| |
| |
| |
Vergadering van 28 September 1921.
Zijn aanwezig de heeren: Omer Wattez, waarnemend bestuurder, en Edw. Gaillard, bestendige secretaris:
de heeren: Karel de Flou, Dr. Lod. Simons, Prof. Dr. A. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Isid. Teirlinck, Prof. J. Vercoullie en Mr. Leonard Willems, werkende leden; en de heer F.V. Toussaint van Boelare, briefwisselend lid.
De heeren Dr. A.-J.-J. Vandevelde en J. Jacobs, werkende leden, Dr. A. Fierens en Dr. Frans Daels, briefwisselende leden, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Augustus-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van Prof. Lecoutere, bestuurder der Academie. - Den 19 September ontving de Bestendige Secretaris de droevige mare, dat Prof. Dr. C. Lecoutere, onze hooggeachte bestuurder, te Knocke overleden was.
Van de familie kwam des anderendaags bericht, dat de diepbetreurde overledene, naar eigen verlangen, den 21 September, in alle stilte, te Knocke ter aarde zou worden besteld en dat, op nader te bepalen datum, een plechtige lijkdienst te Leuven zou plaats hebben.
| |
| |
- De waarnemende Bestuurder brengt eerbiedig hulde aan den betreurden afgestorvene en zegt:
Geachte Heeren Medeleden,
Woensdag 21 September 11., ontving ik uit Knocke-aan-Zee de treurige tijding dat de hooggeachte en beminde bestuurder onzer Academie aldaar was overleden. Ik wil u lezing geven van den brief mij door de familie gestuurd:
‘Hooggeachte Heer. Hiermede vervul ik den pijnlijken plicht UEd., mede in naam van Moeder, te berichten dat onze goede vader, Professor Lecoutere, na lange, pijnlijke en geduldig gedragen kwalen, overleden is te Knocke, eergisteren 19 September. Hij wordt hier morgen in alle stilte, naar zijn eigen verlangen, begraven. Een plechtige lijkdienst, zal op een later te bepalen datum te Leuven worden gehouden.
De belangstelling van den dierbaren aflijvige voor het geleerd gezelschap, waarvan hij de bestuurder was, is tot op het laatste levendig gebleven.
Aanvaard, hooggeachte Heer, de betuiging mijner zeer eerbiedige gevoelens.’
Lecoutere.
Alhoewel wij wisten, dat eene erge ziekte de gezondheid van onzen dierbaren bestuurder ondermijnde, en hij sedert maanden niet meer in ons midden kon komen, toch dachten wij niet dat zijne kwaal ongeneeslijk was. Wij hoopten hem hier terug te zien. Thans is die hoop door den onverbiddelijken dood vernietigd. Professor Lecoutere is de eeuwigheid ingetreden. God hebbe zijne ziel,
In afwachting dat een onzer medeleden den levensloop en het werk van den hooggewaardeerden afgestorvene breedvoerig moge behandelen voor het Jaarboek onzer Academie, wil ik u in enkele woorden zeggen wat hij als lid onzer Koninklijke Instelling heeft gedaan.
Gij, allen, hooggeachte medeleden, hier vergaderd, zult u nog goed zijne toespraak herinneren hier gehouden, toen hij tot bestuurder onzer Academie werd verkozen. Hij zette uiteen wat hij nog zou gedaan hebben, en wat hij wenschte dat de
| |
| |
Academie zou doen. Hij heeft, helaas! maar eenmaal als bestuurder mogen zetelen, in Januari 1920, nadat hij als onderbestuurder dikwijls onze vergaderingen had voorgezeten in de plaats van den bestuurder N. de Pauw, afwezig voor gezondheidsredenen.
Toen hebben wij kunnen vaststellen wat een voorbeeldig voorzitter hij was, en hoe goed hij, in moeilijke omstandigheden, bij heftige besprekingen, de vergadering kon leiden.
Op de plechtige zitting van 27 Juni 1920 hield hij, als voorzitter, eene merkwaardige rede over de taal als volmaaktste, zuiverste en volledigste weerspiegeling van den aard van een volk, en verder over de noodzakelijkheid der wetenschappelijke studie van taal en letteren bij een beschaafd volk.
