Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1929

(1929)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– rechtenstatus

Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vergadering van 15 Mei 1929.

Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder, Prof. Dr. J. Persyn, onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendige secretaris;

de heeren Kan. Am. Joos, Franck Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, J. Jacobs, Prof. Dr. M. Sabbe en J. Salsmans S.I., werkende leden;

de heeren Prof. Dr. Frans Daels, F.V. Toussaint van Boelaere en Dr. J. van Mierlo, jun., S.J., briefwisselende leden;

Lieten zich verontschuldigen, de heeren Dr. L. Simons, G. Segers, Kan. Dr. J. Muyldermans, Is. Teirlinck, Prof. Dr. A. van Hoonacker, werkende leden, Al. Walgrave en Prof. Dr. J. van de Wijer, briefwisselende leden.

_**_*

De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Aprilvergadering; het wordt goedgekeurd.

Aangeboden boeken.

Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:

Door het Ministerie van Openbaar Onderwijs, Schoone Kunsten en Wetenschappen, te Den Haag:

Mnemosyne. Bibliotheca philologica Batavia. Jg. 1928.

Door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, te Amsterdam:

Science in the Netherlands East Indies, edited by L.M.R. Rutten.

Door de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige publicatiën, te Den Haag:

Correspondentie van Willem III en van Hans Willem Beutinck, eersten graaf van Portland, uitgegeven door Dr. N. Japikse, 1^e gedeelte: Het archief van Welbeck Abbey. Deel II. (n^r 24 van de kleine serie van 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën).

Bronnen tot de kennis van het leven en de werken van D.V. Coornhert, uitgegeven door Dr. Bruno Becker, oud-hoogleeraar te Petrograd. N^r 25 van dezelfde serie.

Door de Noorsche Academie van Wetenschappen en Letteren, te Oslo:

Skrifter 1927. I Matematisk-naturvidenskapelig Klasse, 1-2. Bind.

Id. II. Historisk Filosofisk Klasse, 1-2. Bind.

Avhandlinger 1927. I. Matematisk-naturvidenskapelig Klasse.

Id. II. Historisk-Filosofisk Klasse.

Arbok 1927.

Door ‘Det Kgl. Danske Videnskabernes Selskab’, te Kopenhagen:

Historisk-filologiske Meddelelser. XV, 4: Porträtstudien in norditalienischen Provinz-Museen, von Frederik Poulsen, XVI, 2: Etudes de grammaire française... par Kr. Nyrop.

Door de Koninklijke Legatie van Egypte, te Brussel:

The Commercial, published by the Manchester Guardian: Egypt.

Door de Leuvensche Universiteit:

L'Empereur Nicolas I^er et l'esprit national russe, par L. Strakhovsky.

L'Introduction des décrets du Concile de Trente dans les Pays-Bas et dans la Principauté de Liége, par l'abbé F. Willocx.

Les grandes indulgences pontificales aux Pays-Bas a la fin du Moyen-Age. 1300-1531. Essai sur leur histoire et leur importance financière, par R. Remy.

Le rêve hellénique chez les poètes parnassiens, par Fernand Desonay.

Door den Schrijver:

Vlaamsche Geluiden. Maandelijksche uitgave van goedkoope volkslectuur. N^r 3: Late vruchtjes, door E.J. Ossenblok.

Aangekochte boeken.

50 eeuwen costuum, door Jo de Jong... met medewerking van Dr. F.H. Fischer en een voorrede van Huib Luns.

De Nederlandsche Litteratuur na 1880 door Herman Robbers, 2^e herziene druk.

Pieter Corneliszoon Hooft door Dr. J. Prinsen.

De dramatische Kunst en ons Tooneel door Gabrielle van Loenen.

Grieksche Lyriek in Nederlandsche verzen overgebracht door P.C. Boutens, Willem Kloos, Edward B. Koster, Balthazar Verhagen en anderen. Verzameld en ingeleid door W.E.J. Kuiper.

