| |
| |
| |
Vergadering van 21 Januari 1914.
Aanwezig de heeren: Z.E. Kan. Amaat Joos, bestuurder, en Jhr. Mr. Nap. de Pauw, onderbestuurder;
de heeren: Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, eerw. Dr. Jan Bols, Karel de Flou, Dr. L. Simons, Prof. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. dr. Jac. Muyldermans, Prof. dr. Julius Mac Leod, eerw. Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck, Prof. dr. C. Lecoutere, V. Dela Montagne, Dr. Eug. van Oye, Frank Lateur, Dr. Leo Goemans, Prof. dr. J. Mansion en Omer Wattez, werkende leden;
de heeren Leo van Puyvelde, Prof. dr. L. Scharpé en Ing. Edm. Fabri, briefwisselende leden.
De heeren Edw. Gailliard en Prof. dr. Willem de Vreese, werkende leden, en Dr. Is. Bauwens, briefwisselend lid, waren verhinderd de vergadering bij te wonen.
Bij de opening der vergadering deelt de heer Bestuurder mede, dat de heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, door ongesteldheid verhinderd is de vergadering bij te wonen, en dat deze, gebruik makende van de bevoegdheid hem bij art. 15 van het Instellingsbesluit toegekend, den heer Prof. dr. Julius Mac Leod verzocht en bereid gevonden heeft om hem in deze vergadering te vervangen. Dientengevolge, op uitnoodiging van den heer Bestuurder, neemt de heer Prof. dr. Mac Leod plaats aan het bureel.
De waarnemende Secretaris leest het verslag over de December-vergadering 1913, dat wordt goedgekeurd.
***
| |
| |
De zeer eerw. kanunnik Amaat Joos, bestuurder voor het dienstjaar 1914, opent de vergadering met eene toespraak tot de heeren Leden. Hij betuigt zijn dank voor den hoog te schatten eerepost, dien de Leden hem hebben toevertrouwd. Gaarne brengt hij hulde aan de vlijt en de bevoegdheid van den heer V. Dela Montagne, afgetreden bestuurder, en verklaart zich gelukkig op de medewerking van zijne collega's in het Bestuur te mogen rekenen. Het academisch jaar 1914 moge vruchtbaar voor onze taal en letterkunde wezen!
Geachte Medeleden,
Alleen door mijn eerbied voor de overlevering, heb ik het over mijn hart kunnen verkrijgen u eerst nu, in Januari, mijn diepgevoelden dank te betuigen voor den hoog te schatten eerepost dien gij mij zoo eenstemmig in November woudt toevertrouwen.
Het was wel een kans voor mij dat ik, als onderbestuurder, tot dien eerepost mocht worden opgeleid door een kalmen, wijzen, voorzichtigen en voorzienden mentor, gelijk de heer Dela Montagne, dien ik in zijn ijver voor den bloei en verderen groei van de Academie zoo trouw mogelijk zal trachten na te volgen.
Bovendien zal ik altijd mogen rekenen op de verlichte en dienstwillige medehulp van den heer onderbestuurder en den heer secretaris, die beiden sedert 1886 het leven van de Academie hebben meegeleefd en die, waar ik zou dolen of twijfelen, mij het rechte spoor zullen wijzen door Wet en Overlevering getrokken.
Dat dit Academische jaar, evenals de vorige, vruchtbaar zij voor onze taal- en letterkunde, is mijn vurigste wensch.
En dat die wensch zal verwezenlijkt worden, zou ik niet eens durven betwijfelen. Immers, wij zijn allen het er over eens dat, werd ons om verschillende titels de poort van de Academie ontsloten, wij toch alleen door werkzaamheid den ons aangeboden zetel waardig blijven bekleeden.
Ik acht dat de lezingen in onze algemeene vergaderingen te houden een voornaam deel uitmaken van onze maandelijksche werkzaamheden.
| |
| |
Artikel 13 van onze Wet, dat er over handelt, luidt als volgt: ‘De werkende en briefwisselende leden zullen, zooveel mogelijk, alle drie jaar een onuitgegeven opstel aanbieden. Elk jaar, in de maand October, zal de Bestendige Secretaris deze verplichting schriftelijk aan de werkende en briefwisselende leden herinneren.’
Het was mij dan ook zeer aangenaam, op een enkele vraag, zooveel heeren bereid te vinden om ons dit jaar op een lezing te vergasten.
Aan al die goedwillige medeleden zeg ik hartelijk dank vanwege gansch het Bestuur.
Zou er niet mogen gezeid worden dat er een onderscheid te maken is tusschen de lezingen in de commissiën en die in onze algemeene vergaderingen?
