| |
| |
| |
Vergadering van 17 Juni 1908.
Aanwezig de heeren: Des. Claes, bestuurder, Prof. Dr. W. de Vreese, onderbestuurder, en Edw. Gailliard, bestendige secretaris;
de heeren Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Prof. Mr. Julius Obrie, Th. Coopman, Jan Broeckaert, Jan Bols, Karel de Flou, Jhr. Dr. Karel de Gheldere, Dr. L. Simons, Prof. Adolf de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Dr. Jac. Muyldermans, Jan Boucherij, Amaat Joos, Is. Teirlinck en Dr. C. Lecoutere, werkende leden;
de heer V. de la Montagne, briefwisselend lid.
De heeren Dr. H. Claeys, Mr. Edw. Coremans, Mr. A. Prayon-van Zuylen en Dr. Hugo Verriest, werkende leden, hebben laten weten, dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
De heer Edw. Gailliard, bestendige secretaris, leest het verslag over de Mei-vergadering. - Het wordt goedgekeurd.
Bibliotheca Neerlandica Manuscripta. ‘Ik heb voor een paar dagen iets vernomen, Mijne Heeren,’ - zegt de Bestendige Secretaris, - ‘dat ik niet beloofd heb te zwijgen, en waarvan ik mij voorstel dat het U evenveel genoegen zal
| |
| |
doen als het mij gedaan heeft. Het is U bekend, dat de Koninklijke Academie van Pruisen, naar het voorbeeld van de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta van Prof. Dr. Willem de Vreese, voor de Duitsche Handschriften ondernomen heeft, wat ons geacht Medelid sedert jaren doet voor de Nederlandsche. Het op touw zetten van dezen inventaris der Duitsche Codices, naar dezelfde beginselen en methode als die door Dr. de Vreese gevolgd, is een benijdenswaardige hulde aan de degelijkheid van zijn werk. Die hulde van de Duitsche geleerde wereld is thans herhaald onder een anderen vorm: ons Medelid heeft vanwege het Bestuur van het Internationaler Kongress für historische Wissenschaften, dat onder de hooge leiding der Pruisische Academie in Augustus aanstaande te Berlijn wordt gehouden, een uitnoodiging ontvangen om voor de uitstekendste Duitsche geleerden een voordracht te komen houden over doel, inrichting en staat der onderzoekingen, die hij sedert zoovele jaren, met een zeldzame standvastigheid, ondanks de vele moeilijkheden, ten behoeve zijner Bibliotheca Neerlandica Manuscripta heeft ingesteld. Het is, naar mijn bescheiden meening, een groote eer voor onzen hooggeachten Onderbestuurder, een eer die ook uitstraalt over de Koninklijke Vlaamsche Academie en over het Vaderland. Ik voel er behoefte aan, ik acht het een plicht, hem deswege in deze vergadering geluk te wenschen.’ - (Algemeene instemming.)
| |
| |
De heer Dr. de Vreese, zichtbaar getroffen door de onverwachte hulde hem door de Academie gebracht, dankt al zijn Medeleden en inzonderheid den Bestendigen Secretaris, voor zooveel vriendschap; hij herinnert er aan, dat een niet gering deel van de hem toegekende verdienste eigenlijk toekomt aan Regeering en Academie, die hem sedert verschillende jaren door hun krachtigen steun het werk verlichten en mogelijk maken.
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Tijdschriften. - Bibliographie de Belgique, 1908. Première partie: Livres, nos 9 et 10. Deuxième partie: Publications périodiques, nos 9 et 10. - Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, no 5, 1908. - Bulletijn der Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, nr 5, 1908. - Bulletin des Musées royaux, no 5, 1908. - Le Musée belge, no 2 1908. - Revue Néo-Scolastique, no 2, 1908. - Revue de l'Université de Bruxelles, nos 7-8, 1908. - Revue Sociale Catholique, no 8, 1908. - Sommaire idéologique des Ouvrages et Revues de Philosophie, Mai 1908. - Arbeidsblad, nrs 5-8, 1908. - Annales des travaux publics de Belgique, nr 3, 1908.
Door het Gemeentebestuur van Gent:
Oorkondenboek der stad Gent. Gentsche stads- en baljuwsrekeningen (1280-1336), bezorgd door J. Vuylsteke. (Cartulaire de la ville de Gand. Comptes de la ville et des baillis de Gand.) Register door A. van Werveke. Gent, 1908.
