II.
Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde.
4. - Noi siamo fiammingi.
Met genoegen las ik een artikel onder dezen titel in het Nr. voor Augustus van ons Maandschrift (Verslagen en Mededeelingen der Vlaamsche Academie, jaarg. 1913, blz. 571-572).
Ik acht niet ongeschikt, dit artikel met een enkele mededeeling aan te vullen.
Gelijk ik in Zuid-Nederland als bekend mag onderstellen, stichtte ik in 1877 het taalkundig tijdschrift ‘Noord en Zuid’ dat ik 30 jaar redigeerde en dat, ongelukkig genoeg, bij den dood des uitgevers ophield te verschijnen
In alle Germaansche landen had dit tijdschrift abonnés en talrijk waren de brieven, die mij uit allerlei landen bereikten.
Enkele jaren na de stichting kreeg ik een pak boeken, brochures en bladen uit Siebenbürgen, te gelijk met een allervriendelijkst schrijven in het Duitsch van de ‘hospites flandrenses’.
Jaren lang ontving ik het Maandbiad dier vereeniging en bouwstoffen te over (hoewel niet voor mijn tijdschrift te verwerken) ten bewijze, dat zij met allen grond dien naam voerden. Belangrijk vooral waren eenige uittreksels uit geboorteregisters in die streek, ten bewijze, dat de familienamen een echt Vlaamschen vorm hadden en mij duidelijk bewezen, dat de oorspronkelijke drageis dier namen Vlamingen waren.
Eigenaardig is in het gedeelte van Siebenbürgen, waarvan hier sprake is, de uitspraak van de ‘i’: in Zuid-Nederland klinkt de ‘i’ in kind, naar de geboorteplaats van den spreker als ‘e’ (als in pen) of als ‘ie’; de uitspraak in Noord-Nederland ligt daar tusschen in. Welnu, diezelfde uitspraak van de korte ‘i’, die in duitschsprekende gewesten bijna onbekend is, komt in den hoek van Siebenbürgen voor. Dat vreemdelingen, die natuurlijk van Vlaamsche kunst en de Vlaamsche schilderschool hebben hooren spreken en nooit van de Belgische Kunst en de Belgische schilderschool, hoog opzien tegen Vlaanderen en niet tegen België, is verklaarbaar, maar merkwaardiger nog is, dat in Oostenrijk een volksstam er trotsch op is, van Vlamingen af te stammen en geen moeite ontziet om dat te bewijzen.
Taco H. de Beer, Buitenlandsch eerelid der Academie, te Amsterdam.