| |
| |
| |
Vergadering van 18 Mei 1927
Waren aanwezig: de HH. Prof. Dr. A. Vermeylen, bestuurder, J. Jacobs, onderbestuurder, en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de HH. K. de Flou, Dr. L. Simons, G. Segers, Kan. Dr. J. Muyldermans, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde, Prof. Dr. A. van Hoonacker, en J. Salsmans, S.J., werkende leden:
de HH. Mr. Jos. Muls, Prof. Dr. R. Verdeyen en Dr. J. van Mierlo jun. S.J., briefwisselende leden.
***
De Bestendige secretaris leest het verslag van de Aprilvergadering; het wordt goedgekeurd.
| |
Aangeboden boeken
Door de Regeering:
Ministère de l'Intérieur et de l'Hygiène. Annuaire statistique de la Belgique et du Congo belge. 54e année: 1924-1925. Tome I.
Door de Antwerpsche Bibliophilen:
De Gulden Passer. Nieuwe reeks, 5de jg., Nr 1, 1927.
Door het ‘Observatoire royal de Belgique’:
Annuaire 1928, par P. Stroobant.
Door de Société de Littérature wallonne:
Bulletin. Tome 61.
Door de Bibliotheek der gemeente Rotterdam:
Catalogus. Lijst Nr 16: Aanwinsten op verschillend gebied. April 1927.
Door het Kon. Bataviaasch Genootschap en Rechtshoogeschool:
Lijst van Aanwinsten der Bibliotheek van het Museum. Februari 1927.
***
| |
| |
Door het Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
Verhandelingen. Iej. LXVII, derde stuk: Klank- en Vormleer van het Morisch (eerste gedeelte), door S.J. Esser.
Door de ‘Akademie der Wissenschaften in Wien’:
Denkschriften, 68. Band, 1. Abhandlung: Toschke. Bericht über die Grabungen auf dem Friedhof von Toschke (Nubien) im Winter 1911/12. Von Hermann Junker.
Sitzungsberichte, 203. Band, 5 Abhandlung: Gesänge russischer Kriegsgefangener... Robert Lach.
Anzeiger. 63. Jahrgang 1926.
Door het ‘Institut historique belge de Rome’::
Bulletin, 6me Fascicule.
Door de ‘New York Public Library’ (Astor, Lenox and Tilden Foundations):
Bulletin. March 1927. Vol. 31, Number 3.
Door Dr. J.F.M. Sterck, buitenlandsch eerelid:
Rondom Vondel. Studiën over den dichter en zijn kring, door Dr. J.F.M. Sterck.
Door den Schrijver, den Heer Dr. H.H. Knippenberg:
Uit de School geklapt.
Joannes Stalpaert van der Wielen. Een keuze uit zijn werk.
Sint Ursula en hare gezellinnen.
Sintermertes Veugelke.
Verhalen. II Demonen-verhalen.
Een Sermoen uit den Patriottentijd.
Kinderrijmpjes uit Limburg.
De St-Pietersberg bij Maastricht.
Tollens' Volkslied.
De achttiende-eeuwsche romans.
Onze Katholieke dichters.
Verder nog een zestal artikels in tijdschriften en bladen.
Door de Schrijver:
Stracke S.J., Dr. D.A.: Over Nederlandsche Letterkunde en Mystiek.
| |
Aangekochte boeken
Bibliographie van de Geschiedenis van de stad Antwerpen, door Albert van Laar.
| |
| |
| |
Letterkundige mededeeling
door Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde, werkend lid.
De tweede uitgave van The quantitative Method in biology van ons betreurd medelid wijlen Prof. Julius Mac Leod, is pas verschenen. Zooals de eerste wordt zij door The University Press van Manchester en door Longmans, Green & Co, te London, New-York, Bombay, bezorgd. De tekst is dezelfde als bij de eerste uitgave; een portret van den schrijver, en een korte levenschets, waarin onze studie in het Jaarboek onzer Academie van 1921 wordt vermeld, worden bijgevoegd.
