Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1919
(1919)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 345]
| |
Plechtige vergadering van 19 October 1919.Te 10 1/2 uur vergaderen in het eeresalon der Academie, de heeren: Eerw. Kan. Amaat Joos, bestuurder; Jhr. Mr. Nap. de Pauw, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris; de heeren: Karel de Flou, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Eerw. Dr. Jac. Muyldermans, Is. Teirlinck, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. Joz. Mansion, Omer Wattez, Z.D.H. Mgr. Rutten, Prof. Dr. Leo van Puyvelde, Prof. Dr. Lod. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Aug. Vermeylen, Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Eerw. Joz. Jacobs en Karel vande Woestyne, werkende leden; Mejuffrouw Maria Belpaire en de heeren Dr. Maurits Sabbe en Herman Teirlinck, briefwisselende ledenGa naar voetnoot(1).
Zijn ook aldaar aanwezig de weled. heeren: Maurits Lippens, gouverneur der provincie; | |
[pagina 346]
| |
Z.E. vicaris-generaal de Bock, aartsdiaken, als vertegenwoordiger van Z.D.H. Mgr. Segers, bisschop van Gent; J. Maenhaut en Alf. Siffer, volksvertegenwoordigers.
***
Om elf uur worden genoemde heeren door het Bestuur, voorafgegaan door den pedel der Academie, naar de feestzaal geleid. Nemen plaats aan het bureel: Eerw. Kanunnik Joos, bestuurder, hebbende aan zijn rechterzijde Z.D.H. Mgr. Rutten, en Jhr. Mr. Nap. de Pauw, onderbestuurder, en aan zijn linkerzijde den feestredenaar Dr. Maurits Sabbe en Edw. Gailliard, bestendigen secretaris.
Zijn verder aanwezig de heeren: H. de Kerchove d'Exaerde, arrondissements-commissaris; - Paul Bergmans, opperbibliothecaris der Universiteitsbibliotheek; - A. Bley, hoogleeraar; - Am. Cassiers, opperdeken der stad; - Ach. Claeys, schoolopziener; - Pater Stephanus Colman, der Augustijnen; - de Bruycker, handelaar; - de Graeve, leeraar; - Dr. A. Deheegher, geneesheer; - J. de Jonckheere, apotheker; - Kan. G. de Munck, leeraar aan het Bisschoppelijk Seminarie; - J. de Pourquoi, handelaar; - de Schamphelaere, fabrikant; - M. de Vaere, conducteur van Bruggen en Wegen; - Maurits J.C. de Vos, secretaris van 't Vaderlandsch Verbond der Gewezen Politieke Gevangenen van Oost-Vlaanderen; - J. Drubbel, muziekleeraar; - A. Kluyskens, advo- | |
[pagina 347]
| |
caat; - P. Martens, notaris; - Prové, leeraar; - Putman, bestuurder van 's Rijks Middelbare School; - Oscar Roels, muziekleeraar; - Herman Ronse, bestuurder van 's Rijks Tuinbouwschool; - Jhr. Rob. Schoorman, staatsarchivaris; - Eerz. Broeder Arnold Seeldrayers, leeraar in St.-Amandsgesticht, met twee medebroeders en een twaalftal leerlingen van het gesticht; - L. Smeesters, schoolbestuurder; - Kan. A. Standaert; - Dr. F. Vandenberghe, geneesheer; - Leo van der Haegen, muziekleeraar; - Joz. van de Velde, leeraar aan 's Rijks Normaalschool; - J. van de Velde, apotheker; - F. van Eecke, schoolbestuurder; - O. van Hauwaert, wn. opziener van het Middelbaar Onderwijs; - J. van Hecke, koster; - D. van Hove, opziener van den bijzonderen Plantenziektendienst; - F. van Keirsbilck, eere-leeraar; - O. van Malleghem, oud-advocaatgeneraal; - van Poeck, leeraar; - Is. Vergauwen, hoofdonderwijzer; - ook de volgende heeren reporters: K. Lybaert, van De Gentenaar, - G. Gabriel, van Het Volk, - de Clercq, van de Gazette van Gent, - P. Colle, van Le Bien public, - Ad. Fordeyn, jr., van De Standaard, en Alf. van Overbeke, van La libre Belgique. - Verder nog een groot getal dames en juffrouwen. ***
De heer Bestuurder verklaart de vergadering voor geopend. Hij verwelkomt Mgr. Rutten, bisschop van Luik, die voor de eerste maal de zitting der Academie bijwoont: ‘Wees welkom, Monseigneur, in onze Academie. Het was ons een groot | |
[pagina 348]
| |
geluk eenige maanden geleden Uw Hoogwaardigheid onder onze leden op te nemen. UEd. zijt een verdienstelijk beoefenaar van de Nederlandsche letteren. UEd. beschermt en verdedigt de Vlamingen op alle gebied. Uw Hoogwaardigheid zet deze vergadering een ongewonen luister bij. Nog eens welkom, Monseigneur.’
