Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1909
(1909)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 713]
| |||||||
Vergadering van 4 Augustus 1909.Aanwezig de heeren: Prof. Dr. W. de Vreese, bestuurder, Prof. A. de Ceuleneer, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris; de heeren Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Des Claes, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Gustaaf Segers, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos. Prof. Dr. Julius Mac Leod, Is. Teirlinck en Prof. Dr. C. Lecoutere; de heer Omer Wattez, briefwisselend lid. De heeren Dr. H. Claeys, Jhr. Mr. Nap. de Pauw en Mr. Edw. Coremans, werkende leden, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Juli-vergadering, dat wordt goedgekeurd.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Woordenboek der Nederlandsche Taal. Negende deel, tiende aflevering (Nachtmaal-Naturaliën), bewerkt door Dr. A. Kluyver. 's-Gravenhage en Leiden, 1909. Loquela van Guido Gezelle, tot Woordenboek omgewerkt. Aflevering 12. Antwerpen, z.j. (1909.) Boyens (J.). - Bibliothèque de la Faculté de Philosophie et Lettres de l'Université de Liège, Fascicule XVIII. Grammatica linguae graecae vulgaris, communis omnibus Graecis, ex qua alia artificialis deducitur, peculiaris eruditis et studiosis tantum per Patrem Romanum Necephori, Thessalonicensem, Macedonem, éditée d'après le ms. 2604 (Fonds grec) de la B.N. de Paris, par J. Boyens, professeur à l'Athénée Royal de Tournai. Liège, 1908.
Tijdschriften. - Bibliographie de Belgique, 1909. Première partie: Livres, no 12; Deuxième partie: Publications périodiques, | |||||||
[pagina 714]
| |||||||
no 12; Bulletin des Sommaires des périodiques, nos 4-5. - Le Musée belge, no 2, 1909. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nos 6-7, 1909. - Revue Sociale Catholique, nos 9-10, 1909. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, nr 6, 1909. - Bulletin des Musées royaux, no 7, 1909. - Arbeidsblad, nrs 11-12, 1909. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nr 6, 1909.
Door den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas, te St.-Niklaas: Annalen van den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas, 26ste deel, Juli 1909. (Zelfde titel in het Fransch.) Saint-Nicolas, s.d.
Door de Société d'Emulation, te Brugge: Annales de la Société d'Emulation de Bruges. Revue trimestrielle pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre. Tome LIX de la collection. 2me fase., Mai 1909. Bruges, 1909.
Door de Société liégeoise de Littérature wallonne, te Luik: Annuaire de la Société liégeoise de littérature wallonne, 1909. no 22. Liège, 1909.
Door het Comité central d'organisation: Congrès international des archivistes et des bibliothécaires. Bruxelles 1910. Documents préliminaires.
Door het Comiteit: Coremans' Wet en Hunne Hoogwaardigheden de Bisschoppen van België. Antwoord aan ‘Bien Public’. Antwerpen, 1909.
Door Philologisch-historische Klasse der Königlich Sächsischen Gesellschaft der Wissenschaften, te Leipzig: Seeliger (G.). - Studien zur älteren Verfassungsgeschichte Kölns, zwei Urkunden des Kölner Erzbischofs von 1169, von Gerhard Seeliger. Des XXVI. Bandes der Abhandlungen der philologisch-historischen klasse der Königl. Sächsischen Gesellschaft der Wissenschaften, No III. Mit einem Plane von Köln. Leipzig, 1909. Berichte über die Verhandlungen der Königlich Sächsischen Gesellschaft der Wissenschaften zu Leipzig. Philologisch-historische klasse. Sechzigster Band, 1908. IV-VIII. Leipzig, 1908.
Door de Reale Accademia dei Lincei, te Rome: Rendiconti della Reale Accademia dei Lincei, Classe di Scienze morali, storiche e filologiche. Seria Quinta. Vol. XVII, fasc. 10e-12e e Indice del Volume. Roma, 1908.
Door den heer Dr. P.J. Blok, hoogleeraar, buitenlandsch eerelid der Academie, te Leiden: Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, verzameld en uitgegeven, vroeger door Mr. Is. An. Nijhoff, P. Nijhoff, | |||||||
[pagina 715]
| |||||||
Dr. R. Fruin en Dr. P.L. Muller, thans door Dr. P.J. Blok, hoogleeraar te Leiden 's-Gravenhage, 1909.
