Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1908
(1908)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 729]
| |||||||||||||||||||||||
Vergadering van 30 September 1908.Aanwezig de heeren: Des. Claes, bestuurder; Prof. Dr. W. de Vreese, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Mr. A. Prayon-van Zuylen, Dr. L. Simons, Prof. Adolf de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Dr. Hugo Verriest, Is. Teirlinck en Dr. C. Lecoutere, werkende leden;
de heer Mr. P. Bellefroid, briefwisselend lid.
De heeren Dr. Hendr. Claeys en Mr. Edw. Coremans, werkende leden, alsook de heeren Victor Dela Montagne en Omer Wattez, briefwisselende leden, hebben laten weten dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, leest het verslag over de Augustus-vergadering. - Het wordt goedgekeurd.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering: Académie Royale de Belgique. Commission Royale d'Histoire. Table chronologique des Chartes et Diplômes imprimés | |||||||||||||||||||||||
[pagina 730]
| |||||||||||||||||||||||
concernant l'Histoire de Belgique, par S. Bormans, Membre de l'Académie Royale de Belgique et J. Halkin, Professeur à l'Université de Liége. Tome XI (Première partie). Bruxelles, 1907. Id. Id. Chartes du Chapitre de Sainte-Waudru de Mons, recueillies et publiées par Léopold Devillers, Membre de la Commission Royale d'Histoire. Tome III. Bruxelles, 1908. Rapport triennal sur la situation de l'Instruction primaire en Belgique, présenté aux Chambres législatives, le 28 juin 1907, par M. le Baron Descamps, Ministre des Sciences et des Arts. Vingt et unième période triennale. 1903-1904-1905. Bruxelles, 1908. Woordenboek der Nederlandsche Taal. Achtste deel. Derde aflevering. Krom-Krul. Bewerkt door Dr. J. Heinsius. 's-Gravenhage en Leiden, 1908. Loquela van Guido Gezelle, tot Woordenboek omgewerkt. 8ste aflevering. Antwerpen, z.j. Université de Gand Recueil de Travaux publiés par la Faculté de Philosophie et Lettres. 37me fascicule. Essai d'une analyse des Commentarii sive Annales Rerum Flandricarum (Annales Flandriae 1561) de Jacques de Meyere, par Vict. Fris. 1re partie: Examen des Sources des Annales Flandriae. Gand, 1908.
Tijdschriften. - Académie Royale de Belgique. Bulletin de la Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques et de la Classe des Beaux-Arts, 1908, nos 3-5. - Bibliographie de Belgique, 1908. Première partie: Livres, nos 13-16; Deuxième partie: Publications périodiques, nos 13-16; Bulletin mensuel des Sommaires des périodiques, nos 6-7 - Le Musée belge, no 3, 1908. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nos 6-7, 1908. - Revue Sociale Catholique, nos 10-11, 1908. - Revue Néo-Scolastique, no 3, 1908. - Wallonia, nos 7-9, 1908 et Troisième Table quinquennale Analytique et Alphabétique de la Revue Wallonia. Tome XI-XV (1903-1907). - Bulletin des Musées Royaux. no 8, 1908. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, nr 8, 1908. - Arbeidsblad, nrs 13-15, 1908. - Maandschrift van het Beheer van Landbouw, nr 7, 1908. - Annales des Travaux publics de Belgique, no 4, 1908. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 731]
| |||||||||||||||||||||||
Door de Académie Royale d'Archéologie de Belgique: Bulletin, no 3, 1908. Annales, 5e série, tome X, 3e iivraison.
Door de Société d'Emulation, te Brugge: Annales de la Société d'Emulation de Bruges, no 3, 1908.
Door den Provincieraad van Antwerpen: Gewone zittijd van 1908. Bestuurlijke gedrukten. Verslag der Bestendige Deputatie. Antwerpen, 1908.
Door de Koninklijke Academie van Wetenschappen, te Amsterdam: Jaarboek van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, gevestigd te Amsterdam. 1907. Amsterdam, 1908. Der Westgothische Paulus. Eine rechtshistorische Untersuchung von Max Conrat (Cohn). Verhandelingen der Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam. Afdeeling letterkunde, nieuwe reeks, deel VIII, no 4. Amsterdam, 1907. Studies about the Kathāsaritsāgara, by J.S. Speyer. Id. no 5. Id., 1908. Zur Lexicologie des altostfriesischen, von W.L. van Helten. Id., deel IX. Id., 1907. Altindische Zauberei. - Darstellung der altindischen ‘Wunschopfer’, von W. Caland. Id., deel X, no 1. Id., 1908.
Door de Commissie van Advies voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Rijksarchief, Den Haag: Acta der Particuliere Synoden van Zuid-Holland (1621-1700), uitgegeven door Dr. W.P.C. Knuttel. Eerste deel, 1621-1633. 's-Gravenhage, 1908. Archivalia in Italië, belangrijk voor de Geschiedenis van Nederland, beschreven door Dr. Gisbert Brom, Directeur van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome. Eerste deel: Rome, Vaticaansch Archief. Eerste stuk. Id.
Door het Historisch Genootschap, te Utrecht: Jacobus Traiecti alias di Voecht, Narratio de inchoatione Domus clericorum in Zwollis, met Akten en Bescheiden, betreffende dit Fraterhuis, uitgegeven door Dr. M. Schoengen. Amsterdam, 1908. Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap (gevestigd te Utrecht). 29e deel. Amsterdam, 1908. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 732]
| |||||||||||||||||||||||
Door de University of Pennsylvania, te Philadelphia: University of Pennsylvania. The Provost's report for the year ending August 31, 1907. (The University Bulletins, eighth series: no 4, part 3.) Philadelphia, 1908.
Door de Université d'Aix-Marseille: Annales de la Faculté des Lettres d'Aix. Tome I, nos 3-4, Juillet-Décembre 1907. Annales de la Faculté de droit d'Aix. Id.