Ieder Commissie heeft een bepaald vak voor gebied: middelnederlandsch, nieuwere taal- en letterkunde, geschiedenis of onderwijs. In de algemeene vergadering is de keus gansch vrij en haast onbeperkt. Werken van louter letterkundigen aard zijn volstrekt niet uitgesloten. Herhaalde malen werden vroeger door Em. Hiel, Pastoor Claeys en anderen gedichten voorgedragen.
In de commissiën komen specialisten bijeen, die er stof naar hun gading vinden. In de algemeene vergadering zetelen al de leden, zeer verscheiden onder elkander door opleiding, door verplichte of vrije bezigheden.
Behendig dus is hij die, met het oog op ‘de bonte menigte’, uit den wijden schat van onderwerpen waarin hij te huis is, zulk een uitkiest dat de belangstelling en de aandacht van iedereen, ook van niet-specialisten in het vak, kan wekken en boeien.
En zijn loon er voor bekomt hij onmiddellijk: eerbiedige stilzwijgendheid beurt hem op en moedigt hem aan; menig medelid laat gaarne een trein voorbijstoomen, om niets van het geheele te verliezen; al de collega's, ook zij die geen commissie bijwoonden, smaken verstandelijk of aesthetisch genot en zijn er over verheugd iets nieuws naar huis te dragen.
Nog éen woord. Sedert lang overvalt mij een pijnlijk gevoel, als ik de vierde bladzijde van onzen oproepingsbrief bezie. Wat al levensschetsen van overleden collega's die nog te schrijven zijn! Ieder er van is voor mij gelijk een klacht die opkomt uit
| |
| |
een graf. En helaas! de lijst er van wordt langer, naarmate de dood in onzen kring komt zoeken....
Wellicht dient uw Bestuur een voorstel in om op de beste wijze die bedroevend lange lijst een weinig te bekorten.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Marez (G. des) et Sagher (E. de). - Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Comptes de la ville d'Ypres de 1267 à 1329, publiés par G. des Marez, Archiviste de la ville de Bruxelles, et E. de Sagher, Archiviste de la ville d'Ypres. Tome deuxième. Bruxelles, 1913.
Massart (Jean). - Recueil de l'Institut botanique Leo Errera, publié par Jean Massart. Tome IX, avec quatre-vingt-une figures dans le texte et cinq planches. Bruxelles, 1913.
Matthieu (Ern.). - Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Chartes du Chapitre de Sainte-Waudru de Mons, recueillies et publiées par Leopold Devillers, membre de la Commission Royale d'Histoire. Publication terminée par Ernest Matthieu, avocat, docteur en sciences politiques et administratives. Tome quatrième Bruxelles. 1913.
Poncelet (Ed.). - Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Cartulaire de l'église Saint-Lambert de Liége, publié par Edouard Poncelet, conservateur des archives de l'état à Mons. Tome cinquième. Bruxelles, 1913.
Bibliotheca Belgica. Bibliographie générale historique des Pays-Bas. Fondée par Ferd. vander Haeghen. Rédigée par Victor vander Haeghen, Raph. vanden Berghe et Alph. Roersch, de l'Université de Gand. CXCIe et CXCIIe livraisons. (In Memoriam Ferd. vander Haeghen † 21 Jan. 1913.)
Woordenboek der Nederlandsche taal. Derde deel, 20ste afl. (8ste afl. van het 2de stuk) Doorstappen-Draf, bewerkt door Dr. J.A.N. Knuttel.
Tijdschriften: Bibliographie de Belgique. Première partie: Livres etc., no 22, 1913. - Le Musée belge, no 4, 1913. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nos 9-10, 1913. - Revue Sociale Catholique, no 2, 1913. - Revue de l'Université de Bruxelles, no 3, 1913-1914. - Tooneelgids, nr 3, 1913-1914. - Wallonia, nos 11-12, 1913. - Bulle- | |
| |
tin des Musées Royaux, no 11, 1913. - Arbeidsblad, nrs 21-23, 1913. - Maandschrift van Land- en Tuinbouw, nrs 3-4, 1913. - Annales des travaux publics, no 6, 1913.
Door de ‘Koninklijke Academie van Schoone Kunsten’, te Antwerpen:
Eeuwfeest N. de Keyser. 1813-1913. (Nederlandsche en Fransche tekst.) Z. pl. of j. (Antwerpen, 1913.)
Daarbij gaat een herinneringsmedaille, gegraveerd door Josuē Dupon, met op de voorzijde het portret van den schilder Nicaise de Keyser; op de keerzijde het wapen van Antwerpen, en het opschrift Antwerpen 1813-1913.
Door de ‘Académie Royale d'Archéologie de Belgique’, te Antwerpen:
Annales, LXV, 6e série, tome V, no 3.- Bulletin, no 3, 1913.
Door de ‘Société d'Emulation de Bruges’:
Annales, Tome LXIII de la Collection. Fascicules 3-4. Août-novembre 1913.