In dit standaardwerk, het laatste zijner gewrochten, - aldus schreven wij in 1921 - laat Mac Leod volledig de eerste wetenschappelijke opvoeding varen om met gansch nieuwe gedachten voor den dag te komen; vele onderzoekers die door de universitaire opleiding eenvoudige morphologisten, ja ook histologisten, geworden zijn, volharden hun gansch leven als eenvoudige morphologisten. Een levensvolle en gemakkelijk voor den vooruitgang prikkelbare geest, zooals deze van Julius Mac Leod, kon die eerste begrippen van de opleiding gebruiken alleen als een basis om verder te gaan, en door eigen verdere opleiding, iemand te worden.
Evenals anorganische voorwerpen bepaalde mathematische eigenschappen of constanten, zooals soortelijk gewicht, kristalvorm, lichtbrekingsgetal, enz. vertoonen, welke constanten van alle theorieën en alle vooropgevatte meeningen onafhankelijk zijn, kan men ook biologische constanten bij de levende wezens waarnemen, constanten die, alhoewel moeilijk en na geduldigen arbeid, de zelfde waarde vertoonen als de resultaten van eene weging door een scheikundige uitgevoerd. Die constanten waarvan de bepaling door de veranderlijkheid moeilijk wordt gemaakt, moeten de gewoonlijk gebruikte eigenschappen vervangen, die toch alleen door het gebruik van woorden beschreven worden.
De biologische wetenschappen zijn, in deze opvatting, gansch te hervormen en in het boek worden de methoden aangegeven om de biologische constanten vast te stellen. Daar volgens Mac Leod het begrip soort een scheikundig begrip is, worden de waarneembare eigenschappen van iedere soort door reactiën van de levende stof veroorzaakt; de bepaling der soort
| |
| |
berust vooral op de bepaling der elementaire eigenschappen of primordia, waarvan hij beproeft eene rangschikking te geven.
Wij zeiden verder in 1921 dat het boek over de quantitatieve methoden in de biologie voor velen een onaangename verrassing zou zijn; dat wij dachten dat de meeste biologen het boek niet zouden verstaan, omdat de overlevering, waaraan men te veel de waarde geeft van de ervaring, het leven gemakkelijk en zacht maakt, en te gelijkertijd den vooruitgang tegenwerkt; maar dat wij den diepen indruk hadden dat het boek naar een nieuwe richting wees en het voortbrengsel was van een genialen geest.
Thans, nu de eerste uitgave uitverkocht is, hebben duizend biologen het boek gelezen, het boek van een Vlaming die zooveel voor zijn volk en zijn taal heeft gewerkt, gestreden en geleden.
Prof. Julius Mac Leod werd, evenals een andere groote Vlaming, ons zoo hoog geacht en zoo hoog geleerd medelid Prof. J. Vercoullie, te Oostende in 1857 geboren; hij zou ook thans 70 jaren bereikt hebben.
Door een zonderling toeval zal ook dit jaar bij hare 40ste verjaring het Natuurwetenschappelijk Genootschap Dodonaea door Mac Leod gesticht, het 20ste Botanisch Jaarboek uitgeven; ook dit jaar is het 30ste jubeljaar voor het Vlaamsch Natuur- en Wetenschappelijk kongres, dat in 1897 door Mac Leod werd gesticht.
Voor diegenen die het voorrecht hadden tot zijne eerste medewerkers te behooren, is het een zoete plicht van piëteit te herinneren, telkemale de gelegenheid het toelaat, wat Mac Leod heeft gedaan ten voordeele van de wetenschap en ten voordeele van ons Vlaamsche volk.
