| |
| |
| |
Vergadering van 28 September 1927
Errata
In de Verslagen en Mededeelingen 1927, blz. 780 moet de zesde regel v.o. wegvallen, en vervangen worden door:
u wordt door i-umlaut, als in het Movl., soms tot e: lettel
Blz. 788 moet de zevende regel v.o. wegvallen, en vervangen door:
dusentech lxxj. Ende doe si daer quamen doe gheboet men alle
Waren aanwezig: Prof. Dr. A Vermeylen, bestuurder, J. Jacobs, onderbestuurder, Dr. L. Goemans bestendig secretari
K. de Flou, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Kan. Dr. J. Muyldermans, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, Frank Lateur, Prof. Dr. J. Mansion, O. Wattez, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde, Prof. Dr. J. Persyn, Prof. Dr. M. Sabbe, Prof. Dr. A. van Hoonacker, werkende leden;
F.V. Toussaint van Boelaere, Prof. Dr. A. Carnoy, Dr. J. Cuvelier, Al. Walgrave, Prof. Dr. J. Verdeyen, Dr. J. van Mierlo jun. S.J., briefwisselende leden.
Liet zich verontschuldigen: J. Salsmans, S.J.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag van de vorige vergadering: het wordt goedgekeurd
***
Bij den aanvang der zitting greep een korte betooging plaats ter eere van den Bureeloverste der Secretarie, heer Ivo De Vreese, die door den Bestendigen Secretaris de vergaderzaal binnengeleid was geworden.
De heer Bestuurder herinnerde aan de diensten door den heer Ivo De Vreese sedert jaren achtereenvolgens als klerk, opsteller, onderbureeloverste en bureeloverste bewezen.
‘Na het aftreden van den bestendigen secretaris, Edward Gailliard, en vóór de aanstelling van diens opvolger, heeft hij het interim van het secretariaat met de meeste toewijding waargenomen. Zijn stiptheid en onverpoosde ijver in het uitoefenen van zijn ambt zijn al de leden der Academie wel
| |
| |
bekend. Zijn nauwgezetheid heeft den nieuw ondernomen Catalogus der boekerij mogelijk gemaakt. Met den heer Van Straelen, Econoom der Academie, heeft hij het register op onze Verslagen en Mededeelingen en op onze Jaarboeken van 1887 tot 1926 afgewerkt, register dat reeds ter pers is.
Het burgerlijk eerekruis van 1ste Klas werd hem door de Regeering verleend. Zij had hem vóór eenigen tijd tot ridder in de Kroon benoemd, omdat hij onder den oorlog niet geaarzeld heeft, maanden lang, in zijn woning het allerkostbaarst Lam Gods te verbergen.
De Academie wenscht den heer Ivo De Vreese geluk met zijn dubbele onderscheiding. Het past dat dit bij dagorder vermeld worde.’
De heer Bestuurder eindigt met de hoop uit te spreken dat de heer De Vreese zijn bedrijvigheid nog lange jaren ten dienste van ons genootschap zal stellen en overhandigt hem uit naam der Academie de juweelen van hooger vermelde onderscheidingen.
Uit het applaus van de vergadering bleek in welke mate de Academie de diensten van den heer De Vreese op prijs stelt.
De heer De Vreese zegt den heer Bestuurder van harte dank voor de al te vleiende woorden die hij hem toestuurde, de Academie voor de instemming welke zij met die woorden betuigde; hij heeft getracht zijn plicht te doen, wat hem, vooral in de laatste jaren, des te gemakkelijker werd gemaakt door de genegen welwillendheid waarmede hij zich omringd zag; de betooging van heden zal hem een spoorslag zijn om in de toekomst als in 't verleden, zijn plichten met de meeste nauwgezetheid te vervullen.
| |
Aangeboden boeken.
Door de Regeering:
Académie royale de Belgique. Mémoires, collection in 8o, T. XX fasc. 3 (dernier): Les élections abbatiales au moyen âge, par Dom Ursmer Berlière, membre de l'Académie.
Union économique Belgo-Luxembourgeoise. Bulletin mensuel du Commerce spécial avec les pays étrangers publié par le Ministère des finances de Belgique. 1927. Mois de juillet.