Als werkend lid der Academie hebben wij hem lange jaren bezig gezien. Hij was daartoe verkozen den 15 Mei 1907, na twee jaar briefwisselend lid te zijn geweest. Hij maakte deel uit, sedert 1907, van de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde, en, sedert 1911, van de Commissie van Onderwijs in en door het Nederlandsch. Hij was ook lid van de Commissie van beheer van het Pater Salsmans-fonds.
Tot nog toe is in de Jaarboeken onzer Koninklijke Instelling de lijst der geschriften van Prof. Lecoutere niet verschenen, gelijk dit voor vele leden reeds werd gedaan. Laten wij hopen dat dit eerlang zal geschieden. Wijzen wij hier slechts op zijne levensbeschrijving van Pater Alexander Baumgartner S.J., den Duitschen geleerde, buitenlandsch eerelid onzer Academie, - op zijn merkwaardig Verslag in de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde over Middelnederlandsche en Germaansche philologie, verschenen in het Gedenkboek van de Feestviering van het 25-jarig bestaan der Academie.
Wijzen wij ook op zijn bekroond werk Onomasticon, op de lezingen, welke hij hield, gedurende de zestien jaren van zijn lidmaatschap, op de besprekingen aan welke hij deelnam op de algemeene vergaderingen of in de zittingen der commissiën van welke hij deel uitmaakte.
Alles wat Prof. Lecoutere schreef of zei leverde het bewijs van zeer groote geleerdheid. Hij was beslagen in de klassieke en in de Germaansche philologie, was daarvoor bekend, niet alleen in ons midden, maar ook in het geheele land en in
| |
| |
Nederland bij alle instellingen van geleerden, hoogescholen of academiën, redactiën van wetenschappelijke tijdschriften.
Voortaan, geachte medeleden, zullen wij hem bij onze besprekingen missen, en dit gemis zullen wij nog lang gevoelen. Iedereen van ons zal lang het aandenken bewaren aan hem, die zoo vele jaren een onzer werkzaamste medeleden is geweest.
Wat hij te Leuven was, eerst als student, later als hoogleeraar in de Germaansche philologie; wat hij leverde voor de Leuvensche bijdragen; wat hij heeft uitgegeven aan klassiek werk, daarover zullen collega's, die hem aan de hoogeschool gekend hebben, ons nader inlichten.
Aan de zoo beproefde familie van den hooggeachten bestuurder, dien wij hebben verloren, bieden wij de uitdrukking aan onzer gevoelens van innige deelneming, en ik stel aan de Vergadering voor haar daarvan bij brieve kennis te geven.
- Bij het ontvangen van het doodsbericht, had de Bestendige Secretaris, tot teeken van rouw, aan den gevel van het Academiegebouw het nationaal vaandel laten hijschen.
Er wordt beslist, dat een brief van rouwbeklag aan Mevrouw Lecoutere zal gezonden worden.
De heer Dr. Leo Goemans, van ouds een trouwe vriend van den afgestorvene, wordt met het schrijven van een levensschets van Dr. Lecoutere voor het Jaarboek der Academie belast.
- Bij brieve van 24 September, werd aan de Academie gemeld, dat een dienst te Leuven, den 28 September zou gecelebreerd worden. Door het jammerlijk samenvallen van die plechtigheid met de maandelijksche Vergadering der Academie, was het de heeren Leden, tot hun oprechte spijt, niet mogelijk genoemden dienst bij te wonen.
***
Jhr. Mr. Nap. de Pauw tot baron benoemd. - Bij Koninklijk Besluit van 22 Augustus, werd ons geacht
| |
| |
medelid, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, tot Baron benoemd. De heer waarnemende bestuurder wenscht hem geluk met die welverdiende onderscheiding. (Algemeene toejuichingen.)
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Bibliothèque de la Faculté de Philosophie et Lettres de l'Université de Liège. Fasc. XXVI: Etude sur la Langue de Jean Lemaire de Belges, par Alfred Humpers, docteur en Philosophie et Lettres (Section de Philologie romane). - Fasc. XXVII: Henri l'Aveugle, Comte de Namur et de Luxembourg, 1136-1196, par Felix Rousseau, Docteur en Philosophie et Lettres, Sous-Chef de Section aux Archives du Royaume. Liège, 1921.