Door Z. Em. den Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen: La Vie diocésaine, Bulletin du Diocèse de Malines. Tome III, fascicule VII. - Documenta II, Juillet 1908.
Door den heer D. de Somviele, archivaris der stad Thielt: Den Theater des Bedroghs ofte de listige onstantvastigheyt des werelts: voerende voor jaer-schrift Wat WonDer DeeL ‘Is 't aersCh thooneeL' Waer Dat geWIs’ geen stant en Is. Aengewesen Door verscheyde Historiën, Geschiedenissen, Jaer-schryvende Sinnebeelden; voor desen noyt gedruckt in onse Neder-lantsche Taele. Verciert met vele Schoone kopere Plaeten. Den eersten druck. Uytgegeven Door M.F. Vermeren. Tot Brussel, By Jacob vande Velde Boeck-drucker ende Boeck-verkooper, bij 't groot Beggynhof, in S. Augustinus.
Delfortrie (E.-J.). - Mémoire sur les analogies des langues flamande, allemande et anglaise, ou Etude comparée de ces idiomes, en réponse à la question suivante: Constater les analogies que présentent les langues flamande, allemande et anglaise, malgré les modifications qu'elles ont subies, et rétablir la signification des mots tombés en désuétude dans Vun de ces idiomes par celles qu'ils ont conservée dans un autre; par E.-J. Delfortrie, président du Collège de Marie-Thérèse et professeur à la Faculté de Philosophie et Lettres à l'Université de Louvain. (Ouvrage couronné le 11 mai 1857.) Op het titelblad staat het volgende met potlood bijgeschreven: ‘Exemplaire composé d'épreuves, avec notes manuscrites de l'auteur’.
Door den heer Edw. van Speybrouck, kunstschilder, te Brugge: Speybrouck (E. van). - Edward van Speybrouck, Brugge 1909. Bijlage bij de laatste geillustreerde uitgave der brochure: Eenige trekken uit het leven van den Zeer Eerwaarden Pater Paul van Moll, benedictijner monnik (1824-1896). Z. pl. of j.
Door den heer Dr. A.-J.-J. Vandevelde, te Gent: Vandevelde (Dr. A.-J-J.). - Koninklijke Vlaamsche Academie. Uitgave van het Van de Ven-Heremans'-Fonds, nr 5. Het water in het dagelijksch leven, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Chemisch en Bacteriologisch Laboratorium der stad Gent, professor aan het Hooger Instituut voor Gistingnijverheden, leeraar aan de Beroepsschool voor Voeding, algemeen secretaris van de Internationale Commissie tot Eenwording der Methoden van Levensmiddelenonderzoek, voorzitter van de Belgische bestendige Commissie tot de studie van de menschenvoeding. Gent, 1909.
Door den heer Dr. René Verdeyen, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Oostende: | |||||||
[pagina 716]
| |||||||
Verdeyen (Dr. R.). - Professorale Onzin. Uit ‘Nieuw Leven’, Oostende, z.j. (1909.) Verdeyen (R.). - Boekbeoordeeling. Een standaardwerk over Volkskunde: Dr. L. De Wolf. - Volkskundige Boekenschouw. Bibliographia ‘Folklorica’. Bijblad van Biekorf, 1908. (Overdruk uit Nieuw Leven, April 1909.) Verdeyen (R.). - Over traditie in de Belgische Letterkunde. (Overdruk uit Nieuw Leven, Mei 1909.)
Door den heer Dr. H. de Vocht, leeraar aan het St.-Pieterscollege te Leuven: Vocht (H. de). - The latest contributions to Erasmus' correspondence. (Overdruk uit Englische Studien. Organ für englische Philologie.) Leipzig, z.j.