Door de ‘Koninklijke Bibliotheek’, te 's Gravenhage:
Verslag der Koninklijke Bibliotheek over 1912. 's Gravenhage, 1913.
Door de ‘Bibliotheek der Rijks-Universiteit’, te Groningen:
Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Groningen. Catalogus der afdeeling Duitsche letterkunde en letterkundige geschiedenis der laatste vier eeuwen. Groningen, 1913.
Onnes (Helena). - De gedichten van Herman der Damen. Proefschrift ter verkrijging van den graad van Doctor in de Nederlandsche letteren aan de Rijksuniversiteit te Groningen, ..... door Helena Onnes, geboren te Groningen. Groningen 1913.
Door de ‘Maatschappij der Nederlandsche letterkunde’, te Leiden:
Handelingen en Mededeelingen over het jaar 1912-1913. Leiden, 1913.
Levensberichten der afgestorven medeleden. (Bijlage tot de Handelingen van 1912-1913). Id.
Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde. 32ste deel, afl. 1-4.
Door het ‘Historisch Genootschap’, te Utrecht:
Bijdragen en Mededeelingen. 34ste deel. Amsterdam, 1913.
Meerkamp van Embden (Mr. A.). - Stadsrekeningen van Leiden (1390-1434), uitgegeven door Mr. A. Meerkamp van Embden. Eerste deel, 1390-1424). Amsterdam, 1913. (Nr 32 van de 3de reeks der Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap.)
| |
| |
Door de ‘Königlich preussiche Akademie der Wissenschaften’, te Berlin:
Abhandlungen der philosophisch-historischen Classe. Nr 8, 1913.
Door de ‘Königlich Sächsische Gesellschaft der Wissenschaften’, te Leipzig:
Abhandlungen der philologisch-historischen Klasse. XXIX. Band, No VIII-IX; - XXX. Band, no I.
Berichte uber die Verhandlungen der philologisch-historischen Klasse. 65. Band, 1.-2. Heft.
Door de ‘Kongelige Danske Videnskabernes Selskab’ te Kopenhagen:
Oversigt over det Kongelige Danske Videnskabernes Selskabs Forhandlinger, Nos 3-5, 1913.
Door de ‘Académie Impériale des Sciences’ te St.-Petersburg:
Bulletin, nos 17-18, 1913.
Door ‘The John Crerar Library’, te Chicago:
Josephson (Aksel G.S.). - The John Crerar Library. A list of books on the history of Science January 1911. Prepared by Aksel G.S. Josephson, cataloguer. Chicago, 1911.
The John Crerar Library-Handbook. 1913. Chicago, 1913.
The John Crerar Library. A list of current medical periodicals and allied serials. Second edition. April, 1913. Chicago, 1913-14.
Door de heeren Dr. L. Scharpé en Dr. C. Lecoutere, leden der Academie, te Leuven:
Scharpé (Dr. L.) en Lecoutere (Dr. C.). - Zuid-Nederland en de Vereenvoudigde Spelling. (Overdruk uit Kritiek op het Verslag van de Staatskommissie in zake de Spellingkwestie.) Z. pl. of j. (1912.)
Door den heer Dr. Eug. van Oye, werkend lid, te Oostende:
Oye (Dr. Eug. van. - Nijverheidsschool van Oostende. De menschelijke levensduur. Aanspraak gehouden, den 25 Mei 1913, ter gelegenheid van de prijsuitreiking in de Nijverheidsschool van Oostende, door Dr. Eug. van Oye, leeraar der Hygiene. Oostende, z.j. (1913.)
Door den heer Prof. dr. L. Scharpé, briefwisselend lid, te Leuven, vanwege den schrijver:
Kempeneers (A.). - Studien en tekstuitgaven. Hendrik van Veldeke en de Bron van zijn Servatius. Antwerpen, 1913.
Door Z. Em. den Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen:
La vie diocésaine. Bulletin du Diocèse de Malines. Documenta III-IV; - Décembre 1913.
Door den Weledelgeboren Heer Baron de Kerchove d'Exaerde, gouverneur der Provincie Oost-Vlaanderen, te Gent:
| |
| |
Bijvoegsel aan het Bestuurlijk Memoriaal, Deel CLXXXXIV. 1913. Officièele processen-verbaal en stenographisch verslag der zittingen van den Provincieraad van Oost-Vlaanderen. 2e Buitengewone zittijd van 1912. 1e Buitengewone, Gewone, 2e en 3e Buitengewone zittijd van 1913. Gent, 1913.
Door den heer Dr. W. Broeckaert, geneesheer, te Antwerpen:
Broeckaert (Dr. W.). - Rond en om het kraambed. Onze bakers bij de verzorging van moeder en kind door Dokter Wilfried Broeckaert van Antwerpen. Voorwoord van Dokter Schockaert, Professor aan de Hoogeschool te Leuven. Antwerpen, 1913.