Door den heer Jan Broeckaert, werkend lid der Academie, te Dendermonde: Geslachtlijst der Familiën Ghysbrechts en Delvael, gevolgd van de beschrijving hunner heerlijke bezittingen in de verledene eeuwen, door Jan Broeckaert. Dendermonde, 1908.
Door den heer Jhr. Dr. Karel de Gheldere, werkend lid der Academie, te Couckelaere: Medische uitgaven van Scheltema en Holkema's boekhandel te Amsterdam. Z.j. (1907.)
Door den heer Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid der Academie, te Mechelen: Een Blik over onze noordelijke Grenzen, door Kan. Dr. J. Muyldermans Leuven, 1908. (Uittreksel uit La Vie Diocésaine, Bd. II, Afl. VII. 1908.)
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid der Academie, te Antwerpen: Het Yzer, door D. Allaeys. Lier, z.j. Medard Verkest. In en om de Tentoonstelling van het Gulden Vlies te Brugge in 1907. Tongeren, 1907-1908. A.H.L. van Houcke, Bouwkundig Ingenieur. De Bruggen van Ouds tot Heden. A. Freson, Missionaris van het Heilig Hart, Baccalaureus in de Godgeleerdheid, Professor van Schriftuur. Het Boeddhisme. Zijne leer, zijne geschiedenis, zijne invloeden op het Christendom. Kanunnik J. Laenen, Doctor in de Wijsbegeerte en Letteren; Lid der Koninklijke Academie van Oudheidkunde van België; Archivaris van het Aartsbisdom. Joseph II en zijne Regeering in de Nederlanden. (De drie laatste werkjes maken uit de nummers 105-107 van de Verhandelingen van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding te Antwerpen.) | |||||||||||||||||||||||
[pagina 733]
| |||||||||||||||||||||||
Door den heer Paul Bellefroid, briefwisselend lid der Academie, te Hasselt: Verzameling van Belgische Strafwetten. Strafwetboek. - Krijgsstrafwetboek. - Landwetboek. - Boschwetboek. - Jachtwetboek. - Visscherijwet. - Eetwarenwet. - Arbeidswet. - Drukperswet. - Wet op het Vervoer. - Verscheidene Wetten. Door Paul Bellefroid. Advocaat, Leeraar aan de Hoogeschool van Luik. Hasselt, 1908.
Door den heer J. Verdam, buitenlandsch eerelid der Academie, te Leiden: Middelnederlandsch Handwoordenboek, door J. Verdam, Hoogleeraar te Leiden. 3e aflevering. 's-Gravenhage, 1908.
Door den heer Dr. Friedrich Kluge, buitenlandsch eerelid der Academie, te Freiburg im Breisgau: Bunte Blätter. Kulturgeschichtliche Vorträge und Aufsätze, von Friedrich Kluge. Freiburg (Baden), 1908.
Door den heer Dr. P.J. Blox, buitenlandsch eerelid der Academie, te Leiden: Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde, verzameld en uitgegeven door Mr. Is. An. Nyhoff, P. Nyhoff, Dr. R. Fruin en Dr. P.L. Muller, thans door Dr. P.J. Blok, hoogleeraar te Leiden.
Door den heer A. de Groote, substituut-krijgsauditeur voor Oost-Vlaanderen en Henegouwen, te Gent: De taal der Militaire Strafrechtspleging in België door Alfred de Groote, Substituut-Krijgsauditeur voor Oost-Vlaanderen en Henegouw. Antwerpen, 1908.
Door den heer Adelfons Henderickx, volksvertegenwoordiger te Antwerpen: De Leviathans van den kleinhandel, door Mter Adelfons Henderickx, Advocaat, Lid van de Kamer der Volksvertegenwoordigers. Antwerpen, 1908.
Door den heer L. Maeterlinck, bewaarder van het Museum van Schoone Kunsten, te Gent: Le Triptique mutilé de Zierickzée, par L. Maeterlinck. (Extrait de la Revue de l'Art ancien et moderne de Paris. No du 15 Septembre 1908.)
Door den heer H. Meert, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Gent: | |||||||||||||||||||||||
[pagina 734]
| |||||||||||||||||||||||
Een reeks van zes en twintig verschillende reisboeken en gidsen voor Holland en de Hollandsche steden.
Door den heer Maurits Lacquet, notarisklerk, te Gent: De Vlaemsche Beweging, maendschrift, uitgeven (sic) door Michiel Van der Voort. Eerste Jaergang. Brussel, 1852.
Dagelijks Nieuws van Klokke Roelandt,
Als ik kleppe 't is brand,
Als ik luye 't is Victorie in 't land.
(De nrs 12 en 13, 18 en 20-70 van 1792-'93.)
Daarbij zijn gebrocheerd: Testament van Louis Capet. 4 blzz. - Lettre de Marie Antoinette. Id. - Verklaering der Rechten van den Mensch en van den Burger. Id. - De Thien Gebooden des Borgers. Id. - Beschryvinge der Stad en Vestinge van Maestricht, heden door de Fransche belegert. 8 blzz. - Copie d'une Dépêche de S.M. l'Empereur et Roi à S.A.R. Madame l'Archiduchesse. 4 blzz. - Discours.... par E.J. Dinne... 8 blzz. - Discours.... par Pierre Chepy.... 2 blzz. - Aemoediging van den Generael Dumouriez aen het Belgisch Volk. 8 blzz. - Decreet van den 15, 17 en 22 December 1792. 8 blzz. - Saemenspraeke tusschen eenen Franschen Pastor ende eenen Boer. 8 blzz. - Decreet van de Nationale Conventie, van den 15 December 1792.... 5 blzz. - Id. van den 22 December 1792.... 3 blzz. - Manifest van den Keyzer en Koning, Wezel, 1793. 8 blzz. - Dood van den gewezenen Koning van Vrankryk Louis den XVI. 4 blzz. - Proces Verbael van 't gene geschied is in de Kerke van St. Baefs te Gend, den 22 February 1793. 4 blzz. - Over de Assignaten, 12 blzz. Verder nog Copies.... Lettres.... Proclamations.... Relations.... (met betrekking tot de politieke gebeurtenissen in België op het einde der XVIIIe eeuw.) - Journal général de la Guerre. Seconde campagne. 8 blzz. - Dumouriez réduit à sa juste valeur, par Maurice de Bonnefoi, Capitaine d'infanterie. 8 blzz. - La Liberté chez les Belges. Pièce patriotique, mêlée de chants en un acte. Dédiée aux citoyens patriotes de Bruges. Suivie de la Fable de l'Aigle et du Coq, par le Citoyen Millerand. Prix un Escalin. A Bruges, s.d. (De fabel ontbreekt.) 18 blzz.