Vervolgens verleent de heer Bestuurder het woord aan den Bestendigen Secretaris, tot mededeeling der ingekomen brieven:
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING, door het Bestuur der Academie op deze hare eerste plechtige vergadering na den oorlog uitgenoodigd, kon tot zijn groot leedwezen, tengevolge van zijn reis naar Amerika, aan de uitnoodiging geen gevolg geven.
Vanwege verschillende personen heeft het Bestuur der Academie schriftelijk bericht ontvangen dat het hun spijt deze plechtige vergadering niet te kunnen bijwonen. Het zijn de heeren: L. Delacroix, eerste minister; - Baron K. de Broqueville, minister van Wetenschappen en Kunsten, - P. Poullet, voorzitter van de Kamer der Volksvertegenwoordigers; - A. de la Kethulle, eerste voorzitter van het Hof van Beroep; - Ridder Behaghel, volksvertegenwoordiger; - Graaf de Baillet Latour, gouverneur der provincie Antwerpen; - Janssens de Bisthoven, gouverneur der provincie West-Vlaanderen; - Z.D.H. Mgr. Seghers, bisschop van Gent; - Prof. Pirenne, rector der Hoogeschool; - E. Braun, burgemeester van Gent; - E.P.J. Salsmans, stichter van het Salsmans-Fonds, te Leuven; - Mevr. | |
[pagina 349]
| |
Dre Merghelynck, weduwe van Jhr. A. Merghelynck, die aan de Academie het prachtig Beauvoordekasteel met de daarin bestaande kunstverzamelingen vermaakte; - Oscar Bauwens, algemeen opziener van Bruggen en Wegen; - Leo Bressers, kunstschilder; - G. Claeys Boúúaert, oud-provincieraadslid; - Aartspriester M. de Baets, vicaris generaal; - René de Bruyne, secretaris der Christen Beroepsvereenigingen; - René Dekiere, onderwijzer, te Merelbeke; - Kan. Dr. Eug. de Lepeleer, opziener der middelbare scholen van het Bisdom; - Em. de Sorgher, eere-leeraar; - G. d'Hondt, stadsontvanger van Gent; - Hect. Dutordoir, hoofdingenieur, bestuurder van den Technischen Dienst der Provincie; - J. Gheysens, kantonnaal schoolopziener; - R. Goethals, onderpastoor; - Prof. Dr. Gommaerts, geneesheer; - P. Hendrik van het H. Huisgezin; - G. Hodüm, raadsheer aan het Hof van Beroep; - Ds. J.H. Laatsman, predikant der Hervormingskerk, te Elsene; - Lod. Lievevrouw, bureelhoofd ten stadhuize; - E. Mathieu, bestuurder van het Koninklijk Conservatorium; - P. Stepman, apotheker; - Kam. van Caeneghem, eereschoolopziener; - H. van de Velde, advocaat; - Juffr. Cordelia van de Wiele, te Kortrijk; - Joz. van Overbeke, advocaat; - H. van Overschelde, advocaat; - R. van Speybroeck, oud-fabriekbestuurder; - H. van Vlaenderen, fabriekbestuurder; - Th. Verloove, bestuurder der Carels-Ambachtschool.
*** | |
[pagina 350]
| |
Daarna zet de Eerw. Kanunnik Amaat Joos de vergadering voort met eene toespraak over De Oorlog in de school en de familie.
De herstelling van België kan door éen geslacht niet voltooid, en de jeugd van heden, tot man gegroeid, zal nog zware lasten te torsen hebben. Bovenmate gewichtig is dus in dezen tijd de opleiding van de jeugd. In die opleiding moet de familie met de school meewerken; want de lessen door den onderwijzer gegeven, brengen dán maar blijvende vruchten voort, als zij in den huiskring nagesproken en bevestigd worden. Gelukkig heeft de oorlog zekere gedachten en gevoelens in ons volk gewekt of versterkt, die de school zullen helpen om onze jeugd tot haar lastige taak in de toekomst voor te bereiden. Zoo de haat tegen den oorlog of de liefde voor den vrede. Men plante dien haat in het hart der kinderen door hun de wreedheid van den oorlog aanschouwelijk voor te stellen. Zoo de vaderlandsliefde, die licht in het hart der jongeren zal ontvlammen, zoo men hun den moed der ouderen doet kennen en onthouden. Ons volk verfoeit den Duitscher om zijn trouweloosheid. Benuttigen wij in huis en school het lage van die trouweloosheid om de kinderen alle valschheid te doen verafschuwen. Mogen onze schrijvers, tot stichting van de jeugd, in hun werken de hooge deugden verheerlijken die dagelijks zoo moedig beoefend werden door onze soldaten op de vuurlijn en door onze bevolking in het bezette gebied. Liefde! weze de leus in de opvoeding; en liefde overwint alle hindernis.
