| |
| |
| |
Vergadering van 21 Januari 1925
Waren aanwezig, de heeren: Mr. Leonard Willems, bestuurder, Prof. Dr. L. Scharpé, onderbestuurder, en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren: K. de Flou, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Kan. Dr. J. Muyldermans, Staatsminister J. Helleputte, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, Prof. Dr. J. Mansion, O. Wattez, Z.H. Mgr. Rutten, bisschop van Luik, Prof. Dr. L. yan Puyvelde, Prof. J. Vercoullie, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde, E.H.J. Jacobs, Karel van de Woestyne, Dr. J. Persyn, Dr. M. Sabbe, Juffr. M.E. Belpaire en Herman Teirlinck.
Lieten zich verontschuldigen: E.P. Salsmans S.J., Prof. Dr. A. van Hoonacker, en E.H. Alois Walgrave, briefwisselende leden.
⋆⋆⋆
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de December-vergadering 1924; het wordt goedgekeurd.
⋆⋆⋆
Bij het openen der Vergadering deelt de Bestendige Secretaris aan de vergadering mede, dat bij Koninklijk Besluit van 17 December 1924 goedgekeurd werd de verkiezing, voor het jaar 1925, van Mr. Leonard Willems, tot bestuurder, en van Prof. Dr. L. Scharpé, tot onderbestuurder.
| |
Aangeboden boeken.
Door de Regeering:
Woordenboek der Nederlandsche Taal. 7de deel, 18de afl. Kerkgang-Kerst, bewerkt door Dr. A. Beets. - 14de deel, 7de afl. Schommelkok-Schot, bewerkt door Dr. J.A.N. Knuttel.
Door de Gemeente Deventer (Noord-Nederland):
Oud-Archief van Deventer. De Timmermeesters, Weidegraven, Hoofd-, Brug-, Straat-, Wegen- en Artilleriemeesters, door Mr. J. Acquoy, Archivaris der Gemeente. Deventer 1924.
| |
| |
Door het Kon. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen:
Tijdschrift voor Indische Taal- en Volkenkunde. Deel 64, afll. 1 en 2, 1924.
Door de Universiteit van Uppsala (Zweden):
Sprakvetenskapliga Sällskapets i Uppsala Förhandlingar. Jan. 1922-Dec. 1924.
Door het Schoolmuzeum der stad Antwerpen (Hofstraat 13):
Boekerij en Leeszaal voor het Onderwijzend personeel. Kataloog (1924).
Literatuur voor de Jeugd. Overdruk uit den kataloog. (1924.)
Een School- en Onderwijsmuzeum te Antwerpen. Een Gedachte en een korte Studie met Schets, door Hendrik Van Tichelen. 1919.
Van Woord tot Daad. Het stedelijk schoolmuzeum te Antwerpen een werkelijkheid, door Hendrik Van Tichelen. 1924.
Door den Schrijver, buitenlandsch eerelid der Academie:
Geschiedenis van het Nederlandsche Volk, door Prof. Dr. P.J. Blok. Derde, herziene druk. 2de deel.
Door Dr. M. Sabbe, werkend lid, vanwege den Schrijver:
La ‘thiende’ de Simon Stevin. Fac-similé de l'édition originale Plantinienne de 1585, avec une introduction par H. Bosmans, S.J.
Door Dr. Jan Gessler, leeraar aan het Kon. Atheneum, te Hasselt:
In memoriam C. Gessler. 1920.
La créance de Maître A. Bormans sur Hasselt, par Jean Gessler. 1921.
La première Halle aux draps de Hasselt. (Id.) 1922.
Une version lossaine d'un statut liégeois (1329-1345) et Le nouveau privilège de Hasselt de 1577. (Id.) 1922.
Notes critiques sur deux ordonnances Hasseltoises. Id. 1923.
Maeseycker Schepenbrieven en andere oorspronkelijke stukken uit de 14e en 15e eeuw. Id. 1923.
De Fransche verzen van Vondel. Id. 1923.
Uit de Bibliotheek van het St-Agnetenklooster, te Maeseyck. Id. 1924.
Notes topographiques hasseltoises. Id. z.j.
De stichting Boers. - St.-Corneliskapel te Hasselt. - Avanske en Uytvaert. - De Bonnefantenstraat te Hasselt. - Aars en Maars. - Les Créances Strouven. Alle overdrukken uit tijdschriften, door denzelfde.