Door de Société Liégeoise de Littérature Wallonne, te Luik:
Bulletin de la Société Liégeoise de Littérature Wallonne. Deuxième série. tomes XI-XIX (1889-1892). - Te beginnen met tome XX tot en met tome XXVI, is op het titelblad
| |
| |
bijgevoegd, ‘Tome XXXIII des publications’ tot en met tome XXXIX (1893-1899). - Te beginnen met het jaar 1900, worden de boeken alleen genummerd ‘tome XL’ tot en met ‘tome XLIX’ (1900-1908). - Tome XLVII draagt als bijtitel: ‘1856-1906, Liber memorialis (1re partie)’; t. XLVIII die het 2e deel van het Liber memorialis zal uitmaken, verschijnt in den loop van 1908.
Projet de Dictionnaire général de la Langue Wallonne, publié par la Société Liégeoise de Littérature Wallonne. Liége, 1903-1904.
Jules Feller. Règles d'Orthographe wallonne adoptées par la Société Liégeoise de Littérature Wallonne. Liége, 1905.
Bulletin du Dictionnaire général de la Langue Wallonne, publié par la Société Liégeoise de Littérature Wallonne. 1re année, 1906; 2e année, 1907. Liége, s.d.
Door de Société historique et archéologique dans le duché de Limbourg, te Maastricht:
Publications: Tables générales des tomes I à XL, rédigées par P. Doppler, Secrétaire de la Société. Maastricht, 1908.
Door het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, te Leeuwarden:
79ste Verslag van het Genootschap. 1906-1907, Leeuwarden, 1908.
Door de Reale Accademia delle Scienze, te Bologna:
Memorie della R. Accademia delle Scienze dell'Istituto di Bologna. Classe di Scienze morali. Serie I. tomo I, 1906-1907. Sezione di Scienze Storico-Filologiche. Fascicolo secondo. Bologna, 1908. - Serie I, tomo I, 1906-1907. Sezione di Scienze Giuridiche. Fascicolo secondo. Id.
Door den heer Kan. Dr. J. Muyldermans, werkend lid der Academie, te Mechelen:
Bondigen oogslag op den Zegeprael van het Kruys van Jesus-Christus, gepredikt door den Vicaris-generael F.G. Verheylewegen, in de Kerk van den H. Rumoldus, te Mechelen, den 4 Meert 1821, alsmede: Den steen des aenstoots wechgeruymd, betrekkelyk déeze zaek. Loven, 1821.
Tegen-vergif of zaekelyke wederlegging van zeker drogschift, getiteld: De vreemde geloofs-genoot en pligten jegens den zelven, een pendant van het sermoon op den Zegenprael van het Kruys enz. Antwerpen.
| |
| |
Redevoeringen van Jan Baptist David. Met Inleiding en Aanteekeningen, heruitgegeven door Kan. Dr. J. Muyldermans. (Nederlandsche Schooluitgaven 4.) Rousselare, 1908.
Door den heer Jan Boucherij, werkend lid der Academie, te Antwerpen:
Dr. A. van Gehuchten, Hoogleeraar in de Zenuwleer, te Leuven. Het Zenuwgestel. (Met afbeeldingen.)
Eerw. Heer A. van Roey, Doctor in de Godgeleerdheid, de Wijsbegeerte en het Kerkelijk Recht, Leeraar aan het Sint-Rombout's college te Mechelen. De Goddelijke Alwetendheid.
Kan. Am. Joos, Bestuurder der Normaalschool van Sint-Niklaas (Waas), Lid der Koninklijke Vlaamsche Academie. De Uiterlijke Willekeurige Bewegingen.
Dr. Fr. Meeus, Geneesheer der Krankzinnigen-Colonie, te Gheel. Menschenkunde. VI. De Synthesis van den Genialen Mensch.
(Deze vier werkjes maken de nummers 101-104 uit der Verhandelingen van de Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding, te Antwerpen.)
Liederen voor ons Volk. Maandelijksche Uitgave. 3e Jaargang: (1907). Nr 2: Volkslied. Woorden van Jan van Nylen; Muziek van Jos. van Hoof. - Nr 3: Klein Lied. Woorden van Helene Swarth; Muziek van Ferd. Grimbers. - Nr 4: Er kwam... Woorden van Jan van Nylen; Muziek van Jos. van Hoof. - Nr 5: Minneliedeken. Woorden en Muziek van Karel Weymans. - Nr 6: Drinckliedeken. Gedicht van J.M. Dautzenberg; Muziek van Jos. van Hoof. - Nr 7: Kuipersliedje. Gedicht van J.M. Dautzenberg; Muziek van Willem de Latin. - Nr 8: Van 't Spinsterken. Gedicht van Karel Casteels; Muziek van Caesar Hinderdael. - Nr 9: Wat zal ik u geven. Gedicht van Frans Liekens; Muziek van Karel Candael. - Nr 10: Er woonden. Gedicht van Louise Stratenus; Muziek van Joz. van Baelen. - Nr 11: Avondlied. Gedicht van Karel Quaedvlieg; Muziek van H. van den Abeele. - Nr 12: Het Kerelskind. Gedicht van Albrecht Rodenbach; Muziek van Jaak Opsomer.