Door den Kan. Dr. Ch. Caeymaex, te Mechelen:
Kleine kartabel of Beknopte Kerkelijke Dagwijzer van het Bisdom Mechelen voor het jaar Onzes Heeren 1914. 27e jaargang. Mechelen.
Door den heer M. Cordemans, te Lier:
Manifest der maatschappij De Vlamingen Vooruit! Gericht tot alle de voorstanders van de eerlijke en regtzinnige uitvoering der Belgische Grondwet, gestemd door het Nationaal Congres van 1830. Brussel, 1860.
Orgaan van het Davidsfonds Tijdschrift voor letteren, beeldende kunsten enz. Opgesteld door het Hoofdbestuur, onder medewerking van een aantal binnen- en buitenlandsche letterkundigen. Nrs 1 (Febr.) tot 10 (Dec.) 1877.
Door den heer Dr. J. Delbeke, volksvertegenwoordiger, te Roeselare:
Delbeke (J.). - Ma réponse à M. Vermeersch professeur à l'Université de Gand, par le Dr. Julien Delbeke, membre de la Chambre des Représentants. Roulers, s.d. (1913.)
Door de heeren Dr. C. de Baere en Dr. J. Gessler, leeraars aan het Koninklijk Athenaeum, te Tongeren:
Baere (Dr. C de) en Gessler (Dr. J.). - De roode roos. Geschiedenis der Hasseltsche Rederijkerskamer, door Dr. C de Baere en Dr. J. Gessler, leeraars aan het Koninklijk Atheneum te Hasselt. Hasselt, 1913.
Door den heer Jan Hammenecker, letterkundige te Londerzeel (Brabant):
Hammenecrer (Jan). - Verzen. Dendermonde z j. (1907.)
Door den heer Flor. Heuvelmans, advocaat, oud-volksvertegenwoordiger, te Antwerpen:
Vlaamsche Conferentie der Balie van Antwerpen. Gedenkalbum, uitgegeven bij de Feestviering van haar XXV-jarig bestaan. 1885-1910. Z. pl. of j. (Antwerpen.)
Door de heeren H. Jacobs en H. Coopman Thzn., letterkundigen, te Brussel;
| |
| |
Jacobs (H.) & Coopman (H.) Thzn - De Borstspeld Blijspel in één bedrijf, door H. Jacobs & H. Coopman Thzn. Antwerpen, 1913.
Door den Eerw. Pater J. Salsmans, S.J., te Leuven:
Vondels Jozef in Dothan Treurspel in vijf bedrijven, taal- en letterkundig verklaard, door A.M. Verstraeten, S.J. Vijfde uitgaaf, bezorgd door J. Salsmans, S.J. Gent, 1914.
Door den heer Dr. Jac. van Ginneken, S.J. te Maastricht:
Ginneken (Dr. J. van). - Handboek der Nederlandsche Taal, door Dr. Jac. van Ginneken S.J. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. Nijmegen, 1913.
Door de Redactie:
De Vlaamsche Hoogeschool, nrs 11-12, 1913. - Bibliographisch Jaarboek. 1913. Kerstnummer. - Mnemosyne, nr 1, 1914. - Museum, no 4, 1913-1914. - Tijdingen uit het Katholiek Vlaamsch Secretariaat, nr 8, 1913. - Tijdschrift der Gemeentebesturen, nr 12, 1913. - Tables des ‘Archives Belges’ de l'année 1912.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Meyboom (Dr. H.U.). - Oud-Christelijke Geschriften in Nederlandsche Vertaling, onder redactie van Dr. H.U. Meyboom, Hoogleeraar te Groningen. X. Clemens Alexandrinus III, De Paedagoog II, bewerkt door Dr H.U. Meyboom. Uitgegeven op initiatief van een Commsssie uit vrienden van den vertaler, ter gelegenheid van de verstrijking van zijn ambtelijken termijn. Leiden, 1913.
Dubbele Wegwijzer der stad Gent en der provincie Oost-Vlaanderen voor het jaar 1914. 52e jaar.
Reichling (D.). - Appendices ad Hainii-Copingeri Repertorium Bibliographicum. Additiones et emendationes edidit Prof. Dr. Dietericus Reichling. Supplementum (maximam partem e bibliothecis Helvetiae collectum) cum indice urbium et typographorum. Accedit Index auctorum generalis totius operis. Monasteril Guestphalorum, Sumptibus Theissingianis, MDCCCCXIV.
Middelnederlandsch Woordenboek van wijlen Dr. E. Verwijs en Dr. J. Verdam, Hoogleeraar te Leiden. Deel 8, afl. 7-8. 's-Gravenhage, 1913.