Bibliotheca Belgica. 195e livraison. Fiches: Celsus (Aurelius Cornelius); Despauterius (Joannes); Papa; Ronssaeus (Balduinus); Sluperius (Jacobus); Sennert (Daniel); Tricassus (Patricius),
Bulletin de l'Institut historique belge de Rome. 1e fasc. L'Expansion belge à Rome et en Italie depuis le XVe siècle. Rome, 1919.
Tijdschriften. - Arbeidsblad, Juli-Aug. 1921. - Nederlandsche Bibliographie, Juni 1921. - Bulletin bibliographique et pedagogique du Musée belge, 15 avril 1921. - Balletin de la Commission des archives de la guerre, Tome I, fasc. I. - Bibliographie de Belgique, 1e partie: Livres et Périodiques nouveaux, janvier-décembre 1917. - Revue de l'Université de Bruxelles, juillet 1921. - Revue Néo-scolastique de Philosophie, août 1921.
Door de Vereeniging ‘Het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres’:
Handelingen van het XVIIIde Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres, gehouden te Utrecht op 31 Maart, 1 en 2 April 1921. Uitgegeven door het Bestuur. Haarlem, 1921.
Door de ‘Vereeniging tot bewaring der Vlaamsche Volksoverleveringen’, te Antwerpen:
Museum voor Folklore. Catalogus. Antwerpen, 1907. (Fransche en Vlaamsche uitgaaf.)
Geïllustreerde Gids van het Folklore-Museum. Antwerpen, 1914. (Id.)
| |
| |
Door ‘The Commission for relief in Belgium’, te Brussel:
The Commission for Relief in Belgium. Herbert Hoover, Chairman, 42 Broadway, New York. Executive personnel. Balance sheet and accounts. French government accounts. Belgian government accounts, Supporting schedules. Statistical data. Covering six years from commencement of operations, October, 1914, to 30th September, 1920. Z. pl. of j.
Door de ‘R. Accademia Nazionale dei Lincei’, te Rome:
Rendiconti. Classe di Scienze morali, storiche e filologiche. Vol. XXX, fasc. 1o-3o, 1921.
Door Kan. Dr. Jac. Muyldermans, werkend lid:
Le Régime des Prisonniers de guerre en Allemagne. Réponse basée sur des renseignements officiels adressée à M. le baron d'Anthouard, Ministre plénipotentiaire, par Engelbert Krebs, Docteur en philosophie et en théologie, Professeur à l'Université de Fribourg im Breisgau. Freiburg im Breisgau, 1917.
Door Dr. Leo Goemans, werkend lid:
Petit traité de prononciation française, par Leon Goemans, Inspecteur général de l'Enseignement moyen, et Ant. Grégoire, Professeur à l'Athénée royal de Liège et à l'Ecole normale moyenne de l'Etat, Chargé de cours à l'Université. 2e édition. Liège-Paris-Bruxelles, 1921.
Door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, werkend lid:
In Memoriam Dr. Julius Mac Leod, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, hoogleeraar aan de Hoogeschool te Gent. Levensschets met bibliographische aanteekeningen, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde. Gent, 1921.
Door den heer Dr. Maurits Sabbe, briefwisselend lid:
Bietje. Tooneelspel in éen bedrijf, door Maurits Sabbe. Antwerpen, 1913.
De Tooneelles. Minnespel in éen bedrijf, door Maurits Sabbe. Id., 1917.
De Grensgod. Tooneelspel in één bedrijf en in verzen, door Gabriel Nigoud, vertaald met de toelating van den schrijver door Maurits Sabbe. Id. 1918.
Zanetto (Le Passant). Tooneelspel in één bedrijf, door Fr. Coppée. Nederlandsch van Maurits Sabbe. Id. 1919.
Door den heer Dr. A. Fierens, briefwisselend lid:
Novum Dictionarium tetraglotton, In quo Voces Latinae omnes, & Graecae his respondentes cum Gallica & Belgica singularum interpretatione ordine Alphabetico proponuntur.... Post labores Matthiae Martinez. Denuó Johannes Nicolaides. Amstelaedami, 1719.
| |
| |
Glossaire de Fosse-lez-Namur, par Auguste Lurquin, Percepteur des Postes de la Ville de Verviers. Liège 1910.