Door den heer Is. Teirlinck, werkend lid der Academie, te Sint-Jans-Molenbeek:
| |
| |
Het Vaderland. Tijdschrift voor Letterkunde en Geschiedenis. Eerste jaergang. Uitgegeven onder de bestendige medewerking der Heeren gewoone leden van het Nederduitsch Taelen Letterkundig Genootschap van Brussel en der byzonderste Letterkundigen van Belgie, onder de bestiering van Michiei J.T. Vandervoort, Sekretaris van het Brusselsch Genootschap, corresponderend lid van de Maetschappij De Tael is gansch het Volk. Antwerpen, 1844.
Door den heer Dr. J. Verdam, buitenlandsch eerelid der Academie, te Leiden:
Middelnederlandsch Handwoordenboek, door J. Verdam, Hoogleeraar te Leiden. 2e Aflevering, 's Gravenhage, 1908.
Door Z.E.D. Mercier, kardinaal-aartsbisschop van Mechelen:
La Vie diocésaine, Bulletin du Diocèse de Malines, t. II, fasc. V, en Documenta, II.
Door den heer C. Caeymaex, leeraar aan het Groot Seminarie, te Mechelen:
C. Caeymaex. Cours de Méthodologie à l'usage des élèves du Grand Séminaire de Malines. Malines, 1907.
Door den heer L. Maeterlinck, bewaarder van het Museum van Schoone Kunsten, te Gent:
La Sculpture à l'Exposition de la Toison d'Or, par L. Maeterlinck, Conservateur du Musée des Beaux-Arts de Gand. Extrait de ‘Les Chefs-d aeuvre d'Art Ancien à l'Exposition de la Toison d'Or à Bruges en 1907’. Bruxelles, 1908.
Door den heer Jean Haust, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Luik, Secretaris van de Société Liégeoise de Littérature Wallonne:
Jean Haust. Etymologies wallonnes. Liége, 1908. (Overgedrukt uit Mélanges Godefroid Kurth.)
Door den heer Alfred de Groote, substituut der krijgsauditeurs van Oost-Vlaanderen en Henegouwen:
Justice militaire. La Langue des Plaidoiries et des Réquisitoires, par Alfred de Groote, Substitut des Auditeurs militaires de la Flandre Orientale et du Hainaut. Bruxelles, 1908.
Door den heer Baur Frank, leeraar aan het Sint-Jozefsgesticht, te Turnhout, bibliothecaris der Keurboekerij van Mechelen:
| |
| |
René de Clercq. Eene letterkundige Studie, door Aran Burfs. Brussel, z.j. (1908.)
Door den heeren A. en V. van der Schelden, boekhandelaars te Gent:
Natuurlyke Historie voor kinderen, gedeeltelyk ingericht naer de Hoogduitsche uitgaave van... M. Georg Christian Raff, Hoogleeraar in de Historie en Geographie, te Göttingen. Aanmerklijk verbeterd... door J. le Francq van Berkhey, M.D. Eerste deel. Leyden, 1781.
Latijnsche Grammatica, ten gebruike der Athenaea, Collegiën en Latijnsche Scholen. Eerste deel, bevattende de Etymologia. Brussel, 1823.
Nederduijtsche Spraekkunst. Eerste deel: Spelling en Vormleer. (Tweede deel: Woordvoeging en Prosodie.) Door J. David, Pr. Mechelen, 1836-1837.
Grammaire Flamande à l'usage des Collèges et des Pensionnats, par P. Heiderscheidt, Docteur en Philosophie et Lettres, Docteur en Droit romain et moderne, Professeur à l'Institut de Saint-Louis à Malines. Malines, 1841.
Nederduitsche Spraekkunst voor eerstbeginnenden, ingerigt naer het spellingstelsel door het Taelcongres, gehouden te Gent den 23 October 1841, vastgesteld en aengenomen. Door Mussely-Boudewyn. Derde druk. Kerkelijk goedgekeurd. Kortrijk, 1843.
Beginselen der Vlaemsche Spraekkunst, door P.J. Renier. Vijfde verbeterde uitgaef. Kortrijk, 1845.
Door den heer A. van de Velde, beambte aan het Provinciaal Bestuur, te Brugge:
Liefde en Haet, door K. Van den Broucke-de Vooght (uit Brugge). Brugge, z.j. (Vóor 1860.)
Door de Redactie:
Oudheid en Kunst, nr 4, 1907 - De Tuinbode, nr 6, 1908.
