Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1912
(1912)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 373]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 374]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wij tot nu van de Brusselsche tapijtwevers der XVe eeuw wistenGa naar voetnoot(1). Geen wonder! Van het eigenlijk archief der tapijtwevers van Brussel kwam tot heden niets voor den dag. Dank zij den heer Gaston Moeremans van Dilbeek, bestaat thans de mogelijkheid een weinig licht te verspreiden in de duisternis die tot nog toe den oorsprong van het tapijtweversambacht en zijne oprichters omhulde. Onder de archieven der Sint-Laurentiusnatie, door bovengenoemden heer aan het Algemeen Rijksarchief geschonkenGa naar voetnoot(2), bevindt zich het Register der Statuten en Ordonnanciën, alsmede der intredingen, van het groot- of wolleweversambacht van het jaar 1417 tot in de XVIIIe eeuw.
Ziehier de titel van het register:
‘Dit es 'd boec toehoerende den groten ambachte van den weveren in Bruessele 'd welc hebben doen maken Gielys Sneppe, Peter de Vleeschouwere, Gielys de Droege, Vranck van Waelborre, Gielys van Aelst, Gielys Hannaert ende Cornelys van Leeuwe, gesworenen van den voirs. ambachte met Bertel van Zuene, hueren knape in 't jair ons Heren MCCCC ende XVII, doen guldeekenen waeren Amelric Hartewijch ende Melchior van Arkenen om van nu voirtane alle zaken den voirs. ambachte aengaende dair inne te tekenen ende te registreren in ewigen memorien ende gedenckenissen. Ende 'd boec van den tide ende jaeren voirleden sal men vinden in des ambachts busse besloten.’
Aanvankelijk maakten de tapijtwevers van het Groot Ambacht deel uit. In 1447 echter, verlieten zij het, om afzonderlijk in de nijverheidswereld op te tredenGa naar voetnoot(3). De wollewevers betreur- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 375]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den hun vertrek ten zeerste en met recht: men getrooste zich enkel de moeite om de volgende tabel gade te slaan, waarin men kan bemerken dat, van het begin, maar vooral van het tweede derde der XVe eeuw af, de aanwinsten der legwerkers veel talrijker dan die der andere wevers waren. Wij hebben het tijdperk 1417-1446 in twee gelijke deelen van vijftien jaren gesplitst, het eerste van 1417 tot 1431, het tweede van 1432 tot 1446 loopende. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opnemingen in het Groot Ambacht.
Aldus, gedurende het eerste tijdperk, werd het meesterschap in de beide afdeelingen van het ambacht door een bijna gelijk getal personen (19-20) verkregen, maar, tijdens het tweede tijdvak, door bijna een derde meer tapijtwerkers dan andere wevers. Het getal nieuwe knapen is gedurende het eerste tijdvak, in beide afdeelingen hetzelfde; tijdens het tweede, is het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 376]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
getal legwerkers bijna het tiendubbel van dat der overige wevers. Indien de leerknapen reeds in het begin der eeuw bijna een vierde talrijker bij de tapijtwevers (81 tegen 61) waren, wordt de verhouding, gedurende de vijftien laatste jaren, ten hunnen voordeele verzesdubbeld. En deze verhouding ware nog sterker geweest, hadde eene ordonnancie van 27 November 1422Ga naar voetnoot(1) niet aan al de leden der geslachten, die zich met eenige nijverheid bezig hielden, de verplichting opgelegd zich in het ambacht waarvan hunne nijverheid afhing te doen inschrijven. Natuurlijk trok het jonge tapijtwevers-ambacht daar weinig profijt uit, terwijl integendeel deze maatregel voor het oude wolleweversambacht zeer voordeelig was. De vrije intredingen waren en bleven natuurlijk talrijker bij de wollewevers; maar van al deze meesterszonen had het ambacht geen baat. Deze kleine overzichtstabel is dus een sprekend bewijs - zooals men ons dit tot nog toe schuldig gebleven was - én van het verval der wollewevers, én van den toenemenden bloei der tapijtwerkersGa naar voetnoot(2).