Sanctus Dominicus, door Dr. Alfons Fierens. Brasschaat. (Overdruk uit ‘Ons Geloof’, Aug. 1921.)
Door Dr. H.J. Eymael, buitenlandsch eerelid:
Johan Michiel Dautzenberg. Toespraak gehouden bij de herdenking van 's Dichters honderdsten geboortedag, door Dr. H.J. Eymael. Sittard, z.j.
Door den heer Gouverneur van West-Vlaanderen:
Bijvoegsel aan de Verzameling der Besluiten en Omzendbrieven uitgegeven door den Burgerlijken Gouverneur, tijdens den oorlog van 1914-1918, in het gedeelte van West, Vlaanderen dat niet door den vijand overweldigd geweest is. Brugge, z.j. (1921.)
Door den heer Edw. Adriaensen, te Hoogstraten:
Een schoone historie Van de twee Gebroeders ende vrome Ridders Valentyn en Oursson den Wilden Man, Sone van Alexander, Keyser van Constantinopelen, ende neven van Pipinus, Koninck van Vranckryck. Van nieuws oversien, ende op vele plaetsen verbetert. 't Antwerpen, by Petrus Josephus Rymers, woonende op de groote Merckt in de Pauw, z.j.
Reyze ofte Kruys-vaerd, gedaen ende beschreven door Broeder Jan van der Linden, Pater van de Cellebroeders tot Antwerpen. (Titelblad ontbreekt.) (Approbatie van 1740.)
Saemen-spraeken. (Titelblad ontbreekt.) Begint met blz. 3: Tot den Leser en gaat tot blz. 106.
De Historie van de vier Heems-kinderen. (Onvolledig.)
Maniere van leven voor eene geestelycke dochter. (Hs. [127 beschreven blzz.] van het einde der XVIIIe eeuw.)
De schoone Historie van Julius Caesar ende de Romeynen. Hoe zy deze Nederlanden eerst gewonnen, en daer naer verloren hebben. Van nieuws overzien, en op vele plaetsen verbeterd. Tot Gend, by de Weduwe van Jan Meyer, op de Hoogpoorte, in het gekroond Zweird z.j. (Approbatie van 1712.)
Reynaert den Vos ofte Der Dieren Oordeel. In het welk door koning Lion ende syne Heeren de schalkheyd van Reynaert den Vos wordt ondersogt ende geoordeeld. 't Verhael seer genugtelyk ende profytige morale Bediedselen medebrengendende (sic). 't Antwerpen, by de Weduwe van Hieronymus Verdussen, op de Groote Merkt, in S. Augustinus, z.j.
Een schoone Historie Van het Leven ende vrome Daeden van den kloekmoedigen ende Alderonverwinnelyksten Keyser van Roomen Carolus, den V. van dien naem, konink van Spagnien, Hertog van Bourgoindien, Braband, &c. Grave van Vlaenderen, Holland, Zeeland, &c.
| |
| |
By een vergaedert uyt diversche geapprobeerde Autheurs. t'Antwerpen, By Joannes Hieronymus Verdussen, Boekdrukker ende Boek-verkooper op de Schoen-Merkt, in 't Vogel-Huys, z.j. (Approbatie van 1712.)
Historie der Kruisvaerten. Onvolledig: blzz. 243-800.
Levens vande Heylighe Patriarchen, coninghen, propheten ende andere treffelijcke Persoonen van 't oude Testament, door P. Andreas de Boeye, vande Soc. Jesu. t'Antwerpen By Hendrick Aertssens in de Cammerstraet inde Witte Lelie. 1642.
Cort Begrijp des Levens ende der Deughden van de Weerdige Joanna van Randenraedt. (Titelblad ontbreekt.) Oorlof van 1689.
De geheime genootschappen, die de Kerk en den Staat bedreigen, ontmaskerd. 's Gravenhage, 1827.
Examen de la Constitution hollandaise par rapport á la Belgique. Avec les modifications qu'elle doit subir pour former la Loi fondamentale du nouveau Royaume des Pays-Bas. Par G. et L., Avocats à la Cour supérieure de Justice, à Bruxelles. Bruxelles, s.d.
