Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1908
(1908)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 448]
| |
Vijfde prijsvraag.
| |
1o) Verslag van den heer Th. Coopman.A. - ‘BoekDrukKunst Bloeie’ bevat ± 700 Nederlandsche woorden, die meestal betrekking hebben op het vak. De Fransche, Duitsche en Engelsche vertaling staat er doorgaans bij. Vele goede Nederlandsche woorden worden er in aangetroffen. Het werk is opgeluisterd met 16 bladzijden afbeeldingen, waaronder de Nederlandsche benamingen (± 86) voorkomen. De Fransche, Engelsche en Duitsche woorden zijn, soms vrij onjuist, eenvoudig uit woordenboeken overgeschreven, en daar, ongelukkig genoeg, geen enkel woord is verklaard, kan ‘BoekDrukKunst Bloeie’ volstrekt niet in aanmerking komen. | |
[pagina 449]
| |
Het is te betreuren, dat schrijver vooraf geen inzage heeft genomen van de door de Academie met goud bekroonde en uitgegeven vakwoordenlijsten.
***
B.- ‘Rond den heerd.’ In 't geheel 55 bladzijden; daarbij figuren uit prospectussen. Schrijver bekent zelf, dat zijn werk onvolledig is, en nog heel wat omwerking en bijvoeging behoeft.
***
C. - ‘Labore et Constantia.’ - Schrijver heeft veel tijd aan zijn handschrift besteed, maar tevens is hij ongenadig geweest voor den beoordeelaar. Van dezen heeft hij een echt benedictijnerwerk gevergd. Het handschrift is bijna onleesbaar. Er komen een aanzienlijk aantal overschrijvingen in zwarten, rooden, blauwen inkt in voor; een even aanzienlijk aantal verwijzingen; tallooze doorhalingen; aanvullingen op ingeschoven stukjes papier, en al dies meer. De beste drukker wordt er niet wijs uit. De inzage van dat werk, zooals het daar reilt en zeilt, heeft meer tijd gevergd, dan de stipte en nauwkeurige overlezing van de drie of vier overige antwoorden op de gestelde prijsvraag. In vollen ootmoed, dient bekend, dat, in weerwil van de grootste krachtinspanning, het mij gansch onmogelijk is geweest, de waarde van ‘Labore et Constantia’ te toetsen aan die van ‘Arbeid’ en van ‘Words! Words! Words!’. Het laat den indruk na, dat het stellig niet van verdienste ontbloot is, maar de slordige bewerking (Schrijver veroorlove mij dat woord) maakt dat het, tot mijn groote spijt, dient ter zijde gelegd.
*** | |
[pagina 450]
| |
D. en E. - Blijven dus twee werken over: ‘Words! Words! Words!’ en ‘Arbeid’. Beide gewrochten zijn hoogst verdienstelijk. Schrijvers zijn op verschillende manier te werk gegaan: ‘Arbeid’ geeft, wel is waar, meer woorden dan ‘Words! Words! Words!’, maar ‘Words’ wint het op ‘Arbeid’ door practische opvatting, stelselmatige indeeling en bondige uitlegging. Zoo geeft ‘Arbeid’, om maar enkele voorbeelden aan te halen, o.a. de volgende woorden, die te vergeefs in ‘Words’ worden gezocht.
Aanmaken; aanstemmen (der kleuren bij den drie- en vierkleurendruk); aanvangspagina; aanwitten; aanzetsel; A-B-plank; afbramen; afloogen; afloop; afnemen; afpunten; afrollen; afronden; afscheiden; afscheiding; afscheren; afschrobben; afsluitlijntje; afstand; afsteller (hoewel geen eig. drukkersterm); aftrappen; aftrekken in den zin van ‘den vorm op de pers reinigen’); afvouwen; afzetten; enz., enz.
Voor hetgeheele werk, kan het getal van die woorden wellicht op tienmaal zooveel worden geschat. Daarentegen, worden in ‘Words’ woorden aangetroffen, die, tot mijn groote verwondering, in ‘Arbeid’ ontbreken, als:
Aanhangsel; aankloppen; aankondigen; aanslaander; adverteeren; aerograaf; enz., enz.
Sommige artikelen in ‘Words!’ zijn bijzonder kunstig opgesteld, als b.v.: Afbreken (daar geeft schrijver èn de taalregels èn de vakregels op); - Boekdrukkunst; Letterkasten; Alphabet; Lettersoorten; Afdrukken enz., enz. De lijst der afkortingsteekens, achteraan Deel V, is vrij goed bewerkt. 't Is eene nieuwigheid, die groote diensten kan bewijzen, niet alleen aan drukkers, maar tevens aan schrijvers en proeflezers. | |
[pagina 451]
| |
Eene aanmerking nochtans: er ontbreekt: ‘vlg. of verg. = vergelijk’, waarvoor doorgaans te onzent, onder den invloed van het Fransch, ‘z.’ = zie (voir) wordt geschreven. Practische wenken schieten in het werk niet te kort: zie o.a. Eindvignet en Enzoovoorts; en beknopte geschiedkundige aanteekeningen zijn er alom in verspreid, inzonderheid bij de beschrijving der lettersoorten.
Schrijver blijkt te zijn een man van 't vak, en alleszins een ontwikkeld mensch.
‘Words! Words! Words!’ zal, naar mijn bescheiden meening, hoogst welkom zijn bij alwie zich in het Nederlandsch wil bekwamen in het edel drukkersvak.
