| |
| |
| |
Vergadering van 17 Januari 1923.
Zijn aanwezig de heeren: Dr. Leo Goemans, bestuurder, en Prof. J. Vercoullie, onderbestuurder;
de heeren: K. K. de Flou, Dr. L. Simons, Prof. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Am. Joos, Is. Teirlinck, Prof. Dr. J. Mansion, O. Wattez, Prof. Dr. van Puyvelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Mr. L. Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, J. Jacobs, K. van de Woestyne, Dr. J. Persyn, Dr. M. Sabbe en Mej. M.-E. Belpaire en Herman Teirlinck, werkende leden;
Pater Jozef Salsmans S.J., briefwisselend lid.
Lieten zich verontschuldigen de heeren: Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid, F.-V. Toussaint van Boelaere en Mr. J. Muls, briefwisselende leden.
***
De heer I. De Vreese, wn. Secretaris, leest het verslag van de December-vergadering, dat zonder aanmerkingen wordt goedgekeurd.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de wn. Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid.
De Gids, Mei en Aug. tot Dec. 1865 en 1866.
Door den heer Jos.-A.-U. Ernalsteen, beambte bij het Provinciaal Bestuur, te Antwerpen:
Ernalsteen (Jos.-A.-U.). - Lessius. Momboirsrekening 1560-1566. Z. pl. of j.
Door den heer Dr. J. Gessler, leeraar aan het Athenaeum te Hasselt:
Oratorium De Messias, van G.-F. Haendel voor soli, koren, orgel en orkest. Uitgevoerd onder leiding van Henri Hermans te Maastricht, 28 Mei 1911.
| |
| |
Erens (Ambr.), archivaris der Abdij Tongerloo. De H. Siardus en zijne Reliquieen ter Abdij Tongerloo, 1617-1917. Tongerloo, 1917.
Het H. Sacrament van Mirakel van Herckenrode, thans in Sint Quintinus Kerk te Hasselt bewaard, door Polyd. Daniels, priester. Hasselt, 1904.
O.L. Vrouw van Rust te Heppeneert, door S. Drost, kruisheer. Maeseyck, 1912.
Alg. Nederl. Verbond. Mechelsche tak. Liederavonden voor het Volk. Propagandaboekje. Mechelen, z.j.
Driejaarlijksche Tentoonstelling Antwerpen 1920.
Keurtentoonstelling van Belgische meesters. Catalogus 1830-1914. Antwerpen.
Herbergprinses. Zangspel in drie bedrijven. Vier tafereelen. Gedicht van Nestor de Tiere. Muziek van Jan Blockx. Antwerpen, 1903.
Liederen uit den Jaarkrans van geestelijke liederen voor den Huiskring. Gedichten van A. Cuppens. Muziek van L. de Vocht. Hasselt, 1908.
Opzoekingen betreffende de oorspronkelijke geschiedenis der Belgen (Bijvoegsel). Bergelmir, door Kolonel Van den Bogaert. Antwerpen, 1904.
Door Prof. Silvio Serafini, amministratore della ‘Ristampa Muratoriana’, Via della Regina, 93, Roma:
Rerum Italicarum scriptores. Raccolta degli Storici Italiani, dal cinquecento al millecinquecento ordinata da L.-A. Muratori. Nuova edizione riveduta ampliata e corretta con la Direzione di Giosue Carducci e Vittorio Fiorini. Bologna, z.j.
Door den Schrijver:
Vincent (Auguste). - L'Escaut. Etude toponymique. (Extrait de la Revue de l'Université de Bruxelles, avril-mai 1922).
| |
Letterkundige Mededeeling
door den heer Dr. M. Sabbe, werkend lid, over: Lessius, Momboirsrekening 1560-1566, door den heer Jos.-A.-U. Ernalsteen.
De heer Jos.-A.-U. Ernalsteen, beambte bij het Provinciaal Bestuur te Antwerpen, verzocht mij aan de Academie een exemplaar te schenken van het werkje: Lessius, Momboirsrekening 1560-1566, dat hij als overdruk uit het Brechtsche tijdschrift Oudheid en Kunst komt uit te geven.
Het is een waardevol document betreffende de kinderjaren van Leenaert Leys of Leonardus Lessius, nl. het uitvoerig verslag over het beheer der gelden toebehoorende aan de weezen Leys, na den dood van hun vader in 1559. Van 1560 tot 1566 werden de belangen van de vier minderjarige kinderen behartigd door
| |
| |
twee voogden, Hubertus Leys, vaders broeder, en Hendrik Leest, die in de thans verschenen rekening met de grootste nauwgezetheid al hun inkomsten en uitgaven opteekenden.
Het stuk werpt een helder licht op het dagelijksche leven der familie Leys, en brengt ons een menigte totnogtoe gansch onbekende bijzonderheden over Lessius' eerste opvoeding.
Wij danken den heer Jos -A.-U. Ernalsteen, den vlijtigen Kempischen navorscher, voor deze hoogst interessante bijdrage.
| |
Mededeelingen door den waarnemenden Secretaris.