Het belang onzer bijdrage berust echter niet in de gegevens omtrent de inrichting van het legwerkers-ambacht, hetwelk met de andere ambachten veel gemeens had. Gansch nieuw, integendeel, zijn de inlichtingen aangaande de leden welke van gemeld ambacht deel uitmaakten. Gewis had deze lijst van 6 à 700 namen nog belangrijker kunnen zijn, namelijk indien, in stede van met het jaar 1446 te eindigen, zij ons tot het einde der XVe eeuw, of beter nog, tot in de XVIIIe eeuw gevoerd hadGa naar voetnoot(3). De ontdekking van het archief van het tapijtweversambacht zal zulks misschien eenmaal mogelijk maken. Intusschen vergete men niet dat de namen welke men hier ontmoet. die van de tijdgenoten van Roegier van der Weyden zijn. Aan- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 377]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gezien de leerjongens van 8 jaren, en, voor de meesterskinderen zelf van 7 jaren af, en misschien nog jonger, mochten aangenomen wordenGa naar voetnoot(1), dient opgemerkt dat de in 1445 en 1446 ontvangen leerknapen in het begin der XVIe eeuw slechts rond de zestig jaren telden. Derhalve mogen wij gerust zeggen dat men in onze lijst de namen van een groot deel der XV-eeuwsche meesters aantreffen zal. Onder hen bevindt zich ongetwijfeld menige kunstenaar die weldra met de andere Belgische tapijtwevers de bekende reis naar Italië zal ondernemen om nooit meer in het vaderland terug te keerenGa naar voetnoot(2). Wie weet of men in onze lijst den naam van den kunstenaar niet zal ontdekken die ‘Het Beleg van Jerusalem door Titus’, door J. DestréeGa naar voetnoot(3) aan eenen Brabantschen tapijtwever der XVe eeuw toegeschreven, vervaardigde? Of nog dien van den maker van de ‘Aanbidding der Wijzen’, waar Guiffrey den invloed van Bouts, en Destrée dien van Van der Weyden terugvindt, een meesterwerk dat wellicht tusschen 1446 en 1488 geweven werd. Het vermaard tapijtwerk van Bern, dat waarschijnlijk Karel den Stoute toebehoorde en dat de ‘geschiedenis van Herkenbald’ voorstelt, is een getrouwe weergeving van beroemde schilderijen van Rogier van der Weyden, destijds in het stadhuis van Brussel bewaard. Bestaat er geen verband tusschen het tapijtwerk geteekend ‘Moer..’ en Jehan de Moeret, die knaap in het legwerkersambacht werd in 1446? En dit is nog het geval met zoo menig kunstgewrocht hedendaags in SpanjeGa naar voetnoot(4), Italië, Frankrijk en elders bewaard.
In onze lijst hebben wij al de jaarlijksche gezworenen van het Groot Ambacht opgenomen: onder hen was er altijd een tapijtweverGa naar voetnoot(5). Om dezelfde reden hebben wij ook de namen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 378]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opgegeven van degenen die terzelvertijd in de beide afdeelingen van het ambacht aangenomen werden. Wat de leerknapen betreft, men weet dat het den meesters-tapijtwerkers slechts toegelaten was een enkelen leerknaap aan te nemen; doch het was hun gegund er tevens een hunner zonen bij te voegenGa naar voetnoot(1). Men zal verder in de lijst zelf eenige aanteekeningen nopens de tot nu toe weinig bekende personen aantreffen. Alleen willen wij hier nog doen opmerken dat onder al die democratische namen er ten minste ééne uitzondering, die van Werner van Merode, voorkomt. Ofschoon hij, in het jaar 1444, naast Willem en Jan van Liedekerke als leerknaap aangenomen werd, durven wij echter voor deze laatsten niet verzekeren dat het hier leden der adellijke familie van Liedekerke geldt. Maar wat Werner van Merode betreft, schijnt geen de minste twijfel mogelijk. Hij was bastaardzoon van Werner van Merode, heer tot Frentz en kanunnik te Luik. Hij komt voor in een Brusselsche akte van 28 October 1449 en stierf vóór 1487Ga naar voetnoot(2). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlagen.I.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 379]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gescheiden zijn, 't selve ambacht qualic in state ende in eeren souden connen gehouden ende huere dagelixsche lasten gedragen hen en worde bij den here ende bij der stad eenige van hueren rechten ende vervallen gehoeght, soe hebben de amman, borgermeesteren, scepenen ende raidsluden vonscreven, den voirgenoemden gezworenen ende goeden knapen van den groten ambachte tot desselfs huers ambachts behoef geconsenteert, gewillecoert ende verleent dat soe wie van nu voirtaen in huere ambacht sal willen comen ende meester werden, denselven ambachte geven sal moeten, om dat daer mede te sustineren, drie oude scilden dair men tot heer toe maer voere gegeven en heeft twee oude scilde ende den gezworenen hueren wijn, alsoe men geplogen heeft. Item dat desgelijcx soe wie 't voirs. ambacht leeren zal willen, geven sal moeten tot desselfs ambachts behoef, drie gulden francken oft de weerde daeraf dair voere men tot heer toe maer twee francken gegeven en heeft ende den gezworenen hueren wijn, behoudelic in den voirs. pointen den vrien meesters kinderen hueren ouden rechten. Ende den amman, borgermeesteren, scepenen ende raisluden der voirs. stad van Bruessel ter tijt zijnde huere vercleeren meerderen ende minderen sonder argelist. Gedaen in 't jair XIIIIe XLVIII na Paesschen, XXVIII daghe in Meerte. Algemeen Rijksarchief. Bovengemeld Register der Statuten en Ordonnanciën. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 380]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
amman ende de bourgermeesteren, scepenen ende raidsliede der stad van Bruessel den voirg. goeden knapen van den legwerkersambachte tot huers voirs. ambachts behoef gewillecoert, geconsenteert, gegeven ende verleent in den voirs. hueren ambachte voertaen te houden, te hanteren ende te gebruyken de pointen hier navolgende opdat zij den here ende der stad als des van noede sal wesen te bat mogen dienen ende dat selve huer ambacht in eeren houden.