Schrijver weze echter gewaarschuwd tegen mogelijke neiging tot woordsmederij. Hier en daar, meen ik daarvan sporen te hebben aangetroffen. o.a. bij zijn ‘Aap’ en zijn ‘Beer’.
‘Arbeid’ heeft stellig de uitdrukkingen opgeteekend in verscheidene drukkerijen des lands. Of hij ook in Nederland geoogst heeft, valt te betwijfelen.
‘Words’ heeft dat wèl gedaan. En uit zijn keurige Fransche, Engelsche en Duitsche termen schijnt te blijken dat de man allerminst in den geest gereisd heeft.
In geen der ingezonden werken worden vele oude drukkerstermen aangetroffen. Enkele in ‘Words’. Schrijvers kan dit niet euvel worden opgenomen, aangezien die eisch niet door de prijsvraag wordt gesteld. | |
Besluit:Ik heb de eer voor te stellen: A. - Den uitgeloofden prijs toe te kennen aan Words! Words! Words! en het werk zoo spoedig mogelijk te laten drukken. B. - Uit aanmerking van den geleverden ‘arbeid’ en van dezes onmiskenbare verdienste, ook een prijs te verleenen aan den schrijver van ‘Arbeid’. | |
[pagina 452]
| |
Wellicht zal het de Koninklijke Vlaamsche Academie behagen ook dat werk onder hare uitgaven op te nemen, zooals ze vroeger heeft gedaan met de dubbele Vakwoordenlijst van het Metselaarsambacht. Immers, van versmelting der beide werken kan geen sprake zijn. Th. Coopman.
Brussel, 20 Maart 1908. | |
2o) Verslag van den heer Edw. Gailliard.Sprekende van het prijsantwoord met kenspreuk ‘Words! Words! Words!’, schrijft de heer Th. Coopman, eerste verslaggever, als volgt: ‘Schrijver weze echter gewaarschuwd tegen mogelijke neiging tot woordsmederij. Hier en daar meen ik daarvan sporen te hebben aangetroffen, o.a. bij zijn Aap en zijn Beer’.
Ik twijfel er niet aan, of beide benamingen zijn nooit in het Vlaamsche land bekend geweest en zijn doodeenvoudig vertalingen van het Fransche Singe et Ours, o.a. door Eugène Boutmy aangehaald, in zijn boek Les Typographes parisiens, suivis d'un petit dictionnaire de la langue verte typographiqueGa naar voetnoot(1).
Reeds in zijn eerste verslag - bij de beoordeeling van de prijsantwoorden voor 1905 ingezondenGa naar voetnoot(2) - was de heer Coopman tegen alle woordsmeden krachtdadig opgetreden. Ikzelf, in mijn verslag toen ter tijd opgemaakt had er ook op gewezen hoe onbillijk het was, woorden op te geven ‘welke niet eigenlijk tot den wezenlijken Vlaamschen taalschat van het Drukkersvak behooren en buiten twijfel door den schrijver zijn uit- | |
[pagina 453]
| |
gedacht of gesmeed geworden, als vertolking van bepaalde Fransche termen, die alhier zijn ingedrongen’. En ik voegde alsdan daarbij: ‘Hoe verdienstelijk, hoe gepast zij ook zouden kunnen zijn, acht ik dat zulke woorden in een boek zooals het gevraagde niet mogen worden aangestipt, tenzij onder vermelding dat ze slechts voorgesteld worden tot vervanging van uitheemsche’.
De door mij geuite wensch werd niet eens door de schrijvers van de ingezonden antwoorden in acht genomen. Andere wenken werden insgelijks uit het oog verloren. Het spijt mij dan ook thans te moeten verklaren, dat de zoo gepaste aanmerking van den heer Th. Coopman, evenzeer op ‘Labore et Constantia’ en op ‘Arbeid’, als op ‘Words! Words! Words!’ toepasselijk is.
Het schijnt mij overigens toe, dat de inzenders van de te bespreken antwoorden zich geen juist denkbeeld hebben gevormd van wat de Academie door Vak- en Kunstwoordenboek bedoelt, en welke hare eischen zijn. Naar mijn bescheiden oordeel, moet een dergelijk woordenboek enkel en alleen de woorden bevatten, welke bij de techniek van het ambacht thuis hooren of daarmede in onmiddellijk verband staan. Derhalve, geen benamingen opgenomen van de verschillende soorten van voorwerpen en andere voortbrengselen van het ambacht, - en inzonderheid, wat het drukkersambacht betreft, geen woorden zooals b.v. aanbesteding, aanklever (nl. van een vakvereeniging), aankondigen (Fr.: faire une annonce dans un journal), aankondiger, aankondiging, aanteekenboekje enz., enz. Zulke woorden, en namen van boekdrukkerswerk, behooren tot de algemeene taal: zij hebben niets bijzonders met het drukkersvak als techniek te doen. Ware overigens het door onze inzenders ingevoerde stelsel op alle Vakwoordenboeken toe te passen, - en | |
[pagina 454]
| |
waarom op het eene, en niet op het andere, - dan zou nl. een Vakwoordenboek over het ambacht van den timmerman, de namen met uitlegging moeten bevatten van de menigvuldige voorwerpen, die door een timmerman kunnen vervaardigd worden, - en daarbij nog een aantal woorden, waaronder b.v. zooals boven aanbesteding, aanklever, aankondigen, aanteekenboekje, enz, welke bij alle ambachten kunnen te pas komen en dus ook in alle andere Vakwoordenboeken zouden dienen aangehaald en uitgelegd.