Ingekomen boeken. - Voor de Boekerij der Academie zijn ingekomen:
An index to the early printed books in the British Museum: from the invention of printing to the year MD. with notes of those in the Bodleian Library. By Robert Proctor. First section, Germany; - Second section, Italy; - Third section, Switzerland to Montenegro; - Fourth section, Registers. London, 1898-1899. 4 deelen.
| |
| |
Appendices ad Hainii-Copingeri Repertorium Bibliographicum. Additiones et emendationes edidit Dietericus Reichling, Dr. Phil., Gymnasii Regii Paulinii Monasteriensis professor. Monachii, 1905-1907. 3 deelen.
Die Pariser Miniatur-malerei, von der Zeit des hl. Ludwig bis zu Philipp von Valois und ihr Verhältnis zur Malerei in Nordwesteuropa. Von Dr. Georg Graf Vitzthum, Privatdozent an der Universität Leipzig. Leipzig, 1907.
Die Malereien in den Handschriften des Königreichs Sachsen. Herausgegeben von Dr. Robert Bruck, a.o. Professor für Kunstwissenschaft an der Kgl. Techn. Hochschule zu Dresden. Dresden, 1906.
Recherches sur la Librairie de Charles V, par Leopold Delisie, Membre de l'Institut, Administrateur général honoraire de la Bibliothèque nationale. Partie I. Paris, 1907. - Partie II: Inventaire des livres ayant appartenu aux rois Charles V et Charles VI, et à Jean., Duc de Berry. Paris, 1907. - (Partie III: 26 planches in-folio.)
Heortologie oder die geschichtliche Entwicklung des Kirchenjahres und der Heiligenfeste von den ältesten Zeiten bis zur Gegenwart, von Dr. K.A. Heinrich Kellner, o. ö. Professor der katholischen Theologie an der Universität zu Bonn. Zweite, vollständig neu bearbeitete und vermehrte Auflage. Freiburg im Breisgau, 1906.
British Museum. Reproductions from Illuminated Manuscripts. Series III. Fifty Plates. London, 1908.
Album belge de Paléographie. Recueil de Spécimens d'écritures d'auteurs et de manuscrits belges (VIIe au XVIe siècles), par J. van den Gheyn, S.J., Conservateur des manuscrits à la Bibliothèque royale de Belgique. Jette-Bruxelles, 1908.
Livres d'heures imprimés au XVe et au XVIe siècle, conservés dans les Bibliothèques publiques de Paris. Catalogue par Paul Lacombe, Bibliothécaire honoraire à la Bibliothèque Nationale. Paris, 1907.
Oorkondenboek van Holland en Zeeland. Uitgegeven van wege de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Eerste afdeeling: tot het einde van het Hollandsche Huis, bewerkt door Mr. L.Ph. van den Bergh. Amsterdam, 's Gravenhage, Eerste deel, 1868; Tweede deel, 1873.
| |
| |
De Oude Tijd. Geschiedenis - Maatschappelijk en Huiselijk Leven - Monumenten - Volkseigenaardigheden - Overleveringen - Kunst - Nijverheid - Gebruiken - Kleeding - Volksverhalen - Spreekwoorden - Liedjes uit Noord- en Zuid-Nederland. Onder leiding van David van der Kellen Jr., met medewerking van Noord- en Zuid-Nederlandsche Geschied- en Oudheidkundigen en Kunstenaars. Jaargangen: 1869-1874. - Te beginnen met 1871 wordt de titel: De Oude Tijd, door J. ter Gouw, met medewerking van Vaderlandsche Geschied- en Oudheidkundigen. Haarlem.
De hedendaegsche Lang-tonge. Af-gebeeld in twaelf zinnebeelden, De Bezonderste Eygendommen van eene Ongeregelde Tonge betreffende: Met aengenaeme Poësie het Zinne-beêld ontvouwende en klaerlyk voór oogen stellende verciert, en Op-geheldert: in 'tlang en breed, tot meerder begryp van den eygen Zin, bondiglyk Uytgeleyd: Alles tot Onderwyzinge van den Lezer, om hem sijne Fouten te ontdekken, en aldus, door het aentoonen van de Leelykheyd der zelve van de Ongeregeltheyd der Tonge in toekomende te verhouden, tot sijn groot geluk. Door J.A.F. Pauwels. t'Antwerpen, 1774.