Door den heer Gust. L. van Roosbroeck (Library of New York University):
De volgende zijner uitgaven: |
Sproken van Droom en Dood. |
The Cid theme in France in 1600. |
A Quarrel of Poets: Voltaire, Moncrif, and Roy. |
Unpublished Poems by Gresset. |
Chapelain Décoiffé: A Battle of Parodies. |
The Genesis of Corneille's Mélite. |
Documents pour servir à l'histoire littéraire. I. Polichinelle,
| |
| |
Comte de Paonfier. Parodie inédite de Glorieux de Destouches (1732). Suivi des Champs Elysées de MM. de Caumont et Destouches. Publiés par Gustave L. van Roosbroeck et Antony Constans. - II. Poésies Inédites du Marquis de la Fare (1644-1712) publiées par G.L. van Roosbroeck.
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Provinciebestuur van Antwerpen. - Brief van 22 December 1924, waarbij de ‘Provinciale Commissie van Openbare Boekerijen en Vlaamsche Letterkunde’ der Provincie Antwerpen, aan de Academie mededeelt, dat zij, met goedkeuring der Bestendige Deputatie, een prijsvraag uitschrijft ‘voor het opstellen van een practisch vakboek, in de Vlaamsche taal, voor den metselaar’.
Een prijs van 6.000 fr. wordt uitgeloofd; de mededingende werken moeten op 1 Juli 1925 overhandigd of vrachtvrij gezonden worden aan den heer Jan Van Meel, Secretaris der Commissie, St.-Bernardstr. 3, te Antwerpen, bij wien ook alle verdere inlichtingen kunnen bekomen worden.
2o) Koninklijke Maatschappij De Morgenstar. - Brief van 6 December 1924 waarbij de Academie mededeeling krijgt van een vragenlijst, met het oog op het samenstellen van een Geschiedenis van het Vlaamsch Tooneel.
| |
Mededeelingen namens commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Prof. Dr. J. Mansion, secretaris der Commissie, brengt verslag uit over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Waren aanwezig, de heeren: Is. Teirlinck, voorzitter, K. de Flou, Kan. Dr. Muyldermans, Dr. L. Simons, Mr. L. Willems, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Dr. L. Goemans en Dr. M. Sabbe, leden.
Aan de dagorde staat:
1o) Lidmaatschap der Commissie. - Voordracht van twee candidaten tot vervanging van Prof. Ad. de Ceuleneer.
De commissie duidt als candidaten aan: de heeren 1o Dr. J. Cuvelier en 2o Prof Dr. A. Vermeylen.
| |
| |
2o) Critische bijdragen aangaande Ruysbroec. - Lezing door Mr. L. Willems.
De heer L. Willems draagt eene reeks critische studies voor die over Ruusbroec handelen:
1. | Brief van de Infante Isabella aangaande Ruusbroec; |
2. | Nota over het beatificatie-proces van Ruusbroeck; |
3. | Over de ‘vita Rusbrochii’ van Chrisostomus Henriqum; |
4. | Over den Groenendaelschen Codex, bevattend de ‘opera omnia’ van J. van Leeuwen. |
5. | Over de lofredenen op Ruusbroec, toegeschreven aan Jan van Leeuwen. |
3o) Kroniek der Luiksche Oorlogen in de XVe eeuw, door den E.H. Jan Paquay aan de Academie ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden.
De Commissie benoemt als verslaggevers de heeren Dr. J. Cuvelier en Mr. L. Willems.
4o) a) De Keure van Colmont (1170); b) Een Luiker Ordonnantie in het Vlaamsch. - (Zie Versl. en Meded. 1924, blz. 726.)
| |
Verslag van Mr. Leonard Willems.
De oorspronkelijke Latijnsche tekst der Keure van Colmont, van 1170, is heden ten dage verloren.
Deze Keure werd in 1270 en in 1295 bekrachtigd en bevestigd, en, zooals het toen de gewoonte was, werd de tekst van 1170 in beide bevestigingen in extenso overgenomen.
De oorspronkelijke Latijnsche tekst van beide bevestigingen is insgelijks verloren.
