| |
| |
| |
Vergadering van 19 October 1910.
Aanwezig de heeren: Prof. Ad. de Ceuleneer, bestuurder, Is. Teirlinck, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Prof. Dr. Willem de Vreese, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Prof. Dr. C. Lecoutere en Victor Dela Montagne, werkende leden;
de heeren Omer Wattez en Dr. Is. Bauwens, briefwisselende leden.
De heeren Dr. H. Claeys, Th. Coopman en Mr. Edw. Coremans, werkende leden, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de September-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
***
De Heer Bestuurder richt daarna tot de Vergadering de volgende toespraak, ter herinnering aan het buitenlandsch eerelid der Academie, den geleerden heer Prof. Dr. Ernst Martin, die den 13 Augustus te Straatsburg overleed:
Mijne Heeren,
De Academie heeft alweer een droevig verlies ondergaan door het afsterven van Dr. Ernst Martin, professor aan de hoogeschool te Straatsburg, aldaar den 13 Augustus overleden.
Dr. Martin werd in 1898 tot buitenlandsch eerelid verkozen. De Academie wilde aldus zijn groote verdienste erkennen op het gebied der Nederlandsche taal- en letterkunde en
| |
| |
vooral hulde brengen aan zijne studies over den Reinaert, welke hoog gewaardeerd worden. In Duitschland had Dr. Martin zich grooten roem verworven door zijne werken over de dialecten van den Elzas en ook door zijne Mittelhochdeutsche Grammatik, die niet minder dan 13 uitgaven beleefde. Pas eenige maanden geleden had Dr. Martin onze Koninklijke Instelling een belangrijk fragment van een leerdicht van 120 versregels medegedeeld, dat door de zorgen van ons geacht medelid Prof. Dr. Willem de Vreese binnen kort zal uitgegeven worden.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Ministère de l'Intérieur et de l'Agriculture. Annuaire statistique de la Belgique. Quarantième année. 1909. Bruxelles, 1910.
Bibliothèque coloniale internationale. Institut colonial international. Bruxelles, 9e série. L'enseignement aux indigènes. Documents officiels précédés de notices historiques. Tome II. Colonies françaises (suite). Madagascar. - Indo-Chine. - Colonies britanniques. Bruxelles, 1910.
Kurth (G.). - Académie Royale de Belgique. Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et Classe des Beaux-Arts. Mémoires, collection in-8o. Deuxième série, tome VII, fascicule II Etude critique sur Jean d'Outremeuse, 107 p. Bruxelles, 1910.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, nos 7-8, 1910. - Id. Bulletin de la Commission Royale d'Histoire, no 3. 1910. - Id. Prijskamp voor 1913 en bestendige prijskampen. - Bibliographie de Belgique, 1910. Première partie: Livres, nos 15-16; Deuxième partie: Publications périodiques, nos 15-16; Bulletin mensuel des sommaires des périodiques, nos 3-6, 1910. - Bulletin des Commissions Royales d'Art et d'Archéologie, nos 5-9, 1910. - Bulletin des Musées Royaux, no 7, 1910. - Arbeidsblad, nr 16, 1910. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nr 8, 1910.
Door de Société d'Emulation, te Brugge:
Heysse (Aubain). - Tabulae capitulares almae provinciae sancti Joseph, in comitatu Flandriae ordinis Fratrum Minorum Recollectorum (1629-1796), éditées par le P. Aubain Heysse, frère-mineur de la province de Saint-Joseph en Belgique. Bruges, 1910.
Annales de la Société d'Emulation, no 3, 1910.
| |
| |
Door de Konigliche Gesellschaft der Wissenschaften, te Göttingen:
Nachrichten. Philologisch-historische Klasse. 1910. Heft 2.
Door de Académie Impériale des Sciences, te St.-Petersburg:
Bulletin de l'Académie Impériale des Sciences de St. Pétersbourg. VIe série, 15 Sept. nos 12-13, 1910.
Door den heer Edw. Gailliard, bestendigen secretaris der Academie:
Huldeblijk aan Karel Lybaert. Zondag 27 Februari 1910. Feestalbum. Z. pl. of j. (Gent, 1910.)
Door den heer Karel de Flou, werkend lid te Brugge, namens den heer Marcel Lanselle, eigenaar te Saint-Omer:
Historie der Dichters overgeset van het Latyn in het Vlamsch door B. Bieswal. Eersten Boek, 1772. (Handschrift.)
Door den heer Jan Broeckaert, werkend lid te Dendermonde:
Broeckaert (Jan). - De Jaar- en Weekmarkten van Dendermonde door Jan Broeckaert Dendermonde, 1910.
Statuten van het Ambacht der vleeschhouwers van Dendermonde.
De Broederschap der H. Dorothea in de O.L. Vrouwkerk van Dendermonde.
(Drie overdrukken uit de Gedenkschriften van den Oudheidkundigen Kring der Stad en des voormaligen lands van Dendermonde. Tweede reeks, dl. XIV.
