II.
Karel Boury-fonds.
(Art. 6 van het Koninklijk Besluit van 22 Januari 1909.)
Geldelijke toestand.
Ontvangsten.
1909. 9 Februari. Rent 1908, 12 Maart-1n Juli |
Fr. 76.04 |
9 Februari. Rent 1908, 1n Juli-31 December |
Fr. 125.00 |
27 September. Rent 1909, 1n Januari-30 Juni |
Fr. 125.00 |
1910. 2 Februari. Rent 1909, 1n Juli-31 December |
Fr. 125.00 |
4 Februari. Intresten op de Spaarkas, jaar 1909 |
Fr. 6.20 |
9 Juli. Rent 1910, 1n Januari-30 Juni |
Fr. 125.00 |
1911. 6 Januari. Rent 1910, 1n Juli-31 December |
Fr. 125.00 |
|
_____ |
|
Fr. 707.24 |
***
Aldus voorgelezen in de Commissie-vergadering van den 15 Februari 1911, en goedgekeurd door de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde.
NAMENS DE COMMISSIE:
De Leden: J. Obrie, W. de Vreese, Is. Teirlinck.
De Voorzitter, Jac. Muyldermans.
De Ondervoorzitter, J. Mac Leod.
De Secretaris, Th. Coopman.
Goedgekeurd door de Koninklijke Vlaamsche Academie:
De Onderbestuurder, Jac. Muyldermans.
De Bestuurder, Is. Teirlinck.
De Bestendige Secretaris, Edw. Gailliard.