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris
1o) Huldebetooging J. te Winkel. - Brief van 4 Mei, waarbij Prof. Dr. J. te Winkel, buitenlandsch eerelid, de Academie hartelijk dank zegt, voor de gelukwenschen welke zij hem bij monde van Prof. Dr. J. Vercoullie toestuurde, ter gelegenheid van de vijftigste verjaring van zijn promotie.
| |
| |
De heer Prof. Dr. J. Vercoullie doet aan de vergadering een korte mededeeling nopens zijn bezoek aan Prof. Dr; J. te Winkel.
2o) Jubileum Mgr. Rutten, werkend lid. - Brief van 13 Mei 1927, waarbij Z.D.H. Mgr. Rutten, bisschop van Luik en werkend lid der Academie, het Bestuur der Academie zijn dank betuigt voor de gelukwenschen welke dit hem, ter gelegenheid van zijn dubbel jubileum als Bisschop en priester, toestuurde.
3o) Vijfhonderdste Verjaring van de Stichting der Leuvensche Universiteit. - De Beheerraad, Rector en Hoogleeraars noodigen de Academie uit zich te laten vertegenwoordigen op de feesten die te Leuven op 28 en 29 Juni zullen gevierd worden ter gelegenheid van den vijfhonderdsten verjaardag van de stichting der Alma Mater. - De Academie beslist dat haar afgevaardigde de academische jubelvergadering van 28 Juni zal bijwonen; een huldeadres zal vanwege de Academie aan de feestvierende Hoogeschool worden aangeboden.
| |
Mededeelingen namens commisisien.
I. - Bestendige commissie voor geschiedenis Bio= en Bibliographie. - In de afwezigheid van Prof. Dr. J. Mansion, secretaris, legt Dr. L. Goemans verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de HH. Mr. Leonard Willems, voorzitter, K. de Flou, Kan. Dr. J. Muyldermans, Dr. L. Simons, Is. Teirlinck, Dr. L. Goemans, leden.
Hospiteerden de hh. Van Mierlo en Verdeyen.
Aan de dagorde staat:
1o) Over stand en tijd der Bloemardinne. - Lezing door P.J. van Mierlo, jun. S.I.
In een eerste bijdrage: Over den tijd der Bloemardinne, bewijst E.P. Van Mierlo dat de ketterin Bloemardinne reeds overleden was toen Ruusbroec tegen haar optrad, waaruit enkele duistere plaatsen in Pomerius' verhaal opgeklaard en de betrouwbaarheid van dien geschiedschrijver duidelijk bevestigd
| |
| |
wordt. Hij wijst na wie de hertogin was, aan wie Bloemardinne's zetel werd aangeboden, en maakt het nagenoeg zeker, dat Bloemardinne wel Heilwijch Blomaerts is geweest, wier levensloop hij dan samenvat.
Bij de discussie die volgt vat hij zijne tweede bijdrage over Pomerius' betrouwbaarheid samen en wijst op de argumenten die alle vereenzelviging van Hadewych met de Bloemardinne onmogelijk maken. Prof. Verdeyen, die aan de discussie deelneemt, spreekt ook als zijn overtuiging uit, dat, staande de vereering van Hadewych te Groenendael zooals die blijkt uit de feiten, Hadewych en Bloemardinne twee gansch verschillende vrouwen moeten zijn.
Beide mededeelingen zullen in de verslagen opgenomen worden. Zoo ook een toelichting bij de vroegere opstellen over Lambert li Beges en de begijnen, als antwoord van de bespreking daarover in Revue d'hist. Eccl., door E.P. Callaey O. Cap.
Bestendige Commissie voor het onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers legt verslag ter tafel over de morgendvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde, voorzitter, J. Jacobs, ondervoorzitter, Kan. Dr. J. Muyldermans, Kan. A. Joos, Dr. L. Goemans, Omer Wattez, Prof. Dr. Vercoullie, leden, en Gustaaf Segers, lidsecretaris.
Aan de dagorde staat:
1o Gemis aan algemeene kultuur bij de studenten. Welke is de oorzaak? - Lezing door Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde.
