Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1919
(1919)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||
Vergadering van 31 Maart 1919.Aanwezig de heeren: Z.E. Kan. Amaat Joos, bestuurder, Jhr. Mr. Nap de Pauw, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris.
de heeren: Karel de Flou, Prof. Dr. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Minister Joris Helleputte, Eerw. Dr. Hugo Verriest, Is Teirlinck, Prof. Dr. C. Lecourtere, Dr. Leo Goemans en Prof. Dr. Jos. Mansion, werkende leden.
De heeren eerw. Dr. Jan Bols en Dr. Lod. Simons, werkende leden, hebben bericht gezonden, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Februari-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van den Eerw. Pater Johannes van de Ven, S.J., Stichter van het Van de Ven-Heremans-fonds. - Pater J. van de Ven is in het Sint-Jozefscollege, te Aalst, den 14 Maart 19 9 overleden. Den Maandag, 17 dezer, ontvingen wij, vanwege zijn Medebroeders, het droeve bericht dat dien dag, te 9 1/2 uur, de lijkdienst in de kerk van het College zou plaats hebben: het Bestuur der Academie is dan ook in de onmogelijkheid geweest de lijkplechtigheid bij te wonen en den betreurden afgestorvene de hulde te bewijzen, waarop hij zooveel recht had als stichter van het VAN DE VEN-HEREMANS-FONDS
Tot teeken van rouw, werd de nationale vlag aan den gevel van het Academiegebouw geheschen. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||
De heer Bestuurder spreekt den lof uit van Pater Van de Ven, die aan onze Koninklijke Instelling een milde gift deed, en aldus een fonds stichtte tot bevordering der Nederlandsche taal en wetenschap, door het uitgeven van werken over natuur- en geneeskundige wetenschappen. Hij zegt:
Ten zeerste betreuren wij dat de tijding van het afsterven van eerwaarden Pater Van de Ven ons maar bereikte, als zijn lijkdienst reeds gezongen was Want wij hadden het als een dringenden plicht beschouwd aan den overleden de hulde te brengen die hij van onzentwege zoo ruim verdiende, en als zijn vereerders plaats te nemen in den stoet die hem naar zijn laatste rustplaats leidde. Neen wij willen geen ondankbaren zijn, en 't is voor ons een ontlasting, nu wij het tot onze spijt bij zijn lijkkist niet konden, hier in deze vergadering onze erkentelijkheid te kunnen uitspreken voor de mildheid van dezen weldoener.
In 't jaar 1903 schonk eerwaarde Pater Van de Ven aan den Belgischen Staat ten behoeve van de Koninklijke Vlaamsche Academie, een nominale hoofdsom van twintig duizend frank, waarvan de intresten uitsluitend zouden gebruikt worden tot bevordering der Nederlandsche taal en wetenschap, inzonderheid door het uitgeven in deze taal van nieuwe werken over natuur- en geneeskundige wetenschappen, over rechtsgeleerdheid en over het vak van den ingenieur Tot vereering van zijn oom, Prof. J.F.J Heremans, zou de stichting Van de Ven-Heremans-fonds heeten Welk was het doel van den Stichter?... Hij wilde er bewijzen voor leveren dat de Nederlandsche taal even goed als eenige andere geschikt is voor wetenschappelijk onderwijs; hij wilde de kennis der Nederlandsche vaknamen verspreiden; hij wilde bereide stof verschaffen voor Vlaamsche vakscholen; hij wilde zekere nuttige wetenschappen in het bereik stellen van den gewonen man, en den dag voorbereiden waarop onze taal het zoolang gevraagde recht zou bekomen als Koningin in de Vlaamsche Hoogeschool te tronen. Reeds in 1914 waren er zes zeer gunstig beoordeelde werken door het Van de Ven-Heremans-Fonds uitgegeven. Rijk was de gift van den eerwaarden Pater; verheven was zijn doel. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||
Lof aan hem die zich zoo mild en voorzienig toonde! Als zijn medebroeder in het priesterschap, heb ik gebeden voor de ziel van Pater Van de Ven, en zijn naam staat onder onze voorname weldoeners geschreven in de boeken van de Academie en tevens in het dankbaar hart van al hare Leden.
Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de Vergadering, dat een brief van rouwbeklag aan de medebroeders van Pater Van de Ven zal gezonden worden.
Eerw. heer Pater Jos. Salsmans S J., zal beleefd verzocht worden voor het Jaarboek van 1920 een levensbericht van den afgestorvene te schrijven.