De noodzakelyke Wel-geregeldheyd der Tonge, Aengetoont in twaelf zinne-beelden, De Bezonderste Eygendommen van eene Goede Tonge bevattende: Met Vermakelijke Poësie, het Zinnebeêld opentlijk voór-oogen-stellende, opgeluystert: in 't Lang en Breed tot genoegzaem begreyp van Een-ider bekwâemelijk afgebeéld: Alles tot stigtinge van den Lezer, om hem tot het betragten van sijne Pligt in zoo-gewigtige zaek aen-te-moedigen, ende voortaen de groote Konst. van wel sijne Tonge te besteden in te planten. Door J.A.F. Pauwels. Tweede deel. t'Antwerpen, 1774.
Den Wegh der Deughden, Beset met scherpe Dornen van quellinghen en onrechtveerdighe vervolginghen naer d'eeuwicheijt. Waer in te vinden is den Regel der Volmaecktheyt en den Spieghel van sijn eyghen selven, om daer door Te vercijghen(sic)de Hope van Salicheyt. Door Cornelio de Bie. Tot Lier Anno 1687. Waerheydt baert Nijdt. t'Antwerpen, 1697.
Sedelyck Vermaeck Tonneel. Verthoonende door Sinne-beelden Den leersamen Handel van de onredelijcke Dieren aen de verkeerde, en Beest-aerdighe Werelt. Op-gherecht Van verscheyden soo Griecksche als Latijnsche Schrijvers, verciert Met aer- | |
| |
dighe Prenten, vermaeckelijcke Poësie, en Sedelijcke Leeringh n, door F. Jacobus Moons, Religieus der Canonicklijke Orden van Premonstreyt in d'Abdije van S. Michiels tot Antwerpen, 1675.
Het Leven van den H. Vader Franciscus, Ende der vernaemste Heylighen, Salighen, ende Godtvruchtighen van sijnen derden Reghel. By een vergadert door P.F. Jacobus Raps, Guardiaen van het Convent der Minder-broederen tot Brussel. Den II. Druck, Verbetert ende vermeerdert met vele Levens van verscheyde Heylighen ende Salighe Persoonen der derde Orden, T'samen met den Reghel, Aflaten, Gratien ende Privilegien der selve derde Orden hier achter byghevoeght. Tot Brussel. By François Vivien, Ghesworen Boeck-drucker, 1662.
Handboek der Boekdrukkunst voorafgegaan van eene inleiding over dezes oorsprong en uitvinding, door Jan Jacolet, letterzetter. Leuven, 1890.
De Gids, Juni 1908.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen, heeft de Bestendige Secretaris voor de boekerij der Academie de laatst verschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
De Belgische School, nr 1, 1908-1909. - Biekorf, nrs 10-11, 1908. - Bijdragen tot de Geschiedenis bijzonderlijk van het aloude Hertogdom Brabant, Mei, 1908. - Christene School, nrs 15 en 16, 1908. - Dietsche Warande en Belfort, nr 5, 1908. - Het Katholiek Onderwijs, nr 8, 1908. - Neerlandia, nr 5, 1908. - Onze Kunst, nr 6, 1908. - De Opvoeder: Opvoeding, Onderwijs, enz. nrs 15-17, 1908. - De Opvoeding, nr 6, 1908. - De Schoolgids, nrs 21-24, 1908. - St. Cassianusblad, nr 7, 1908; Bijvoegsel, nrs 9 en 10, 1908. - Studiën, nr 5, 1908. - De Vlaamsche Gids, nr 5, 1908. - De Vlaamsche Kunstbode, nr 5, 1908. - Volkskunde, nrs 5-6, 1908. - Vragen van den Dag, nr 6, 1908.
Ingekomen brief. - De Bestendige Secretaris stelt de Academie in kennis met den volgenden ingekomen brief:
| |
| |
Ter uitgave aangeboden verhandeling. - Brief van 26 Mei 1908, waarbij de heer Oscar van Doorsselaer, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Mechelen, aan de Academie ter uitgave aanbiedt een Nederlandsche vertaling van het Nibelungenlied, door hem bewerkt. (Zie verder op Mededeelingen namens Commissiën.)
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Vak- en Kunstwoordenboeken. Afsterven van den heer Alfons van Houcke, bouwkundig ingenieur, te Brussel. - Met innig leedwezen zal de Vergadering het zoo vroegtijdig afsterven vernemen van den heer Alfons van Houcke, bouwkundig ingenieur aan het Ministerie van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen, den 13 Juni te Brussel overleden. Alfons van Houcke genoot de eer twee zijner werken door de Koninklijke Vlaamsche Academie bekroond te zien. Met de meeste bereidwilligheid had hij zijne ijverige medewerking beloofd aan de door de Academie ontworpen nieuwe uitgave van zijn Vakwoordenboek over het ambacht van den Loodgieter en Zinkbewerker en van dat over het Ambacht van den Metselaar, dat hij te zamen met den heer Jozef Sleypen had bewerkt. Bij brieve van 7 Februari ll., schreef de heer Van Houcke: ‘De tekst van het Vakwoordenboek van den Loodgieter kan binnen enkele weken in gereedheid worden ge- | |
| |
bracht; die voor het Ambacht van den Metselaar, binnen vier a vijf maanden: ik ben het hierover eens met den heer Sleypen’. Laat ons hopen, dat de arbeid van den betreurden overledene voor onze Koninklijke Instelling niet zal verloren zijn, en dat wij hiervoor op de zeer gewaardeerde medehulp van den geachten heer Jozef Sleypen zullen mogen rekenen.