In den iersten dat van nu voertane in den voirs. ambachte nyemant comen noch ontfangen en sal mogen werden over meester hij en zij poerter te Bruessel. Ende of de gesworenen des voirs. ambachts yemand daerinne ontfingen over meester hij en waere poirter, soe sal elc gesworene verbueren enen guldenen rider der munten tshertogen van Bourgoignen ende van Brabant te bekeeren d'eene helicht daaraf onsen genedigen here den hertoge van Brabant ende d'ander helicht der voirs. stad van Bruessel. Nochtan sal hij poirter moeten werden eer hij 't voirs. ambacht doen sal mogen.
Item dat zoe wie van nu voertane meester in 't voirs. ambacht sal willen worden die binnen der stad van Brussel oft huerer vriheit 't voirs. ambacht niet geleert en heeft, die sal moeten geven den voirs. ambachte t' sijnder cost weert IIII guldenen riders of die weerde dairvoere ende den gezworenen twe gelten Rijnschwijns. Oec moet hij 't voirs. ambacht geleert hebben drie jair lanc in eenege vrie stad eer hij voere meester in 't voirs. ambacht sal mogen ontfaen worden.
Item wie 't voirs. legambacht binnen der voirs. stad van Bruessel oft huerer vrijheit sal willen leeren die gheen vrij meesters kynt en es van den voirs. ambachte, die sal moeten geven den voirs. amabachte (sic) tot sijnen cost weert II guldenen riders oft die weerde daervoere ende den gezworenen ene gelte Rynschwijns, indien dat hij boven XIIII nacht aen 't voirs. ambacht bleve ende hij sal 't voirs. ambacht moeten leeren drie jaer lanc, eer hij vrij meester daer af sal mogen werden. Ende als hij daerna meester in 't voirs. ambacht sal willen werden, dat hij dan den voirs. ambachte geven sal moeten noch II gulden riders ende den gezworenen een gelte Rijnschwijns behoudelic altoes den vrien meesters kinderen huere oude vrijheit ende rechten soe verre dat den gelde te gevene aengheet gelijc men die tot heer toe geplogen heeft te houdene. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 381]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item soe wat knape die buten der stad van Bruessel oft huere vrijheit 't voirs. ambacht geleert heeft, ende binnen der stad wilt comen werken ende 'd ambacht doen, die sal den voirs. ambachte moeten geven t' sijnder cost weert enen halven rider oft die weerde dairvoere, ende den gezworenen een gelte Rijnschwijns, bij alsoe dat hij 't voirs. ambacht in ene vrije stad drie jaer lanc geleert hadde ende metter hant selve gedaen, behoudelijc dien dat hij XIIII nacht sal mogen werken sonder den voirs. halven rider oft andere ongelt te betalene. Ende of hij na die XIIII nacht wrachte ende 't voirs. ambacht niet en cochte, in der manieren voirs. ende sijn meester dat niet den gesworenen cont en dade, so sal die meester verbueren enen halven rider of die weerde daervoere te bekeren dair af 'd een derden deel den here 'd ander der stad ende 't derde derdendeel den ambachte voirscr.; nochtan sal de selve cnape 't voirs. ambacht coepen moeten in der manieren voirscr. Item dat alle meesters getrouwede kinderen van den voirs. ambachte gevrijt selen wesen met drie werkenden dagen ende anders nyemant ende die selen alle moeten comen tot des ambachts boeke sael't hen stade doen behoudelic dien dat se poirters sijn maer en selen gheene meesters mogen werden noch meesterie houden, sij en selen 'd ambacht geleert hebben moeten drie jaer lang gelijc anderen die gene meesters kinderen en sijn. Item dat elc meester des voirs. ambachts enen sijns selfs getrouweden kinde 't voirs. ambacht sal mogen leeren ende daertoe enen anderen leerknape mogen houden ende niet meer, sonder argelist; soe wie de contrarie daer af dade, dat die verbueren sal also dicke als 't geviele, de boete van enen halven rider te bekeren 'd een derden deel den here, 'd ander der stad ende 't derde den ambachte voirs. Item dat nyemant van den voirs. ambachte werken en sal mogen des mergens voere die dachclocke ende des avonts na die achteiste clocke op die boete van enen halven rider te bekeren in drien als boven ende dat die gezworenen ten tijde sijnde diegene dair sij suspicie op hebben selen mogen doen comen voere den amman ende enen rentmeester van der stad om dair af hueren eet te hebbene op dat den voirs. amman ende rentmeester redeliken dunct. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 382]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Item dat de meesters van den voirs. ambachte van nu voertaen alle de linen werpten daer zij sargiën, cusbladere, sittecledere of ander werk den voirs. legambachte toehorende af maken selen om voert te vercopene, verwen selen moeten in de blauwerie ende nergens els op die boete van enen rider te bekeren in drien als boven. Ende oft die gesworenen yemene van hueren ambachte daer af calengierde die hen partie maken woude, dien selen zij mogen doen comen voere den amman ende enen rentmeester van der voirs. stad om daer af gedaen te worden alsoe 't behoeren sal.