Revue belge des livres, documents et archives de la guerre 1914-1918. Deuxième série. 1925-1926.
Académie royale de Belgique. Commission royale d'Histoire. Cor- | |
| |
respondance de la Cour d'Espagne sur les affaires des Pays-Bas au XVIIe siècle. Recueil commencé par Henri Lonchay et continué par Joseph Cuvelier avec la collaboration de Jos. Lefèvre. Tome II: Précis de la Correspondance de Philippe IV avec l'infante Isabelle (1621-1633).
La Chronique de Jean de Hoosem. Nouvelle édition publiée par Godefroid Kurth.
Door de Gemeente Rotterdam:
Catalogus van den Bibliotheek. Lijst No 19. Fransche romans, R.-Z. en Aanvulling. Juli 1927. - Lijst No 20. Handboekerij op de Groote Leeszaal. Auugustus 1927. - Lijst No 21. Lijst der couranten en tijdschriften. September 1927.
Door het ‘Kon. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen’:
Verhandelingen, Dl. LXVIII, 3e stuk: Nadere bijdragen tot de kennis van het Midden Maleisch (Besemahsch en Serawajsch dialect), door O.L. Helfrich.
Door de ‘Bremer Wissenschaftliche Gesellschatt’:
Abhandltungen und Vortrage. Heft 1, Jahrgang 2, August 1927.
Bericht uber die Verwaltung der Bremer Staatsbibliothek im Rechnungsjahr 1926.
Door het ‘Seminar fur westeuropäische Rechtsgeschichte der Universität Lwow:
Pamietnik historyczno-prawny (Rechtshistorisches Archiv). Tom. IV, 1-6.
Door de ‘Académie Tchèque des Sciences et des Arts’, te Praag:
Sbirka Pramenu. Skupina I, Rada I, Corpus I1; Skupina II Cislo 25.
Historichy Archiv. Cislo 46.
Rozpravy. Trida II, Rocnick XXXIV (1925). - Trida III, Cislo 62.
Sbornik filologicky. Svazek VIII, Cast I.
Les radiographies de l'articulation des sons tchèques, par M.B. Polland et M.B. Hala. (Résumé.)
Pamèti a Listár Dra Aloise Prazáka, vydal Dr. Frantisek Kamenicek. Díl prvni.
Bulletin international. XXVIe année. 1925.
Door de Académie des Sciences de l'Union des républiques Soviétiques socialistes, te Leningrad:
Bulletin. VIe série, 15 oct.-l déc. No 15-17, 1926.
Door Kan. Dr. J. Muyldfrmans, werkend lid:
Dichtbloemen van L. Rietberg.
Gedichten van P.G. Witsen Geysbeek.
Lenteloveren door Mr. L. Rietberg.
Handleiding tot de Physionomiekunde. Eerste deel.
Jaerboeken der Oostenrijksche Nederlanden van 1780 tot 1814...
Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, door Matthijs Siegenbeek. 1826.
P. Burmans Latynsche redevoering in dichtmaat over de Verwaarlozing der geleeidheid en over de weelde... 1765.
| |
| |
Door de Schrijvers:
Onze Lieve Vrouw van Kerselare, door P. Soens pr. S.T.B.
Les recherches sur les rapports littéraires entre la France et la Hollande pendant trois siècles. Historique et état actuel, par K.R. Gallas. (Uittreksel uit Revue de littérature comparée, 1927.)
Dom (E.H. Ev.), De Kapel van S. Merten op den Kwakkelberg te Duffel.
Door de Redactie:
De Gulden Passer. 5e jg Nr 3 der Nieuwe reeks. 1927. Inhoud: Emm. de Bom, Literatuur over Rubens. - M. Sabbe, Tentoonstelling over het Antwerpsch Geestesleven in Rubens' tijd.
| |
Aangekochte boeken.
Nederlandsche Taalgids. Woordenboek van Belgicismen, door Const. H. Peeters. 3e afl. Tekst.
Algemeen Fransch-Nederlandsch en Nederlandsch-Fransch Woordenboek, door J. Vercoullie
Nieuw Nederlandsch-Fransch, Fransch-Nederlandsch Woordenboek, .. door Dr. L. Grootaers. Afl. 3.