Door den heer Georges Margot (Ferd. Daumont), student te Leuven:
Margot (Georges). - Etude sociale sur le mouvement flamand. Le Flamand à l'Université. Louvain, 1910.
Door den heer J L.M. Eggen, advocaat te Gent:
Hachez (N.). - Université de Gand Recueil de travaux publiés par la Faculté de Philosophie et Lettres. 40me fascicule. Essaxi sur le délit de sacrilège en droit français jusqu'à la fin du XVe siècle, par Norbert Hachez, Docteur en Philosophie et Lettres, Avocat à la Cour d'Appel de Bruxelles. Publié par J.L.M. Eggen, Avocat à la Cour d'Appel de Gand. Gand, 1910.
Door den heer August Lamerant, priester te Ieperen:
Lamerant (August). - Vereenvoudiging der Schrijftaal, door August Lamerant, pr. Yper. Sint-Niklaas, 1910. (Uittreksel uit Christene School van 15 Februari en 1 September.)
Door de Redactie:
Museum. Maandblad voor Philologie en Geschiedenis, nr 1, October 1910. - Oudheid en Kunst, nr 3, 1910. - Het Boek, Maandschrift uitgegeven door het Syndikaat der Boeknijverheden van Oost-Vlaanderen, nr 9, 1910. - Onthouding (Student-Onthouder, nr 8), nr 3, 1910.
| |
| |
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Gheyn (J. van den). - Histoire de Charles Martel. Reproduction des 102 miniatures de Loyset Liédet (1470), par J. van den Gheyn, S.J., conservateur des manuscrits à la Bibliothèque Royale de Belgique. Bruxelles, 1910.
Brassinne (Joseph), docteur en sciences historiques, premier sous-bibliothécaire de l'Université de Liège. - Catalogue des Manuscrits légués à la Bibliothèque de l'Université de Liège par le Baron Adrien Wittert. Liège, 1910.
Nuyens (A.). - Nuovo dizionario Italiano-Olandese e Olandese-Italiano. Con riguardo speciale alle espressioni tecniche del commercio, delle scienze, dell' industria, delle arti, della politica etc. di A. Nuyens. Parte prima. Italiano-Olandese. Gouda, z.j.
De Gids, October 1910.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid nrs 8-9, 1910. - Nederlandsch Archievenblad, nr 1, 1910-1911. - Biekorf. nr 19. 1910. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Aug. en Sept., 1910. - St. Cassianusblad, nr 10; Bijvoegsel. nr 16, 1910. - De Katholiek, Oct. 1910. - Onze Kunst, Oct. 1910. - De Maasgouw, nrs 4-5. 1910. - Het Katholiek Onderwijs, nrs 11-12, 1910. - De Opvoeder, nrs 26-27, 1910. - De Opvoeding, nr 10, 1910. - Christene School, nrs 21-23, 1910. - De Schoolgids, nrs 38-41. 1910. - Studiën, nrs 1-3, 1910.
Ingekomen brieven. - Vervolgens stelt de Bestendige Secretaris de Academie in kennis met de volgende ingekomen brieven:
1o) Afsterven te Straatsburg, van Dr. Ernst Martin, buitenlandsch eerelid. - Brief van 12 October, waarbij de Weled. heer E. Martin, uit Straatsburg, de Koninklijke Vlaamsche Academie bericht, dat de heer Professor Dr. Ernst Martin, buitenlandsch eerelid der Academie, den 13 Augustus te Straatsburg overleden is.
| |
| |
- Op voorstel van den Heer Bestuurder, neemt de heer Prof. Dr. Willem de Vreese aan, zich voor het Jaarboek met het levensbericht van den betreurden overledene te belasten.
2o) Marnix' Byencorf: Verhandeling door den heer P.L. van Eck Jr., leeraar in de Nederlandsche Taal- en Letterkunde te 's-Gravenhage, aan de Academie ter uitgave aangeboden. (Zie Verslagen en Mededeelingen, 1909, Register van zaken, blz. 954.) - Brief van 28 September, waarbij de heer P.L. van Eck Jr zich, zeer tot zijn leedwezen genoodzaakt ziet de Koninklijke Vlaamsche Academie te berichten, dat hij aan zijn plan geen uitvoering kan geven. Door veranderde omstandigheden heeft hij te weinig tijd over, om zulk een omvangrijken arbeid te kunnen volbrengen.
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
Uitgaven der Academie: Verzending der uitgaven van 1n April tot 30 September van de pers gekomen: a) Zuid-Oostvlaandersch Idioticon, door Is. Teirlinck. - b) De statistische methode in de Plantkunde en hare toepassingen op de studie van den invloed der levens-voorwaarden, door Dr. C. de Bruyker. - c) De geschiedkundige oorsprong van den aflaat van Portiunkula, door Dr. A. Fierens. - d) Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd, 1879-1882, door Th. Coopman en Jan Broeckaert (8ste deel).