Item dat nyemant in 't voirs. ambacht niet sijnde nuwe werck den voirs. ambachte toebehoerende binnen der stad van Bruessel oft huerer vrijheit vercopen en sal moegen noch hem dair aen generen het en zij gewaerdeert ende gesegelt also dat behoert op de boete van III riders te bekeren in drien als boven ende dat de voirs. gezworenen ten tijde zijnde deghene dat zij suspicie op hebben, selen mogen doen comen bij den amman ende rentmeester om hueren eedt te doene, behouden dien dat de vremde coepliede van buten hebben selen ende behouden hueren vrijen merctdach gelijc zij dien van outs gehadt hebben sonder calengieren. Ende soe verre in der stad eenich legwerck bracht worde om te vercopene niet segelens weert sijnde dat sal men op den vrijndag mogen vercopen op te Houtmarct ende nerghens els ende daer sal aen gescreven staen: dit 's ongewaerdeert goet. Item soe wat cnape van den voirs. ambachte sijns meesters werck liet staen sonder openbaren nootsaken te hebben oft oic spelen ginge of drinken van sijns meesters werke sonder wille ende consent sijns meesters, dat die verbueren soude telken male twe oude grote te bekeren in drien als boven, bij alsoe dat die meester sinen gesworenen daer over claegde binnen derden dage na dat hij spelen oft drincken hadde geweest. Item dat nyemant van den voirs. ambachte enich werck binnen der stad van Bruessel of huerer vrijheit gewracht ende gemaict en sal mogen leveren noch doen leveren het en sij ierst gezegelt ende gewaerdeert na der ordinantien dair op gemaict, op die boete van onderhalven rider te bekeren in drien als voere; ende soe wie enich werck gewaerdeert ende gezegelt sal willen hebben, dat hij comen sal met sinen werke te Sinte Christoffels | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 383]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat Ruysbroeck dair de segelers sitten selen om enen yegeliken te gerievene drie dage de weke, te weten des disendaigs, 's donredaighs ende tsaterdaighs van Passchen tot Bamesse tusschen VIII ende IX uren ende van Bamisse tot Paesschen tusschen IX ende X uren. Item dat elc meester alle legwerck dat hij maken sal willen om voert te vercopene, sal moeten scerrien XXIIII twiste op elke ende elken twist van XII draderen; ende soe wie anders dade, dat hij verboeren soude die boete van enen ridere van elken stucke te bekeren in drien als boven. Item soe wat leerknape binnen sinen tijde sinen meester ontginge ende van den werke bleve XIIII nachte sonder kinlike nootsaken den gezworenen van den ambachte ende sinen meester bij te bringene, dat die verbueren sal VI oude grote ende die opleggen ende betalen eer hij 't voirs. ambacht weder doen sal moghen, te bekeren in drien als voere. Ende dan soe moet die meester dat den gezworenen bijbringen binnen drie dage na dat de XIIII nacht overleden waeren ende zoe waer hij 's niet en dade, dat hij verboeren soude oic VI oude gr. te bekeren als staphans voirs. es. Item dat engheen meester van den voirs. ambachte meer dan eenen leerknape te male houden en sal mogen noch nyemanne 'd ambacht leeren het en waere sijns selfs kint dat in 't voirs. ambacht gevrijt is met III werkenden dagen, welc kint nochtan drie jaeren sal moeten leeren eer hij voere meester in 't voirs. ambacht ontfangen sal moegen werden. Item dat nyemanne van den voirs. ambachte werken en sal moghen van coehare noch van gheithare, noch van asscote van eenigerhanden beesten noch met gheenranden verbodenen garenen noch oic gheenrande werck van alsulker stoffen gemaict binnen der stad van Bruessel coepen noch vercopen al waer 't binnen Bruessel oft daerbuten gewracht op de boete van enen ponde ouder gr. te bekeren in drien als boven ende dairtoe een jaer lanc sijn ambacht moeten laten. Item dat negheen vercoeper oft vercoepersse nuwe werck den voirs. ambachte toehoerende, van binnen noch van buten gewracht, te gader leggen en sal mogen op huere vinsteren noch binnen hueren huyse te coepe, mer verscheiden leggen 'd een van den anderen op die boete van II riders te bekeren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 384]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in drien als boven. Ende soe wie oic van hen werck van buten yemanne vercochte over werck van binnen gewracht, die soude verboeren telken male die zelve boete, te bekeren als voere, ende dat d'amman ende de rentmeester dair af eens yegelijcx eet selen mogen hebben als sij 's begeren. Item dat engheen knape van den selven ambachte gheenrande werck den voirs. ambachte toehoerende nemen en sal te werkene noch verdingen noch leveren op een boete van III riders te bekeren in drien als boven alsoe dicke als 't geschiede, het en waere in den name van sijnen meester oft meestersen sonder argelist. Item dat negheen knape van den voirs. ambachte van sijns selfs garene oft stoffen werck van den voirs. ambachte werken en sal mogen noch doen werken, anders dan tot sijns selfs slitene ende dat bij wetene ende consente van sijnen meester op die boete van enen rider te bekeren in drien als