Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1926
(1926)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 802]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W. Van Lis, Geneeskundige en Brouwer,
|
Titel. | Inhoud. | |
---|---|---|
Grondstoffen en gereedschap | I | Verhandelinge, bereydinge en bewerkinge tot het brouwen der verscheyde Bieren, de Mouterye en den Eest. (blz. 1-15) |
Bereiding en bewerking | II | Manieren om goede Bieren te maeken, te verhelpen en te verbeteren, en te bewaeren, en haere geëxperimenteerde Geheymen, benevens de Konst-behandelinge der selve. (blzz. 16-28) |
Biersoorten | III | Onderwysinge van de toegemaekte Bieren, die de Medecynsche Bieren, of Medeeynsche wynen genaemd worden. (blzz. 29-39) |
Hoe de Brouw-kunde moet bewerkt worden | IV | Waernemingen over de Bieren. (blzz. 40-43) |
Waarnemingen over bieren | V | Land-bouw-kundige Bewerkingen van de Hop, en hoe men tot de volkomen kennisse der goede en waere Brouw-Hop zal konnen geraeken, tot groot nut en profyt van alle Bier-Brouwers. (blzz. 44-64) |
Toegemaakte bieren | VI | Brouw-kunde, door W.V.L. Brouwer enz. Onderwysende de Verhandelinge van het voornaemste dat tot eeue Brouwerye en Mouterye, en het Brouwen en Mouten behoort, etc. (blzz. 65-85) |
Geheimen der Bieren | VII | Beschryvinge van het Bier, desselfs Aerd en krachten, en welk bier het gesondste is. (blzz. 86-118) |
Hop, gerst, azijn | VIII | De wyse om Bier-Azyn te brouwen, en verscheyde Geheymen van den Azyn. (blzz. 119-137) |
In de voorrede geeft de schrijver de beweegredenen te kennen waarom hij een boek over het brouwen in het licht geeft: zijne persoonlijke ervaring spoort hem aan leerlingen in het vak behulpzaam te zijn; daarenboven wenscht hij de Vlaamsche vakliteratur te verrijken: ‘Indien over eenige stoffe in het Vlaamsch weynig of niets is geschreven, soo is het over de Brouw-kunde,....’.
Volgens de gewoonte van den tijd, komt na de voorrede een gelegenheidsgedicht dat hier uitvoerig wordt afgeschreven.
Dichtjen op de brouw-kunde,
beschreven door W.V.L. Br. Med. D.
Na het gedicht, zeer prozaïsche inlichtingen betreffende de maten voor graan en de kleine maten voor vloeistoffen ‘natte maeten’ in verscheidene streken en steden van Vlaanderen, van Brabant, van de landen van Namen en Dinant, van Henegouwen, en de overeenstemmende waarden van de natte maten van die verschillende streken en steden met deze van Gent. Ik bezit een tweede exemplaar van het boek, waarin dit gedeelte, trouwens ongepagineerd, zich niet bevindt; dit practisch gedeelte, voor den handel nuttig, schijnt een eenvoudig bijvoegsel van den boekhandelaar om den verkoop van het boek te bevorderen.
Zonderling is het dat de Boekerij der Gentsche Universiteit geen exemplaar van het boek bezit. De Bibliographie gantoiseGa naar voetnoot(27) van Ferd. Vanderhaegen vermeldt het onder nr 4987 volgens aanteekeningen in den catalogus van 1794 der gebroeders Gimblet; de Bibliographie gantoise vermeldt dat ‘Den Volmaekten Bierbrouwer’ in de Gentsche Bibliotheek ook in dien tijd niet voorhanden was.
Men zal bemerkt hebben dat het boek op den titel de melding ‘tweeden druk’ draagt. Te vergeefs zocht ik naar den eersten druk. Het kan gebeuren dat als de gebroeders Gimblet, - die de oudste Philippe Jan te Gent in 1734 geboren werd, de drukkerskunst opvolgentlijk te Gent, te Rijssel en te Parijs aanleerde en in 1801 te Ledeberg overleed, de jongste Pieter-Lau-
rent te Gent in 1737 geboren werd en in 1801 stierf, - een tweede uitgave hebben gemaakt van het werk van den onbekende W.V.L. Brouwer en med.-doctor, dat te Rotterdam in 1745 onder den titel van Brouwkunde, van de hand van Wouter Van Lis, med.-doctor en brouwer verscheen. De eerste letters W.V.L. van den schijversnaam, de beroepsaanduidingen, het gedicht, en eindelijk de tekst die van het zesde hoofdstuk (blz. 65) geheel en al met het boek van 1745 overeenstemt, dit alles laat natuurlijk geen twijfel over de beteekenis der drie hoofdletters W.V.L.: Wouter Van Lis.
Het boek van 1745 draagt den volgenden titel:
Brouwkunde of Verhandeling van het Voornaamste dat tot een Brouwery of Moutery en het Brouwen en Mouten behoort; alsmede een Korte Beschryving van het Bier, deszelfs hoofdstoffen, enz. Te zamen gestelt door W. Van Lis, Med. Doctor en Brouwer te Rotterdam. Te Rotterdam, by Philippus en Jacobus Losel. Boekverkoopers op de Hoogstraat, en op de Blaak op de hoek van de Nieuwestraat 1745. (19,5 × 13 cm., 12+111+8 blzz., Bibl. A.J.J.V.).