Historische Grammatik der niederländischen Sprache, van M.J. van der Meer. I. Band: Einleitung und Lautlehre.
Mittelniederländische Grammatik, mit Lesestücken und Glossar, van Dr. Johannes Franck, Professor an der Universität Bonn. 2. neubearbeitete Auflage.
Jordaens' Leven en Werken, door Max Rooses. Met 147 afbeeldingen en 33 photogravuren.
Voor den Aug. Beernaert-wedstrijd: (8ste tijdvak 1926-1927) zijn ingekomen:
De weg door het Woud. Verzen, door Frans De Wilde.
Menschelijk inzicht, door Maurits De Doncker.
Komen en gaan, door Maurice Roelants.
Eén kindje en twee velos, door Jef Scheirs.
De boetseerder der Smart, door Jef Scheirs. (Roman)
Loutering, door J. Schfirs.
In Spanje, door Jozef Simons.
Kerels, door Cyriel Buysse.
Uleken. Voor oud en jong, door Cyriel Buysse.
De blauwe Vaas, door A.W. Grauls.
Pepeltje, door Robert Van Passen.
De gouden Droom, door Robert Van Passen.
***
Voor den Tweejaarlijkschen Wedstrijd voor Tooneelletterkunde: (1ste tijdvak 1926-1927) werden ingezonden:
J. Horemans, Het Waarheidselixir.
J. Horemans, Levensarabesken.
| |
| |
| |
Letterkundige mededeeling
door Dr. L. Goemans, bestendig secretaris.
Uit naam van den Eerw. heer Joris Eeckhout heb ik de eer aan de Academie het tweede deel van zijn Litteraire Profielen aan te bieden.
De bekende criticus handelt in dit deel over Vlaamsche schrijvers als August Van Cauwelaert, Mej. Belpaire, Firmin Van Hecke, Lode Baekelmans, Aloïs Walgrave, Karel Van de Woestyne, Ernest Claes, Zuster Maria Josefa, enz.
De uitmuntende hoedanigheden van den letterkundigen analyst doen zich hier nogmaals gelden.
Dichters begrijpen, zegt hij ergens in zijn boek, is zichzelf in hen weten te ontdekken. Hij kon zijn methode niet beter bepalen. Die methode schijnt logisch en allereenvoudigst. Maar aan wie is het gegeven ze toe te passen zooniet aan wie zelf dichter en kunstenaar is en psycholoog op den koop toe?
Eeckhout's kritiek is heel en al sympathie voor het menschelijke en verhevene in de letterkunde. Daarom is zij zoo leerrijk, zoo suggestief en de waarheid zoo nabij.
Men moet den Schrijver dan ook geluk wenschen met die nieuwe vrucht van zijn onverpoosden letterkundigen arbeid.
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Verblijfkosten: a) Koninklijk besluit van 20 Juli 1927 - De leden van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten, de leden van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal en Letterkunde, de leden van de Fransche Academie van taal en letterkunde, zullen bij het uitoefenen hunner zending de volle verblijfkosten genieten, welke ook de duur hunner afwezigheid moge zijn.
b) Brief van 8 September waarbij medegedeeld wordt ‘dat een Ministerieel Besluit van 12 Augustus j.l. voorloopig met 50%, en met een terugwerkende kracht tot 1 Juli 1927, de vergoedingen, wegens nacht- en dagverblijf verhoogt, die krachtens het besluit van 29 Mei 1925 verleend werden aan de personen niet
| |
| |
behoorende tot de diensten van den Staat die reizen voor het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen of een organisme dat er van afhangt’.
2o) Prijs van 5,000 frank voor het beste dramatisch werk in de Vlaamsche taal. - Uittreksel uit een brief van 24 Juni, van de heer Romain Coolus, voorzitter van de ‘Société des Auteurs et des Compositeurs dramatiques’, te Parijs:
‘Afin de marquer tout l'intérêt que nous portons à nos confrères belges, un Membre de notre Commission se rendra, à cette occasion dans votre pays et, sans avoir pris aucune part à la désignation du lauréat dont nous laissons le soin à votre Société, lui apportera, avec le montant du prix, les félicitations de la Société des Auteurs et Compositeurs dramatiques.’