Deutsches Wörterbuch von Jacob Grimm und Wilhem Grimm. 4. Bandes 1. Abtheilung 4. Theil, 2. Lieferung. Gewühl-Gezaun. Bearbeitet von Dr. H. Wunderlich. - 11. B. 2. Abt. 1. Lief. U-Ueberdrangen. Bearbeitet von Dr. V. Dalmayr. - 11. B. 3. Abt. 2. Lief. Unansprächich-Unbequem. Bearbeitet von Dr. K. Euling. - 15. B. 1. Lief. Z.-Zȧhnemangel. Bearbeitet von Dr. M. Heyne † (Zaar-Zȧhlkammer) und Dr. H. Seedorf. - 13. B. 11. Lief. Wank-Wappen.
| |
| |
Bearbeitet von Dr. K. von Bahder und Dr. H. Sickel. - 11. B. 1. Abt. 4. Lief. Todestanz-Ton. Bearbeitet von Dr. Lexer und Dr. D.v. Kralik.
Zentralblatt für Bibliothekswesen, nr 12, 1913. - De Gids, Januari 1914.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, nr 11, 1913. - Nederlandsch Archievenblad, nr 2, 1913-1914. - Biekorf, nr 24, 1913. - Bijdragen tot de geschiedenis bij zonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Oct.-Dec. 1913. - St.-Cassianusblad, nr 1, 1914; Bijvoegsel, nr 21 1913, nr 1, 1914. - Jong Dietschland, nrs 2-3, 1913. - De Vlaamsche Gids, nr, 1, 1914. - Onze Kunst, nr 12, 1913; nr 1, 1914. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 7, 1913. - Neerlandia, nr 12, 1913; nr 1, 1914. - Het Katholiek Onderwijs, nr 2, 1913-1914. - De Opvoeder, nrs 33-34, 1913; nrs 1-2, 1914. - De Opvoeding, nr 1, 1914. - Christene School, nrs 3-6, 1913-1914. - De Schoolgids, nrs 48-50, 1913; nrs 1-3, 1914. - De Student, Kerstmis, 1913 - Studien, nr 5, 1913 - Volkskunde, nrs 11-12, 1913. - Dietsche Warande en Belfort, nr 12, 1913. - Alemannia, nr 6. 1913. - Zeitschrift des Vereins fur rheinische und westfalische Volkskunde, nr 4, 1913. - Zeitschrift des Vereins fur Volkskunde, nr 4, 1913. - Les Marches de l'Est, nr 8, 1913-1914.
| |
Voor den Aug. Beernaert-prijskamp (Tijdstip 1912-1913) werden de hieronder volgende boeken ingezonden.
Door den heer Clemens Besseleers, letterkundige, te Antwerpen:
Besseleers (Clemens). - In schaduwen van dood. Antwerpen, 1912 (1 ex.).
Door den heer Alfr. Bogaerd, te Laken:
Bogaerd (Alfred). - Door Slechte dagen. Tooneelspel uit het hedendaagsch burgerleven in drie bedrijven door Alfred Bogaerd. (Geprimeerd met de maximum premie.) Antwerpen, 1913.
Door de heeren M. Brants, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Brussel, en O. van Hauwaert, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Gent:
| |
| |
Brants (M.) en Van Hauwaert (O.). - Dicht en Proza Nederlandsch Leesboek voor Lagere Normaalscholen, Middelbare Scholen en Athenaea. Derde uitgave. Gent, 1912.
Brants (M.) en Van Hauwaert (O.). - Nederlandsch Leesboek voor de hoogere klassen van Middelbaar en Normaal Onderwijs. Moderne Letterkunde Door de Koninklijke Academie van België met een ‘de Keyn-prijs’ bekroond. Gent, 1912.
Door den heer L. Buyst, letterkundige, te Brussel:
Buyst (Leonard). - Balladen allerhande. Antwerpen, 1913.
Door den heer Leonce du Castillon, letterkundige, te Brussel:
Castillon (Leonce du). - Vlaamsche Natuur, Aalst, z.j.
Door den heer G. Celis, kapelaan, te Gent:
Celis (Gab.), priester. - In Vlaanderen. Een speelreisje langs berg en dal. Gent, z.j.
Door den Heer H. Coopman Thzn, letterkundige. te Brussel:
Coopman H.). - Studies en Losse Bladen van Hendrik Coopman Thzn. Z. pl. of jaar. (1913.)
[Coopman (H.)]. - Edmond Roeland en Piet Van Assche. Eene ‘Doe Stil Voort’-lezing. Antwerpen, 1912.
Door den heer Fr. van Cuyck, letterkundige, te Antwerpen:
Cuyck (Frans van). - Verloofd. Antwerpen, 1912.
Door den heer Dr. Alb. van Driessche, te Grembergen:
Berto van Kalderkerke. - Uit donkere dagen, door Berto van Kalderkerke. Dendermonde, 1913.