Door den heer M.C. Schuyten, bestuurder van den Paedologischen Schooldienst, te Antwerpen. Stad Antwerpen. Paedologisch Jaarboek onder redactie van Prof. Dr. Phil. M.C. Schuyten. Zevende Jaargang, | |||||||||||||||||||||||
[pagina 735]
| |||||||||||||||||||||||
1e aflevering: M.C. Schuyten: Over Broodopname bij kinderen en de Jaarcurve der Levensenergie. - Esthesiometrische onderzoekingen op volwassen leerlingen die een avondeursus volgen. - Linkshandigheid der bovenste ledematen en verstandelijke hoogte bij kinderen. - Bijdrage tot de kennis der Rechtsen Linkshandigheid van de onderste ledematen. - Wat is Overlading? Ontstaat zij door een te veel of door eenzijdige lading? (Avec résumés en langue française.) Antwerpen, 1908.
Door den heer E. Soens, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum, te Gent: Het Geestelyck Kaert-spel met herten troef, oft het Spel der Liefde, door den Eerw. Pater Fr. Joseph van de H. Barbara, carmelit discals. Verciert ende vermeerdert met veel schoone Copere Platen. Den derden Druck. t'Antwerpen, bij Petrus Josephus Rymers, Boeck-drucker en Boeck-verkooper op de groote Merckt in de Pauw. Z.j. (De approbatie is van 1666.) Het Leven ende Wercken van de Salighe Catharina van Genua, nieuwe uyt ghevinghe. Door Jan Desmarets. Ende over-gheset uyt het Fransch in onse Nederlandtsche taele, door P.C.R. Te Ghendt, ghedruckt bij de Hoirs van Jan van den Kerchove, op d'Hooghpoorte. 1679. Wonderbaere ende geluckige Missie naer Engelant en Schotlant ofte Leven van den eerweerden P. Archangelus van Schotlant, capucyn, missionaris apostolyck. Voormaels Georgius Graeve van Lesley, Een waerachtige Pool-sterre, Op-gestaen in dese onse Eeuwe in den duysteren Zielnacht van de dwaelende Ketterye, aen de Engelsche ende Schotten. Vertoonende de beweeg-redenen die hem hebben gebrogt tot het verlaeten der Ketterye, tot het aennemen van het habyt der Capucynen. de bekeeringe van syn ontstelde Moeder, met geheel de Familie, ende ontelbaere andere. Historie niet min wonderlyk als waerachtig gebeurt in onse eeuwe, eerst beschreven in het Italiaens door den Aerts-Bisschop ende Prince van Ferme, daer naer in 't Frans door den Eerw. P. Franciscus Barraut, Procurator Generael van de Paters der Christelyke Leeringe, ende nu in 't Vlaems door F. Gregorius van Brugge, Capucyn Predicant. Tot Brugge, by Joos Van der Meulen. Men vintse te koopen tot Gendt by Cornelis Meyer op d'Hoogpoorte in gekroont (sic) sweerdt. Z.j. (De Approbatiën zijn van 1686.) | |||||||||||||||||||||||
[pagina 736]
| |||||||||||||||||||||||
Jacobi Wallij e Societate Jesu Poematum Libri novem. Editio nova cui accedit posthuma ad Elegias appendix. Lugduni, sumptibus anissoniorum, Joan. Posuel et Claud. Rigaud. M. DC. LXXXVIII. Cum privitegio Regis. G. Brandts, Daghwyzer der Geschiedenissen: kortelyk behelzende verscheide gedenkwaardige zaken, op elken dag van 't jaar, door de gansche werelt voorgevallen: met de geboorte- en sterfdagen van vermaarde vorsten, helden, geleerde mannen en kunstenaren. t'Amsterdam, voor Aart Dirksz Ooszaan, Boekverkoper op den Dam op de hoek van de Beurssteeg, MDCLXXXIX. De vol-geestige Werken, van Salomon van Rusting, Med. Doct. Tweede deel. Bestaende in Lucifer in zijn Biegt-stoel, of Duyvelse Absolutie. Lucifer in zijn Regterstoel, De Kat in 't Vagevuur, Duyvels leven onder de Duyvelen, En Aran en Titus, Koddigh Treurspel. t'Amsterdam, bij Jan ten Hoorn, Boekverkoper, over 't Oude Heeren Logiment, 1698. Geestelycke Zede-punten, ondermengelt met zalige bewegingen, aenwysende De Mysterien, Leeringen, en Deughden van Jesus Christus. Tot Loven, by AEgidius Denique 1698. Met Gratie ende Privilegie. Den catholycken Pedagoge oft christelycken Onderwyser in den Catechismus verdeelt in vijf deelen, Uytleggende in Hondert Lessen de Christelycke Waerheden, ende principaele Mysterien van het Heyligh Roomsch, Catholijck, Apostolijck Gheloof: by maniere van Vraeghen ende Antwoorden, die de Christene Menschen moeten weten, ende beoeffenen om in dit sterffelijck leven te voldoen aen hunne verbintenissen. ende hier naemaels tot het eeuwigh leven te gheraecken. Bij een vergaedert ende voor-ghestelt door den eerweerdighen Pater Petrus van den Bossche Praedicator Generalis, voor desen Missionarius, ende Prior van het Heyligh Predick-Heeren Orden binnen Mechelen. Den derden Druck vermeerdert ende merckelijken verbetert. t'Antwerpen, bij de Weduwe van Bartholomeus Foppens, Boeck-drucker ende Boeck-verkooper op de Eyer-Mert, in de drij Monicken. Anno M. DC. XCIX. Met Approbatie ende Privilegie. Een boekje 4o van 96 blzz. waaraan het titelblad en de 16 eerste blzz. ontbreken. De Approbatie, gedagteekend Antverpiae. 8. Martii. 1718, zegt: Deze Christelijcke Academie, hebben wij gelezen. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 737]