Wil men voorbeelden? In ‘Labore et Constantia’ komen o.a., onder de letter A, de volgende woorden voor: aanhalen, aanhechtsel, aanmerking, aanplakker, aanplakking, aanteekenboekje, aanteekening, aanvoeren (Aanhalen), aanvoering (Aanhaling), aanvulsel (spr. van gazetartikels), aardrijk, aardrijkskundige kaart, addenda, adres, adresboek, afdanken (b.v. een knecht afdanken), afschaffing (uitlating van woorden in kopij), afschrijver, almanak, arbeidsloon, artikel, as, automatisch, enz.
In ‘Words! Words! Words!’: aanbesteding, aanklever (spr. van vakvereenigingen), aankondigen, aankondiger, aanplakker, aanteekenboekje, addenda, adverteeren, advertentie, almanak, ambachtschool, analecten, apocrief, artikel, as, auteur enz.
In ‘Arbeid’: A-B.plank, acht (getalteeken), afgebroken, afloogen, aflooging, afronden, afscheiden, afstcker, afval enz.
***
Wat de gesmede woorden betreft, - ofwel bloote vertalingen van Fransche of Hoogduitsche woorden, ofwel toepassingen van overigens bestaande woorden op bepaalde bewerkingen in het Drukkersvak, - deze worden ook al niet gevraagd. Het is ten anderen wel bekend, dat het smeden van woorden een gevaarlijke lief hebberij is | |
[pagina 455]
| |
Inderdaad, de Academie wenscht niet te vernemen hoe, naar de meening van den inzender van een antwoord, een zaak of een werking, b.v. uit de Fransche terminologie, in het Nederlandsch kan uitgedrukt zijn of het dient te worden, - maar hare bedoeling is alleen de woorden te zien opnemen, welke door ambachtslieden werkelijk gebruikt worden of werden, en onder hen mondgemeen zijn. Aan alles wat buiten dat programma gaat, kan en mag de Academie hare goedkeuring niet hechten. In het maken van Vak- en Kunstwoordenboeken dient derhalve met de meeste omzichtigheid te werk gegaan.
Welnu, zulke gesmede woorden komen maar al te veelvuldig in de ingezonden antwoorden voor.
In ‘Labore et Constantia’ hebben wij nl.: aandachtsteeken, aanlegblad, aanhechtbriefje (Fr.: Etiquette), aankondigingsmeester, aanlegnaald (Fr.: Pointure), aanlegnaaldenvijs, aanlegwinkelhaak, aannaderingsteeken, aansluitingsvignet (Fr.: Vignette de combinaison), aansprekingsteeken, aanstrijkingstoestel, aanvangstitel, afdeelingstitel, enz., enz.
In ‘Words! Words! Words!’: aandikkingschrift, aanlegger, aanlegspeld, aanlegtafel, aap, afbrekingspunten, afleggen (Fr.: Distribuer), enz.
In ‘Arbeid’: aandachtsteeken, aanleg, aanlegrand, aanstemmen (der kleuren), aanvangspagina, aanvullingsstuk, accoladenvorm, adelaar-papier, afdeelingsteeken, eenige afleidingen en samenstellingen van afgieten, afkaptuig, afpunten (regels met punten volledigen), afscheidingsfielt, afscheidingslijn, afsluitlijntje, enz.
***
Bij zekere woorden geeft de Schrijver van ‘Words! Words! Words!’ als het ware een soort van leergang voor den zetter of voor den drukker. Het is het geval o.a. | |
[pagina 456]
| |
met het woord afbeelding, waaronder de verschillende wijzen worden aangewezen waarop ‘figures’ in den tekst kunnen geplaatst worden; - met afbreken, waarbij de algemeene regels voor het afbreken van woorden voorkomen; - met afkorten, met het oog op ‘de gewoonten die voor het zetten van afkortingen bestaan en soms van de eene drukkerij tot de andere verschillen’; - met afleggen (?), fr. Distribuer; - met algebra, wat de moeilijkheden betreft welke het zetten van algebra ‘voor den oningewijden letterzetter’ oplevert; - enz., enz.
Mijn inziens heeft de schrijver van ‘Arbeid’ de zaak beter begrepen, ‘Wij hebben niet uit het oog verloren’, schrijft hij in zijn Voorbericht, ‘dat er eene Nederlandsche lijst van vakwoorden, niet een handboek gevraagd wordt: daarom hebben wij ernaar gestreefd onze verklaringen en ophelderingen bondig, maar toch duidelijk te maken’. Opperbest! Wat er van zij, wil de schrijver zulk een Handleiding of leergang bij zijn werk voegen, - wat echter niet gevraagd werd, - zulks kan van groot nut zijn, maar dan zou hij zich niet tot eenige bijzondere werkingen mogen beperken. De lezer zou immers aan menige teleurstelling blootgesteld zijn, daar hij het eene zou vinden, en het andere niet.
***
In mijn verslag over de in 1905 ingezonden prijsantwoorden, schreef ik in dezer voege: ‘Voor mij ligt hier een gansche lijst door mij vroeger verzamelde termen, meest van Westvlaamschen, of liever van Brugschen oorsprong, die ik in geen der ingezonden stukken heb aangetroffen. Indien een der vier verdienstelijke Mededingers bekronenswaardig werk had geleverd, zou ik die lijst hier mededeelen tot aanvulling van zijnen arbeid.’ Wat ik alsdan kieschheidshalve niet mocht doen, mag thans wel gebeuren. Derhalve laat ik hier bedoelde | |
[pagina 457]
| |
woorden volgen, met den wensch, mochten zij van goed allooi erkend worden, ze in het uit te geven boek te zien opnemen.