Kort verhael van merkweerdige Staatsgevallen van den doorlugten Reyzer ten tyde van zyn verblyf tot Parys. Door een Lief-hebber ontdekt en aen het Gemeyne-best medegedeelt. Uyt het fransch in het Neder-duytsch vertaelt. Gent, z.j.
La France au dix-neuvième siècle ou coup-d'aeil sur l'état présent des lumières, des richesses, de la morale et de la liberté. Par A. Carrion-Visas fils. Paris, 1821.
Mengelingen van het letterkundig genootschap: Oefening kweekt kennis. Voor 1845 en 1846. Proza en Poëzy. 's-Gravenhage, 1846. Id. voor 1847 en 1848. Id. 1849.
Gedenkboek. Waterloo. 1813-1815. Door Dr. J.-A. Stamkart. Met platen. Vereerd met de hooge inteekening van het geheele Koninklijke Huis. Amsterdam, 1864.
Bijbelsch Magazijn voor alle standen, ter verspreiding en bevordering van kennis der Heilige Schrift. Zamengesteld door Vaderlandsche Leeraren. Het Oude Verbond. 1e deel, onvolledig: van blz. 17 tot 200. 2e en 3e deel. Amsterdam, 1844 & 1849.
De Verlosser, in negen zangen. Utrecht, 1792.
Bulletin de la Section littéraire de la Société des Mélophiles de Hasselt. 4e Volume. Hasselt. 1867.
Door Dr. Robert Foncke, Rotterdamsche Straat 70, te Molenbeek-Brussel:
In memoriam Victor A. dela Montagne. (Overdruk uit ‘Mechlinia’, Oogst 1921.)
Door den heer A. van der Schelden, te Gent:
Eenige Regeltjes om den Vlaamschen studenten hunne moedertaal te leeren behoorlijk schrijven en uitspreken, verzameld door eenen Oudleeraar. (J. Bols.) - Mechelen, 1883.
| |
| |
Eerste beginselen der Nederduitsche Spraekkunst. Door J. David, pr. Mechelen, 1840.
Eerste beginselen van Arithmetica of Rekenkunst. 2e dl. door Arn. Bast. Strabbe. 3e druk. Amsterdam, z.j.
Door den heer Dr. Paul van Oye, te Tasikmalaja (Java):
Ueber das Plankton des Tjiliwoeng-Flusses bei Batavia (Niederl. Ostindien). Von Dr. Paul van Oye, Tasikmalaja (Java). (Sonderdruck aus Internat. Revue d. ges. Hybrobiol. u. Hydrograph., Bd. IX.
Door de Redactie:
Vereenvoudiging, nr 1, 1921 (35 exx.). - De Vlaamsch-Nationale Gedachte, nr 2, Aug. 1921. - Maandblad van het Verbond van het Vlaamsch Personeel der Openbare Besturen, nr 5, 1921. - Tijdschrift voor Geschiedenis, 36e jg., nrs 1-2. - Bulletin philologique et historique, nr 3, 1921.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, Augustus 1921. - Limburg, nrs 1-2, 1921. - Neerlandia, Aug.-Sept. 1921. - Neophilologus, 4de afl. 1921. - De Opvoeder, nrs 23-25, 1921. - De Schoolgids, nrs 2-11, 1921 (2e reeks). - De Student, 1e afl., Sept. 1921. - Studiën, Aug.-Sept. 1921. - Tooneelgids, nr 4, VIIe j. - Volkskunde, nrs 5 en 6, 1920. - Dietsche Warande en Belfort, Juli-Aug. 1921. - Bulletin du Dictionnaire générale de la langue wallonne, nos 1-4, 1920.
Voor den Aug. Beernaert-Prijskamp (1920-1921) werden ingezonden:
Door den heer Dr. Maurits Sabbe, briefwisselend lid:
't Kwartet der Jacobijnen, door Maurits Sabbe. Bussum, 1920.
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
1o) Van de pers gekomen uitgave. - Den 18 Augustus verscheen het Jaarboek voor 1921, of: het Dertigste jaar. Behalve de gebruikelijke stukken en mededeelingen, komen in dit Jaarboek voor:
a] | De lijst van de Werkzaamheden der Academie, door de wet voorgeschreven. (Blzz. 22-25.) |
| |
| |
b] | De Staat der Academie: 1921. (Blzz. 27-31.) |
| |
c] | Geboortedag: Werkende leden. (Blzz. 32-33.)