***
Afsterven van Prof. Dr. Julius Mac Leod, werkend lid. - Bericht. Brief van rouwbeklag. Levensbeschrijving van den overledene. - Namens zijn zuster, Mevrouw J. Mac Leod, deelde (6 Maart) de heer Dokter L. Lava, geneesheer te Gent, aan de Bestendigen Secretaris de droeve tijding mede van het afsterven van Prof. Dr. Julius Mac Leod, werkend lid der Academie. ‘Prof. Mac Leod - aldus schrijft de heer Lava - stierf den 3 Maart. Hij was pas terug gekomen uit Engeland. Hij werd gisteren in allen eenvoud begraven op het gemeentekerkhof der Brugschepoort’. Tot teeken van rouw, liet de Bestendige Secretaris onmiddellijk de nationale vlag aan den gevel van het Academiegebouw halfstok hijschen.
De heer Bestuurder brengt hulde aan de vele verdiensten van den betreurden overledene, een geleerd maar nederig man, die zoozeer ijverde voor de vervlaamsching van de Hoogeschool te Gent:
Professor Mac Leod was bij het begin van den oorlog naar Engeland uitgeweken en wij wisten nog niet dat hij in Gent was weergekeerd, als ons de droeve mare toekwam niet alleen van zijn dood, maar ook van zijn begrafenis. Hij is dus naar Vlaanderen gekomen om er zich op het sterfbed uit te strekken... | |||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||
Professor Mac Leod was al vroeg tot de overtuiging gekomen dat de Vlaamsche Beweging, wilde zij een volksbeweging zijn, haar gebied moest verruimen, niet enkel taal- en letterkundig mocht blijven, maar al de groote behoeften van ons volk, waaronder dan ook de wetenschap, moest omvatten. Daarom ijverde hij zoozeer voor de vervlaamsching van de Hoogeschool te Gent; daarom schonk hij zoo mild zijn woord, zijn geld en zijn gezag aan de Vlaamsche natuur- en geneeskundige Congressen. De overleden behoorde niet tot dit slag van trotsche geleerden die meenen, om hun waardigheid te handhaven, niet alleen boven, maar ook buiten het volk te moeten staan. Hij was edelmoedig van aard: hij dacht dat de geleerde een sociale rol te vervullen heeft en hij vond het vereerend, niet verlagend, het brood der wetenschap aan zijn mindere stamgenooten uit te deelen. Daarom verkeerde hij gaarne met werklieden; daarom was hij er altijd toe bereid wenken, voordrachten en lessen te geven aan bloemisten, boeren en groentenkweekers. Hij sprak hier zelden, en alleen als hij een gerijpte gedachte kon vooruitbrengen. Met genoegen sloeg ik hem dan gade, want zijn overtuiging sprak niet alleen in zijn woord, maar in zijn toon, in zijn oog, in zijn gebaar, in heel zijn houding. En 't verwondert mij niet dat hij veel leerlingen, niet alleen tot geleerden, maar ook tot trouwe volgelingen vormde. De Academie verliest in Professor Mac Leod een overtuigd Vlaming, een edel hart en een knap geleerde. Wij zullen zijn nagedachtenis in ons midden bewaren.
Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Vergadering, dat een brief van rouwbeklag aan Mevrouw Mac Leod zal gezonden worden.
Eerst na de verkiezing van den opvolger van den afgestorvene, wordt er, betreffende dezes levensbericht een beslissing genomen.
*** | |||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden: Door de Regeering: Lecointe (G.) et Guchtenaere (H. de). - Les relations internationales d'après guerre, par George Lecointe, Directeur de l'Observatoire royal, Correspondant de l'Académie royale de Belgique et de l'Institut de France, Major d'artillerie pour la durée de la guerre, et H de Guchtenaere. Bruxelles, 1919. Annuaire de l'Observatoire Royal de Belgique, publié sous la direction de Paul Stroobant, premier astronome, ff. de directeur, 1916-1919 Bruxelles, 1918. Biographie nationale, publiée par l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. Tome XXII, 1er fasc.: Schott-Siger. Bruxelles, 1914. Leuridant (F.). - Tables générales des Mémoires de l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Sciences morales et politiques et des Beaux-Arts de Belgique. Supplément: 1898-1914, par Félicien Leuridant, Attaché au Secrétariat. Bruxelles, 1919. Leuridant (F). - Académie Royale de Belgique. Tables des notices biographiques publiées aans l'Annuaire (1835-1919), par Félicien Leuridant, Attaché au Secrétariat. Bruxelles, 1919. Leuridant (F.) et Perrée (J.). - Académie Royale de Belgique Tables générales des Bulletins de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, 4e série, années 1899-1910, par Félicien Leuridant et José Perrée, Attachés au Secrétariat. Bruxelles, 1919. Id. 5e série, années 1911 à 1914, par Félicien Leuridant. Bruxelles, 1919. Conférence des Académies des sciences interalliées (deuxième session) tenue à Par is en novembre 1918- S.d.n. 1.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts 1914, nos 5-12.
