige; Odilon Faché, fabrikant; P. Gabriel, briefwisselaar; J. Gillis, leeraar; C. Heymans en J.-F. Heymans, hoogleeraren; N. Kesterman, leeraar; K. Lomme, bediende; K. Laroy, eere-toeziener der burgerlijke gebouwen; J. Leenen, leeraar; Pater Lucas Luyts, O.P.; Dr. Masen, geneesheer; E. Minnaert, oudhoofdonderwijzer; Herm. Oosterwijk, kunstschilder; G. Peeters, photograaf; Em. Poetou, beeldhouwer; Maur. Roelants, dagbladschrijver; Ryffranck advocaat; Alb. Saverys, kunstschilder; Dr. Schuyten, Antwerpen; Odiel Soenen, bibliothecaris; Cam. Staels, diocesaan schoolopziener; Steels, hoogleeraar; Antoon van der Plaetse, declamator; Van Geluwe, inspecteur der posterijen; O. van Hauwaert, bestuurder der Staatsnormaalschool; J. van Hauwaert, leeraar; Gr. van Hecke, hofbouwer; Herman van Overbeke, leeraar; Dr. Paul van Oye, hoogleeraar; Mej. G. van Reybroeck, schoolopzienster; Dr. H. van Werveke, hoogleeraar; A. Verbelen, assistent; Hel. Vereecke, bediende; E.P. Verest, S.J., kloosteroverste;

[p. 449]

Jos. Vermeulen, advocaat; A. Verstraete, leeraar; C.E. Wasteels, hoogleeraar; Placide Waterloos, toegevoegd secretaris bij het Parket; A. Woedstad, eere-bureeloverste der posterijen; Theo Wyllemans, griffier.

Verder een aantal dames en heeren, belangstellenden in de werkzaamheid der Koninklijke Vlaamsche Academie, en de reporters van verscheidene dagbladen.

_**_*

Bij den aanvang der vergadering deelt de heer Voorzitter mede dat verschillende personen bericht hebben gezonden dat zij, tot hun groote spijt, verhinderd zijn de vergadering bij te wonen, nl. de heeren M. Vauthier, minister van Kunsten en Wetenschappen; Luitenant-generaal ridder der Gallataij; Graaf de Kerchove de Denterghem, gouverneur van Oost-Vlaanderen; Z.D.H. Mgr. de Bisschop van Gent; Senator H. de Kerchove d'Exaerde; de volksvertegenwoordigers de Schrijver, Maenhaut, van Ackere en van Doorne; Alfr. van der Stegen, burgemeester van Gent; Mgr. van Rechem en Mgr. de Bock; G. van den Bossche, schepen der stad Gent; Mevrouw Arthur Merghelynck, weduwe van Jhr. Arthur Merghelynck, begiftiger der Academie. Verder de heeren Dr. A. Bessemans, hoogleeraar; Prosper Böss, kunstschilder; Rene de Kiere, onderwijzer; P. Alb. Delva, S.J., rector van het St-Barbara-college; Maur. de Mulder, eere-notaris; Jules Gheysens, schoolopziener; Ach. Mussche, letterkundige; Oscar Roels, leeraar; Leon van den Bosch, S.J.; F. van Goethem, hoogleeraar; Is. Vergauwen en Paul Wynants, schoolbestuurders.

_**_*

Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder Academie voor het loopende jaar, spreekt de openingsrede uit, waarin hij handelt over ‘De Dageraad’ van J.B. van Helmont.

Daarna stelt hij den feestredenaar aan de vergadering

[p. 450]

voor: Prof. Dr. J. Prinsen, hoogleeraar te Amsterdam en buitenlandsch eerelid der Academie, en verleent hem het woord.

Prof. Prinsen houdt een lezing over Hooft en Vondel tegenover de idee der Volkssouvereiniteit.

De Bestuurder bedankt den spreker en deelt mede dat zijn redevoering in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.