| |||||||||||||||||||||||
XV. Meditatien. Voor elcken dag van de weke op de XV. Mysterien van den H. Roosen-crans: Behelsende het leven, lyden, ende glorie van Jesus, ende Maria... Gemaeckt, ende in 't licht gegeven door F. Ludovicus Meyere, Predicator Generalis, ende Religieus van de Order der P.P. Predick-Heeren binnen Ghendt. Tot Ghendt, bij Petrus de Goesin, Boeckdrucker, woonende in de Veltstraete. Z.j. (1719.) De oude en rechte Don Quichot de la Mancha, of de verstandige en vrome Ridder van de Leeuwen. Geschreven door Miguei de Cervantes Savedra. Uit de Spaansche in de Nederduitsche Tale overgezet door L.V.B. Versierd met 25 kopere Figuren. De Zevende Druk. Op nieuws overzien, en van veele misstellingen en aanstootelijke Spreekwijzen gezuiverd. Verrijkt met een naauwkeurig Register. Te Amsterdam, bij Pieter Visser, Boekverkooper op de Lely-gragt. 1732. (Twee dln.)
Door de heeren A. en V. vander Schelden, drukkers-uitgevers, te Gent: Het groot Woordboek der Nederlandsche Taele, Getrocken uyt verscheyde soo Nederlandsche als Fransche Schryvers, naementlijk uyt den genen van P. Richelet, Behelsende en vervattende de bediedenissen, bepaelingen en bewysingen van beyde de Taelen, met hunne verscheyde uytwerksels; die vervoegingen der Werkwoorden met hunne Gevallen, de gene van de Byvoeglijke tot de Selfstande. Beneffens de eygentlijke Woorden der Konsten en Wetenschappen, 't zy vrye of andere, de Naemen Van de Ryken, Vrye-Staeten, Landschappen, Steden, Bergen ende Waterstroomen van de geheele Wereld. Derde druk. Oversien, verbeterd, en ontrent de helft vermeerderd. Tot Brussel, By Georgius Fricx junior, Drucker van Syne Keyserlijke en Katholijke Majesteyt. 1739. Met Privilegie, 2 dln. (Deel II heeft denzelfden titel in het Fransch.) Verhandeling over de Spelling der Nederduitsche Taal, ter bevordering van eenparigheid in dezelve, door Matthijs Siegenbeek, Hoogleeraar in de Nederduitsche Letterkunde te Leyden: uitgegeven in naam en op last van het Staatsbewind der Bataafsche Republiek. Derde druk. Amsterdam, MDCCCX. Handleiding tot den Nederlandschen stijl, of volledige Aanwijzing ter vervaardiging van schriftelijke opstellen voor Neder- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 738]
| |||||||||||||||||||||||
landers, zoo in het algemeen als in beroepsbetrekkingen, en gegrond op de Redeneerkunde, door J.C. Beijer, onderwijzer aan de Artillerie- en Genieschool, te Delft. Derde druk. Rotterdam, 1827. Beknopte Handleiding tot de Nederlandschen Styl, of Aanwijzing ter vervaardiging van allerlei soort van schriftelijke opstellen, ten dienste van Nederlanders, door denzelfde. Id., 1823.
Door den heer Dr. A.-J.-J. Vandevelde, te Gent: Onderzoekingen over de Gisting van het Brooddeeg (2de mededeeling), door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Gemeentelijk Laboratorium, leeraar aan de Beroepsschool voor Voeding en aan het Hooger Instituut voor Gistingnijverheden te Gent, en L. Bosmans en A. Revijn, bakkers, leerlingen aan de Beroepsschool voor Voeding te Gent (Afdeeling Bakkerij). (4e Mededeeling uit de Beroepsschool voor Voeding, te Gent.) Gent, 1908.
Door den heer Dr. E. Wiersum, te Rotterdam: Een Zeeuwsche Kalender uit de 16de eeuw, door Dr. E. Wiersum. (Overgedrukt uit: Archief, door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1908.) Middelburg, 1908.
Door een onbekende, toegezonden uit Antwerpen: Provincie Antwerpen. Algemeen Lastboek. Bepalingen en Voorwaarden, toepasselijk op de ondernemingen van gebouwen en werken voor rekening der provincie, der gemeenten of van ondergeschikte besturen. (Zelfde titel in het Fransch.) Antwerpen, z.j. (Op het boekje werden aanteekeningen aangebracht van blz. 1 tot blz. 168.)