Door Dr. E. Van den Dungen, geneesheer, te Merxem:
Dungen (Dr. E. Van den). - De Slaapziekte, nog genaamd ‘Ntansi’, ‘Nona’, ‘Nelavan’ en ‘Trypanosomiase van den mensch’, door Dr. E. Van den Dungen. (Handschrift in dubbel.)
Door den heer Constant Eeckels, letterkundige, te Antwerpen:
Eeckels (Constant). - Bloeitijd. Antwerpen, 1913.
Door den heer Jan Hammenecker, letterkundige te Londerzeel (Brabant):
Hammenecker (Jan). - Van Christus' apostelen. Vorst-Brussel, 1913.
Door den heer Alf. Jeurissen, letterkundige te Esschen:
Jeurissen (Alf.). - Van Levenden en Dooden. Kempensche volksvertellingen, door Alfons Jeurissen. Tongeren, z.j. (1913.)
Door den heer Maurits Neels, te Beveren-Waas:
Neels (Maurits). - De Macht van 't leven. Antwerpen, 1913.
| |
| |
Door Mej. Palmyre-Henriette Pardon, te Leuven:
Pardon (P.H.). - Diana. Drama in vier bedrijven en een voorspel, door Palmyre-Henriette Pardon. (Handschrift in dubbel.)
Door den heer Maurits Sabbe, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Mechelen:
Sabbe (Maurits). - De nood der Bariseele's. Eerste en tweede deel. Bussum, z.j.
Door den heer Em. Serroen, letterkundige, te Staden:
Serroen (Em.). - Zielengloed. Bijbelsch spel in vier bedrijven, door Emiel Serroen. (Naar het verhaal Zielengloed, van Filiep de Munnynck, vrij omgewerkt, met oorlof van den schrijver.) Rousselare, 1913.
Door den heer Theodoor Sevens, te Kortrijk:
Sevens (Th.). - De Vaderlandsche Geschiedenis in de school, door Theodoor Sevens, ridder der Leopoldsorde. Brugge, 1913.
Door den E.P. Hilarion Thans, minderbroeder, te Mechelen:
Thans (P. Hilarion), minderbroeder. - Omheinde hoven. Uitgave der Sint-Lambrechtsgilde van Limburg. Leuven-Hasselt, 1913.
Door den heer Cam. de Waegenaere, te Gotthem, bij Deinze:
Geestesvorming. Verhaaltjes en Gedichten voor de jeugd. (In handschrift, één ex.)
De Boetkluis. Uit de geschiedenis van het Hertogdom Limburg. (In handschrift, één ex.)
Door een naamloozen inzender met kenspreuk: ‘Een zonnestraal voor het volk’:
De kleine Gebuurte. Een bladzijde uit het Volksleven. 1913. (Handschrift, één ex.)
Ingekomen brieven. - De Bestendige Secretaris stelt de Vergadering in kennis met de hieronder volgende ingekomen brieven:
1o) | Verkiezing van Bestuurder en Onderbestuurder voor 1914. - Brief van 17 December 1913, waarbij de Weledele Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, aan de Academie afschrift stuurt van het Koninklijk Besluit van 8 December, houdende goedkeuring van de verkiezing van de heeren Kanunnik Amaat Joos en Jhr. Mr. Nap. de Pauw, wederzijds tot bestuurder en onderbestuurder der Academie voor het jaar 1914. |
| |
| |
2o) | Borstbeelden van afgestorven Leden, voor het Museum der Academie: Borstbeelden van Frans de Potter, eersten bestendigen secretaris, en van Dr. Guido Gezelle. - Brief van 29 December 1913, waarbij de Weledele Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten laat weten, dat hij nota heeft genomen van de schenking door den heer Honoré Verwilghen van het borstbeeld (pleistermodel) van den heer Frans de Potter, en dat hij den beeldhouwer J. Lagae belast heeft met het maken van het marmeren borstbeeld van den heer Dr. Guido Gezelle. |
3o) | Medaille, ter herinnering van het 25-jarig bestaan der Academie. - Brief van 22 December 1913, waarbij de heer Advocaat P. Burggraeve, uit Gent, zijn dank betuigt voor het hem vereerd exemplaar dier medaille. |
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
Wedstrijden voor 1914. - Den 31 December 1913 is ingekomen een prijsantwoord, met kenspreuk ‘Labore et Constantia’, voor den wedstrijd over ‘Critiek op den Thesaurus Theutonicae Linguae van Christoffel Plantijn’.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer V. Dela Montagne, secretaris, legt als volgt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Jhr. Mr. Nap. de Pauw, voorzitter; eerw. Dr. Jan Bols, ondervoorzitter; K. de Flou, Prof. A. de Ceuleneer, eerw. Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Prof. dr. J. Mansion, leden, en V. Dela Montagne, lid-secretaris.