Briefwisselende leden. (Blz. 33.) |
| |
d] | Staatsprijskampen:
Oude inrichting. (Blzz. 103-106.)
Nieuwe inrichting. (Blzz. 106-111.) |
| |
e] | Lijst der geschriften van Kan. Dr. Muyldermans. (Blzz. 117-120.) |
| |
f] | Levensschetsen, met portretten, van E.P.J. Van de Ven, S.J., stichter van het Van de Ven-Heremans-Fonds, door J. Salsmans, S.J. (blzz. 121-124); - van Ferdinand vander Haeghen, binnenlandsch eerelid der Academie, door Dr. J. Mansion (blzz. 125-144); - en van Dr. Julius Mac Leod, werkend lid der Academie, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde (blzz. 145-228). |
2o) Jurys. Leescomiteiten. Uitgeven van werken. - Bij Koninklijk Besluit van 20 Augustus, houdende benoeming van de Jurys ‘der Leescomiteiten belast met de beoordeeling en de rangschikking naar orde van waarde der handschriften van letterkundige werken in de Fransche taal, van letterkundige werken in de Vlaamsche taal, en van wetenschappelijke werken, waarvan de oorlog en de crisis in de boekennijverheid de uitgave belet of vertraagd hebben en welke hunne schrijvers aan het Departement van Wetenschappen en Kunsten zullen doen geworden om deel te nemen aan het toekennen der premiën bestemd om de uitgave van voormelde werken te vergemakkelijken’ (Staatsblad van 4 September 1921, blz. 7193), werden voor de werken in de Vlaamsche taal, aangewezen de heeren Is. Teirlinck, Prof. van Puyvelde, Prof. A. Vermeylen, Mr. Leonard Willems en Dr. Maurits Sabbe, allen leden der Koninklijke Vlaamsche Academie.
| |
| |
Voor de wetenschappelijke werken werden alleen Leden van de Académie Royale de Belgique aangewezen. De voorstelling door onze Academie voor de Wetenschappelijke werken gedaan komt dus niet in aanmerking. (Zie boven blz. 125-126.) - Dien ten gevolge geeft de waarnemende bestuurder lezing van een brief die aan den heer Minister zal gestuurd worden. - Na eenige opmerkingen nl. door de heeren Vercoullie, Teirlinck en Dr. Verriest gedaan, wordt de redactie van genoemden brief goedgekeurd.
3o) Staatsprijskampen. - a.) Driejaarlijksche wedstrijd voor Nederlandsche Letterkunde. Dertiende tijdperk (vijfjaarlijksch overgangstijdperk 1910-1914 en tijdvak 1915-1917). - Verslag van de Jury. - Dit verslag, onderteekend door de heeren P. Hamelius, als voorzitter, O. Wattez, A. Vermeylen, L. van Puyvelde, als leden, en A.H. Cornette, als verslaggever, is in het Staatsblad van 16 September 1921 verschenen. (Zie blzz. 7744-7764.)
b.) Driejaarlijksche wedstrijd voor Nederlandsche Tooneelletterkunde. Tijdvakken, 1913-1915 en 1916-1918. - Verslag van de Jury. - Dit verslag, onderteekend door Dr. L. Simons, als voorzitter, door Gust. d'Hondt, Dr. L. Goemans, F. Toussaint, als leden, en Herman Teirlinck, als secretaris. is verschenen in het Staatsblad van 14 September 1921. (Zie blzz. 7602 en 7603.)
4o) Karel Boury-Fonds. - Boury-prijs voor toondichters voor 1921. (Zie Jaarboek voor 1921, blz. 97.) - Den 10 September ontvangen (onder adres van den afzender Sint-Maternuswal, 22, te Tongeren), een bundel liederen (muziek) met kenspreuk Aart Uyterhei.