De heer Prof. Dr. Vandevelde bespreekt opvolgentlijk het primair, het secondair en het hooger onderwijs. Volgens hem worden de geheugenoefeningen te veel verwaarloosd, in het secondair onderwijs zouden de wiskunde en de natuurkunde met zorg moeten bestudeerd worden; niet de chemie en de biologie, die tot het hooger onderwijs behooren. De examens zijn over het algemeen niet streng genoeg, de geestdrift ontbreekt te dikwijls bij de leeraars, zoowel als bij de leerlingen. Het onderwijs behoort tot het labieele leven en mag niet behoudsgezind zijn. Spreker eindigt met de woorden van Louis Pasteur:
| |
| |
‘Er moet gewerkt worden!’ en ‘Naar omhoog!’ van Julius Mac Leod.
De heer Jacobs wenscht, in naam der Commissie, den heer Vandevelde geluk met zijne belangrijke voordracht.
Op zijn voorstel beslist de Commissie de Academie te verzoeken deze voordracht in hare Verslagen en Mededeelingen op te nemen. (Goedgekeurd.)
Met het oog op het ongewone belang der wetenschappelijke en pedagogische vraagpunten, welke in het opstel van den heer Vandevelde bestudeerd worden, is de Commissie eenparig van gevoelen, dat dit werk zoo spoedig mogelijk zou gedrukt worden, opdat de leden het op hunne beurt met zorg zouden kunnen bestudeeren en aldus doelmatig bespreken.
Gezien het gevorderd uur zal de lezing van den heer Jacobs in de eerstvolgende vergadering plaats hebben.
| |
Dagorde
1o) Nieuwe uitgaven van Leden der Academie. - De heer Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde biedt aan de Academie voor de bibiotheek de volgende bijdragen, die hij in binnen- en buitenlandsche tijdschriften liet verschijnen:
Contribution à l'étude des protéines halogénées: I. La bromo-ovalbumine. - II. La bromopeptone. - III. Le bromogluten, - IV. La bromo-fibrine. - V. La bromocaséine. - VI. Halogenated proteins. a) Chlorocasein. - VII. Id. b) Chlorofibrin.
Phénomènes de diffusion des constituants du lait dans un gel de gélose.
Les indicateurs de l'acidité totale et réelle du lait.
Nouveaux dérivés des protéines à forte teneur en brome.
2o) Plechtige Vergadering op Zondag 26 Juni 1927. - Vaststelling van het Programma. - Op voorstel van het Bestuur wordt het programma als volgt vastgesteld:
1. Openingsrede door Prof. Dr. A. Vermeylen, bestuurder voor het loopende jaar: Onze naoorlogsche literatuur.
2. Rede door Prof. Dr. C. Looten, buitenlandsch eerelid
| |
| |
der Academie te Rijsel: Shakespeare's geloof, in zijn tooneelstukken en in zijn leven.
3. Uitslag van de wedstrijden der Academie.
3o) Wedstrijden voor 1927. - Lezing van de verslagen over die wedstrijden. (Art. 31 der Wet van 15-III-1887 en Kon. Besluit van 23-III-1891.)
De vergadering beslist dat de Verslagen zullen gedrukt en aan de werkende leden medegedeeld worden.
4o Lezing door G. Segers, werkend lid: Vondel en Rembrandt.
De heer Segers zoekt de redenen op, waarom Vondel, die zoovele kunstenaars verheerlijkte, den grootsten schilder, dien Nederland ooit bezeten heeft, Rembrandt van Ryn, zijn tijden stadgenoot, slechts in een onbeduidend gedicht vermeldt, dat dan nog den lof van den voorgestelden persoon, en niet van den kunstenaar maakt.
Hij spreekt insgelijks over de zoogenaamde kleine meesters waaronder zich groote kunstenaars bevonden, en die in Vondels dagen leefden, welke de dichter niet eens met name noemt.
Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de vergadering dat de lezing van den heer Segers in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
|
|