Achterblad en Voorblad. Bij het maken van registers, waarvan de tabel uit twee verschillende zijden is samengesteld, wordt gemeenlijk een Voor- en een Achterblad gedrukt; in het Fr., Feuille de tête en Feuille de queue. Voor- en Achterblad blijven onbedrukt Op het Voorblad staat de ‘Kop’ (Fr. En-tête) of titel van het register. Tot nadere uitlegging dient gezegd, dat het Voorblad bestaat uit: 1o) een witte zijde, 2o en 3o) de zijden 1 en 2, en 4o) de zijde nr 1; - en het Achterblad, uit 1o zijde nr 2, 2o en 3o) de zijden 1 en 2, en 4o) een witte zijde. - De Binnenbladen, Fr. Intercalaires, hebben de tabel langs beide kanten. Te Kortrijk, zegt men ‘Achterste’ en ‘Vorenste’.
Afbijten. Bij de in de ingezonden antwoorden gegeven uitlegging voege men, dat, wanneer het geval zich voordoet, de drukker b.v. zegt ‘Het bijt hier af’, met aanwijzing van de plaats welke afbijt, - of b.v. ook ‘De signature bijt af’, enz.
Afnemen en Opnemen. Eenen vorm af- of opnemen. Fr. Enlever en Lever (une forme). Opnemen wordt gezegd, wanneer een ter pers liggende vorm nog niet is afgedrukt, en de drukker dien van de pers moet nemen om een haastig werk op te leggen. - Men zegt integendeel Afnemen, wanneer de vorm is afgedrukt. ‘Neem op’, ‘Neem af’. (‘Arbeid’ heeft alleen Afnemen; ‘Words!’ alleen Opnemen.)
Afwrijven: Een vorm afwrijven, d.i. dien, vooraleer te beginnen drukken. en alhoewel hij vóor het maken van de ‘mise-en-train’ behoorlijk werd gewasschen, met een wat vochtigen loogborstel lichtjes afwrijven, om de letter heelemaal te zuiveren: gedurende de ‘mise-en-train’ kan immers een vorm meer of min bevuild worden. Fr. Brosser.
‘Balance.’ Naam van het papier, waarop vroeger, nl. te Brugge. de Stuiversalmanakken en kleine goedkoope schoolboekjes (o.a. de ‘Kruiskens a.b.c.’) gedrukt werden. | |
[pagina 458]
| |
Binnenblad. Zie op Achterblad.
Blad. Het geheele getal vellen waarin een blad getrokken wordt: Gij moet van avond nog een blad natten; - Is het blad gekeerd? - Is het blad af = afgedrukt)? - Gij moet het blad ophangen (om te drogen); - ... afnemen (nadat het droog is); - ... inleggen (tusschen de ‘satineerkartons’); -... uithalen, uitpakken (van tusschen de ‘satineerkartons’, wanneer het behoorlijk gesatineerd is).
Bloemletters. (Dial. ‘Blomletters’). Te Kortrijk, voor versierde letters, in tegenstelling met ‘Boekletters’ (d.i. voor boekwerken). Fr. Fantaisies, Caractères de fantaisie.
Blokletters. Zware, vierkantige vette letters. Cfr. Zwartje (‘Arbeid’ heeft het woord.)
Bom (Bomme). Fr. Petit tympan Met het oog op de handpers, lichte vergadering in ijzer, met lijnwaad overspannen, en die de doeken in den ‘Tympan’ gesloten houdt. (Vgl. met de uitlegging door ‘Arbeid’ gegeven.)
Bovenkas(t). De hoofdletters zelve, die in de bovenkast liggen. Fr. Capitales - Zet dat woord in bovenkas(t)..
Breken. Te Kortrijk, den gedrukten vorm vaneen doen, losmaken.
‘Cartouche.’ Naam van een papiersoort, die vroeger diende voor het drukken van adresbanden.
Degel. In de ‘satineer-pers’, het platte stuk dat, door het draaien van de schroef, naar beneden komt.
Doortrekken. Spr. van het natten van papier: het papier, in pakjes van een zeker getal vellen, door het water trekken. - Het natten kan ook op een andere wijze geschieden, nl. met het papier bij middel van een borstel met water te besproeien.
Doortrekken. Bij steendrukkers: een vel papier doortrekken, d.i. het op een drogen steen een-, twee- of driemaal onder de pers trekken, opdat het naderhand, b.v. bij het drukken van kleurdruk, niet meer zou ‘uitlangen’ (uitrekken).
Draaier Wordt gezegd van een letter die omgekeerd staat: ɐnder (= ander). | |
[pagina 459]
| |
Drukbank (Kortrijk), Druktafel (Brugge). Breede tafel, die bezijden de pers (handpers) staat, en waarop de drukker het genatte papier legt, bestemd om bedrukt te worden, alsook daarnevens datzelfde papier nadat het bedrukt is. (Vgl. met de uitlegging gegeven door ‘Arbeid’ vo Drukbank.)
Druktafel. Zie op Drukbank.
Dubbel-pers (Geh. te Brugge.) Fr, Presse à retiration. (Staat bij ‘Labore et Constantia’ geboekt.)