*** | |
[pagina 351]
| |
Vervolgens verleent de heer Bestuurder het woord aan den heer Dr. Maurits Sabbe, feestredenaar, die een voordracht houdt over België na den Oorlog. Dr. Sabbe handelt over de naoorlogsche toestanden in België. Hij verheerlijkt de volksdeugden, die zich gedurende de bange jaren van strijd in ons land hebben geopenbaard en die een waarborg zijn voor den maatschappelijken, economischen en zedelijken heropbouw van de natie. Een gezond idealisme heeft de volkskracht verhoogd. De redenaar spreekt de overtuiging uit, dat alle vraagstukken, die zich in het Belgisch openbaar leven voordoen, met dien nieuwen, breeden geest van begrijpen en wederzijdsche tegemoeikoming zullen opgelost worden; ook het talenvraagstuk. Onze nationaliteit, die niet berust op eenheid van ras, taal of godsdienst, maar op gemeenschappelijke overleveringen en belangen, op wijze wetten voortvloeiende uit den volkswil en op strikte erkenning van elks recht, vergt de ononderbroken beoefening der hoogste deugden: verdraagzaamheid en rechtvaardigheid. Spreker betreurt, dat er zoovelen in den lande, bij het behandelen van het talenvraagstuk, die deugden niet in practijk stellen. Hij ziet daarin een gevaar voor 's lands geleidelijke ontwikkeling. Hij pleit het goede recht der Vlaamsche bevolking op onderwijs, bestuur, rechtspraak en legeraanvoering in eigen taal. Hij verdedigt de bestaande taalwetten, die hij ‘wetten van rechtserkenning en verzoening’ heet, en breekt een lans voor de volledige wegruiming van alle Vlaamsche taalgrieven. Hij eindigt met het ware wezen der Vlaamsche Beweging te omschrijven: een pogen om de Vlaamschsprekende Belgen langs den eenig natuurlijken weg van eigen normaal taalleven tot deelneming aan de internationale cultuurbeweging op te wekken.
Kan. Joos betuigt den dank der Academie voor de puike voordracht van den heer Sabbe: | |
[pagina 352]
| |
deze zal in de Verslagen en Meaedeelingen opgenomen worden. ***
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, komt thans aan de beurt. Hij spreekt van De Academie onder den Oorlog.
Spreker bewijst dat de Koninklijke Vlaamsche Academie met fierheid verklaren mag, dat zij zich tegenover de Duitsche Overheid hoegenaamd niets te verwijten heeft: zij is steeds haar Vaderlandschen Plicht getrouw gebleven. Na het hernemen harer werkzaamheden, was haar eerste plicht zulke Leden uit haar schoot te sluiten, die zich, gedurende den oorlog ten dienste van den Duitscher hadden gesteld en uit het Boek der Leopoldsorde waren geschrapt: zonder te aarzelen heeft zij dien bedroevenden last vervuld. De heer Secretaris herinnert eraan dat, reeds in October 1914, het Gentsche Hof van Beroep, dat op brutale wijze uit het Gerechtshof was gezet, zijn intrek in de Academie nam. Later werd deze ook door een Duitsch Gerechtshof in bezit genomen en algauw had zich de Secretaris tegen den vernielingszin van zekere heerschappen te verzetten. Verder wordt gesproken van de herhaalde huiszoekingen door het beruchte ‘Suchkommando’ ter Academie gedaan, om koperen voorwerpen in beslag te nemen. Edoch vruchteloos: al de verlichtingstoestellen, vuurplaten, artistieke deurklinken, onze prachtige pendulen en kroonkandelaars waren sedert lang in veiligheid gebracht en hebben aan de Duitsche roofzucht kunnen ontsnappen. Van den beginne af der Bezetting werden door de vijandelijke Overheid, zelfs door tusschenpersonen, alle middelen aan den dag gelegd om het Bestuur dér Academie aan het werk te krijgen. Geen belangstellende bezoeken, geen beloften, geen aandringen, geen bedreiging zou ons hiertoe kunnen doen besluiten: de vrijheid die wij hier | |
[pagina 353]
| |
genieten hadden wij te lief, dan dat wij de Leden der Academie zouden samenroepen, onder 't oog van een wakenden Duitscher met een revolver op zak, en wij schatten letterkunde en wetenschap te hoog dan dat wij onze verslagen zouden onderworpen hebben aan een Duitschen censor! Van dit beginsel is het Bestuur nooit afgeweken. In 1918, wanneer de Duitschers nog in de volheid van hunne macht waren, teekende de Academie onvervaard protest aan tegen den beruchten ‘Raad van Vlaanderen’, om de lage en onvaderlandsche rol, die deze hier te lande, ja zelfs tot in Berlijn toe, gespeeld heeft. De Bestendige Secretaris, brengt ten slotte hulde aan de afgestorvenen en begroet de nieuwverkozen Academieleden. Hij spreekt met gevoelvolle woorden over den Eerw. Pater Vande Ven, S.J., stichter van het Vande Ven-Heremans-Fonds, wiens naam onder onze voorname weldoeners geschreven staat, in de boeken van de Academie en tevens in het dankbaar hart van al haar Leden.
***
De Bestuurder sluit de vergadering met een woord van oprechten dank voor de hooggeplaatste heeren die onze plechtige zitting hebben bijgewoond, alsook voor de Dames en Heeren, die aldus een blijk van belangstelling in onze werkzaamheid hebben gegeven.
- De Vergadering wordt te 12 1/2 uur gesloten. |
|