Door de Commissie ter Redactie van den Groningschen Studenten-Almanak: Groningsche Studentenalmanak voor 1919. 21ste jg.
Door de ‘Société historique et archéologique dans le Limbourg’, te Maastricht. Publications. Tome LIV. Nouvelle série, Tome XXXIV, 1918.
Door de Université d'Aix (Frankrijk): Annales de la Faculté des Lettres d'Aix. Tome VI, nos 3-4; tomes VII, VIII, IX; tome X, nos 1-2. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||||
Annales de la Faculte de droit d'Aix. Tome VI, nos 3-4; tome VII, nos 1-2, et Nouvelle Série, nos 1-2.
Door den heer Dr. C. Lecoutere, werkend lid der Academie, te Leuven: Lecoutere (Dr. C.), hoogleeraar in de Nederlandsche Philologie, te Leuven. - Schets van den Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. Brussel, 1918. Id. - Inleiding tot de Taalkunde en de Geschiedenis van het Nederlandsch. Brussel, 1915.
Door Prof. Dr. Leo van Puyvelde, briefwisselend lid, te Gent: Puyvelde (Dr. Leo van). - Het keerpunt der Vlaamsche Beweging. Overdruk uit De Gids. 1916, nr 10. Id. - De Vlaamsche Beweging en de Oorlog. Id. 1918, nr 2. Id. - Aanteekeningen en Opmerkingen. Id. 1918, nr 10.
Door den E.H.J. Jacobs, briefwisselend lid der Academie, te Boom: Jacobs (Jos.). - Préparations d'auteurs latins. Voorbereidingen op Latijnsche schrijvers. Cicero, Oratio pro L. Murena ad iudices. Par Jos. Jacobs, Directeur du Collège Notre-Dame, à Boom. Hoogstraten, 1915. Id. - Lezen en voordragen. Boom, 1916. Bols (Jan). - Reisje in Zwitserland. Hoogstraten, 1917.
Door den heer Taco H. de Beer, buitenlandsch eerelid der Academie: Taco H. de Beer. - Shakespeare.... een Pseudoniem. Bacon is de auteur van Shakespeare's werken’. no 1 van ‘Bibliotheek voor wetenschappelijke tyd- en strydvragen’. Bussum, 1917.
Door den heer Mr. Leonard Willems, advocaat, voorzitter van het Nationaal Vlaamsch Verbond (Gentsche Tak), te Gent: Gentsche Studentenalmanak, uitgegeven door het taalminnend studentengenootschap 't Zal wel gaan 48ste jg. 1913-1914.
Door den heer L. Delpire, Hubert Stiernetstraat, 59, te Laken: Beknopt Verslag van de Handelingen der Belgische wetgevende Kamers. Kamer van Volksvertegenwoordigers. Gewone zittijd 1912-1913, 1913-1914. Byblad, 1912-1913. Id. - Senaat. Gewone zittijd 1912-1913. Id. - Kamer van Volksvertegenwoordigers en Senaat. Buitengewone zittijd. 1912. Kamer van Volksvertegenwoordigers. Commissie van Schoolonderzoek. Processen-verbaal. 1880-1883. 2 dln. Gent, 1881-1882. Een verzameling verslagen uit verschillende dagbladen over het Consciencefeest van 1881, alsmede over den dood van Conscience. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||||
Programmas van feesten. Stukken uitgaande van verscheidene maatschappijen. De Zweep. Weekblad (Brussel). Een aantal nummers van de jgg. 1870 tot 1875 en van 1884. De Nederlandsche Student. 1881-1884. Enkele nummers ontbreken. Voor uit! In Vlaanderen Vlaamsch. Oud-Neaertandsche Student. Nrs 89-135. Nr 113 ontbreekt. Verder nog enkele nummers van andere bladen, benevens verslagen, manifesten enz, betrekking hebbende op de Vlaamsche Beweging.