Door de Redactie: Oudheid en Kunst, nrs II en III, 1908. - Het Boek, maandschrift uitgegeven door het Syndikaat der Boeknijverheden van Oost-Vlaanderen. - Onthouding (Student-Onthouder, nr 6), nr 3, 1908. - Onthoudersblad van West-Vlaanderen, nrs 8 en 9, 1908. - De Tuinbode, nr 9, 1908.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
Supplement to Hain's Repertorium Bibliographicum, or Collections towards a new edition of that work. In Two Parts. The | |||||||||||||||||||||||
[pagina 739]
| |||||||||||||||||||||||
first containing nearly 7000 corrections of and additions to the collations of works described or mentioned by Hain; The second, a list with numerous collations and bibliographical particulars of nearly 6000 volumes printed in the fifteenth century, not referred to by Hain. By W.A. Copinger, LL. D., F.S.A., F.R.S.A., Barrister-at-Law, Professor of Law in the Owens College and the Victoria University, and President of the Bibliographical Society. Part I. London, 1895. Part II, Vol. I: Abano-Ovidius Id., 1908. - Part II, Vol. II: Pablo-Zutphania. With addenda to parts I and II, and Index by Konrad Burger. Id., 1902. De Gids, Augustus en September 1908.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
De Belgische School, nrs 3-4, 1908-'09 - Biekorf, nrs 15-17, 1908, en Bijblad, blz. 41-90. - Christene School, nrs 20-21, 1908. - Dietsche Warande en Belfort, nrs 7-9, 1908. - De Katholiek, September-October 1908. - Het Katholiek Onderwijs, nrs 10-11, 1908. - Korrespondenzblatt des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, no 3, 1908. - Nederlandsch Archievenblad, nr 1, 1908. - Neerlandia, nr 8, 1908. - Onze Kunst, nr 9, 1908. - De Opvoeder, nrs 23-25, 1908. - De Opvoeding, nrs 8-9, 1908. - St.-Cassianusblad, nr 10; Bijvoegsel, nr 15, 1908. - De Schoolgids, nrs 30-38, 1908, en blzz. 81-96 van Studiën op de Paedagogie, door Roeland Van de Casteele. - De Student, nr 3, 1907, en nrs 3-4, 1908. - Studiën, nr 2, 1908. - Het Vlaamsch Bestuur, nrs 6-8, 1908. - De Vlaamsche Arbeid, nr 6, 1908. - De Vlaamsche Gids, nr 5, 1908. - Volkskunde, nrs 7-8, 1907-'08. - Vragen van den Dag, nr 9, 1908. - Zeitschrift des Vereins für rheinische und westfälische Volkskunde, nr 2, 1908.
Ingekomen brieven. - Daarna stelt de Bestendige Secretaris de Vergadering in kennis met de volgende ingekomen brieven: | |||||||||||||||||||||||
[pagina 740]
| |||||||||||||||||||||||
1o) Verslag over de Plechtige Vergadering van 28 Juni 1908. Toezending van een overdruk. - a) Brief van 31 Augustus, waarbij de Weled. Heer E. Carton de Wiart, geheimschrijver van Zijne Majesteit den Koning, aan de Academie, namens Zijne Majesteit, dank zegt voor het Hem geschonken exemplaar van het verslag der Plechtige Vergadering van 28 Juni 1908.
b) Brief van 17 Augustus, waarbij de Weled. Heer T. van Geen, kamerheer en particuliere secretaris van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, voldoende aan de bevelen van Hare Majesteit, aan de Koninklijke Vlaamsche Academie Harer Majesteit dank overbrengt voor de aanbieding van een overdruk van het verslag der Plechtige Vergadering van 28 Juni, welk verslag gaarne door Hare Majesteit werd aanvaard.
2o) Afsterven van Jhr. Arthur Merghelynck. - Brief van 19 September 1908, waarbij Mevrouw Arthur Merghelynck dank betuigt voor het blijk van genegenheid door de Academie bij de lijkplechtigheid van haren betreurden echtgenoot gegeven. | |||||||||||||||||||||||
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.Bibliotheca Neerlandica Manuscripta. - Naar aanleiding van verschillende artikels over het Internationaler Kongress für historische Wissen- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 741]
| |||||||||||||||||||||||
schaften, te Berlijn in Augustus gehouden, welke in de Tägliche Rundschau, in den Lokal-Anzeiger en in het Berliner Tageblatt verschenen zijn, doet de Bestendige Secretaris, met het oog op de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta van Dr. W. de Vreese, de volgende mededeeling aan de Academie.