Het verslag over de November-vergadering wordt goedgekeurd.
| |
| |
Aan de dagorde staat:
1o) Kleine verscheidenheden, door den heer Edw. Gailliard medegedeeld: De predikatie in de kloosters. Een geschil dienaangaande. (1535.) - Een schandelijk verwijt uit vroegere dagen. (1425.) - Voor de verfraaing der stad Brugge. (1540.) - De Zwartekunst. (1521.) - Het houden van ‘Table de prest ende wouckere’. (1536.) - De ‘grog’ vroeger. (1739.)
De heer Gailliard, door ongesteldheid verhinderd zijnde de vergadering bij te wonen, wordt dit punt tot de eerstvolgende vergadering verschoven.
2o) Leven en werken der Zuidnederlandsche schrijvers. Herneming der uitgave. - Op voorstel van den heer Muyldermans, wordt besloten dat zoodra mogelijk eene eerste aflevering zal in het licht komen: deze zal bezorgd worden door de heeren Mr. Nap. de Pauw, Dr. Muyldermans, Prof. A. de Ceuleneer en V. Dela Montagne. Na het verschijnen dier aflevering, zal de geldelijke steun der Regeering, welke, naar de Commissie bevonden heeft, onontbeerlijk is, nogmaals worden aangevraagd.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, secretaris, legt verslag als volgt ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Zijn aanwezig de heeren: Eerw. Kan. Dr. Jac. Muyldermans, voorzitter; Prof. dr. Julius Mac Leod, ondervoorzitter; eerw. Dr. Jan Bols, Prof. A. de Ceuleneer, Prof. Mr. Julius Obrie, Z.E. Kan. Amaat Joos, eerw. Dr. Hugo Verriest, Prof. dr. C. Lecoutere, leden, en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
Het verslag over de November-vergadering wordt goedgekeurd.
Aan de dagorde staat:
Lezing door eerw. Kan. Amaat Joos: De rhythmus in onze taal. (Eerste vervolg.)
Kan. Joos begint met de ontleding van de gesprokene taal: zin, constructie, spreekmaat en klankgroep. Hij vindt vijf eigenschappen in iedere klankgroep: kleur, hoogte, duur, kracht en articulatie. Daar die vijf eigenschappen in verschillende graden in de klank- | |
| |
groepen voorkomen, kunnen zij ieder afzonderlijk stof leveren tot rhythmische reeksen.
Van die vijf middelen gebruikt onze taal hoofdzakelijk de kracht en, in bijkomstige orde, de hoogte, den tijd, de kleur en de articulatie.
In opzicht van kracht, worden de klankgroepen, grosso modo, verdeeld in sterke, halfsterke en zwakke, welke laatste ten onrechte door velen toonloos geheeten worden.
Om de juiste kracht van de klankgroepen van afzonderlijke woorden te kennen, licht het dialect ons altijd onvolledig en dikwijls verkeerd in. De regels op den klemtoon dienen dus aangeleerd. Maar wat de schoolboeken veelal niet vermelden, is de invloed, voor de kracht, van de eene groep op de andere, tzij van hetzelfde woord, tzij van aaneengesproken woorden.
Kan. Joos haalt daarvan verschillende voorbeelden aan, wat hem tot volgende besluit leidt: wanneer we gansch natuurlijk spreken, regelen wij alleen, ook tegen de regels op den klemtoon in, de kracht van onze klankgroepen zóo dat ze onder malkander gedifferencieerd zijn, waardoor dan natuurlijk een golving ontstaat van zwakke en sterke klankgroepen of een aaneenschakeling van rhythmische reeksen (jamb, anapest, trochoeus, dactylus).
In verzen heet iedere reeks voet; gelezen of gesproken, is ze gewoonlijk een spreekmaat.
De steller besluit zijn lezing met, in opzicht van woordrhythmus, het Fransch met het Nederlandsch te vergelijken.
De heeren Dr. Verriest en Dr. Lecoutere hebben eenig voorbehoud te maken aangaande sommige stellingen door den heer Joos vooruitgezet. De heer Joos zal zijne verhandeling voortzetten: er zal dan gelegenheid zijn ze te bespreken.
| |
Letterkundige mededeeling
door den heer Prof. dr. L. Scharpé, over het hieronder volgende werk:
Ik heb de eer aan de Koninklijke Vlaamsche Academie het werk aan te bieden van Dr. A. Kempeneers, leeraar aan het Koninklijk Atheneum te Tongeren, over Hendrik van Veldeke en de Bron van zijn Servatius. (Antwerpen, Courtin, 1913.)