5o) Herneming van den ruildienst met Duitschland. - Bij brieve van 31 Augustus, heeft de Bestendige
| |
| |
Secretaris aan den Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de beslissing medegedeeld, welke door de Academie in vergadering van 20 Juli 11. genomen werd. ‘Ik heb de eer - schreef hij - U te berichten dat de Academie daaromtrent een toestemmend advies heeft uitgebracht, steunende op de beschouwing dat het hier niet gaat om een herneming van betrekkingen tusschen genootschappen of hunne leden, maar om een uitwisseling van poststukken tusschen twee staten, die reeds diplomatische betrekkingen met elkander onderhouden’.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie. - De heer Is. Teirlinck, waarnemend secretaris, legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren Mr. Leonard Willems, voorzitter, K. de Flou, Edw. Gailliard, Dr. A. de Ceuleneer, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, leden, en Isid. Teirlinck, waarnemend secretaris.
Aan de dagorde staat:
a] | Sprokkelingen: Volksliedjes op het einde der 18e en 't begin der 19e eeuw, door Kan. Dr. Jac. Muyldermans. - In het eerste gedeelte zijner lezing geeft Spreker eenige weinig of niet bekende volksliedjes op, met betrekking tot het einde der 18e en 't begin der 19e eeuw. Die liedjes schreef hij af, op het stadsarchief van Mechelen. Onbetwistbaar dragen zulke liedjes bij, zegt Spreker, om 's volks gemoedsgesteldheid in 't verleden te leeren kennen. In het tweede gedeelte van zijn werk bepaalt hij zich bij het aanduiden van uitgaven waarin volksliedjes uit dien tijd voorkomen. Menige van die uitgaven vallen maar zelden in de hand De opgave dier liedjes moet dan het werk van den verzamelaar en historicus vergemakkelijken.
|
| |
| |
| Spreker deelt deze bijdrage mede als een aanvulling zijner vroeger geleverde studie over 't Nationaal Bewustzijn der Belgen op het einde der 18e en in 't begin der 19e eeuw. |
| |
b] | Fragmenten van een 15d-eeuwschen Codex. - Vervolgens biedt de heer L. Willems, in naam van den heer vrederechter De Decker, te Thienen, aan de Academie twee fragmenten van een 15d-eeuwschen codex bevattende het leven van Sint Pachomius (in proza) en andere stichtelijke lectuur. |
Hij heeft die fragmenten onderzocht om de waarde dier stukken te bepalen. Het 1e fragment is Hollandsch. Het bevat een brok uit het leven van Sint Pachomius. De Latijnsche bron van dit leven heeft de heer Willems niet kunnen vinden.
Het 2de fragment bevat een verhaal, waarin de namen Oelde en zijn discipel Innocentius voorkomen. Welk dit verhaal is, kon spreker niet bepalen. Verder bevat dit fragment een uittreksel uit het Horologium der eeuwiger wijsheit van Suso. Dit 2de fragment is in het Geldersch geschreven.
- In algemeene vergadering beslist de Academie beide lezingen in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen.
2o) Bestendige Commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris. legt het hieronder volgend verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren Omer Wattez, ondervoorzitter, Kan. Dr. Muyldermans, Kan. A. Joos, Prof. Dr. A. de Ceuleneer, Dr. Verriest, leden, en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
De taal van de School en van het Volk. - Lezing door Gustaaf Segers. - De Secretaris leest eene verhandeling getiteld: De taal van de School en van het Volk. Uit eene redevoering, door den heer Remouchamps in den Senaat uitgesproken, blijkt, dat, in het Franschsprekende gedeelte van België, de Waalsche tongvallen, zelfs bij de beraadslagingen der gemeenteraden, in vele gevallen gebruikt worden.
| |
| |
De studie der tongvallen maakt een voornaam deel uit van de werkzaamheden der Koninklijke Vlaamsche Academie. Heure waarde, vooral met het oog op de historische taalstudie, is dus niet te onderschatten. Doch de algemeene beschaafde omgangstaal, dient zooveel mogelijk te worden verspreid; zonder haar kan er van het gebruik der moedertaal in de verschillende takken van het bestuur, zoomin als van den bloei der letterkunde en de geleidelijke beschaving van ons volk spraak zijn. Het is een dure plicht, in al de graden van het onderwijs, het gebruik der algemeene letterkundige taal te bevorderen.
