Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1912

[p. 1369]

Errata.

Blz. 17, regel 36, staat De Voght, lees: De Vocht.

Blz. 19, regel 3-4, staat:

't Kan mijn schip niet qualick gaen,
'k Sie mijn' sterr in 't Oosten staen,

lees:

Van dichten comt mi cleine bate,
Die lieden raden mi dat ict late.

Beatrijs, vs. 1-2.

Blz. 547, regel 9,	staat: vroegnaissance,	lees: vroegrenaissance.
Blz. 557, regel 4,	staat: IIIIXX,	lees: iiij^xa.
Blz. 678, regel 17,	staat: van,	lees: voor.
Blz. 732, regel 34,	staat: Queste,	lees: Quetste.
Blz. 741, regel 17,	staat: 108-145,	lees: 107-143.
Blz. 741, regel 21,	staat: 146-176,	lees: 145-176.
Blz. 1071, regel 21,	staat: eene ghepitten,	lees: eeneghe pitten.
Blz. 1123, regel 19,	staat: zwarte,	lees: zwarten.
Blz. 1123, regel 25,	staat: dekenen vynders,	lees: dekenen, vynders.
Blz. 1124, regel 36,	staat: Dryncders,	lees: Drynckers.
Blz. 1144, regel 32,	staat: litérale,	lees: latérale.
Blz. 1146, regel 25,	staat: duechelic,	lees: duechdelic.
Blz. 1169, regel 22,	staat: keyserljker,	lees: keyserliker.
Blz. 1188, regel 35. Vooraan den regel voege men bij: Het boek van..., blz. 319:
Blz. 1233, regel 33,	staat: Arie Sanders,	lees: Arie Sanden.
Blz. 1261, regel 5,	staat: vooral ik.	lees: vooral, ik.

Blz. 1104, hebben wij gezegd dat men te Brugge, spr. van de Sinte-Walburgaprocessie, gemeenlijk zer: 't Is 'lijk een processie gene-

[p. 1370]

rael. Zie eene opmerking dienaangaande, in het Register van zaken, blz. 1335, kol. 1, v^o Processien generael.

Blz. 114, hebben wij de vraag gesteld, of soms Rood en Blauw ook niet als Kleuren der stad Brugge hebben gediend. Zie onze terechtwijzing dienaaangaande, blz. 1212, kol. 1, v^o Kleuren der stad Brugge.

Blz. 1140, notas 3 en 4, hebben wij, bij misslag, ‘'t Sinte Adriaens’ geïdentificeerd met de parochie van Sint-Andries bij Brugge, en ‘'t Sinte Anne buten deser stede’ (Brugge), met de parochie van Sint-Kruis buiten Brugge, wier kerk, zegden wij, ook al verkeerd, vroeger de Sinte-Annakerk zou zijn geweest. Dank aan eene mededeeling ons door onzen geachten collega, den heer Karel de Flou, gedaan, hebben wij bedoelde misslagen terechtgewezen, in het Register van zaken, blz. 1337, kol. 1, v^o Sint-Andries en Sinte-Anna.

Blz. 1143, nota 1, hebben mij het woord makere, uit de uitdrukking ‘van onsen sceppere ende makere Jhesus’, met Zaligmaker gelijkgesteld. Naar heer K. de Flou zou ‘sceppere ende makere’ eenvoudig hetzelfde zijn als het Latijnsche ‘formator et creator’, dat in oude teksten wordt aangetroffen.

Edw. G.