boven also dicke als 't geschiet. Item dat gheen meester van den voirs. ambachte onthueren en sal mogen, ontsmeeken noch ontrecken oft doen doen enen anderen meester sijnen knape oft knapen desselfs ambachts die hij heeft binnen sijnder hueren oft oic binnen den termine dat sij hueren meester sculdich sijn te werkene op die boete van enen ridere te bekerene in drien als voren also dicke als 't geviele. Item soe wat meester van den voirs. ambachte die openbairlic in ontwette sidt, die en sal niet genieten mogen der vriheit van den ambachte soe lange hij alsoe blijft sittende. Item soe wie den gesworenen of den clerck van den voirs. ambachte leelicheit dade in worden oft in werken, in wat manieren dat waere om des voirs. ambachts wille, dat zelen sij bringen bi den here ende bi der stad die daer op versien selen na gelegenheid der zaken. Item dat nyemant van den voirs. ambachte werken en mach op sondage oft op heyle dage, die men gebiedt in de heylege kerke te vieren, op die boete van enen ridere te bekeren als boven alsoe dicke als men 't dade. Item dat negheen meester van den legwerkers ambachte ne gheens anders meesters knapen te werke en sal mogen setten die meester die dien knape soude willen te werke setten en sal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 385]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moeten den anderen meester vragen ofte hem sijn knape voldaen heeft, hetzij van gelde ofte van werke; ende waer 't dat die knape sinen meester niet voldaen en hadde, soe en soudene die ander meester niet mogen te werke setten. hij en soude dat selve moeten betalen ende voldoen eer hij den enape soude mogen te werke setten, ende soe wie des niet en dade, dat die verbueren sal enen ouden scilt te bekeren in drien als voere. Item sal den segel van den voirs. ambachte daer mede men 'd legwerck bezegelt, in 't goodshuus te Sinte Christoffels ewelic bliven liggende sonder elder geleeght te werden. Item of nyemant den ambachte sculdich waere, het waeren boeten oft eenich gelt dat den ambachte toebehoorde, dat een yegelijc dat sal moeten betalen binnen eenre maent na dat de gezworenen ten tijde sinde hem dat gemaent selen hebben, bij alsoe dat de gezworenen der boeten tevreden sijn, ende waer 't dat yemant die in 't voirs. ambacht waere, aldus niet en betaelde, dat die verbueren soude telken male als 't geviele XV lb. borse gelts te bekeren in drien als voere, ende dat de gezworenen die schout ende boeten selen moeten innen ende den here ende der stad huer deel daer af moeten betalen binnen VI weken na sinte Jansdach Baptisten. Iten selen de goede knapen van den voirs. ambachte in allen processien van der stad gaen voere 'd linenambacht sonder argelist. Item als de gesworenen gaen om des ambachts gelt of boeten inne te doen comen of oic om eeniger andere zaken die zij van des ambachts wegen vervolgen moeten, soe zelen twee gezworenen ende niet meer elc hebben twe stuvers, soe verre dat noetlic is om 's ambachts wille ende anders niet behoudelic altijt den amman ende wethouderen der stad van Bruessel ten tijde sijnde in alle den voirs. pointen huer veranderen, corrigeren, meerderen ende minderen also hen na gelegenheit der zaken gelieven sal. Actum VII Aprilis anno quinquagesimo ante Pascha. (Stadsarchief te Brussel. Register nr 1447, fol. 43-45 vo. - Cf. Wauters, op. cit., D. XV, blz. 379 nota.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 386]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 387]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1419. Gesworenen: Maes Hofman. - Jan Boydens. - Wouter Schotte. - Peter van der Brugghen. - Jan Hubeert. - Jan Tabbart. - Willem Tymmerman. - Knape: Heyn In de Zeysene.
Ontfaen in 't tapijtambacht voor meesters ende van elken 2 oude scilde: Primo Wouter Oliviers.
Dit sijn leerknapen die ontfaen sijn in 't voirs. tapijtambacht ende van elken 2 franken: Primo Willem de Clerc. - Item Willem van den Berghe. - Item Heyn Borgart.
Dese hebben huer knaepscap gecocht in 't voirs. tapijtambacht ende elc 1 1/2 frank: Primo Willem van den Zwane. - Item jan Keynoet.
Dese sijn gevrijdt in 't voirs. tapijtambacht: Primo Loenys Goetgebuer geheten Mussche. - Item Herman van Berlaer. - Item Loy WyrioenGa naar voetnoot(1). - Item Jan Zeeuwe.
1420. Gesworenen: Willem van Rode, Dieric van der Lanen, Ingel van Rons, Gielys de Loeze, Jan de Blinde. Jan Borreman, Gielys Tyelman. - Knape: Willem van Kesterbeke. Ontfaen in 't tappijtambacht voer meesters ende van elken 2 oude scilde: Primo Henric MomboirGa naar voetnoot(2).
Leerknapen ..... 2 francken: Primo Loeden van Lombeke. - Item Hennen van Wieze.
1421. Gesworenen: Heinric Bolleken, Jan van Kesteren, Jan de Wintelere, Willem de Waterbeckere, Arnt van der Schueren, Jan de Houwere, Henric van Gavere. - Knape: Jan Mussche de Jonge. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 388]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leerknapen: Item Machiel van den Borre. - Jan Familoers. - Jan Borreman. - Vranck van der Hellen.