Door den heer Dr. Alf. Fierens, te Brussel: Fierens (Alf.). - A. Lallemana's Hoofdzaken uit de nieuwste geschiedenis, in het Nederlandsch bewerkt door Dr. Alfons Fierens, Leeraar aan het Koninklijk Atheneum en de Middelbare Staatsnormaalschool te Brussel, Lid van het Belgisch Instituut voor Geschiedenis te Rome. Brussel, 1919. Id. - Vrouwenbeelden, door Dr. Alfons Fierens. Met inleidend woord van Dr. Hugo Lamy, prelaat der abdij van Tongerloo. Brussel, 1918.
Door den Z.E. Pater A. Geerebaert, S.J., te Brussel: De volgende deeltjes van Grteksche en Latijusche schooluitgaven: Geerebaert (A.). - Sallustius: Catilina-Jugurtha. Met Inleiding en Aanteekeningen door A. Geerebaert, S.J. Ie deel: Tekst. Luik, 1916. IIe deel: Inleiding, Aanteekeningen. Luik, 1917. Id. - Cicero: Pro Archia, Pro Ligario. Id.. Ie deel: Tekst. Luik 1917. IIe deel: Inleidingen, aanteekeningen. Luik, 1918. Id. - M. Tulli Ciceronis: Oratio pro Milone. Id. Ie deel: Tekst. IIe deel: Inleiding, aanteekeningen. Luik 1914. Id. - Cicero: De Catilinarische reden Id. Ie deel: Tekst, Luik, 1917. IIe deel: Inleiding, aanteekeningen. Luik, 1918. Id. - Sophokles' Antigone. Id. Ie deel : Tekst. IIe deel: Inleiding, aanteekeningen. Luik, 1914. Id. - Livius. Uit de eerste en der de decade. Id. Ie deel: Tekst. Luik, 1916. IIe deel: Inleiding, aanteekeningen. Luik, 1917. Id. - Homeros: Ilias. Eerste boek, door A. Geerebaert, S.J. Luik, 1917. - Boek VI. Luik, 1917. - Boek XI. Id. - Boek XXII. Id. - Boek XXIV. Id. Id. - Demosthenes: Eerste Philippischerede; drie Olynthische reden. Schooluitgaaf, door A. Geerebaert, S.J. Luik, 1918.
Door den heer Eug. Leen, te Hasselt (namens wijlen Lod. Plessers): De Kabouter uit het Land van Loon (Alias Limburg). Tijdschrift voor eigen taal en eigen zeden, tegen ontaarding en verbastering. Jgg. I-VIII (1888-1896). Hasselt. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||||
Door den heer L. Philippen, Moretuslei 63, Antwerpen: Philippen (L.J.M.) Pr. - De Begijnhoven. Oorsprong, Geschtedenis, Inrichting Door L.J.M. Philippen, Pr. Leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Antwerpen. Briefwisselend Lid der Koninklijke Academie van Oudheidkunde van Belgie. Antwerpen, 1918.
Door den Heer Al Walgrave, leeraar aan het Klein Seminatie, te Hoogstraten: Walgrave (Al). - Gedichtengroei Studien op G. Gezelle, door Al. Walgrave. Hoogstraten, 1914
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Die Woche, Heft 22 en 25, 1918.
Styn Streuvels. - In Oorlogstijd. Uit het Dagboek van Stijn Streuvels. L.J. Veen, uitgever. Amsterdam, 1914. | |||||||||||||||||||||||
Voor den Aug. Beernaert-prijskamp werden ingezonden:Tijdvak 1914-1915.Door den heer G D Minnaert, eere-opziener der stadsscholen van Gent, Van de Veldestraat 18, te Gent: Minnaert G.D. - Geestesleven en Schoonheidszin, 2 dln. Gent, 1914.
Door den heer Aug van Cauwelaert, Gratiekapelstraat 14, te Antwerpen. Cauwelaert (Aug. van). - Verzen. Nieuwe reeks. Antwerpen z.j (1914). | |||||||||||||||||||||||
Tijdvak 1916-1917.Door den heer Dr. P. de Keyser, Keizer Karelstraat 109, te Gent Daan F. Boens - Van Glorie en Lijden. Sonnetten uit de loopgraven van den Yser. Bandteekening door A Pierre Uitgegeven en ingeleid door Dr. P.H. de Keyser. Harderwijk z.j (1917),
Door den heer G. de Zaine, Hoogweg 7, St-Andries (Brugge): Zaine (Guillaume de). - Onze Helden aan den Yzer! De lange strijd in Veurne-Ambacht. Vaderlandsche tafereelen uit den wereldoorlog, als hulde aan het dapper Belgisch leger in Vlaanderen Brugge, z.j.