In de vergadering van 17 Juni ll., heb ik de eer en het genoegen gehad, de Academie bekend te maken met het verheugend feit, dat ons medelid Prof. Dr. Willem de Vreese door de Deutsche Commission bij de Pruisische Academie was uitgenoodigd, op het Congres voor geschiedkundige wetenschappen te Berlijn een voordracht te houden over zijne Bibliotheca Neerlandica Manuscripta. Zooals wij weten heeft Dr. de Vreese aan die uitnoodiging gevolg gegeven, en de Duitsche bladen hebben omstandige verslagen over zijne voordracht medegedeeld. Eerst weidde Spreker uit over de noodzakelijkheid, dat zulk werk op touw worde gezet en deelde vervolgens eenige bijzonderheden mede over de samenstelling van zijn werk. Daarop volgden belangwekkende mededeelingen over de verspreiding der Middelnederlandsche handschriften. In alle landen van Europa, Rusland en Turkije niet uitgezonderd, in Noord-Amerika, zelfs tot in Zuid-Afrika toe, zijn er te vinden. De cijfers, die hij in zijne voordracht op de plechtige vergadering onzer Koninklijke Instelling in 1905 heeft genoemd, rectificeerende en aanvullende, heeft Dr. de Vreese een statistiek gegeven van het getal Middelnederlandsche handschriften, die in 't algemeen en in elke bibliotheek voorhanden zijn. Het gezamenlijk getal schat hij op 8000, waarvan ongeveer 5000 reeds door hem beschreven en bestudeerd werden. Nu trad de Spreker in omstandige beschouwingen en bijzonderheden over den inhoud dezer handschriften; | |||||||||||||||||||||||
[pagina 742]
| |||||||||||||||||||||||
hij gaf een statistiek van de teksten die er in voorkomen, en van het getal exemplaren die van elken tekst bekend zijn. Breedvoerig sprak hij over de beteekenis van al het voorgaande voor de geschiedenis der Nederlandsche, en voor die der Duitsche taal- en letterkunde. Voor de nauwkeurige kennis van de middeleeuwsche beschaving in Nederduitschland en aan den Nederrijn zal de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta alle noodige bouwstoffen aan het licht brengen. Op de voordracht volgde een belangwekkend debat, waarvan het glanspunt was een rede van Duitschlands beroemdsten geschiedschrijver, Dr. Karl Lamprecht, uit Leipzig. Deze sprak zijn levendige vreugde uit over het tot stand komen der Bibliotheca Neerlandica Manuscripta, daar ze blijkbaar zulk rijk materiaal beloofde aan te brengen voor de Wirtschaftsgeschichte, zooals deze wederkeerig aan Dr. de Vreese de grootste diensten zal kunnen bewijzen. Prof. Lamprecht trad daarop in eenige bijzonderheden aangaande hetgeen reeds bekend is betreffende het leven en bedrijf van kopiïsten en boekbinders in de Rijnlanden, en betuigde zijn volle instemming met hetgeen de Spreker gezegd had over de verhouding van West-Duitschland tot de Nederlanden in de middeleeuwen. Overgaande tot een anderen gedachtenkring, wenschte Prof. Lamprecht het Bestuur der vierde sectie van het Congres geluk, omdat het de medewerking had weten te verkrijgen van Dr. de Vreese, wiens verschijnen te Berlijn ook in andere opzichten practische gevolgen kon hebben ten bate der wetenschap. ‘Ik denk nl., vervolgde Prof. Lamprecht, aan een onderneming van het verbond der Duitsche Academies, t.w. aan de ontworpen uitgave van gecommenteerde middeleeuwsche catalogussen. Wij hebben den omvang der onderneming eenigszins ruim genomen; daarin zou ook een plaats gegeven worden aan catalogussen uit de Nederlanden, omdat daar zooveel schrijvers en werken voorkomen, die tot Duitschland | |||||||||||||||||||||||
[pagina 743]
| |||||||||||||||||||||||
behooren. Deze onderneming zou zeker aanleiding kunnen worden tot samenwerking van de Duitsche Academies met de zusterinstellingen in de Nederlanden, en Prof. de Vreese zou voorwaar de man zijn om als medewerker aan deze onderneming op te treden. ‘Ik hoop - aldus besloot Prof. Lamprecht zijne rede, onder levendige toejuichingen der aanwezigen -, ik hoop dat Prof. de Vreese, als hem een officieele uitnoodiging daartoe bereikt, ons het genoegen en de eer zal verschaffen, ze niet van de hand te wijzen.’ De opmerkingen van de verschillende sprekers werden, voor zoover noodig, beantwoord door Prof. de Vreese, die zijn hartelijken dank betuigde voor de levendige belangstelling die zijn werk bij deze uitgelezen schare toehoorders had gevonden. Het voorstel van zijn hoogvereerden ambtgenoot Lamprecht zou hij ernstig overwegen. Daarop sprak Prof. Dr. Roethe, voorzitter der vergadering. Het debat resumeerende, dankte hij den Spreker uit Vlaanderen en sprak aller bewondering uit voor de geleerdheid, de volharding en de liefde tot de wetenschap, die aan de gehouden voordracht ten grondslag lagen. Prof. de Vreese, zoo zegde Prof. Roethe, ‘heeft reeds sedert 15 jaar zijn breede schouders gezet onder een werk, waaraan wij hier pas sedert enkele jaren gedacht hebben; wat hij alleen doet, dat weten wij enkel met tientallen van medewerkers tot stand te brengen. Mocht zijn werken met allen gewenschten uitslag bekroond worden, en mochten de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta en de Inventarisation der deutschen Handschriften elkander steeds helpen, steunen en vervolledigen!’ Op verzoek van Dr. Roethe stemde Dr. de Vreese er in toe zijne lezing af te staan voor de Zeitschrift für deutsches Altertum und Litteratur. (Het is genoeg bekend hoe kieskeurig de redactie van dit tijdschrift op hare medewerkers is.) | |||||||||||||||||||||||
[pagina 744]
| |||||||||||||||||||||||
Over de tentoonstelling van wrijfsels van boekbanden en van photographiën van handschriften, door Dr. Willem de Vreese, in het lokaal van het congres ingericht, wordt door de Duitsche bladen met den meesten lof gesproken. Vooral de photo's wit op zwart, rechtstreeks op papier gemaakt met behulp van het apparaat, dat de Koninklijke Vlaamsche Academie ten dienste van ons Medelid heeft gesteld, trokken zeer de aandacht. Terloops zij hier nog medegedeeld, dat Dr. W. de Vreese sedert een uitnoodiging heeft ontvangen, om zijn bouwstoffen te willen inzenden op de Internationale tentoonstelling voor Photographie, die in 1909 te Dresden zal worden gehouden.
Met innige vreugde zullen de heeren Leden der Academie vernemen hoe hoogelijk de Duitsche geleerden met het werk van onzen geachten Collega ingenomen zijn. Met uitbundigen lof werd daarover in de Duitsche bladen gesproken. Dr. de Vreese strekt het ter eere, en evenzeer onze Koninklijke Instelling, wie eerlang het geluk zal beschoren zijn, hopen wij, de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta ter pers te kunnen leggen.