Het belang der 12de eeuwsche gemeentekeuren voor de studie van het ontstaan en de verdere ontwikkeling van ons gemeenterecht hoeft hier stellig niet betoogd te worden; en alle berichten die wij over de Keure van 1170 kunnen verkrijgen, zijn uiterst welkom.
Welnu, Dr. A. Hansay heeft in het Gichtboek van Over repen (1642-1663) Vlaamsche vertalingen gevonden van de Keuren van 1270 en 1295 (vertalingen uit het begin der 17de eeuw). En, bij gebrek aan den Latijnschen tekst, moeten wij ons wel met deze vertalingen vergenoegen.
De vertaling der oudste oorkonde (1270) werd door Hansay uitgegeven (A. Hansay, La charte d'affranchissement de Colmont en 1170, et ses confirmations in Bulletin de la Soc. Limbourg, XXXV [1920], blz. 79).
| |
| |
De tweede vertaling (van 1295) bleef tot nog toe onuitgegeven. En zij is belangrijk omdat zij den gebrekkigen tekst van de oudere vertaling (1270) op menige plaats helpt verbeteren, en dat wij diensvolgens daardoor den oorspronkelijken Latijnschen tekst beter kunnen reconstruëeren.
Dr. Jan Gessler zendt aan de Academie een afschrift van de vertaling van 1295, en wenscht die gedrukt te zien tegenover de vertaling van 1270 - zoodat de lezer hierdoor een duidelijk inzicht krijgt over den inhoud van de oorkonde van 1170, en de wijze waarop zij opgesteld werd.
Ik aarzel niet aan onze Commissie voor te stellen de bijdrage van Dr. Gessler in onze Verslagen op te nemen: Het stuk is alleszins het uitgeven waard.
Al wie zich met de cartographie van België bezig houdt, kent de 17de eeuwsche kaart van Ferraris.
Hoe deze tot stand kwam, werd vroeger reeds onderzocht, en alle documenten dienaangaande hebben hun belang.
Dr. Jan Gessler ontdekte een Luiker plakkaat van 1778, waarin over deze kaart gehandeld wordt. Al zijn de inlichtingen die wij door het plakkaat verkrijgen niet van overwegend belang, toch verdient, naar ik meen, het stuk gepubliceerd te worden, al ware het maar volledigheidshalve en om onze dossiers aangaande Ferraris' kaart aan te vullen. Te meer, daar dit plakkaat te Luik ook in het Nederlandsch opgesteld werd, hetgeen bijlange niet met alle Luiker plakkaten het geval is.
Ik stel aan de Commissie voor, dit stuk in de Verslagen op te nemen.
| |
Verslag van Prof. Dr. J. Mansion.
Colmont, in het oude land van Loon, is reeds in het jaar 1170 in het bezit van een vrijheidscharter geweest, vóor Luik en vóor Brusthem (bij S. Truiden), dat reeds vóór de bisschoppelijke stad zijne keure verkreeg. De oorspronkelijke Latijnsche tekst van de Colmontsche oorkonde is niet bewaard gebleven, wel eene dubbele Nederlandsche vertaling, door archivaris Hansay ontdekt die den tekst geeft van de bekrachtigingen der eerste keure door de graven van Loon in 1270 en 1295 verleend. Voor de geschiedenis van het Luiksche recht en voor die van het gemeenterecht in het algemeen, is de ontdekking der keure van Colmont uiterst welkom. Daar de eerste uitgave, door A. Hansay, niet volledig is en fouten bevat, is een nieuwe uitgave van den dubbelen tekst met philologische nauwkeurigheid bezorgd, verre van overbodig. Deze uitgave hebben wij in de
| |
| |
bijdrage van Dr. J. Gessler, welke ik dus aan de Academie voorstel op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
De kaart van Ferraris, op het einde der XVIIIe eeuw, was voor den tijd en voor later eene praestatie van het grootste belang. Daar echter het gezag dat deze nieuwe kaart spoedig verkreeg aanleiding kon geven tot geschillen tusschen de verschillende vorsten der daarin voorkomende grondgebieden aangaande hunne respectieve grenzen, voelden zich én het keizerlijke hof te Weenen én de bisschop van Luik genoopt in plechtige verklaringen kond te maken, dat zij in zake grenzen van staten of heerlijkheden, loop van rivieren of andere waters, enz., niet het minste gezag aan de nieuwe kaart toekenden. De bijdrage van Dr. J. Gessler maakt ons bekend met den Vlaamschen tekst van de Luiker ordonnantie in zake de kaart van Ferraris. Het is niet alleen eene welkome bijdrage tot de geschiedenis der cartographie in ons land, maar tevens verstrekt zij ons nieuwe gegevens over de rol der Nederlandsche taal in het bisdom Luik. Uit dien hoofde verdient m.i. het stuk van Dr. J. Gessler ten volle opgenomen te worden in de Verslagen en Mededeelingen.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig, de heeren: Kan. Am. Joos, voorzitter, Kan. Dr. Muyldermans, Prof. Dr. Van Puyvelde, Dr. L. Goemans, O. Wattez, J. Jacobs, Dr. J. Persyn, leden, Dr. M. Sabbe, hospiteerend lid en G. Segers, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o) Lidmaatschap der Commissie. - Voordracht van twee candidaten ter vervanging van Prof. Ad. de Ceuleneer.