*** | |||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||||
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met de hieronder volgende brieven:
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| |||||||||||||||||||||||
Letterkundige mededeelingen.1o) Door den heer Gustaaf Segers, werkend lid, over: Notes pour solutionner la question flamande en Belgique. (Turnhout, Etablissements Brepols, 1918.)
Namens den heer Volksvertegenwoordiger Versteylen, heb ik de eer aan de Koninklijke Vlaamsche Academte een exemplaar van zijne verhandeling Notes pour solutionner la question flamande en Belgique, aan te bieden.
Het is mij toegelaten hier mede te deelen dat de besluitselen dezer studie door eene aanzienlijke groep vrienden van den schrijver werden aangenomen. Ongetwijfeld zullen de meeste leden onzer Academie voorbehoudingen hebben te maken, wat enkele stellingen en voorstellen betreft; doch het algemeene besluit, dat, denk ik, als het programma onzer Koninklijke Instelling kan aanzien worden, zullen al de collega's bijtreden:
L'intérêt de la patrie doit primer toute autre considération. Cet intérêt exige le maintien de l'unité nationale absolue. Nous sommes aussi loin de ceux qui réclament une séparation quelconque, que de ceux qui sacrifierarent l'unité pour obtenir l'union Nous rejetons toute idée de séparation, tant administrative que politique. Nous ne voulons pas la fusionGa naar voetnoot(1).
Het weze mij toegelaten te herinneren, dat ik, als Bestuurder onzer Academie op de plechtige vergadering ter gelegenheid van het vijf en zeventigjarig Jubelfeest van Belgié's onafhankelijkheid, den 29 Juni 1905 namens de Koninklijke Vlaamsche Academie, dezelfde gevoelens vertolkte:
Het Vaderland straalt in den vollen glans zijner heerlijkheid. Het heeft dit in de allereerste plaats aan onze Vorsten te danken: de Koninklijke Vlaamsche Academie brengt hun daarvoor, in naam van het Vlaamsche Volk, dat zij vooral vertegenwoordigt, haren diepgevoelden dank. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| |||||||||||||||||||||||
Die gelukkige toestand zijn wij insgelijks verschuldigd aan de deugden, aan de werkzaamheid van AL de Belgische kinderen, van de Walen, evenals van de Vlamingen. Wij zijn hem verschuldigd aan de eendracht tusschen de beide stammen; het is doelmatig het op dezen plechtigen dag luide te herhalen. Deze eendracht is de waarborg van ons aller heilGa naar voetnoot(1).
Wat de voorbehoudingen betreft, waar hooger sprake over is, wijs ik op eene stelling, die ik persoonlijk niet kan bijtreden: ‘En matière d'enseignement, il ne peut être porté aucune atteinte au droit du père de famille de faire instruire son enfant dans la langue de son choix’Ga naar voetnoot(2).
Hier zijn wij niet t' akkoord.
Het werkje verraadt overigens eene uitgebreide belezenheid, eene volledige beheersching der stof en eene oprechte liefde voor onze moedertaal. Het is in echt nationalen zin geschreven, en allen, die de Vlaamsche Beweging in een vaderlandschen geest willen oplossen, zullen er nuttige wenken in aantreffen. (Februari 1919.)
2o) Door denzelfden heer, over: Al. Walgrave, Gedichtengroei. Studiën op Guido Gezelle. (Uitgave Jos. Haseldonck, Hoogstraten, 1914.)