Formaat: Het formaat. Het geheele stel, - wit, houten, ‘regletten’. schenen, kooien en ijzeren raam, - dat dient tot het overslaan van een vorm. Bij het drukken van boekwerken, wordt, na het afdrukken van een blad, het ‘formaat’ op eene plank in een rek weggezet, om nogmaals voor het drukken der volgende bladen gebruikt te worden. - ‘Waar staat het formaat van het Idioticon?’
Gezetsel. (Zetsel.) Fr. Composition. - Van wien (van welken zetter, b.v.) is dit gezetsel? - (Het woord staat in ‘Labore et Constantia.’)
Goede blad (Goê blad). Schoon blad, Schoon vel, of exemplaar van een afgedrukt blad (van een boek). Fr. Bonne feuille.
Handdrijver, ook Kooidrijver. (Dit laatste staat bij ‘Labore et Constantia’, ‘Arbeid’ en ‘Words! Words! Words!’.) Dient om de kooien, nl. bij het overslaan van een vorm, tusschen de ‘reglette’ en de scheen te drijven. Fr. Chasse-coin. - Zie op Toeslaan.
Handetjespapier, ook Minutepapier. Oude naam van de papiersoort in het Fr. Papier Lys, of eenvoudig Lys geheeten.
Hoog(e) staan. Wordt gezegd van een letter in een vorm, welke gerezen is, d i. welke hooger staat dan de andere letters, en bijgevolg te veel inzet zou hebben. Fr. Lever. - Die a staat hoog, steek ze neder. Vgl. met Hoog(e) zitten.
Hoog(e) zitten, Opzitten (te Kortrijk). Wordt alleen gezegd van wit, quadraten of van spatiën, die gerezen zijn, en mede zouden drukken, zoo zij niet nedergeduwd werden. Fr. Lever. - Te Gent Omhoog komen: Het wit is omhoog gekomen. | |
[pagina 460]
| |
Hout. 1o) Breede houten ‘reglette’, die in het overslaan van vormen gebruikt wordt. - Te Gent Lat: Geef mij eene lat van 2, ,6 ciceros, enz.
2o) Ook, stuk hout, dienende om kleine vormen op de drukpers vast te zetten. Er zijn ‘houten’ van verschillende grootten. - Te Gent Kale (van het Fr. Cale).
Huizetje. Holvormig vierkant van groote lettersoorten, van ‘gros-canon’ b.v.
In- en uitzetten. Bij zetters, aan het begin en aan het einde van elken regel b.v. een vierkant of een pasje zetten, hetzij omdat de ‘interligne’ te breed is. hetzij opdat de letters van voren of van achter niet zouden kunnen ‘wegloopen’ (wegvallen). Fr. Cadratin, of Demi-cadratin devant et derrière. - Te Gent b.v. Vierkant achter en voor: (bij het geven van kopij aan een zetter) Op 25 (= Zet op een ‘interligne’ van 25 cic), een vierkant achter en voor.
Inzetten en Uitzetten worden ook afzonderlijk gebruikt: zet een vierkant in; zet een vierkant uit.
Inleggen: Een blad in leggen. De gedrukte vellen, een voor een, tusschen ‘satineerkartons’ leggen, om ze vervolgens in pakken tusschen planken in de ‘satineerpers’ te steken. (Staat bij ‘Labore et Constantia’.) Het uithalen der bladen, nadat ze behoorlijk gesatineerd zijn, heet Uitnemen en Uitpakken: Neem (Pak) dat blad uit.
Invoeren en Uitvoeren. Bij boekdrukkers, spr. van de handpers, het heen- en terugvoeren van den ‘wagen’ onder den degel: wanneer de vorm ‘gerold’ is en het te bedrukken blad op den ‘tympan’ ligt, dan slaat de drukker het ‘frisket’ neder en voert hij den wagen onder den degel, d.i. Invoeren; - het blad nu getrokken zijnde, voert de drukker den ‘wagen’ of ‘karre’ terug. d.i. Uitvoeren. Fr. Rouler, Dérouler (le train, le chariot). - Gij zoudt wat rapper kunnen uit- en invoeren! (Bij ‘Labore et Constantia’: Invaren en Terugvaren.)
Inzet. Ook Moet. Fr. Foulage. Bij het drukken, de prenting van de letter in het papier. De inzet wordt door den drukker, tijdens de ‘mise-en-train’ geregeld. - Moet, | |
[pagina 461]
| |
Inzet geven. Gij moet meer inzet geven. Dit blad, die bladzijde heeft te veel inzet. Geef zooveel inzet niet. (Bij ‘Labore et Constantia’ geboekt, met de vermelding: mondgemeen te Leuven voor Indruk.). - Te Gent, Pressing (Persing): Ge moet meer pressing geven. - (‘Arbeid’ heeft Moet; bij ‘Words! Words! Words!’, wordt bij Moet naar Drukmoet verwezen. Zou dat laatste woord wezenlijk gebruikt worden?)
Inzetten. Fr. Fouler. Die vorm, Die bladzijde zet te veel in (= heeft te veel inzet).
Inzetten. Bij het zetten van een alinea, b.v. met éen, met twee vierkanten inzetten. Fr. Enfoncer, Renfoncer (une ligne). Kale. Zie op Hout.
Kapel. Spr. van de handpers, het stuk waaraan de degel vast is en waarin de noot zit: door het rechten van de noot, wordt de degel naar beneden gehaald, wanneer de drukker ‘trekt’.