3o) Gedrukte teksten en uitgaven der Academie. - Naar aanleiding van een schrijven van den heer Dr. W. de Vreese in Dietsche Gedachte (Nr van 15 Augustus 1927) legt het Bestuur der Koninklijke Vlaamsche Academie de volgende verklaring af:
‘De gedrukte teksten en uitgaven van de Koninklijke Vlaamsche Academie zijn haar eigendom.
Zij worden op last van de Academie gedrukt en zonder eenige uitzondering uit haar eigen Fondsen of op de Staatsbegrooting betaald. Zoo geschiedde met de teksten bedoeld in voormeld schrijven.’
De Onderbestuurder,
(Get.) J. Jacobs.
De Bestuurder,
(Get.) A. Vermeylen.
De Bestendige Secretaris,
(Get.) L. Goemans.
4o) Vijfhonderdste Verjaring van de Stichting der Leuvensche Universiteit. - Brief van 31 Augustus 1927:
‘De Rector Magnificus der Leuvensche Universiteit wenscht zijn welgemeenden dank uit te spreken aan de Koninklijke Vlaamsche Academie om haar zeer interessant en hartelijk adres van gelukwensching, waar zulke treffende historische herinneringen worden opgehaald en een blijk van waardeering wordt geschonken aan wat de Hoogeschool deed in zake Vlaamsche leergangen.
De Rector Magnificus is door de uiting van deze gevoelens zeer getroffen geweest.
Leuven, 31 Aug. 1927.’
| |
| |
5o) Oostende: Inhuldiging van het borstbeeld van Staatsminister Aug. Beernaert. - De Academie, officieel uitgenoodigd om de plechtigheden bij te wonen, welke te dier gelegenheid op 25 September te Oostende ingericht werden, liet zich aldaar vertegenwoordigen door haar Bestuurder Prof. Dr. A. Vermeylen.
6o) Berthelot-feesten te Parijs. - De Academie werd officieel uitgenoodigd zich te laten vertegenwoordigen op de Berthelot-feesten welke in den loop der maand October te Parijs zullen gevierd worden. - De heer Bestuurder, Prof. Dr. A. Vermeylen, neemt aan te dier gelegenheid als afgevaardigde der Academie op te treden. Een adres zal vanwege de Aca lemie aan het Comité Berthelot overhandigd worden.
| |
Mededeelingen namens commissiën.
1a) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Prof. Dr. J. Mansion, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Mr. L. Willems, voorzitter, K. de Flou, Kan. J. Muyldermans, Dr. L. Simons, Is. Teirlinck, Dr. L. Goemans, Prof. Dr. Sabbe, Dr. J. Cuvelier, leden, en Prof. Dr. J. Mansion, lid-secretaris, Prof. Scharpé en Prof. Verdeven, hospiteerende leden.
Aan de dagorde staat:
1o) Over Oud-Nederlandsche dichtkunst in de IXe en Xe eeuwen. - Lezing door Dr. J. van Mierlo jun. S.J.
Bedoeld getuigenis is getrokken uit eene homilie van Radbodus, bisschop van Utrecht (900-918), waarin hij opkomt tegen het gebruik om aan tafel monstruosae fabulae, poetarum deliramenta, praestigiosa imaginationes voor te dragen of te zingen. Met deze ‘monsterachtige fabelen’, ‘waanzinnigheden van dichters’, ‘begoochelende verbeeldingen’ kunnen onmogelijk de werken van Vergilius of andere classieke schrijvers gemeend zijn. Overigens blijkt uit de homilie zelf dat zij tot leeken gericht was. Bijgevolg hebben we hier een zinspeling op gedichten in de volkstaal en wel op heldenliederen. Het is
| |
| |
dus een getuigenis te meer voor de Oud-Germaansche epiek en deze is wel tegen Bédier, als bron van de Fransche Chanson de geste in aanmerking te nemen.
2o) Een onbekende rijmkronijk van het begin der 14de eeuw. - Lezing door Dr. J. Cuvelier, briefwisselend lid.