1422Ga naar voetnoot(1). Gesworenen: Jan Mussche, Willem Malepeert, Lambrecht van Attenrode, Jan van Loevene, Jan van Droeshout, Peter van Antwerpen, Dries van Halen. - Knape: Jan de Zeghere.
Meesters: Gielys van der Verelocken.
Leerknapen: Heyn van Callenberge. - Maes van den Broeke. - Jan van den Hove. - Heyn van den Berge. - Wouter de VorsterGa naar voetnoot(2). - Laureys de Pedelere. - Jan Scheversceen. - Knapen: Jan de Moldere. Vrij in 't voirs. ambacht: Arnt de Lathouwere. - Jan de Raet. - Jan van Berlaer.
1423. Gesworenen: Jan Maten, Jan Hubeert, Maes Hofman, Henric Neels, Peter Roelants, Peter Tyelman, Claes de Moldere. - Knape: Coppen de Greeve.
Meesters: Mahieu Imbrechts. - Heyn Meys. - Jaqumaert du Casteel. - Clement Artuus. - Hector van Treieles.
Leerknapen: Amant Collay. - Lippen Mertens. - Gielys van den Eycken. - Gielys Jacops. - Peter Baus. - Peter de Clerc. - Luyck van Braechene.
Dese sijn gevrijdt in 't selve ambacht: Weyn van Wincsele. - Vranck van Yssche. - Andries de Maech.
1424. Gesworenen: Gielys de Loeze, Jan Boydens, Wouter Scotte, Jan de Witte, Jan de Man, Lieven de Visschere, Heyn Meeus. - Knape: Heyn de Drayere. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 389]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leerknapen: Ympen de Donder.
Knapen: Wouter Arturs. - Gerardyn de Pryer. - Lottyn Priers.
Dese gevrijdt in 't voirs. tappijtambacht: Peter Blassart. - Willem de Lathouwere. - Joes Werioen.
1425. Gesworenen: Jan de Wintelere, Willem Tymmerman, Willem de Waterbeckere, Claes Beecman, Loenys van Eedingen, Willem Der Kinderen, Jan Mussche. - Knape: Moen Haencray.
Meesters: Claes Crokart. - Jan Amery.
Leerknapen: Jan van Halle. - Jan de Donder. - Jan Steevens. - Jan van der Vuerclocken. - Ingel van den Kerchove. - Gielys Stroelens. - Luyck Wijngart.
Knapen: Johan le Zouene. - Johan Eskierchyn.
1426. Gesworenen: Jan Mussche d'oude, Willem Malepeert, Jan van Droeshout, Peter van Antwerpen, Jan Tabbaert, Gielijs de Zeegere, Jan de Vos. - Knape: Goesen Platteborse. Meesters in 't tappijtambacht ende in 't groot ambacht: Jan van Boutsvoirt. - Peter LoedewijxGa naar voetnoot(1). - Jan van Eerchebroeck.
Leerknapen in 't tappijtambacht: Jan de Goutsmet. - Jan Brulant. - Jan van der Smessen. - Arnt Ghisels. - Jan Dierix. - Otte de Witte - Jan Goedens.
Knapen in 't tappijtambacht: Laureys Waelravens. - Gielys van der Moezen.
Vrij in 't groot ambacht ende tappijtambacht: Jan de Ruepere. - Coppen Hoerbout. - Joes Weryoen. - Jan de Coeninc.
1427. Gesworenen. Willem van Rode, Gielys Mouwe, Arnt van der Schueren, Dries van Halen, Peter Stijfhals, Heyne in de Seysen, Jan Beecman. - Knape: Loeden de Drayere. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 390]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meesters: Jan Goddaert.
Leerknapen: Jan de Man. - Roelant Bortoen. - Jan van Wezemale. - Hubrecht Thoemaes. - Peter de Leneere. - Peter Otterman. - Peter van Rode. - Jan Tres. Vrij in 't groet ambacht ende tappijtambacht: Jan van Fayt. - Bertel de Loeze. - Coppen de Moldere. - Neel de Zoemere.
1428. Gesworenen: Jan Maten, Jan Hubeert, Henric Meeus, Peter Tyelman, Jan de Man, Jan de Moytelere, Jan Noyden. - Knape: Gielys van den Winckele.
Meesters: Merten PennysGa naar voetnoot(1).
Leerknapen: Theeus van Overbeken. - Sanders MomboirGa naar voetnoot(2). - Gielken van der Cautieren. Vrij: Goeden Malsteen.
1429. Gesworenen: Willem Der Kinderen, Loenys van Eedingen, Claes Beecman, Claes de Moldere, Willem de Hoedemakere, Peter de Drossate, Jan Droegbosch. - Knape: Moen Ingels. Meesters: Jaqumaert du Chasteel. - Henric Vranx. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 391]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leerknapen: Heinric Zegers. - Gielys Leitentier. - Mathijs de Duyck. - Willem Crabbe. - Peter Pannys. - Gielys de Coster. - Lippen Wageman. - Willem Goetman. - Gielys Achtscellinc. - Jan van Bygaerden. - Claes de Baertmakere.
