Kleine verscheidenheden.
I.
Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde.
488. - Fonteyne (te Brugge).
De ‘Fonteynen’ te Brugge waren aansluitingen, of een soort van pompen - openbare en andere, - die in verband stonden met de onderaardsche waterleiding, d.w.z. het ‘Waterhuus’ of de ‘Moerbuise’ der stad. Aanteekeningen omtrent de Moerbuise, in ons Gloss. Inv. Arch. Bruges, blzz. 206-207. Verdam, vo Fonteine, spreekt van Bron, Springbron, zoowel ten opzichte van het water zelf, als van den bovenbouw, de constructie, waardoor het water boven den grond wordt gebracht; dus zoowel put, wel als fontein. Men zie onze artikels over Water slaen en over de daarbij vermelde ‘fonteinen’, in jaarg. 1914, blzz. 296-297. en jaarg. 1919, blzz. 394-395. De tekst hieronder dient evenwel nader toegelicht:
Archief der Stad Brugge, Fonds der Hallegeboden, Register 1553-1554, fol. iijc xxxix: ‘Men gheeft ulieden te kennene, dat men zal aflaeten de fonteynen deser stede, zo wel de ghuene die metten waterhuuse wateren als alle andre, Dyzendaghe, Woensdaghe ende Donderdaghe, tot snavens dat men wederomme water slaen zal...’ (1560.)
Door de ‘Fonteynen deser stede’, verstond men ‘zo wel de ghuene die metten waterhuuse wateren’, of die onmiddellijk door het Waterhuis gespijsd waren, - ‘ende alle andre’ of deze die gevoed waren door een of ander ‘hoofd’ staande ‘in de veste’ der stad, nl. ‘thenden der Gansstrate’, ‘ten hende van der Wulfhaghestrate’, ‘ter Coepoorte bachten wyngaerde’, enz. Over bedoelde ‘hoofden’, of ‘hoofden van den fonteinen’, zie men ons Gloss. ut supra, vo Hoofd, Suppl., blzz. 614-615.
Zou de thans te Brugge nog gekende Freren Fonteinstraat - (dat geenszins door Rue des Frères de la Fontaìne te vertalen is), - haren naam niet ontleenen aan een ‘fonteyne’ ten dienste van een of andere brouwerij, staande ‘bij de Frere-