Den 17 October werden door de zorgen van den Bestendigen Secretaris de bovenvermelde uitgaven aan de Buitenlandsche Eereleden der Academie gestuurd, alsmede - hetzij alle, hetzij enkele er van - aan 5 ministeriën in België, aan 40 genootschappen, boekerijen en onderwijsinrichtingen hier te lande; aan 30 openbare boekerijen, hoogescholen en letterkundige
| |
| |
genootschappen uit den vreemde, en aan 34 bijzondere personen, zoowel in het binnen- als in het buitenland.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. - De heer Karel de Flou, secretaris, legt het hierondervolgende verslag ter tafel, over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. Willem de Vreese, voorzitter; Jan Broeckaert, ondervoorzitter; Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Edw. Gailliard, Jhr. Dr. Karel de Gheldere en Prof. Dr. C. Lecoutere, leden, en K. de Flou, secretaris.
De Vergadering gaat over tot de verkiezing van voorzitter, ondervoorzitter en secretaris voor het tijdstip 1n Januari 1911 tot 31n December 1912. Worden verkozen: de heeren Jan Broeckaert, tot voorzitter, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, tot ondervoorzitter en K. de Flou, tot secretaris.
Kleine verscheidenheden. Vervolgens geeft de heer Edw. Gailliard lezing van een studie over de uitdrukkingen Ghedeelde cleederen en Gheminghede cleder en deelt hij de volgende stukjes mede: Hoeyken, Hoeyken ofte Crans, Onze lieve Vrauwe Hoedekin en Roosenhoeyken; - Heer ende meester (Eigenaar, fr. Propriétaire); - Hooftleeringe of Hoofftleeringhe; - alsook Onredelike Wandelinge.
De Vergadering beslist, die stukjes in de Verslagen en Mededeelingen te laten opnemen. - (De Academie keurt die beslissing goed.)
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde. - De heer Is. Teirlinck, waarnemende secretaris, legt het hierondervolgende verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden:
Waren aanwezig de Heeren Prof. Dr. W. de Vreese, voorzitter, Dr. Jac. Muyldermans, ondervoorzitter, Prof. Mr. Julius Obrie en Is. Teirlinck, leden.
| |
| |
De Heer Teirlinck neemt op zich om voorloopig den heer Coopman, secretaris, door ziekte tijdelijk belet, te vervangen.
De Commissie stelt voor als candidaten voor de openstaande plaats (die van den Heer Hansen):
1ste candidaat, den heer Dr. L. Simons;
2de candidaat, den heer Jan Bols.
Worden benoemd voor het tijdstip 1n Januari 1911 tot 31n December 1912, tot voorzitter, de heer Dr. Jac. Muyldermans; tot ondervoorzitter, de heer Prof. Dr. Julius Mac Leod.
De heer Th. Coopman wordt opnieuw tot secretaris verkozen.
| |
Dagorde.
Lezing van den heer Dr. Jac. Muyldermans: Recht en Reden. - De heer Dr. Muyldermans geeft, onder de benaming Recht en Reden, eene toelichting bij zijne vroegere Beschouwingen over de Uitspraak onzer Taal. Hij stelt nog eens vast, hoe hij van het stelsel van Ternest uitgaat, doch met hem ook wil aangenomen of geduld zien in de uitspraakleer: ‘die eenige lichte uitzonderingen, waarin het erkende betere en onzen luchtigeren landaard van ouds eigene wordt gehandhaafd’. Hij weert het verwijt af alsof hij de Brabantsche uitspraak als de eenige goede en wenschelijke zoude voorstaan, en, naar Jan David, legt hij uit hoe b.v. de uitspraak der scherplange e's en o's moet verstaan worden. Met het gezag van Noord-Nederlanders verdedigt hij het behoud van het verschil in de uitspraak dier zachten scherplange klinkers. Zulke nuanceering neemt de eenheid van taal niet weg. Zooals men thans het beschaven der uitspraak hier te lande aansteekt, is er gevaar voor een verkeerden weg in te slaan, zegt de spreker. Onrechtvaardig ware 't te beweren, dat er voor de beschaving der uitspraak in België niet geijverd werd; wat men ook zegge, daar bestaat eene overlevering, er bestond regelmatige werking. De heer Muyldermans beroept zich o.a. op Ternest, Heremans, Van Beers
| |
| |
en Sleeckx, wier gezag ten bewijze men hem betwist had. Tal van opwerpingen raakt hij in 't voorbijgaan aan. Hij weidt er ten slotte over uit, hoe het invoeren der zoogezeide beschaafde uitspraak regelrecht tot het Kollewijnsch en tot een nieuwen spellingsoorlog voert.
- De lezing van Dr. Muyldermans geeft aanleiding tot eene bespreking waaraan de heeren Prof. Dr. Willem de Vreese, Prof. Dr. C. Lecoutere en Spreker deelnemen.
- Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Academie, dat de lezing van den heer Muyldermans in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|