Door de Redactie: Het Boek, nr 9, 1909. - Oudheid en Kunst, nr 2, 1909. - De Tuinbode, nrs 10-11, 1909. - Onthouding, nr 2, 1909. - Onthoudersblad, nr 6, 1909.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Nijhoff (Is. An.). - Gedenkwaardigheden uit de Geschiedenis van Gelderland, door onuitgegeven oorkonden opgehelderd en bevestigd; door Is. An. Nijhoff, korrespondent der tweede klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Kunsten en Wetenschappen, opzigter van het Provinciaal Archief van Gelderland. Eerste deel. De toestand van Gelderland in de eerste helft der veertiende eeuw. Met afbeeldingen. Arnhem, 1830. - Tweede deel. Reinald III en Eduard, hertogen van Gelre. Met afbeeldingen. Id. 1833. - Derde deel. Willem en Reinald IV, hertogen van Gelre uit het Huis van Gulik. Id. 1839. - Vierde deel. Arnold van Egmond, hertog van Gelre. Id. 1847. - Vijfde deel. De Bourgondische Heerschappij. Id. 1851. - Zesde deel, Eerste stuk. Karel van Egmond. Id. 1859. Tweede stuk. Karel van Egmond, hertog van Gelre, graaf van Zutphen. (1514-1528.) Derde stuk. Id (1529-1538.) Uitgegeven onder toezicht en met eene Inleiding van Mr. L. Ed. Lenting. 's-Gravenhage, 1875. Middelnederlandsch Woordenboek van wijlen Dr. E. Verwijs en Dr. J. Verdam, Hoogleeraar te Leiden. Deel VII, afl. 9/10. 's-Gravenhage, 1909. Zentralblatt für Bibliothekswesen. Begründet von Otto Hartwig. Herausgegeben unter Mitwirkung zahlreicher Fachgenossen des In-und Auslandes, von Dr. Paul Schwenke, Erstem Direktor der Königlichen Bibliothek in Berlin. XXVI. Jahrgang, 7. Heft, Juli 1909. | |||||||
[pagina 717]
| |||||||
Porro (Guilio). - Catalogo dei Codici manoscritti della Trivulziana. Edito per cura di Guilio Porro, Vice-Presidente della R. Deputazione di Storia Patria. Torino, 1884.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Biekorf, nrs 13-14, 1909. - Christene School, nrs 18-19, 1909. - Dietsche Warande en Belfort, nr 7, 1909. - De Katholiek, Augustus-September 1909. - Het Katholiek Onderwijs, nr 9, 1909. - Korrespondenzblatt, nr 2, 1909. - Neerlandia, nr 7, 1909. - Onze Kunst, nr 8, 1909. - De Opvoeder, nrs 20-22, 1909. - De Opvoeding, nr 7, 1909. - De Schoolgids, nrs 28-31, 1909. - St. Cassianusblad, nr 8, 1909. - Studiën, nr 5, 1909. - Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen, nr 3, 1909. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 6, 1909. | |||||||
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) Te Deum op 21 Juli. - Brief van 11 Juli, waarbij de Weled. heer Baron de Kerchove d'Exaerde, gouverneur der Provincie, het Bestuur en de heeren Leden der Academie tot het plechtig Te Deum uitnoodigt, dat op Woensdag 21 Juli, zijnde de verjaardag der Inhuldiging van Leopold den Ie, den doorluchtigen Stichter van het Koninklijk Stamhuis, te 11 uur, in de hoofdkerk van Sint-Baafs zal gezongen worden. - De heeren Prof. Dr. W. de Vreese, bestuurder, Prof. A. de Ceuleneer, onderbestuurder en Edw. Gailliard, bestendige secretaris, hebben de plechtigheid bijgewoond.
2o) Sir James Murray, te Oxford, tot buitenlandsch eerelid verkozen. - Brief van 29 Juli, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie afschrift stuurt van het Koninklijk Besluit van 2 Juli, houdende goedkeuring der verkiezing van Sir James Murray, te Oxford, tot buitenlandsch eerelid der Koninklijke Vlaamsche Academie. | |||||||
[pagina 718]
| |||||||
3o) Van de Ven-Heremans'-Fonds: a) Van de pers gekomen uitgave. - Den 2 Augustus is verschenen: Het Water in het dagelijksch leven, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Chemisch en Bacteriologisch Laboratorium der stad Gent, zijnde Nr 5 van de uitgaven van het Van de Ven-Heremans'-Fonds. Op genoemden dag werd een exemplaar van dat boek aan de heeren werkende en briefwisselende Leden gezonden, alsook aan den Z. Eerw. heer Pater Van de Ven, S.J., stichter van het Fonds. De Bestendige Secretaris liet ook aan den Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de 74 exemplaren geworden, bestemd voor de verschillende inrichtingen, welke, door tusschenkomst van zijn departement, de uitgaven der Koninklijke Vlaamsche Academie ontvangen.
b) Brief van 3 Augustus, waarbij de Z.E. Heer Pater J. Van de Ven de Academie zijn warmen dank betuigt voor de toezending van een exemplaar van het boek.