De Commissie stelt tot candidaten voor: Mej. M.E. Belpaire en Prof. J. Vercoullie.
2o) Eenige wenken voor de woorden en uitdrukkingen in de gevoelstaal. - Lezing door Kan. Am. Joos.
Kan. Joos leest het eerste deel zijner verhandeling, waarin hij het eerste middel ontwikkelt om bij de leerlingen de gevoelstaal bewust te maken.
Kan. Joos zal in de Maartvergadering zijne lezing voortzetten.
Als oudste lid wenscht de Secretaris namens al de leden der Commissie, den heer Joos geluk met zijne voordracht, die zoo- | |
| |
wel in eene pedagogisch als in een taal- en letterkundig opzicht, hoogstmerkwaardig mag genoemd worden.
| |
Dagorde.
1o) Commissie voor Rekendienst. Benoeming van drie leden die, samen met het Bestuur, de Commissie voor Rekendienst voor het jaar 1925 zullen uitmaken. - Worden aangewezen: de heeren Kan. Am. Joos, Prof. Vercoullie en Prof. Dr. A.J.J. Vandevelde.
2o) Plechtige Vergadering van 1925. - De vergadering zal gehouden worden op Zondag 28 Juni om elf uur; Prof. Dr. J. Schrijnen, rector van de Hoogeschool te Nymegen en buitenlandsch eerelid der Academie, zal uitgenoodigd worden om de feestrede te houden.
3o) Driejaarlijksche Wedstrijd voor Nederlandsche Tooneelletterkunde: 23e Tijdvak (1922-1924). Benoeming van de Jury. - De heer Minister verzoekt de Academie, in haar eerste vergadering voor 1925, te willen overgaan tot het opmaken van een dubbele lijst van candidaten voor de Jury van dezen wedstrijd ‘aldus samengesteld dat minstens drie leden uit de vijf kunnen verkozen worden onder namen van candidaten die geen lid zijn van het geleerd genootschap’.
Worden aangewezen:
Binnen de Academie: de heeren Dr. M. Sabbe, Prof. L. Scharpé, Dr. J. Persyn, en Prof. Dr. A. Vermeylen, werkende leden;
Binnen de Academie: de heeren Dr. M. Sabbe, Prof. L. zitter van ‘De Morgenstar’, te Brussel; Verbaere, lid van het Leescomiteit voor tooneelkunde; Lod. Monteyne, letterkundige, te Antwerpen; De Man, Secretaris van het Leescomiteit voor Tooneelkunde; E.H. Jan Bernaerts, bestuurder van De Tooneelgids, en Prosper Thuysbaert, tooneelkundige te Lokeren.
4o) Geheime vergadering om 2 1/2 uur. Verkiezing van een werkend lid tot vervanging van Prof. Ad. de Ceuleneer. - Worden tot stemopnemers aangewezen: Dr. L. Simons en Dr. M. Sabbe. - Wordt verkozen: Prof. Dr. A. van Hoonacker, hoogleeraar te Leuven, briefwisselend lid der Academie.
| |
| |
5o) Lezing door Mr. J. Muls, briefwisselend lid: Vlaamsche invloeden op het werk van Watteau. - Op voorstel van den heer Bestuurder wordt beslist dat de lezing in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
|
|