2o) Ter uitgave aangeboden verhandelingen: a) Nibelungenlied. - Nederlandsche vertaling van het Nibelungenlied, door Oscar van Doorselaer, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Mechelen, door den Schrijver aan de Academie ter uitgave aangeboden. - Namens het Bestuur, werd deze verhandeling naar de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taalen Letterkunde verzonden, (Zie verder op Mededeelingen namens Commissiën.)
b.) De Vlaamsche Pseudoniemen, door den Heer V.A. Dela Montagne, briefwisselend lid der Academie. - Namens het Bestuur, werd deze verhandeling naar de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde verzonden.
c.) Ter opname in de Verslagen en Mededeelingen: Onderzoekingen over de gisting van het brooddeeg, door Dr. A.-J.-J. Vandevelde, bestuurder van het Gemeentelijk Laboratorium te Gent, L. Bosmans en A. Revyn, bakkers, leerlingen aan de Beroepsschool voor voeding te Gent (af- | |
| |
deeling Bakkerij). - Namens het Bestuur, werd deze verhandeling, om advies, naar de Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde verzonden. (Zie verder op Mededeelingen namens Commissiën.)
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Middelnelandsche Taal- en Letterkunde. - De heer K. de Flou, secretaris, legt ter tafel het volgende verslag over de April-vergadering:
Zijn aanwezig: de HH. Gailliard, voorzitter, Broeckaert, Claes, Coopman, Jhr. Dr. de Gheldere, Jhr. Mr. Nap. de Pauw, Dr. Lecoutere, leden, en K. de Flou, secretaris.
Het verslag van de vorige bijeenkomst wordt door den secretaris der Commissie voorgelezen en door de Vergadering goedgekeurd.
De heer de Flou leest eene notitie over zijn plan van bewerking van een Toponymisch Woordenboek van Oud- Vlaanderen, Guines en Boulogne, en vraagt dat de Leden der vergadering, die oude land- of renteboeken uit die gewesten bezitten of kunnen aanwijzen, hem die zouden gelieven kenbaar te maken.
Dezelfde Spreker stelt de Commissie in kennis met een charter van 12 December 1334, waarbij zekere ‘Diederic Pieterssoone’, van Ghistel, zijnen neef ‘Hannekin Jans soene’, onder meer, begiftigt met ‘de vive deel van den Spyegel istoriale’. De tekst van dat bezet luidt, parte in quâ, als volgt:
‘Vort, so ghevic Hannekine Jans soene Pieters soens, mijns broeder kinde, in beternesse ende in alemoesen,
| |
| |
de vive deel van den spyegel istoriale; ende vort so ghevic hem .xxx. s. groten tornoyse, ende ic bidde minen wive ende mire dochter dat si willen vorsorghen dit vors. kint van houdnessen, van dedinghen, van ate ende van dranke, ende van sire bedurste .x. jaer gedurende, ende als dese vors. .x. jaer verleden zullen zijn, so willic dat dese vors. .xxx. s. grote, die ic hem hier voren ghegheven hebbe, quite zullen sijn ende de vive deel van den speghel istoriale die zullen bliven Hannekins vors.’
Deze mededeeling leidt tot eene gedachtenwisseling, waaraan de HH. de Flou, Jhr. Nap. de Pauw en Dr. Lecoutere deel nemen, en die vooral de beteekenis der woorden ‘vive deel’ voor onderwerp heeft.