***
Eeuwfeest van Dr. Ferd. A. Snellaert, te Gent den 25 Juli gehouden. Schenking van een gedenkpenning aan de Academie. - De heer Jan Boucherij, die de Koninklijke Vlaamsche Academie op die plechtigheid vertegenwoordigd heeft, doet aan de Vergadering de volgende mededeeling:
Daar ons medelid de heer Th. Coopman door ongesteldheid verhinderd werd de Koninklijke Vlaamsche Academie te vertegenwoordigen op het eeuwfeest van Dr. F.-A. Snellaert, werd ik door den heer Bestuurder verzocht deze taak op mij te nemen. Op de letterkundige zitting, te dezer gelegenheid door den Snellaertskring ingericht, heb ik den aanwezigen medegedeeld, dat onze Academie zich van harte aansloot bij de plechtige huldebetooging ter eere van den Vlaamschen schrijver en strijder | |||||||
[pagina 719]
| |||||||
Snellaert, en dat onze Koninklijke Instelling besloten had de honderdste verjaring van Snellaert's geboorte te vieren op hare vergadering van 4n Augustus, waarop de heer Prof. J. Obrie een gedachtenisrede zou uitspreken. Ten slotte heb ik gemeend er te mogen bijvoegen, dat de genegenheid onzer Academie voor Dr. Snellaert ten overvloede blijkt uit het feit, dat zij vóór jaien reeds het marmeren borstbeeld van den kloeken taalverdediger in hare galerij van verdienstelijke Vlamingen heeft geplaatst. Door den Voorzitter van het Inrichtingscomiteit der Snellaertsbetooging werd mij een gedenkpenning ter hand gesteld, met verzoek dezen der Koninklijke Vlaamsche Academie aan te bieden, als een bewijs van dank voor hare deelneming aan de betooging. Ik heb de eer deze herinnering aan den heer Bestuurder te overhandigen.
De heer Bestuurder spreekt den dank van allen uit, voor de bereidwilligheid waarmede de heer Bou-CHERIJ de Academie op het Snellaertsfeest heeft gelieven te vertegenwoordigen. De gedenkpenning aan onze Koninklijke Instelling geschonken zal dankbaar in haar archief bewaard wordenGa naar voetnoot(1). De heer Coopman zegt hoezeer het hem gespeten heeft, aan de opdracht hem door de Academie gegeven niet te hebben kunnen voldoen. Hoe gaarne had hij van de gelegenheid gebruik gemaakt om, voor de talrijke Vlamingen bij de Snellaert-huldiging aanwezig, over de vervlaamsching van het hooger onderwijs te spreken, een vraagstuk waarvan de oplossing van dag tot dag meer en meer dient bewerkt. | |||||||
[pagina 720]
| |||||||
Mededeeling namens de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde.De heer Th. Coopman, secretaris, legt de volgende verslagen ter tafel over de vergaderingen van 7 Juli en van 4 Augustus:
a) Vergadering van 7 Juli. - Aanwezig de beeren: Prof. Dr. W. de Vreese, voorzitter; Dr. J. Muyldermans, ondervoorzitter; Prof. Dr. Mac Leod, Prof. Mr. J. Obrie, Is. Teirlinck, leden, en Th. Coopman, secretaris. Erasmus. - De Heer Voorzitter geeft uitlegging over de door den heer Dr. H. de Vocht, uit Leuven, ontworpen Bijlagen op zijn werk over Erasmus, dat de Koninklijke Vlaamsche Academie uitgeeft. Marnix' Byencorf. - De Bestendige Secretaris maakt, bij schrijven van 6n dezer, het handschrift over van het eerste boek van Marnix' Byencorf(herdruk), door den heer P.L. van Eck Jr., leeraar in de Nederlandsche Taal- en Letterkunde, te 's Gravenhage, ter uitgave aangeboden. - Het handschrift wordt overgemaakt aan eene Commissie, samengesteld uit de heeren Dr. W. de Vreese en Is. Teirlinck, met verzoek om daarover verslag en voorstel over te leggen.