Het werd opgedragen aan Joh. Oosterdyk Schacht, hoogleeraar in de Geneeskunde te Utrecht, Johan Drost, Cornelis Van Putten, Johannes Van der Zee en Cornelius Leonardus Van Amsterdam, alle vier geneeskundigen te Rotterdam, Joris Petry, apotheker te Rotterdam en Izaae De Witt, heelkundige te Rotterdam.
De voorrede begint op dezelfde wijze als in het boek van 1793, maar van den derden volzin af verschilt het volledig; deze voorrede die trouwens zeer kort is is van den tekst van de opdracht voorafgegaan. Het gedicht werd, slechts met enkele taalkundige wijzigingen die hooger aangeduid zijn, letterlijk in de uitgave van 1793 afgeschreven.
Wat den vakkundigen tekst betreft, is de inhoud verdeeld in 9 hoofdstukken: het gereedschap van de brouwerij en de mouterij (blzz. 1-13), het brouwen (blzz. 14-20), de biersoorten (blzz. 20-26), de stoffen die smaak en geur van het bier versterken (blzz. 26-34), het brouwen in betrekking met de jaargetijden (blzz. 34-35), de bewaring van het bier (blzz. 36-38), de bereiding en de zuivering (blzz. 38-43), de verbetering van zieke bieren (blz. 43-46), de krachten van het bier (blzz. 47-111). Vooral in dit laatste gedeelte voelt men dat de schrijver die een ervaren brouwer is, ook een geneeskundige is, daar de toevoeging van verscheidene kruiden wordt besproken en de meeningen van eenige oudere geleerden zooals Boyle, Glauber, Barnerus, Boerhaave, Dodoens worden teruggegven. Over het algemeen spreekt zich Van Lis gunstig uit over de weldoende werking van lichte biersoorten op den mensch.
Het boek van 1745 wordt bijna letterlijk opgenomen in de 6e en in de 7e hoofdstukken van het boek van 1793; onder de geringe afwijkingen noem ik het woord kapitein in het eerste hoofdstuk van 1745 en het overeenstemmende woord meestergast in het zesde hoofdstuk, 1e artikel van 1793. De overeenstemming tusschen de twee boeken is als volgt:
1745 | 1793 | ||
---|---|---|---|
1e hoofdstuk | 6e hoofdstuk, | 1e artikel | (blzz. 65- 71) |
2e id. | 6e id. | 2e id. | (blzz. 71- 74) |
3e id. | 6e id. | 8e id. | (blzz. 83- 85) |
4e id. | 6e id. | 3e id. | (blzz. 74- 77) |
5e id. | 6e id. | 4e id. | (blzz. 77- 78) |
6e id. | 6e id. | 5e id. | (blzz. 78- 79) |
7e id. | 6e id. | 6e id. | (blzz. 79- 81) |
8e id. | 6e id. | 7e id. | (blzz. 81- 83) |
9e id. | 7e id. | 1e en 2e artikel | (blzz. 86- 92) |
4e, 5e, 6e, 7e en 8e artikel | (blzz. 95-118). |
De twee boeken die hier besproken werden, bevatten een groot getal vakwoorden van het brouwersbedrijf in de 18e eeuw.
- voetnoot(1)
- In Van Lis 1745: broot.
- voetnoot(2)
- id. haalt haar.
- voetnoot(3)
- id. Van Lis in plaats van En Gy.
- voetnoot(4)
- id. toont.
- voetnoot(5)
- id. heur.
- voetnoot(6)
- id. Hier zien wy Mout, uit.
- voetnoot(7)
- id. Zy toont der Schepslen nut, in heur.
- voetnoot(8)
- id. Hier leert zy ons, aan.
- voetnoot(9)
- id. Den aart en kragt.
- voetnoot(10)
- id. zwevende op heur.
- voetnoot(11)
- id. saizoen en Zon.
- voetnoot(12)
- id. in zuivre vocht, of wel gekookte.
- voetnoot(13)
- id. gebruik, eens yders eigenschappen
- voetnoot(14)
- id. Wynpapinnen.
- voetnoot(15)
- id. opgezwollen brein.
- voetnoot(16)
- id. gebruik, kan Ceres luister
- voetnoot(17)
- id. lichaemskwalen.
- voetnoot(18)
- In Van Lis 1745. Daar goude middelmaat de schalen.
- voetnoot(19)
- id. zorg.
- voetnoot(20)
- id. De Scheikunst, die haar hulp leent om uw' aart.
- voetnoot(21)
- id. zoeke.
- voetnoot(22)
- id. uit.
- voetnoot(23)
- id. ziet men 't nut aan 't zoete.
- voetnoot(24)
- id. Geleertheit.
- voetnoot(25)
- id. yver.
- voetnoot(26)
- id. graan.
- voetnoot(27)
- Tome IV, b1z. 35.