Mej. M.-E, Belpaire benoemd tot werkend lid. - Brief van 20 December 1922, waarbij de heer Minister van Kunsten en Wetenschappen aan de Academie een afschrift stuurt van het Koninklijk Besluit van 15 November 1922, waardoor de verkiezing bekrachtigd wordt van Mej. M.-E. Belpaire tot werkend lid, ter vervanging van wijlen den heer Edw. Gailliard.
Mededeelingen namens Commissien.
1o Bestendige Commissie voor Geschiedenis. Bio- en Bibliographie. - De heer Prof. Dr. J. Mansion, legt het volgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering der Commissie:
Zijn aanwezig: K. de Flou, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Is. Teirlinck, Mr. L. Willems, Dr. M. Sabbe, leden; Pater J. Salsmans S.J., hospiteerend lid, en Prof. Dr. Mansion, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
a) Philips van Uittenbroeke. - Lezing door den heer K. de Flou.
Daar de heer de Flou de noodige bescheiden nog niet heeft kunnen bijeenbrengen, moet de lezing tot een lateren datum verschoven worden.
b) Uit het dagboek van Pastoor De Houwer (1798). - Lezing door Kan. Dr. J. Muyldermans.
Wegens afwezigheid van Kan. Muyldermans tot eene latere zitting uitgesteld.
c) De Bibliotheek van Pieter van Emmerick (1574-1625). - Verhandeling ter uitgave aangeboden door E.P. Reypens S.J.
| |
| |
Verslaggevers: Kan. Dr. J. Muyldermans en Mr. L. Willems. - Hieronder volgende verslagen worden ter tafel gelegd:
| |
I
Verslag van Kan. Dr. J. Muyldermans.
P. Dr. L. Reypens stelt ons ter opneming voor, in onze Maandelijksche Verslagen en Mededeelingen, een bijdrage getiteld: De Bibliotheek van den Opvoeder bij het begin der XVIIde eeuw. Na lezing er van, ben ik van gedacht, dat wij het voorstel van P. Reypens kunnen inwilligen. Bibliographie ligt op den weg onzer werkzaamheden, en het stuk is met zorg opgemaakt, zooals P. Reypens toch gewoon is te werken.
| |
II.
Verslag van Mr. Leonard Willems.
In het Archief der Abdij Tongerloo is de inventaris der Bibliotheek van P. van Emmerick bewaard gebleven. Het stuk werd door Van Spilbeeck gepubliceerd in zijn leven van Petrus v. Emmerick.
Maar al wie zich met bibliographie bezig houdt, weet met hoe weinig zorg de bibliografen der 16de en 17de eeuw de boeken beschreven die hun ter hand kwamen. Heel dikwijls ontbreekt de datum der uitgave of de naam van den uitgever, de naam zelf van den schrijver van het werk wordt verkeerd afgeschreven, ofwel is het de titel van het werk, die te wenschen overlaat.
Met die lijsten zijn wij dus niets, zoo iemand zich de moeite niet getroost, elk werk te identificeeren en er een beschrijving van te geven, welke aan de eischen der moderne wetenschap voldoet.
Dr. Reypens heeft dit laatste gedaan voor de 105 nommers van den inventaris hierboven besproken, en hij heeft hiermede nuttig werk verricht. Daar zijne verhandeling zaakrijk is, en niet al te breed uitvalt ben ik van gevoelen dat zij in onze Verslagen dient opgenomen te worden.
De Commissie, gehoord de gunstige verslagen van de genoemde verslaggevers, stelt voor de verhandeling van P. Reypens op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
d) Welke taal spraken de Merovingers? - Lezing door Prof. J. Mansion.
De eerste Merovingers (Childerik, Clovis) zijn zuivere Germanen die misschien eenige kennis van het gesproken Latijn hadden.
| |
| |
Bij hunne opvolgers kan men de kennis van het Frankisch, naast die van het Latijn, nagaan tot de kleinzonen van Clovis, Charibertus en Chilperik. In tegenstelling met de Karolingen, die Hoogduitschers van taal zijn, hebben de Merovingers Oud-Nederlandsch gesproken. Dit geraakte echter spoedig vermengd met vreemde elementen, deels door invloed der Romaansche omgeving der koningen, deels door invloed van andere Germanen. Daarentegen is de taal zuiver gebleven in de nu nog Nederlandsch-sprekende gewesten, doordat die verafgelegen streken niet aan de invloeden onderhevig waren, waaraan de vorsten van Frankrijk blootstonden.
2o Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris, legt het volgend verslag over de morgenvergadering ter tafel:
Zijn aanwezig de heeren: Wattez, voorzitter; Dr. de Ceuleneer, Kan. Dr. Muyldermans. Kan. Joos, Dr. Goemans, E. Heer Jacobs, Dr Vandevelde, Dr. Persyn, leden; E.H. Salsmans, Dr. Sabbe en Dr. Scharpé, hospiteerende leden, en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o Lidmaatschap der Commissie. - Voordracht van twee kandidaten tot vervanging van den E.H. Dr. Hugo Verriest.