b) Vergadering van 4 Augustus. - Aanwezig de heeren: Prof. Dr. W. de Vreese, voorzitter; Dr. Muyldermans, ondervoorzitter; Prof. Dr. Mac Leod, Prof. Mr. Julius Obrie, Is. Teirlinck, leden en Th. Coopman, secretaris. De vergadering wordt, op uitnoodiging van den Voorzitter, ook bijgewoond door den heer J. Bols, met het oog op een der punten van de dagorde. Uitgave van Brieven van en aan Zuidnederlandsche geleerden, schrijvers enz, - Onder herinnering aan en aansluiting bij zijn toespraak, uitgesproken bij het aanvaarden van het bestuurderschap, ontvouwt Prof. Dr. Willem de Vreese een plan tot uitgeven van de briefwisseling van Zuidnederlandsche geleerden schrijvers, dichters enz.; hij wijst op het belang dezer documenten, en toont aan hoe weinig op dat gebied nog in ons vaderland verricht is, terwijl zooveel bouwstoffen voorhanden zijn. De | |||||||
[pagina 721]
| |||||||
spreker geeft een overzicht van de brieven, die in verschillende bibliotheken van België en van het buitenland berusten, en stelt voor: een principieele beslissing te nemen, strekkende tot het endernemen van de systematische uitgave van de brieven van Zuidnederlandsche geleerden, dichters, schrijvers enz. Wordt dit principieel voorstel aangenomen, dan zou Spreker in uitzicht willen stellen het werk volgenderwijze aan te stichten:
Na grondige bespreking, neemt de Commissie voor Nieuweie Taal en Letterkunde het principieele voorstel van haar Voorzitter aan. Keurt de Academie op hare beurt deze beslissing goed, dan zal de Commissie met bekwamen spoed de noodige maatregelen tot practische uitvoering nemen. Voorshands verklaren de Heeren Bols, Coopman en Obrie zich gaarne bereid, respectievelijk op zich te nemen de briefwisseling van Willems en Snellaert. De Commissie machtigt haar Voorzitter, voor Mone's briefwisseling naar een geschikt bewerker uit te zien.
Dienvolgens stelt de heer Bestuurder aan de orde de principieele beslissing der Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde, strekkende tot het uitgeven van de briefwisseling van Zuidnederlandsche geleerden, dichters en schrijvers. Met algemeene stemmen verleent de Academie de gevraagde goedkeuring. | |||||||
[pagina 722]
| |||||||
Voorstel.Adres aan Z.K.H. PRINS ALBRECHT te sturen. - De heer Dr. Jac. Muyldermans legt het volgend voorstel ter tafel: ‘Ik stel voor, dat het Bestuur der Academie gemachtigd worde, in den naam onzer Koninklijke Instelling een adres van hulde en gelukwensching te sturen aan Zijne Koninklijke Hoogheid PRINS ALBRECHT VAN BELGIË, bij zijne terugkomst uit Congoland. Wat hij endernomen heeft is eene groote daad, die de waardeering aller Belgen verdient. Overigens zal het elken Vlaming verheugd hebben uit de dagbladen te vernemen, dat Onze Prins openbaar zijne tevredenheid uitdrukte onze taal te kunnen gebruiken. Dr. Jac. Muyldermans. Aldus wordt beslist. | |||||||
Dagorde.1o) Commissie voor Prijsvragen. Verslag (31 Juli) door den heer Th. Coopman, secretaris der Commissie. - Vaststelling der uit te schrijven prijsvragen en bepaling der toe te kennen prijzen. (Ingevolge art. 50 van de Wet der Academie, werd dat verslag gedrukt en vóor de Augustus-vergadering aan de heeren werkende Leden vertrouwelijk medegedeeld.) - De heer Th. Coopman geeft lezing van zijn verslag over de werkzaamheid der Commissie. Na de bespreking waaraan de heeren Dr. de Vreese, Edw. Gailliard, Th. Coopman, K. de Flou, Gustaaf Segers, Jan Boucherij en Prof. Dr. C. Lecoutere deelnemen, wordt de Lijst der uit te schrijven Prijsvragen vastgesteld. (Zie op blzz. 749-758.)
2o) Lezing door den heer Prof Mr. Julius Obrie: Snellaert herdacht. De heer Obrie houdt eene rede ter herdenking van den honderdsten verjaardag van | |||||||
[pagina 723]
| |||||||
dokter Snellaert. In breede trekken schetst hij het welbestede leven van dezen verdienstelijken Vlaming, die als geleerde, als mensch en als strijder voor onze taalrechten in de hoogste mate aanspraak heeft op de dankbare hulde zijner landgenooten, maar ongelukkig tot nog toe niet in zijne volle waarde gekend is. Spreker legt vooral nadruk op de taaie onverzettelijkheid waarmede Snellaert, ondanks de smadelijkste aanvallen, den strijd bleef voeren voor de hem zoo dierbare Vlaamsche zaak, waaraan hij zich met hart en ziel had gewijd.
Op voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Vergadering, dat de lezing van den heer Obrie in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
De vergadering werd te 4 1/4 uur gesloten. |
|