Kar. Zie op Wagen. (Bij ‘Arbeid’, ook Kar; bij ‘Labore et Constantia’ en ‘Words! Words! Words!’, Perskar.) Kas(t). De onder- en bovenkas te zamen. Dat is mijne kas. Waar is uwe kas? Ook, de plaats in den winkel waar een zetter staat: Blijf aan uw kas. Gij zijt al weder weg van uw kas. Fr. Banc.
Keeren: Papier keeren. Fr. Remanier (le papier). Wanneer papier genat is, moet het na eenige uren. en vooraleer het gebruikt wordt, gekeerd worden, opdat het eene vel niet natter zij dan het andere. Het papier wordt in pakjes genat van een zeker getal vellen, naar gelang van zijne dikte; elk pakje wordt derwijze gelegd, dat men de pakjes gemakkelijk van elkander kan onderscheiden. Wanneer men het keeren wil, wordt ieder pakje in tweën verdeeld en van onder naar boven gekeerd. - Gij moet het papier keeren. Is het blad al gekeerd? Keert uw papier. - (Bij ‘Labore et Constantia’: ‘Het genat en geperst papier bij grepen omslaan, om het gelijkmatig te laten doortrekken’.) | |
[pagina 462]
| |
Kloppen: Proef kloppen, met den borstel. (Zie Afkloppen in de ingezonden antwoorden.)
Kopje. Fr. En-tête.
Kopletters. Fr. Lettres de deux-points.
Koppe-galei. De galei, waarop de folio's, en ook de kopjes, die dikwijls in een en hetzelfde werk terugkomen, bijeen worden gezet, opdat zij niet zouden moeten herzet worden telkenmale de zetter er een noodig heeft.
Kramme, ook Krans. Kerf. Verbastering van het Fr. woord Cran. (‘Arbeid’ heeft Krang.)
Lat. Zie op Hout.
Ligger (Elders: Legger). Fr. Marge, Feuille de marge. Blad, dat op den tympan der pers (handpers), of op den cylinder van de snelpers, geplakt wordt, en waarop de drukker zijne ‘mise-en-train’ maakt. - Ligt uw ligger al? Plak den ligger. (Vgl. Legger, bij ‘Arbeid’.)
Lijmen. Werd vroeger gezegd van de rollen, wanneer, ten gevolge van groote hitte of van langdurig gebruik, er de lijm van los kwam. (Thans wordt de oude rolspijs, uit lijm en siroop vervaardigd, niet veel meer gebruikt. Men vervangt ze door een fabrikaat.)
Loodje. Fr. Interligne. - Fijn, grof (dik) loodje. (Interligne fine, grosse, de 8 ou 4 au cicero). Vroeger te Brugge in gebruik.
Looper: De Loopers. De richels in de hand- of snelpers, waarop de kar heen en wêer schuift.
‘Mediaen.’ Vroegere naam van de lettersoort thans ‘Cicero’, of Fr. Corps douze, geheeten. Anderen beweren dat het de huidige ‘Philosophie’ of Fr. Corps onze is.
Meulentje. Zie op Molentje.
‘Meunink’ (Wvl.). Zie Monnik.
Moet. Zie op Inzet.
Molentje (Meulentje) draaien. Bij het drukken op de handpers, het frisket van de pers vlug toeslaan, terwijl men | |
[pagina 463]
| |
den ‘tympan’ zelven toelegt. Fr. Faire le moulinet. Een drukker, die goed ‘molentje draait’, kan veel tijds sparen. Het dient echter met veel behendigheid gedaan, zoo niet zou het te drukken vel van den ‘tympan’ afvallen, of zou er gevaar zijn dat het frisket den vorm en de letters kwetst. - Bij Boutmy, Les Typographes parisiens, blz. 11: ‘Plus loin sons les imprimeurs, dernier vestige de l'ancienne imprimerie, qui font le moulinet en racontant leurs interminables histoires’.
Monnik rollen. Fr. Moine: Endroit sur une forme qui n'a pas été touché par le rouleau et qui, par suite, n'est pas imprimé sur la feuille. (Eug. Boutmy, Les Typographes parisiens, h.v.) - (De uidrukking komt in de ingezonden prijsantwoorden voor.)
Omhoog komen. Zie op Hoog(e) zitten.
Onderkas t). De letter zelve. Zet dit in onderkas.
Openleggen. Het drogen van gedrukte vellen, door ze hetzij, op den grond, hetzij op de kasten te leggen.
Openleggen. Het rangschikken van de bladen van een werk dat afgedrukt is, op een tafel b.v., om tot het vergaderen dier bladen tot exemplaren over te gaan: Leg de bladen open Zie verder Oprapen.
Opkomen. Fr. Lever. Er is daar een spatie opgekomen, steek ze nêer. (Geboekt bij ‘Labore et Constantia’.) - Te Gent Omhoog komen.
Opleggen Een vorm opleggen. Fr. Mettre sous presse. Dit is, den vorm op de pers leggen en al het noodige doen, - wat gemeenlijk ‘Mise-en-train’ geheeten wordt, - om tot het drukken te kunnen overgaan.
Oppak (Wvl. ‘Uppak’). Eenige regelen ‘distributie’, inzonderheid zooveel als men in eens met de hand nemen kan. Wanneer een zetter naar kopij wacht, en men hem voor het oogenblik geen ander werk weet te geven, dan zal b.v. de meesterknecht zeggen: ‘Distribueer’ een oppak of twee. (‘Labore et Constantia’ haalt het woord aan.)