De E. Heer Walgrave, leeraar aan het Seminarie te Hoogstraten, verzoekt mij aan de Koninklijke Vlaamsche Academie een exemplaar aan te bieden van zijn werk: Gedichtengroei. Studiën op Guido Gezelle. Het is een lijvig boekdeel van 349 bladzijden, en legt getuigenis af van de bewondering, vereering en liefde des schrijvers voor den grooten dichter, ook van zijne alzijdige beheersching der stof, die hij behandelt. Deze bewondering, vereering en liefde heeft den heer Walgrave, die zelf een talentvol dichter, en, in zekeren zin, een leerling van Gezelle is, diep in dezes werk doen inzien. Aan den anderen kant heeft zijne | |||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| |||||||||||||||||||||||
grondige studie er hem toe gebracht zijnen lievelingsdichter als kunstenaar en als taalgeleerde te doen begrijpen, bewonderen, vereeren en liefhebben. Met waarheid kan men de woorden van Montaigne op dit boek toepassen: ‘Ceci est un livre de bonne foi’. Het lezen ervan werkt weldadig, omdat het oprecht is, omdat het uit het hart is gevloeid. Daarom wordt het doel van den schrijver zonder moeite bereikt; de lezer ondergaat den invloed van Gezelle's beminnelijke personaliteit en van zijn heerlijk dichterlijk genie; ook van den schrijver, die geheel en al in de bewondering en de studie van den grooten Gezelle opgaat. ‘Gedichtengroet’ strekt insgelijks tot eer van den uitgever: papier, drukletter en verzorging mogen merkwaardig genoemd worden. (Februari 1919.)
3o) Door Dr Jac. Muyldermans, werkend lid, over: L.J.M. Philippen, De Begijnhoven. (Antwerpen, drukkerij Veritas, 1918, in-8o van xvi-490 blzz.)
In den naam van den eerw. Heer L.J M. Philippen, uit Antwerpen, leg ik ter tafel van de Koninklijke Vlaamsche Academie zijn boek neêr: ‘De Begijnhoven’. - Naar het oordeel van deskundigen leverde de Heer Philippen oprecht degelijk werk. In het pas verschenen nr 1 van Dietsche Warande en Belfort, getuigde Dr. Laenen, archivaris van 't Aartsbisdom, er van: ‘Dit boek vat alles samen wat tot hiertoe degelijks over begijnen en begijnhoven, in 't algemeen genomen, gezegd of geschreven werd; het onderzoekt al de betwiste punten, en stelt er eene oplossing op voor, van aard om de meest eischende critict te bevredigen ...’. Hij aarzelde zelfs niet er bij te voegen, dat, naar zijn inzien, ‘De Begijnhoven mag gerangschikt worden tusschen het beste, wat in de laatste jaren, niet enkel te onzent, maar ook elders op geschiedkundig gebied verscheen’. Weze dit voldoende om het werk in de aandacht der heeren Academieleden aan te bevelen.... en anderzijds ook den nederigen maar kundigen histor cus uiter herte dank te zeggen. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 93]
| |||||||||||||||||||||||
Dagorde.1o) Uitsluiting van Leden: Voorstel tot uitsluiting van de heeren Dr. Eug. van Oye, Frank Lateur, Alf. de Cock en Dr. Julius Persyn. - Op verslag gedaan namens de uitzonderlijke Commissie tot onderzoek der twijfelachtige gevallen in zake Uitsluiting van Leden, beslist de Vergadering de heeren Frank Lateur en Alf. de Cock onder hare leden te behouden, en voor de gevallen Dr. van Oye en Dr. Persyn op den uitslag te wachten van het onderzoek waarvan zij het voorwerp zijn.
2o) Verkiezing van werkende Leden, tot vervanging van uitgesloten of afgestorven Leden. - Worden door den heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen, de heeren Is Teirlinck en Dr. C. Lecoutere.
Worden verkozen tot vervanging van de heeren:
3o) Begrooting der Academie voor 1919. - De Bestendige Secretaris legt de Begrooting ter tafel, door hem voor het dienstjaar 1919 opgemaakt, en welke door de Commissie voor Rekendienst in hare vergadering van 30 Maart werd aangenomen. - De Bestendige Secretaris | |||||||||||||||||||||||
[pagina 94]
| |||||||||||||||||||||||
geeft aan de Vergadering lezing van het stuk, dat overigens aan de Leden ter inzage wordt medegedeeld. - Na kennisneming keurt de Vergadering de voorgestelde Begrooting goed: deze zal door den Bestendigen Secretaris, aan den Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, ter bepaalde goedkeuring worden voorgelegd.
***
4) Laatste omvraag. Boekerij der Academie. - Aan den Bestendigen Secretaris, worden door den heer Bestuurder eenige inlichtingen gevraagd betreffende de boekerij der Academie. Aan de Vergadering wordt alle gewenschte voldoening gegeven.
De vergadering wordt te vier uur en half gesloten. |
|