***
Tentoonstelling van wrijfsels van boekbanden en van photographiën van handschriften, in de voorgalerij van het Academiegebouw, den 5 Augustus, door den heer Dr. W. de Vreese ingericht. - Werden tentoongesteld:
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 745]
| |||||||||||||||||||||||
Het zou ons te ver voeren, alle merkwaardige wrijfsels in 't bijzonder op te noemen; toch mag nog een uitzondering gemaakt worden voor dat van een hs. geschreven te Gent door David Aubert voor Margaretha van York, echtgenoote van Karel den Stoute, waarop stempels, die ook voorkomen bij Johannes Guillebert uit | |||||||||||||||||||||||
[pagina 746]
| |||||||||||||||||||||||
Brugge, gecombineerd zijn met andere van Livinus Stuvaert uit Gent en met den vuursteen van Burgondië; en vooral die fraaie banden uit Praag waarop de teekeningen niet gestempeld zijn, maar waarin ze gesneden zijn, een kunst waarvan zeer weinig voorbeelden zijn overgebleven. | |||||||||||||||||||||||
Mededeelingen namens Commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Jan Broeckaert, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
a) De Commissie heeft beslist tot de opname in de Verslagen en Mededeelingen van eene lezing door Jhr. Dr. Karel de Gheldere gehouden, over Het Nederlandsch als wetenschappelijke taal. (Goedgekeurd.)
b) Op verslag van den heer K. de Flou, beslist de Commissie dat de verhandeling getiteld De ambachten der Timmerlieden en der Schrijnwerkers te Brugge, door den heer A. vande Velde ter uitgave aangeboden, ter pers mag gaan. De heer de Flou heeft het werk opnieuw met zorg nagezien en zegt te mogen verklaren, dat de Schrijver aan de wenken van de heeren keurders (zie de verslagen, boven op blz. 419-425) alle gewenschte en mogelijke voldoening gegeven heeft. (Goedkeuring.)
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer Gustaaf Segers, namens de Commissie, legt het volgende verslag over hare morgenvergadering ter tafel: | |||||||||||||||||||||||
[pagina 747]
| |||||||||||||||||||||||
De heer Dr. W. de Vreese heeft in de morgenvergadering eene nota voorgelezen, waarin een vers van Bilderdijk, voorkomende in De Echt, opgehelderd wordt. De Commissie stelt voor deze nota in de Verslagen en Mededeelingen te laten opnemen. (Goedgekeurd).
De heer Segers deelt insgelijks mede, dat de heeren Boucherij, V. de la Montagne, Omer Wattez en hij zelf, door de Koninklijke Vlaamsche Academie benoemd om haar bij den optocht naar het graf van Conscience, ter gelegenheid van de vijf en twintigste verjaring van den dood van onzen geliefden volksschrijver te vertegenwoordigen, eene eereplaats in den stoet hebben bekleed. De betooging was zeer indrukwekkend, en wat vooral verheugend mag genoemd worden, is het ruim aandeel, dat de Vlaamsche bevolking van Brussel er aan heeft genomen. Op het Kielkerkhof, vóór Conscience's praalgraf, werd Benoit's hartroerend lied: Mijn Moederspraak, door een gemengd kinderkoor gezongen. Het bracht een onbeschrijfelijken indruk teweeg. | |||||||||||||||||||||||
Letterkundige Mededeelingen.1o) Door den heer Prof. Dr. W. de Vreese, over Voor Vriend en Vreemde, door den Z.E.H. Kanunnik Eug. de Lepeleer.
Namens den Z.E. Heer Kanunnik Eug. de Lepeleer heb ik de eer aan de Koninklijke Vlaamsche Academie een exemplaar van zijn nieuwen dichtbundel Voor Vriend en Vreemde aan te bieden.
De welbekende vertolker van Weber's Dreizchnlinden, heeft hier een aantal gedichten bijeenverzameld, waaronder de meeste geschreven zijn voor zijn vrienden - amici et cognati -, bij gewichtige en plechtige oogenblikken in hun leven; verscheidene cantaten, óók, en | |||||||||||||||||||||||
[pagina 748]
| |||||||||||||||||||||||
verder nog enkele andere, géén gelegenheidsgedichten; alles waard door vriend en ook door vreemde gelezen en overwogen te worden. Uit al deze verzen, die niet overladen zijn met alleen voor vrienden genietbare toespelingen, spreekt een liefderijk hart, een vurige vaderlandsliefde, een gezond en snaaksch humeur. Overal en bovenal schittert, begrijpelijkerwijze, 's dichters priesterschap, maar nergens komt het beter uit dan in de gedichten, waarin de geheimenissen van het Katholiek Geloof of het symbolisme zijner ceremonieën worden bezongen. Ik denk hierbij o.a. aan het Sanctus Sanctus Sanctus, dat reeds bekend was uit de Dietsche Warande, en vooral aan O.L.V. onbevlekt ontvangen, waarin het nog zoo vaak verkeerd begrepen dogma nauwkeurig is omschreven. Wie ooit Kan. de Lepeleer's Dertienlinden met het oorspronkelijke heeft vergeleken, weet wat een fijne, diepe kennis van het Nederlandsch daarin te waardeeren valt. Ook in dezen nieuwen bundel verloochent deze kostbare eigenschap zich niet: kernachtigheid van uitdrukking gaat gepaard met een harmonisch geluid, en niemand zal er zich over verwonderen, dat van de alliteratie kwistig en gelukkig gebruik is gemaakt. Ook de Zuidnederlandsche volkstaal heeft den dichter menig woord, menige uitdrukking geleverd, die de kracht en de eigenaardigheid van zijn vers verhoogt; slechts een heel enkele maal lijkt de gewenschte grens hier overschreden.
2o) Door den heer Jan Boucherij, over: Het IJzer, door D. Allaeys, schoolopziener. - Lier, Jos. Van In en Co, uitgevers, 1908.