Knapen: Pieret Scroe. - Heyn van Henegouwe geheeten Zegers. - Mathys Houtman van Dyest. - Gielys van Wettert. - Bouden van Wettert. Vrij: Jan van Polsbroeck. - Loeden Huychs. - Jan MomboersGa naar voetnoot(1). - Willem van Ypensele.
1430. Gesworenen. Lambrecht van Attenrode, Jan van Droeshout, Willem van Hamme geheten Tymmerman, Peter van Antwerpen, Jan de Vos, Jan de Faytere, Gheert van Leeuwe. - Knape: Jan Adaems.
Meesters: Huyge Meylinc. - Gielys Pannys.
Knapen: Jan van Dyest. - Pauwels van den Hove. - Maes Oyse. - Robbijn van Atrecht.
Leerknapen: Loeden de Leneere. - Peter Gheerts. - Roelant de Maerschale. - Peter de Cantere. - Jan Heyeman. - Jan de Boem. - Jan van Nederhem. - Jan van Voshem. Vrij in 't groot ambacht ende in 't tappijtambacht. Arnt van den Hove. - Andries Moroyen Boutsvoirtsoen. - Adaem Beecman.
1131. Gesworenen: Thomas Hofman, Henric Neels, Henric In de Seysene, Peter Roelants, Andries van Halen, Jan van Boesdalen, Gielys van den Winckele. - Knape: Jacop Noydens.
Meesters: Gielys van der Moezen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 392]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leerknapen: Jan de Husemakere. - Jan van den Partegate. - Arnt van der Dussen. - Claes van Yelingen. - Jan Gheerts. - Jan Sindaels. - Floreys van Volxhem. - Gummaer van der Cautieren.
Knapen: Jan Otteman. - Andries van Vyleer. - Reynere Vernyen. - Jaspar van den Borre.
Vrij in 't groot ambacht ende in 't tappijtambacht. Merten Tymmerman. - Oriaen Beecman.
1432. Gesworenen: Jan Hubeert, Heinric Meeus, Jan de Moyteleere, Peter Tyelman, Jan Noyden, Jan van den Winckele, Loedewijck de Drayere. - Knape: Jan de Man.
Leerknapen: Laureys de Knoop. - Claes Crabben. - Gielys Loytentier. - Joes de Wale. - Torren de Meyere. - Loeden de Leneere. - Joerys Marissis. - Roelof Garniers. - Arnt van der Dussen.
Knapen: Otte de Witte. - Jan Artus. - Augustyn van der Moelen. - Henric Brenincs. - Rogier Hullens. - Jan Oviers.
1433. Gesworenen: Arndt van der Schueren, Huyge van den Hove, Loenys van Eedingen, Willem Der Kinderen, Jan Droechbosch, Jan de Zeegere, Jan Schenkel. - Knape: Joes Scoyl.
Leerknapen: Willem de Vos. - Jan Magerman. - Jan de Buegere. - Steven van den Bossche. - Joes van der Schueren. - Gielys van Everingen. - Jan de Puesel. - Machiel van der Moeyen.
Knapen: Jan Pale. - Matheeus van den Grave. - Jan Imbrechts. - Jan de Vondere. - Willem van Ophem. - Lambrecht van den Wijere. - Peter de Cupere.
Vrij in 't groot ambacht ende in tappijtambacht. Peter van der Riest. - Gielys de Knot Peters soen.
1434. Gesworenen: Lambrecht van Attenrode, Jan van Droeshout, Peter van Antwerpen, Jan Mussche, Jacop de Greeve, Gielys Boene, Jan Adaems. - Knape: Gielys Brocman. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 393]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meesters: Peter Bonesijs.
Leerknapen: Hennotyn Longe. - Jan van Uutberge. - Heine van Callenberge. - Jan Reynbouts de Jonge. - Thoenys Pennys. - Rombout de Vleeschouwere. - Arnt Robbens.
Knapen: Jan de RaveGa naar voetnoot(1). - Laureys Zegers. - Wouter van Assche. - Peter van Ruelingen. - Heine van den Beekeren. - Jan van Moelenbeke.
Vrij in 't groot ambacht ende in 't tappijtambacht. Willem ClottaertGa naar voetnoot(2). - Gielys Deertwinne. - Ghys HannemanGa naar voetnoot(3). - Willem Hanneman. - Jaspar de Cock.
1435. Gesworenen: Willem de Waterbeckere, Jan de Man, Henric In de Seysene, Andries van Halen, Gielys van den Winckele, Jan de Doder, Jacob Noyden. - Knape: Willem Valenchijn.
Leerknapen: Jan de Jonge. - Laureys Pickaert. - Jan de Loeze. - Daneel van der Nederalphene. - Wouter van Vroenhoven. - Gielys de Mesmakere. - Jan van Bevere. - Pauwels Vermen. - Machiel Pennys. - Willem van den Voerde. - Mathys de Heelt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 394]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Knapen: Wouter van der Sport. - Quinten van Moelenbeke. - Jan de Crete.