Verder deelt de heer K. de Flou aan de Academie mede, dat de Commissie in hare morgenvergadering beslist heeft:
a) | De door den heer Oscar van Doorsselaer ter uitgave aangeboden Nederlandsche vertaling van het Nibelungenlied, aan het oordeel te onderwerpen van Dr. B. Symons, hoogleeraar te Groningen, buitenlandsch eerelid der Academie, en van de heeren Dr. L. Simons en Dr. C. Lecoutere, werkende leden. |
| |
b) | Aan de Academie voor te stellen, de verhandeling getiteld: Kyrieleison: Eene studie over het ontstaan van het Duitsche vers, door den heer Dr. Frans Jostes, hoogleeraar te Munster in Westfalen, ons hooggeacht buitenlandsch eerelid, ter uitgave aangeboden, en door den heer Dr. de Vreese voorgelezen, in de Verslagen en Mededeelingen te laten opnemen. - (Goedgekeurd.) |
| |
| |
c) | Dat, mits nadere goedkeuring door de Academie van het voorstel door den heer Edw. Gailliard gedaan, omtrent het opnemen in de Verslagen en Mededeelingen van een rubriek met name Kleine verscheidenheden, de twee artikels over Breekspel en Vleeschjeugd, door dien heer aan de Commissie voorgelezen, onder bedoelde rubriek mogen worden opgenomen. |
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - Verslag door den heer Th. Coopman, secretaris, over de morgenvergadering. De Commissie heeft beslist:
Aan de Academie voor te stellen, de studie getiteld: Onderzoekingen over de gisting van het brooddeeg, door de heeren Dr. A.-J.-J. Vandevelde, L. Bosmans en A. Revyn, ter uitgave aangeboden, in de Verslagen en Mededeelingen te laten opnemen. - (Goedgekeurd.)
| |
Letterkundige Mededeeling.
Door den heer Dr. Jac. Muyldermans over: C. Caeymaex, Cours de Méthodologie à l'usage des élèves du Grand Séminaire de Malines. Malines, H. Dessain, 1907.
In den naam van den heer Kan. Dr. Caeymaex, professor in het Groot Seminarie te Mechelen, heb ik de eer aan de Koninklijke Vlaamsche Academie een exemplaar meê te deelen van zijn Cours de Méthodologie à l'usage des élèves du Grand Séminaire de Malines. Dit
| |
| |
boekje heeft wel degelijk meer waarde dan men, naar 't uiterlijke te oordeelen, gissen zou; in een van hare laatste nummers heette de Revue des Humanités en Belgique (Mei 1908, blz. 106) het ‘un modèle du genre; il possède toutes les qualités qu'on est en droit d'exiger d'un livre destiné à l'enseignement’. Ook voor het onderwijs onzer taal geeft het nuttige wenken en menige bibliographische nota: wat eene zijner bijzonderste verdiensten is, en het loffelijk onderscheidt van andere dergelijke boeken, voor het onderwijs onzer humaniora bestemd. In dat opzicht vooral zij hier den heer Dr. Caeymaex hulde betuigd.
| |
Voorstel door den Bestendigen Secretaris.
Kleine verscheidenheden van taalkundigen aard. - Meermalen gebeurt het dat er in de Verslagen en Mededeelingen bladzijden voorkomen, welke niet heel en al voldrukt zijn. Ware het niet raadzaam de aldus beschikbare plaats te laten benuttigen voor kleine verscheidenheden van taalkundigen aard, voor het bekend maken b.v. van woorden, die nergens geboekt zijn en welke dienst zouden kunnen doen, om uitheemsche woorden te vervangen? De uitgelegde of bekendgemaakte woorden zouden in het Register opgenomen worden en derhalve voor verloren gaan gevrijwaard zijn.
Wie dergelijke mededeelingen ter opname wenscht te doen, late deze aan den Bestendigen Secretaris geworden. Het ware echter wenschelijk, dat aan de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde de last
| |
| |
zou worden opgedragen over het al of niet opnemen van de aangeboden mededeelingen te beslissen. - (Aangenomen.)
| |
Dagorde.
1o) Openstaande plaatsen van Briefwisselend Lid en van Buitenlandsch Eerelid. Verkiezing. - De Vergadering gaat tot de verkiezing over.
a.) Verkiezing van een Briefwisselend Lid, tot vervanging van Prof. Dr. C. Lecoutere, thans werkend lid. - Worden door den Heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen: de heeren K. de Flou en Jan Broeckaert.
Wordt verkozen: de heer Dr. Leo Goemans, opziener van het Middelbaar Onderwijs, te Leuven.
b.) Verkiezing van een Buitenlandsch Eerelid, tot vervanging van wijlen Prof. Dr. J.H. Gallée. - Worden door den Heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen: de heeren Th. Coopman en Jan Boucherij.
Wordt verkozen: de heer Dr. Gustav Roethe, gewoon hoogleeraar in de ‘Deutsche Philologie’ aan de Koninklijk-Keizerlijke Universiteit, te Berlijn.
2o) Wedstrijden voor 1908. Lezing door den Bestendigen Secretaris, over de verslagen betreffende de ingezonden antwoorden. - Van de vijf prijsvragen voor het jaar 1908 uitgeschreven, werden er slechts twee beantwoord.
| |
| |
| |
a.) Prijsvraag over de Zeevisscherij.