Een in erbarmelijken toestand gevonden fragment van Middelnederlandsche poësie blijkt te zijn een onbekend gebleven rijmkronijk van het eerste kwartaal der XIVe eeuw. Naar overblijfsels van pagineering moet het werk eens zeer uitgebreid geweest zijn. Het behandelt de gebeurtenissen in Vlaanderen en Brabant tijdens den opstand die eindigde met de nederlaag der Vlamingen te Cassel en wel in den vorm van een historisch hekeldicht; met verschillende historische personnages wordt spot gedreven. Het zeer interessante gedicht is geschreven door iemand die goed op de hoogte was van de toestanden in Brugge en Brussel.
3o) Van twee Norbertijnen van Tongerloo. - Lezing door Kan. Dr. J. Muyldermans.
Kan. Muyldermans las een studie over leven en schriften van twee norbertijnsche schrijvers van Tongerloo in de XVIIe eeuw. Hij handelt eerst over Dionys. Mudzaerts, die vooral op het veld der kerkelijke geschiedenis en der vaderlandsche hagiographie werkzaam was. Daarna leest hij tal van bio- en bibliographische aanteekeningen voor nopens Ludolf Van Craeywinckel. Hij beschouwt hem als prozaschrijver, en ook wel als dichter, die, al bezat hij geen uitstekende hoedanigheden, toch niet geheel in de vergetelheid moet blijven. De verhandeling van Dr. Muyldermans is een bijdrage tot nadere kennis der XVIIe eeuw in ons Vaderland.
De Commissie stelt voor deze drie lezingen op de nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
IIo) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers legt het verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de HH. Prof. A.J.J. Vandevelde, voorzitter, J. Jacobs, ondervoorzitter, Kan. Dr. J. Muyldermans, Kan. A. Joos, Dr. L. Goemans, Omer Wattez, Prof. Dr. J. Persyn, Prof. Dr. Vercoullie, leden, en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
| |
| |
Aan de dagorde staat:
Bespreking van de lezing door Prof. Dr. Vandevelde in de Meivergadering gehouden ‘Gemis van algemeene kultuur bij de studenten. Welke is de oorzaak?’
Aangezien de heer Prof. Dr. Vercoullie insgelijks op de dagorde vermeld staat met de lezing Het nieuwe Hoogeschoolprogramma, en deze verhandeling waarschijnlijk in betrekking zal staan met de lezing van den heer Prof. Vandevelde, drukt de Commissie den wensch uit het werk van den heer Vercoullie te hooren. De heer Vercoullie voldoet aan den wensch. Spreker vraagt, dat de voorstellen, in zijn verhandeling vervat, ter studie zouden gelegd worden. Deze wensch zal ingewilligd worden. Op voorstel van den heer Voorzitter zal aan de Academie worden gevraagd het werk van den heer Vercoullie in hare Verslagen en Mededeelingen op te nemen. De bespreking van beide verhandelingen zal in de Novembervergadering plaats hebben. De heer Dr. Goemans zal enkele punten schriftelijk behandelen.
| |
Dagorde.
1o) Proeve over de Moderne Talen. - Aanstellen van den voorzitter van de Jury. - Bij brieve van 23 September 1927 verzoekt de heer Minister van Kunsten en Wetenschappen in de eerstvolgende vergadering een titelvoerenden en een plaatsvervangenden voorzitter te willen aanduiden voor de Jury belast met het afnemen van de proef over de moderne talen.
Worden voorgesteld:
a) | Tot titelvoerend voorzitter:
Brabant: Prof. Dr. A. Vermeylen. |
Antwerpen: J. Jacobs. |
Oost-Vlaanderen: Prof. Dr. J. Vercoullie. |
West-Vlaanderen: Prof. Dr. L. Scharpé. |
Limburg: Prof. Dr. J. Mansion. |
|
b) | Tot plaatsvervangend voorzitter:
Brabant: Prof. Dr. J. Persyn. |
Antwerpen: G. Segers. |
Oost-Vlaanderen: Mr. Leonard Willems. |
West-Vlaanderen: K. de Flou. |
Limburg: Prof. Dr. R. Verdeyen. |
|
| |
| |
2o) Lezing door Prof. Dr. J. Vercoullie, werkend lid: Over Vertaalwoordenboeken.
Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de vergadering dat de lezing van Prof. Vercoullie in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
|
|