Zijn boek is een werk van veel, en methodische studie. Het ruimt ettelijke ongestaafde opvattingen over Veldeke uit den weg, en voert ons tot een duidelijk inzicht hoe de oude Limburgsche dichter te werk is gegaan toen hij zijn Servatius naar een Latijnsche Vita, omstreeks 1176, in verzen schreef. De tekst van die
| |
| |
Vita wordt ons hier medegedeeld; denzelfden tekst, dien we in ietwat verjongden vorm ook aantreffen in het Leidsche Servatius-handschrift (zie blz. 65 nota, en blz. 155), wat een bewijs te meer is dat we hier de echte bron van Veldeke voorhanden hebben. Veldeke heeft zijn Servatius gedicht naar hetzelfde systeem als eenige jaren later zijn Eneit naar den Franschen Eneasroman. Onbevangen, en voorzichtig naar behooren, heeft Dr. Kempeneers alles kritisch gewikt en gewogen, wat over Veldeke en zijn stand en zijn geschriften in het midden is gebracht geworden, en hij voert zoodoende het bewijs, onder andere, dat er geen speciale betrekkingen hoeven ondersteld tusschen Veldeke en Maastricht, of liever dat de Servatius niet mag gezegd worden een Maastrichtsch gedicht te zijn. Nog heel onlangs werd, - en dat niet door den eerste den beste! - geschreven dat Veldeke zich ± 1170 te Maastricht gevestigd heeft; maar voor alle dergelijke vermoedens, die wel als stoute bevestigingen worden vooruitgezet, is geen zweem van bewijs bij te brengen. Dr. Kempeneers toont aan dat er feitelijk geen reden bestaat om te onderstellen dat Veldeke het graafschap Loon zoude verlaten hebben en ooit naar Maastricht zou gaan wonen zijn.
Onder de Bijlagen vindt men o.a. een herdruk der oude Servatiusfragmenten, en een drietal oude oorkonden betrekkelijk de Veldeke's. Vooraan, tegenover den titel, liet Dr. Kempeneers de nateekening drukken van het zegel der Veldeke's ten jare 1247 (op blz. 86 moest gelezen Mo. CCo. XL. VII in pl. v. Mo. CCo. XI. VII).
Dit weze genoeg om de nieuwsgierigheid van de leden te prikkelen. Ik twijfel niet of zij zullen, na inzage, met mij instemmen dat de schrijver hulde verdient om zijn degelijken arbeid. Moge Dr. Kempeneers zijn kritischen aanleg en zijn werklust ook verder ten dienste houden van de wetenschappelijke navorsching onzer zoo belangrijke oud-Limburgsche letterkunde!
| |
Dagorde.
1o) Aug. Beernaert-prijskamp: Eerste tijdvak 1912-1913. - Verkiezing van de vier juryleden, door de Academie aan te stellen. - Op voorstel van het Bestuur, worden verkozen de heeren V. Dela Montagne, Frank
| |
| |
Lateur, Prof. dr. L. Scharpé en Is. Teirlinck. - De Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten zal daarvan onmiddellijk kennis gegeven worden.
2o) Commissie voor Rekendienst. - Benoeming van drie Leden, welke met het Bestuur de Commissie voor Rekendienst voor het jaar 1914 zullen uitmaken. - Worden aangewezen, de heeren: K. de Flou, Dr. Willem de Vreese en Frank Lateur.
3o) Wedstrijden voor 1914. Ingekomen prijsantwoorden. Benoeming van de keurraden. - (Voor de Tweede, Vijfde en Zesde prijsvragen, alsook voor den Boury-wedstrijd, waarvoor de prijsantwoorden uiterlijk 10n December 1913 moesten ingezonden worden, werd in de December-vergadering tot de benoeming van de keurraden overgaan. Zie Verslagen en Mededeelingen, jaargang 1913, blz. 908-911. - De Eerste en Vierde prijsvragen zijn onbeantwoord gebleven.)
Derde prijsvraag: Gevraagd werd: Een critiek op den ‘Schat der Neder-Duytscher Spraken’ van Chr. Plantijn.
Prijs: 600 fr.
Steller van de vraag: Prof. dr. Willem de Vreese.
Worden tot beoordeelaars benoemd, de heeren Prof. dr. Willem de Vreese, Prof. dr. C. Lecoutere en Prof. dr. Joz. Mansion.
4o) Plechtige vergadering van 28 Juni 1914. - Vaststelling van het Programma. - Op voorstel van het Bestuur wordt het programma als volgt vastgesteld:
a] | Opening der vergadering door den Bestuurder, den eerw. heer Kan. Amaat Joos, met eene toespraak. |
b] | Voordracht door eerw. heer Dr. Hugo Verriest. |
c] | Afkondiging van den uitslag der Academische Wedstrijden voor het jaar 1914, door den Bestendigen Secretaris. |
| |
| |
d] | Bekendmaking door den Bestendigen Secretaris, van den uitslag der verkiezing voor 1914. |
e] | Hulde door den Bestendigen Secretaris aan de in 1913 afgestorven Leden te brengen. |
De vergadering wordt te vier uur gesloten.
|
|