De heeren Prof. Dr. Lecoutere, Prof. Dr. Julius Mac Leod en Dr. Jhr. Karel de Gheldere zijn het eens om te verklaren, dat het eenig ingezonden antwoord niet van verdienste ontbloot is. In wetenschappelijk opzicht laat het stuk echter te wenschen over; leemten dienen ook aangevuld en de taal moet beter verzorgd zijn. De Heeren Verslaggevers stellen dan ook voor de vraag voor een volgend jaar aan te houden.
De Vergadering sluit zich bij dit voorstel aan. Zij beslist evenwel de zaak, om verder advies, naar de Commissie voor Prijsvragen te verzenden.
| |
b.) Prijsvraag over het Drukkersvak.
De heer Coopman, eerste verslaggever, wenscht dat aan ‘Words!’ de uitgeloofde prijs (700 fr.) worde toegekend, en dat de Academie aan ‘Arbeid’ ook een prijs verleene. Hij stelt voor, de twee ingezonden handschriften te laten drukken.
Het voorstel van den tweeden verslaggever luidt als volgt:
α) | Dat de Schrijvers zullen verzocht worden hunne antwoorden gezamenlijk tot éen boek te verwerken, dat onder hun beider naam zou verschijnen. |
β) | Dat uit dit werk geweerd worden alle woorden die niet tot de eigenlijke techniek behooren of in de vaktaal niet wezenlijk bekend zijn. |
γ) | Dat bij alle woorden, waarvan het gebruik niet algemeen is, uitdrukkelijk vermeld worde vanwaar ze herkomstig zijn. |
δ) | Dat aan ‘Words!’ de uitgeschreven prijs van 700 fr. worde toegekend en dat ‘Arbeid’ met een tweeden prijs van 500 fr. worde vereerd. |
| |
| |
ε) | Dat de twee uitgevers ieder 100 present-exemplaren zouden ontvangen. |
De heer Jan Broeckaert, derde verslaggever, sluit zich bij de twee eerste verslaggevers aan; met den heer Gailliard, wenscht hij evenwel dat de te bekronen prijsantwoorden ineengesmolten worden en dat men de woorden weglate, welke niet tot de eigenlijke techniek behooren.
De heer Dr. W de Vreese vraagt het woord. Hij heeft de drie voornaamste antwoorden onderzocht, en kan zich met de heeren verslaggevers eens verklaren. Het verschil tusschen ‘Words!’ en ‘Arbeid’ komt hem echter niet zoo groot voor, terwijl hem, aan den anderen kant, is gebleken dat het inderdaad vaak moeilijk te lezen antwoord ‘Labore et Constantia’ een even verdienstelijk werk is als de twee andere. Dr. de Vreese stelt derhalve voor, deze drie werken op gelijken voet te bekronen en tot éen boek te laten omwerken.
De heeren Th. Coopman, Gailliard en Broeckaert verklaren zich bij het voorstel van den heer Dr. de Vreese aan te sluiten.
Daarop wordt door de Academie in dien zin beslist, en aan elk der drie bedoelde antwoorden een gelijke prijs van 500 fr. toegekend. De bekroning blijft evenwel afhankelijk van de voorwaarde, dat de schrijvers gevolg en voldoening zullen geven aan de aan- en opmerkingen door de Heeren Verslaggevers gemaakt en aan de wenschen door hen geuit.
| |
| |
Na de omwerking van de drie bekroonde antwoorden tot éen boek, zal het aldus verwerkte prijsantwoord, om advies, opnieuw verzonden worden naar den eerst aangestelden keurraad, wien, op verzoek van de Heeren Verslaggevers, de heeren Dr. de Vreese en V.A. Dela Montagne worden toegevoegd.
Er wordt, ten slotte, overgegaan tot de opening van de gesloten brieven bij de bekroonde prijsantwoorden gevoegd. Uit die brieven blijkt, dat de schrijvers zijn:
Van ‘Words! Words! Words!’: de heer Prosper Verbaere, typograaf te Brussel;
Van ‘Arbeid’: de heeren Albrecht en Leo Boucherij, te Antwerpen;
Van ‘Labore et Constantia’: de heeren A. Quicke, leeraar in Germaansche talen, te Andenne, en G. Quicke, proevenlezer, te Brussel.
3o) Plechtige Vergadering op Zondag 28 Juni. Lezing van de voordrachten op die vergadering te houden. (Als toepassing van art. 11, § Zittingen, der wet van 15 Maart 1887.) - De Heer Bestuurder geeft aan de Heeren Leden kennis van de toespraak door hem op de Plechtige Vergadering te houden.
De vergadering wordt te 4 3/4 uren gesloten.
|
|