Zooals de Schrijver het in zijn Voorwoord zegt, werd dit boek geschreven om de jeugd in staat te stellen, zonder veel inspanning, eenige grondige kennis op te doen over natuurwetenschappen. Om dit doel te bereiken, heeft hij eigenlijk geen leerboek, maar wel een leesboek samengesteld, dat, in | |||||||||||||||||||||||
[pagina 749]
| |||||||||||||||||||||||
bevattelijken vorm geschreven, ongetwijfeld met genoegen door onze jonge lieden zal ter hand genomen worden. Na als inleiding eenige natuur- en scheikundige begrippen te hebben medegedeeld, welke onontbeerlijk zijn om het boek met vrucht te lezen, behandelt de heer Allaeys, onder meer, het ijzererts, het giet- en het smeedijzer, het staal; hij leidt ons rond in de werkplaatsen van Cockerill te Seraing, in de hoogovens van Ougrée en in de staalfabriek van Hoboken, en stelt ons op die wijze al de bewerkingen van het ijzer duidelijk voor oogen. Tal van bijzonderheden, inlichtingen en toepassingen, welke met het behandelde onderwerp in verband staan, boeien de aandacht van den lezer en dragen ertoe bij om het boek aantrekkelijk en tevens leerrijk te maken. Benevens eenige teekeningen, bij den tekst ingelascht, treft men aan het einde van het werk nog 59 afbeeldingen aan, die veel besprokene zaken verduidelijken en aldus de waarde van deze studie verhoogen. Uit dit alles blijkt ten overvloede, dat het geene droge verhandeling over het ijzer is, welke ons hier wordt aangeboden; de schrijver is er in gelukt van zijnen wetenschappelijken arbeid eene verstaanbare en aangename leesstof te maken, waarvoor hij lof en dank verdient. Wij sluiten deze korte aanbeveling met den wensch, dat het werk van den heer Allaeys in veler handen moge komen. In onze volksboekerijen zal het veel dienst bewijzen en als prijsboek zal het voorzeker onzen jongens welkom zijn.
3o) Door den heer Mr. Paul Bellefroid over de Dichtbundels van Huibrecht Haenen, uit Hasselt:
Op de Aprilvergadering van het jaar 1906Ga naar voetnoot(1) genoot ik de eer Ul., onder de meest verdienstelijke jongere | |||||||||||||||||||||||
[pagina 750]
| |||||||||||||||||||||||
Limburgsche dichters, mijnen stadsgenoot Huibrecht Haenen voor te stellen. Helaas! de veelbelovende jongeling werd ons den 27 Juni 1908 door den dood ontrukt, op den leeftijd van nauwelijks 35 jaren. Hoe zou ik kunnen nalaten hier eene warme hulde te brengen aan de nagedachtenis van den eenvoudigen burgersjongen, die Nederland vereerde door zijne diepgevoelde poëzie en met wien ik zoo vele vriendenjaren in bewondering voor zijne kunst en werkkracht heb doorgebracht? Drie dichtbundels: 't Vaandel met het Roode Kruis (1898), Door het Leven (1900) en Avondschemering (1906) vestigden Haenen's naam als dien van eenen fijnen voeler en prachtigen natuurdichter. Zijne zeesonnetten bijzonder zijn van de schoonste die uit zijne pen vloeiden. Was hij, te veel soms, de dichter van zwaarmoedigheid en smart, zijn lichamelijke lijdenstoestand en de oprechtheid van zijn gemoed waren daartoe de aanleidende oorzaak. Gedurende zijne twaalf laatste levensmaanden, terwijl de ziekte hem ondermijnde en de zenuwkoorts hem deed rillen, welden uit zijnen lijdenden boezem zijne laatste en fijnste zangen. Zij zullen binnen enkele weken door den Nederlandschen Boekhandel onder den titel ‘Sonnetten en Gedichten’ in 't licht gegeven worden. De gekende Hasseltsche beeldhouwer Cantillon vervaardigt thans, op het verlangen van Haenen's vrienden, het borstbeeld van den te jong gestorven dichter. Dit borstbeeld zal in het museum der stad Hasselt worden opgenomen. | |||||||||||||||||||||||
Dagorde.Lezing door den heer Amaat Joos: Hoe men dichters genicten kan. - De heer Joos beantwoordt in zijn lezing de vraag: hoe kan men | |||||||||||||||||||||||
[pagina 751]
| |||||||||||||||||||||||
dichters genieten?... Uit de bepaling van het aesthetisch genot, besluit hij dat de lezer, om dat genot in zekere maat te smaken, zijne medewerking moet verleenen. Eerst moet hij den dichter verstaan, wat niet altijd zonder inspanning kan gaan, ingezien den uitgebreiden woordenschat en den ongewonen zinbouw van veel dichters. Dan dient hij tot de visie en de gemoedsbeweging van den schrijver te komen. Wat is er noodig tot die visie?... Traag lezen, lezen met articulatie, en lezen met tusschenpoozen, om het gelezene eenigen tijd te overwegen. Wat, tot die gemoedsbeweging?... Al wat noodig is tot de visie, zeker lezen met articulatie en in eene voordeelige stemming zijn. Velen onderhouden die voorschriften niet en lezen onze dichters bijna zonder eenig kunstgenot. Het is noodig de leerende jeugd, het lezend publiek van morgen, van de noodzakelijkheid dier regels te overtuigen. Ondertusschen kan men de oningewijde menschen door voorlezingen de gelegenheid geven om zonder veel moeite aesthetisch genot te smaken.
Deze lezing geeft aanleiding tot een belangwekkende bespreking, waaraan de heeren Dr. de Vreese, Segers en Dr. Lecoutere deel nemen. De in het debat gemaakte opmerkingen worden door den heer Joos breedvoerig beantwoord. Ten | |||||||||||||||||||||||
[pagina 752]
| |||||||||||||||||||||||
slotte, op het voorstel van den heer Bestuurder, beslist de Academie dat de lezing van den heer Joos in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
De vergadering wordt te vier uren gesloten. |