Het muziekleven in Nederland sinds 1880. I. De componisten door Sem. Dresden.

Litteraire Smaak, door Herman Robbers.

De Fransche litteratuur sinds 1880, door Johannes Tielrooy.

De Engelsche litteratuur sinds 1880, door A.G. van Kranendonck.

Wat willen de Vlamingen? door Mr. R. van Genechten.

Letterkundige mededeeling

door Dr. J. Cuvelier, over Comte Th. de Renesse: Silhouettes d'Ancêtres, 2^e série. Bruxelles. Imp. van Langenacker, 1928. In 8^o 185 blz.

De familie van den betreurden graaf Theodoor de Renesse († 22 December 1927) verzocht mij dit tweede deel van zijn werk aan de Koninklijke Vlaamsche Academie aan te bieden. Vóór een zestal jaren verscheen eene eerste reeks levensbeschrijvingen van verschillende voorzaten der adellijke familie de Renesse. Zeer waarschijnlijk - indien de schrijver niet zoo voorbarig verdwenen ware - zou de tweede reeks door verschillende andere gevolgd zijn; want de nota's, uittreksels en oorspronkelijke documenten die hij verzameld had maken eene verbazende massa uit.

Deze tweede reeks, waarvan graaf de Renesse slechts de eerste drukproeven mocht verbeteren, bevat een zevental levensschetsen, waarvan de belangrijkste voorzeker die van Jan van Renesse, den held van den Guldensporenslag is, die door Lodewijk van Veltheren als volgt gekenschetst werd:

 
‘Het is mijn Heer Jan van Renesse
 
In die werelt en esse er niet sesse
 
Om gaen zoo wijt ende breet
 
Die het van oorloge weet.’

De overige opstellen zijn gewijd aan Jeanne-Barbe en Marguerite de Renesse, de eene kloosterzuster, de andere abdis te Burscheid bij Aken; aan Jean-Georges de Renesse, kanunnik te Aken; aan Frederic de Renesse, drossaard van Diest en Breda; aan dezes zoon Jean de Renesse d'Elderen die zijn vader als drossaard van Breda opvolgde; aan Catherine de Bronkhorst et

Batenburg, tweede vrouw van den voorgaande; eindelijk aan Jean Adolphe de Renesse en diens oudsten zoon Georges-Gaspard, die in de 17^e eeuw als ervaren krijgsoversten bekend stonden.

Voorzeker, niet alles wat in deze levensbeschrijvingen voorkomt heeft belang voor de groote geschiedenis. Toch staan ze werkelijk hooger dan het grootste deel der producties van beroepsgenealogisten die zich doorgaans tot min of meer uitvoerige stamboomen bepalen. Hoe menige kostbare inlichting vinden wij hier niet voor de kennis van het familieleven in vroegere tijden! En dat is toch ook een brok geschiedenis.

Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.

1^o) Mac Leod-Hulde. - De Academie werd vertegenwoordigd door de heeren Prof. Dr. A.J.-J. Vandevelde, bestuurder, en Prof. Dr. R. Verdeyen, briefwisselend lid. Waren verder nog aanwezig de heeren Goemans, bestendig secretaris, Vercoullie en Willems, werkende leden; Prof. Dr. F. Daels, briefwisselend lid.

Door den heer Bestuurder werd namens de Academie hulde gebracht aan de nagedachtenis van Prof. Mac Leod.

2^o) Plechtige Vergadering op 30 Juni 1929. - Vaststelling van het Programma. Op voorstel van het Bestuur wordt het programma als volgt vastgesteld:

1.	Openingsrede door Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder voor het loopende jaar: ‘De dageraad’ van J.B. van Helmont.

2.	Feestrede door Prof. Dr. J. Prinsen, hoogleeraar te Amsterdam, buitenlandsch eerelid der Academie: Hooft en Vondel tegenover de idee der Volkssouvereiniteit.