Het blijkt, dat, in het gedeelte van ons land, waar geene tweede taal onderwezen wordt, men er slechts in geringe mate in slaagt, de algemeene beschaafde Fransche omgangstaal bij het volk te doen ingang vinden, aangezien op zeer vele plaatsen, de beraadslagingen der gemeenteraden in het plaatselijk dialekt gevoerd worden. Wij hebben ook onze Vlaamsche tongvallen, die wij tot de beschaafde Nederlandsche omgangstaal moeten verheffen. Het zal dus niet verwonderen, dat het onderricht in de tweede taal, in onze lagere scholen, bijna geene duurzame uitslagen kan opleveren.
- Al de leden der Commissie nemen aan de bespreking dezer verhandeling deel. Er zal aan de Academie voorgesteld worden haar in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. (Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.)
| |
Dagorde.
1o) Ter uitgave aangeboden verhandeling: Uit de laatste levensjaren van het aloude Lieve-Vrouwklooster te Sichem, door P. Emiel Valvekens, O. Praem., uit de Abdij van Averbode. - Naar een schrijven van Pater Valvekens beslaat het aangeboden werk ongeveer 250 blzz. in-4o in handschrift; het omvat, benevens de eerste uitgave van een hoogst belangrijk Dagboek van den laatsten kloosterrector te Sichem (1782-1807), een geschiedkundige studie over het Sichemsch klooster,
| |
| |
breeder en uitgebreider dan tot nog toe over dit onderwerp gepubliceerd. - De Bestendige Secretaris is van meening, dat er aan genoemd aanbod geen gevolg zal kunnen gegeven worden, des te meer daar, wegens het vele achterstallige drukwerk van de Academie zelve en de hooge kosten, in afzienbaren tijd niet aan het aannemen van nieuwe verplichtingen kan gedacht worden. (Goedgekeurd.)
2o) Vlaamsche ‘Brabançonne’. - Bij brieve van 27 Augustus verzoekt de Weledele Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de Koninklijke Vlaamsche Academie voor de ‘Brabançonne’ een Vlaamschen tekst op te stellen, die ‘overeen zou komen met de officieele aangenomen Fransche lezing en aldus de officieele Vlaamsche tekst zou worden’. - De Bestendige Secretaris stelt met Prof. J. Vercoullie de vraag, of het niet doelmatiger zou zijn dat door den Minister te dien einde een prijskamp uitgeschreven worde. De ingezonden stukken zouden aan het advies der Academie onderworpen worden, die vervolgens, onder haar Leden, een Commissie zou benoemen met het onderzoek van genoemde stukken gelast.
3o) Wet der Academie. Wijziging. - Bij brieve van 25 Augustus, laat de Weledele Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie weten, dat, door Koninklijk Besluit van 30 Juli 1921, het artikel 18 der wet van 15 Maart 1887 gewijzigd wordt en dat voortaan eene vergoeding van veertig frank het vel druks zal toegekend worden aan de Leden die met de Critische uitgave van Middelnederlandsche werken gelast worden.
4o) Lezing door Kan. Amaat Joos: Onze Onomatopeeën. - Kan. Joos houdt een lezing over Onze Onomatopeeën.
Op de vraag: Bootst de taal volkomen de geluiden na? antwoordt hij: Neen, en hij bewijst 1o dat de taal dat
| |
| |
niet doet, 2o niet kan, 3o niet moet, om haar bestemming te vervullen.
In het slot handelt hij over de assimilatie in de gehoorbeelden, waarvan hij uitgaat om de natuurlijkheid van de prosopopee vast te stellen, wat overigens blijkt door de folklore.
- De waarnemende bestuurder wenscht den heer Joos geluk met zijn voortreffelijke lezing. Deze zal in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
- Vondel's Tasso-vertaling. - Bij de laatste omvraag doet de heer Dr. L. Simons het voorstel aan de Academie, zijn Vondel's Tasso-vertaling niet in eens maar stuksgewijze in de Verslagen en Mededeelingen te laten verschijnen. Het werk bedraagt ongeveer 15000 verzen. - Dit voorstel wordt door de Academie aan het advies van het Bestuur onderworpen.
- De vergadering wordt om 3 1/2 uur gesloten.
|
|