Vervolgens verleent hij het woord aan Dr. L. Goemans, bestendig secretaris, die mededeeling doet van den uitslag der wedstrijden voor 1929.

Wedstrijden voor 1929.

Van de zes prijsvragen voor 1929 uitgeschreven, werden er vier beantwoord.

1^o De nederlandsche metriek in de 15^e en de 16^e eeuw.

Eén antwoord werd ingezonden. De Keurraad, samengesteld uit de heeren Willems, Scharpé en Van Mierlo, kwam tot het besluit dat het antwoord niet voor bekroning in aanmerking kon komen. Wat het biedt mag geen aanspraak maken op wetenschappelijk onderzoek. Schrijver heeft echter bewezen een noeste werker te zijn en, om hem aan te moedigen, werd voorgesteld de vraag aan te houden.

De Academie sloot zich bij het oordeel van de Jury aan.

2^o Studie over de plaatsnamen in een Vlaamsche gemeente of een groep Vlaamsche gemeenten.

Tot leden van den Keurraad werden aangeduid de heeren Mansion, Vercoullie en De Flou.

Voor deze prijsvraag werden niet minder dan zes antwoorden ingezonden.

Eén er van staat heel en al buiten de gestelde vraag; de vijf andere, integendeel, zijn zeer verdienstelijke werken.

Worden toponymisch behandeld de gemeenten Lubbeek, Binkom en St-Joris-Winge; de gemeente Varsenare; de

[p. 451]

gemeente Merchten; de gemeenten Bommershoven-Haren; de gemeenten Elsene en Ukkel.

De Keurraad brengt hulde aan de vijf inzenders, maar komt tot het besluit, dat de studie over Elsene-Ukkel de best geslaagde is en dat aan den opsteller er van de uitgeloofde prijs toekomt.

De Academie gaat met deze beslissing akkoord, doch wenscht ook den ijver der overige inzenders eenigszins beloond te zien en kent hun daarom, bij uitzondering, een eervolle vermelding toe.

Schrijver van het bekroonde werk blijkt te zijn de heer Adolf Van Loey, Dr. in de Germaansche philologie te Elsene.

De heer Van Loey, uitgenoodigd om op deze vergadering het hem toegekende diploma te komen ontvangen, liet zich verontschuldigen, daar hij thans zijn militairen dienstplicht vervult.

Eervol vermeld worden de heeren Digneffe, Pollet, Sacré en Ulens voor hunne studiën respect. over Bommershoven-Haren, Varsenare, Merchten, Lubbeck-Binkom-St-Joris-Winge.

3^o Leven en werken van Versteganus.

Tot leden van den Keurraad voor het eenig ingezonden antwoord werden aangesteld de heeren Sabbe, Jacobs en Goemans.

De drie verslagen brengen lof aan de ingezonden verhandeling en besluiten met het voorstel tot bekroning. Dat voorstel wordt door de Academie beaamd.

Schrijver van het werk is Dr. Edw. Rombauts, vóór twee jaar reeds door de Academie bekroond voor zijn studie over Pater Poirters, thans ter perse.

De Academie wenscht den heer Rombauts geluk.

4^o Schets van de Geschiedenis der vrome literatuur in de Zuidelijke nederlanden in de XVII^e eeuw.

Eén antwoord werd ingezonden. De Jury bestond uit de heeren Vermeylen, Salsmans en Joos.

[p. 452]

Uit de verslagen blijkt, dat niet tot bekroning kan overgegaan worden.

Schrijver dient geloofd om het vele dat hij levert, doch zijn handschrift geeft eigenlijk geen antwoord op de vraag.

Daarom stelt de Keurraad voor die vraag aan te houden.

De Academie sluit zich bij dat voorstel aan.

_**_*

De heer Bestuurder sluit de vergadering met een woord van dank voor al dezen die door hun aanwezigheid hun belangstelling hebben betoond voor de werkzaamheid der Academie.