Kleine verscheidenheden.
79. - Hem (zich) vercleeden met enighen brudecome.
Krachtens eene ordonnantie van schepenen der stad Iperen, van 31 Maart 1371, was het eenieder verboden, zich met eenigen bruidegom te ‘vercleeden’, zoo hij niet vader, broeder of zoon van dezen of van de bruid was. Aan degenen die de bruid zouden opleiden, was zulk ‘vercleeden’ ook toegelaten.
Wat moet door dit ‘Vercleeden’ verstaan worden? Daardoor, meenen wij, wordt eenvoudig bedoeld het verbod, voor allen, buiten de door de wet gemaakte uitzonderingen, zich, ter gelegenheid van een huwelijksfeest, ‘ruebes ou parures’, zooals beneden, te laten maken. Zou Zich vercleeden in den grond niet beteekenen Zich in 't nieuwe steken, geheel in 't nieuwe steken; Fr. s' Habiller de neuf? De tekst luidt:
L. Gilliodts-van Severen, Cout d'Ypres. II, 219: ‘Vort es gheordineert dat niement hem vercleeden moet met enighen brudecome te zinen huwelike, zonder vader, broeder of 't kint van den brudecome of van der bruut, ende die de bruut leeden zouden, up x lb. van elken persoon diere meide vercleet zoude zijn.’
In Hem (zich) vercleeden met enighen brudecome heeft men, ten onrechte, de ‘Mariage avec ravestissement’ gezien, d.i. het huwelijk met ‘ravestissement entre deux conjoints’, of met ‘don mutuel’ (Dupin et Laboulaye, Glossaire de l'ancien droit français, Paris, 1846, vo Ravestissement). Jammer genoeg, zijn, bij bedoelde uitlegging, de woorden ‘of van der bruut, ende die de bruut leeden zouden’ in de pen gebleven, juist die, welke van het verkeerd opvatten van den tekst moesten vrijwaren.
Welnu, de beteekenis van ons Vercleeden is duidelijk op te maken, uit het hieronder volgend artikel van ‘Che sont les keures des mariages’, den 18 Maart 1295, door de schepenen van Iperen uitgevaardigd:
Id, op. cit, II, 48: ‘Quiconques feroit ruebes ou parures pour le raison des nueches seroit à x 1b., se n'est li espouseis et li espousée, et li doi ki le mainent au moustier et li doi ki le ramainent.’