3.	Uitslag van de wedstrijden.

3^o) Kiliaanhulde te Duffel. - Brief van 14 Mei, waarbij het Feestcomiteit de Academie uitnoodigt zich te laten vertegenwoordigen op de herdenking van de 400^ste

verjaring der geboorte van Kiliaan, en haar Bestuurder verzoekt op de plechtige feestzitting van 23 Juni het woord te willen voeren. - De heeren Prof. Dr. J. Vercoullie en J. Jacobs worden als afgevaardigden der Academie aangesteld.

4^o) Bestuurscommissie. - De heeren Mr. Leonard Willems en J. Jacobs worden herkozen als leden der Bestuurcommissie voor de jaren 1929-1930.

Mededeelingen namens commissien.

1^o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie. - Prof. Dr. J. van Mierlo, wn. secretaris, legt verslag ter tafel over de Commissie-vergadering in den voormiddag gehouden.

Waren aanwezig de heeren Prof. Dr. L. van Puyvelde, voorzitter, Prof. Dr. M. Sabbe, ondervoorzitter, Mr. Leonard Willems, Dr. L. Goemans, Dr. J. Cuvelier, leden. Dr. Van Mierlo, hospiteerend lid.

Bij afwezigheid van Prof. Dr. J. Mansion, zal Dr. Van Mierlo het verslag opstellen.

Aan de dagorde staat:

1^o) Een Gedicht over den Slag bij Calloo 1638. - Lezing door Prof. Dr. M. Sabbe.

Prof. Dr. Sabbe levert een nieuwe bijdrage tot de geschiedenis van de geuzen- en anti-geuzenliteratuur uit de eerste helft der XVII’ eeuw, waarin de invloed van de politieke gebeurtenissen uit dien tijd op de gemoederen van het volk zoo treffend tot uiting komt. Hier bespreekt hij voornamelijk een uitvoerig gedicht over den slag bij Calloo 1638. Er moet een gedicht in 't Nederlandsch hebben bestaan van P. Poirters, dat anoniem was uitgekomen en herhaaldelijk herdrukt is geworden. Of het onderhavige gedicht dat van P. Poirters is, wil Prof. Sabbe niet bevestigen, al spreekt er veel voor. De commissie treedt deze meening bij. De voorzitter bedankt Prof. Sabbe voor zijn interessante lezing en stelt voor dat ze in de Verslagen en Mededeelingen zou opgenomen worden.

11^o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer O. Wattez, wn. secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.

Waren aanwezig de heeren: J. Jacobs, voorzitter, Prof. Dr. J. Persyn, ondervoorzitter, Kan. Dr. J. Muyldermans, Kan. Am. Joos, Dr. L. Goemans, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. J. Vercoullie, leden, Mr. L. Willems, hospiteerend lid en O. Wattez, waarnemend secretaris.

Aan de dagorde staat:

1^o) Over onderwijs in de Oude Talen. - Lezing door Dr. L. Goemans.

Dr. L. Goemans verstrekt eenige inlichtingen aangaande het onderwijs in de oude Talen in de Vlaamsche Koninklijke Athenea. Een verblijdend verschijnsel is het, dat het Nederlandsch voortaan als voertaal gebruikt wordt in de Vlaamsche Afdeelingen dier Athenea. Een gedachtenwisseling volgt waaraan al de leden der Commissie deelnemen.

Dagorde.

1^o) Wedstrijden voor 1929. - Lezing van de Verslagen over de wedstrijden. (Art. 31 der Wet van 15 Maart 1887 en Kon. Besluit van 23 Maart 1891).

De vergadering beslist dat de verslagen zullen gedrukt en aan de werkende leden gezonden worden.

2^o) Lezing door Prof. Dr. M. Sabbe. - Literatuur over het beleg van Leuven in 1635. De Bestuurder wenscht den spreker geluk en stelt voor dat de lezing in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden, wat door de Academie onder handgeklap aangenomen wordt.