Vrij in 't groot ende tapijtambacht: Jan Mussche. - Jan de Rose. - Claes Tricon. - Jaspar van der Hulst. - Jan van Eedingen. - Heine Valenchijn.
1436. Gesworenen: Willem Tyelman, Peter Tyelman, Jan Noyden, Jan van Boesdael, Jan van den Winckele, Jan van Yssche, Cornelys Galloys. - Knape: Godewaert Dullebout.
Meesters: Laureys van Ingelant.
Leerknapen: Gielys van den Ynde. - Jan Jacops. - Gielys van Horenbeke. - Jan van Berlaer.
Knapen: Bouden de Luyck.
Vrij in 't groot ambacht ende in tappijtambacht: Ingel Zwaluwe. - Henric Neten. - Willem Neten. - Meeus Sceepe.
1437. Gesworenen: Huyge van den Hove, Jan van Nyvele geheeten Hubeert, Gielys Tyelman, Jan de Zeeghere, Jan Droeghbosch, Willem Der Kinderen, Symoen Pollepel. - Knape: Joes Schoyl.
Leerknapen: Jan Struyve. - Ghijs de Riest. - Stassyn de Joncoy. - Gielys van Malle. - Heine de Vos.
Knapen: Gielys Strael. - Jacop van Thienen.
1438. Gesworenen: Arnt van der Schueren, Jan Mussche, Jacop de Greeve, Jan Adaems, Gielys Boene, Peter Roelants, Gielys de Dobbelere. - Knape: Jan van Beygem.
Leerknapen: Gielys de Raet. - Joos Goessens. - Jan van den Broeke.
Knapen: Willem Tymmerman. - Jan de Beckere. - Herry Judei. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 395]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1439. Gesworenen: Willem Malepeert, Jan van Droeshout, Peter van Antwerpen, Loenys van Eedingen, Henric In de Seysene, Gielys van den Winckele, ende in de stad van hem Gheert Wellens ende Jan van Leeuwe. - Knape: Jan van Gembloers.
Meester: Reynere Vernyden.
Leerknapen: Jan Roels. - Stoffels Roels. - Jan van der Moelen. - Peter Bosteel. - Arnt Naes. - Willem YmbrechtsGa naar voetnoot(1). - Peter van den Boghaerde. - Jan de Foytere. Vrij: Jan Clottaert WillemssoenGa naar voetnoot(2).
1440. Gesworenen: Peter Tyelman, Jan van Boesdale, Jan de Doder, Jan van den Winckele, Cornielys Galoys, Jan Borreman, Jan de Waterbeckere. - Knape: Jan de Scheepere.
Meesters: Jan de RaveGa naar voetnoot(3). - Arnd Mussche.
Leerknapen: Jan Appelman. - Heine Bogaert. - Adriaen Coele. - Loenys Broecman. - Jan Doneyn. - Thomaes Cortoys. - Arnt Maroyen. - Peter Weyts. - Gielys de Smet. - Jan van Welle.
Knapen: Kerstiaen de Greeve. - Jan van Rabosch. Vrij: Jan de Ridder de Jonge.
1441. Gesworenen: Jan geheten Droeghbosch, Jan geheten Noyden, Gielys geheten Tyelman, Roelant Speke, Jan van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 396]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beygem, Henric de Muntere geheten de Moldere, Geldolf de Doder. - Knape: Ingel geheten Droeghbosch.
Meester: Ingel van Callenberge.
Leerknapen: Jan de Splintere. - Henric van Lombeke. - Henric van Yelingen. - Jan Scellinc. - Gielys van der Beken. - Willem Pijckman. - Karele Nyenan. - Heine van den Bossche. - Jan de Roucke. - Willem Maes - Arnt Steevens. - Gielys de Kimp.
Knapen in 't Legambacht: Sebastiaen van den Heetvelde. - Jan van der Cammen. - Gielys de Wonder. - Heine de Rave. - Jacop van der Zee. Vrij: Gielys van den Putte. - Willem Storm.
1442. Gesworenen: Andries van Halen, Jan de Zagere, Jacop Noyden, Willem Valenchijm, Laureys Pardick, Jan Pollepel, Godevaert Dullebout. - Knape: Symoen Ingels.
Meester: Jan Steevens
Leerknapen: Matheeus van Cariloe. - Daneel de Smet. - Symoen de Deeken. - Seger Goerys. - Dierick Baten. - Gielys Weke. - Jan Loenys. - Vrancke van Waelborre. - Jan Berniers. - Jan de Drossate.
Knapen: Jan van der Donck. - Jaquemaert Tussaert. - Jan Tussaert. - Claes van den Bossche geheeten van Bersele. - Jan van Wavere. - Jan de Vreede.
Vrij: Peter Goddaert. - Jan van den Borre. - Sarteel van der Mozen.
1443. Gesworenen: Loenys van Eedingen, Jan de Moytelere, Jan Beecman, Jan Adaems, Gielys de Dobbelere, Jan van Gembloers, Merten van Rodenbeke. - Knape: Willem de Blaere. |
|