Worden voorgesteld de heeren: Dr. L. van Puyvelde en J. Salsmans S.J.
2o Het referendum van Prof. Gravis in verband met het onderwijs der Nederlandsche taal in België. - Lezing door den heer J. Jacobs.
De heer J. Jacobs ontwikkelt in een critisch onderzoek de hervormingsontwerpen, waardoor Professor Gravis van Luik het wetsontwerp Destrée in zake aannemingsexamen aan de hoogeschool wil vervangen.
Hij bewijst dat de heer Gravis ten onrechte aan de Fransche taal dezelfde ontwikkelende rol toekent als aan het Latijn, dat hij, misschien onwetens en onwillens, de
| |
| |
studie van de Nederlandsche taal in het Middelbaar Onderwijs op den achtergrond heeft gebracht.
Hij beschuldigt Gravis, die onlangs van zienswijze is veranderd, geen bepaald aantal uren voor het onderwijs in het Nederlandsch te hebben voorgeschreven, en deze taal op den derden rang der nationale talen te hebben geplaatst.
Er wordt voorgesteld de lezing van den heer Jacobs in de Verslagen en Mededeelingen der Academie op te nemen. - Door de Academie in pleno aangenomen.
3o Het gevoel in de Spraakkunst. - Lezing door Kan. Amaat Joos.
Kan. Joos ontwikkelt de volgende gedachten:
Nevens de verstandstaal is er ook een gevoelstaal. Zoo spreken al de ziel- en taalkundigen van onzen tijd. Hoe komt het dan dat onze spraakkunsten haast niet van een gevoelstaal gewagen? Want: nevens de verschillende middelen waarover wij beschikken: accent, stem, gebaar, gelaatsuitdrukking en woorden, zijn er ook, noodzakelijk spraakkunstige vormen om onze gevoelens te uiten. Zij maken zelfs een belangrijk deel uit van de taal, en de leeraars mogen ze dus niet verwaarloozen. Om hun taak te vergemakkelijken volgt hierna een kleine verzameling van spraakkunstige vormen uit de gevoelstaal. In de voorbeelden, daar aangehaald, komen veel zoogenaamde ellipsen voor welke nooit in gedachte noch door woorden mogen aangevuld worden.
Door die aanvulling immers zou de gevoelsbeteekenis van den zin veranderen. 't Is waar, zonder aanvulling zijn de zinnen onontleedbaar. Men ontlede ze niet: gevoelstaal toch behoort niet tot het gebied der redekundige ontleding. Men heete ze eenvoudig eigenaardigheid, idiotisme.
De heer Kan. Joos zal zijne voordracht in de Maartvergadering voortzetten.
De heeren Jacobs en Joos worden met hunne verhandelingen geluk gewenscht.
| |
| |
| |
Dagorde.
1o Geheime vergadering te 2 1/2 uur. - Bestendige Commissie voor Nieuwere letteren. Verkiezing van een lid tot vervanging van Dr. Hugo Verriest. Tot stemopnemers worden aangewezen: Prof. Dr. A. Vermeylen en Prof. Dr. Leo van Puyvelde. - Wordt verkozen Dr. Maurits Sabbe.
2o Commissie voor Rekendienst. - Benoeming van drie leden, welke samen met het Bestuur de Commissie van Rekendienst voor het jaar 1923 zullen uitmaken. - Worden aangewezen: Kan. Am. Joos, Prof. Dr. L. van Puyvelde en Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde.
3o Plechtige vergadering van 1923. - Op voorstel van het Bestuur wordt besloten, die vergadering den eersten Zondag van Juli te houden, en Dr. H.-J. Eymael, buitenlandsch eerelid, wonende te Brussel, als feestredenaar uit te noodigen.
4o August Beernaert-wedstrijd. - Vijfde tijdvak: 1920-1921. - De Jury stelt voor den prijs toe te kennen aan Dr. M. Sabbe voor zijn boek: Het Kwartet der Jacobijnen. - De Academie bekrachtigt dit voorstel en beslist dat het verslag van de Jury in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
5o Lezing door Pater Joz. Salsmans S.J., briefwisselend lid: Een Vlaamsch geleerde uit de XVIde eeuw, Leonardus Lessius, van Brecht (obiit 15 Januari 1623).
E.P. Salsmans bracht hulde aan den grooten Vlaamschen geleerde Leonardus Lessius van Brecht, wiens derde eeuwfeest nu juist gevierd wordt. Hij schetste de loopbaan van dien hooggeprezen theoloog, noemde zijn werken op, in 't bizonder de in het Nederlandsch vertaalde, en verklaarde zich verheugd de tolk geweest te zijn der Academie in haar vereering van dien roemrijken zoon van Vlaanderen.
|
|