Oprapen. Het Fr. Remanier. Overloopen wordt echter veel meer gebruikt. | |
[pagina 464]
| |
Oprapen. Het vergaderen van afgedrukte bladen van een boek tot exemplaren, om over te gaan tot het naaien daarvan op de hand. Begin maar op te rapen; opgelet in het oprapen, jongen. - Zie op Openleggen.
Opsteken Er steekt hier een spatie op. (Er is een spatie gerezen.)
Opvullen: Een kas opvullen. Wanneer in een kas lettersoorten ontbreken, zal men aan den zetter zeggen: ‘Vul uw kas op’, d.i. neem de noodige letters uit het ‘magazijn’ (bak waarin voorraad van zekere letters - van de meest gebruikte letters in bewaard wordt), of uit andere kassen.
Opzitten. Zie op Hoog(e) zitten.
Overzetten. Fr. Maculer. Wanneer, onder het weerdrukken, de ‘ligger’ niet bij tijds verschoond wordt, dan prent langzamerhand de inkt der versch geschoondrukte vellen daarop over; op den duur geraakt de ‘ligger’ derwijze bevuild. dat hij op den geschoondrukten kant overprent, d.i. overzet: De ligger zet over.
‘Page’-maat. Fr. Réglette de longueur. (Staat bij ‘Labore et Constantia’.)
‘Pintje’ (Pinnetje), Pinture. Verbastering van het Fr. Pointure. Vandaar Pintuursleutel, en Pinturen, ww. (Fr. Pointer.) De ‘pointure’ van de handpers is een ijzeren lemmertje met veer en met een pinnetje op het uiteinde, dat langs beide kanten op den ‘tympan’ wordt vastgehecht Voor den schoondruk, staat de veer open: door het toesluiten van de veer bij de persing, wordt het pinnetje door het te drukken vel gedreven; - voor den weerdruk sluit men de veer, en dan wordt het vel door de eerstgemaakte gaatjes op de ‘pinturen’ gevestigd.
Plakje. Uitgesneden stukje papier, dat, bij het maken van de ‘mise-en-train’, hier en daar op den ligger wordt geplakt om zekere plaatsen van den vorm duidelijker te doen drukken. Fr. Hausse. Leg er een plakje op. (Bij ‘Labore et Constantia’ geboekt.) (Vgl. met Onderleggen, bij ‘Arbeid’ en bij ‘Words! Words! Words!’.) | |
[pagina 465]
| |
Poetse. Een onzuiver, te vet gedrukte letter, inzonderheid waarvan b.v. het oog vol zit. Daar is een poetse. (Zie bij De Bo, Westvlaamsch Idioticon.) (Vgl. met Vlieg, bij ‘Words! Words! Words!’ en bij ‘Labore en Constantia’.)
Poetsen. Onzuiver afdrukken. Fr. Bavocher (nl. Etre empâté). Daar is een letter die poetst, Die letters poetsen. (Zie bij De Bo, op. cit.)
Pressing. Zie op Inzet.
Proef kloppen. Zie op kloppen.
Raam. Fr. Chassis. Eertijds werden op de handpers ook houten ramen gebruikt.
Rapen. Hij kan goed rapen, zal men van een zetter zeggen, die rap (maar daarom niet noodzakelijk ‘goed’) zet. ‘Rapen’ leert men vooral in de gazetdrukkerijen, waar alles vlug moet gaan, zonder dat men er veel op de goede uitvoering van het werk let. Fr. Lever. Bij Boutmy, op. cit., blz. 44: ‘Lever les petits clous, Composer.
Raper. Een goê raper. Zie op Rapen. Fr. Leveur. Bij Boutmy, op. cit., ‘Un bon leveur est un ouvrier qui compose habilement et vite’.
Rol: Bus van de rol. Fr. Mandrin, d.i. de houten cylinder, waarop de spijs gegoten wordt: zij is doorboord, om op de spillen der ‘garniture’ geschoven te worden (wanneer het de rol voor de handpers geldt).
Rollen. Fr. Encrer. Een vorm rollen (Handpers): Met de rol den vorm inkt geven.
Roller. (Dial. Rolder.) De werkman die rolt. (Handpers.)
Roltafel. (Bij de handpers.) Tafel met inktbak voorzien, waarop de roller den inkt met de rol verwerkt, vooraleer den vorm te rollen. Elders Inkttafel. (Zie ‘Arbeid’, ‘Labore et Constantia’ en ‘Words! Words! Words!’ De roltafel staat aan den kop der pers; de drukbank of druktafel, aan den voet.
Rondse. Bij ‘Labore et Constantia’ Rons. De handhave of handvat waarmede de trommel van de handpers in beweging wordt gebracht. Fr. Manivelle, Poignée. | |
[pagina 466]
| |
Rijzen. Fr. Lever. Het wit is gerezen, spr. b.v. van een vorm die overgeslagen is. - Heel de vorm is gerezen (wat somwijlen in het toeslaan of toedraaien kan gebeuren). - Er is daar een spatie gerezen. - Te Gent, Omhoog komen.
Schoondrukken. Den schoondruk verrichten. Fr. Tirer en blanc. (Staat bij ‘Labore et Constantia’.)
Slagpage. Recto-bladzijde. Gij moet dat kapittel op een slagpage beginnen.
Smodderen. Dubbeleeren. Fr. Friser, Papilloter. (Zie De Bo, Westvl. Idioticon, onder Smodder.)
Steen. Fr. Marbre. Wordt gezegd van het platte van den wagen of kar van de pers (hand- en snelpers), waarop de vorm wordt gelegd. Kuisch den steen af (opdat onder den op te leggen vorm geen vuiligheid zou geraken.) - Een vriend doet ons opmerken, dat in Canada, het Fr. Marbre niet gebruikt wordt en dat men aldaar Pierre zegt. (Vgl. met hetgene ‘Labore et Constantia’ zegt vo Steen, met het oog op de ‘voormalige drukpers’.)
Steert. (Staart.) Een bladzijde met een steert, is een bladzijde die niet heel en al vol is. (Vgl. met Staartpagina, bij ‘Labore et Constantia’ en bij ‘Arbeid’)
Steken. Wanneer een regel te vast is opgesloten en dat dientengevolge de vorige of volgende regels schijnen los te staan, dan zegt men: Die regel steekt. - Er steekt iets in dien vorm. - Is een regel niet vast genoeg opgesloten, dan steekt de interligne.
Stuk. Fr. Paquet. Een mindere of meerdere hoeveelheid zetsel. In stukken zetten, - opbinden, - opmaken. Fr. Composer, Lier, Mettre en pages en paquets. Wordt gedaan wanneer b v. een deel kopij ontbreekt. zoodanig dat de zetter voorloopig het zetsel in stukken van een zekere lengte moet opbinden of opmaken. (Vgl. met Stuk, bij ‘Labore et Constantia’.)
Takeerberd. Fr. Taquoir. Houten blokje, met hard hout boven, en zacht hout onder. (Bij ‘Arbeid’, Takeerhout.) - Gent, Takeerplank. | |
[pagina 467]
| |
Toeslaan. Een vorm toeslaan. (Staat bij ‘Labore et Constantia’ en bij ‘Arbeid’.) Sedert het invoeren der ‘coins mécaniques’ zegt men Toedraaien.
Trek. Hoeveel treks (te Brugge als mv. gebruikt) kunt gij van dien vorm per uur doen? Fr. Combien de feuilles tirez-vous à l'heure?
Trek. Fr. Tirage Action de faire passer les feuilles sous la presse pour les imprimer; résultat de cette action). Dat is een schoone trek. Fr. Voilà un beau tirage (un tirage bien soigné).
Trek. Spr. van rollen. Fr. Amour. Er is, zit geen trek in die rolle (er zit geen leven in, zij neemt niet goed den inkt aan, zij spreidt den inkt slecht op den vormt.
Trekken. Spr. van rollen. Fr. Avoir de l'amour. Die rol trekt goed. Zie op Trek.
Trekken. Fr. Tirer. Zooveel als Drukken. Welken vorm hebt gij gisteren getrokken? Dat blad is goed getrokken.
Trommel. In de handpers, de ijzeren of houten cylinder, waarop de riemen gespannen zijn, welke de kar in beweging brengen.
Uit- en inzetten. Zie op In- en uitzetten.
Uithalen. Een gedrukt werk uit de satineerpers halen, de vellen van tusschen de satineerkartons halen, nadat ze genoegzaam gesatineerd zijn. Haal uit; haal het blad uit. Men zegt ook Uitnemen.
Uitnemen. Zie op Uithalen
Uitnemen. De gezette regels uit den haak nemen, om ze op de galei over te brengen. Neem uwen haak uit.
Uitzetten. Hetzelfde als boven Uitnemen. - Zet uwen haak uit, wil ook zeggen: Zet voort totdat uw haak vol is en neem dan uit (om een ander werk te beginnen.
Vagen Niet zuiver drukken, zoodanig dat de letters minder of meer dubbeleeren. Fr. Frisotter. De pers vaagt; 't Vaagt; 't Is heel gevaagd. | |
[pagina 468]
| |
Verschoonen. In den weerdruk, opdat de schoondruk niet zou overzetten, een verschoonblad (een vel ongelijmd papier) op den ligger plakken. - Op de snelpers, verschoont men met eenige verschoonbladen een voor een door te steken. Fr. Passer des décharges.
Vierkant achter en voor. Zie op In- en uitzetten.
Vliegblad. Zie op Waaiblad.
Voorblad. Zie op Achterblad.
Vorenste. Zie op Achterblad.
Vorm. Het getal bladzijden zetsel, welke een blad uitmaken: 4, 8, 12, 16, 24, 32, enz., naar het formaat van het te drukken boek. - Er is genoeg voor een vorm (d, w.z. er is zetsel genoeg voor het noodig getal bladzijden). - Sla dien vorm over (naar de opgemaakte bladzijden wijzende)
Vorm Hetgene moet gedrukt worden, zonder onderscheid te maken tusschen het drukken van een boek of van eenig ander drukwerk. Leg dien vorm op
Waaiblad De witte helft van een vel papier, dat in tweëen geplooid zijnde, maar op een of twee bladzijden bedrukt is (de derde en vierde onbedrukt blijvende). Moet die ‘circulaire’ met of zonder waaiblad gedrukt worden? Fr. Feuille volante. Elders: Vliegblad
Wagen, ook Kar. Fr. Chariot, Train. Het stuk in handen snelpers waarop de te drukken vorm gelegd wordt.
Watergeprent. De gothische letter waarmede vroeger vele boeken gedrukt werden Hij kan watergeprent lezen.
Witte bladzijde. Bladzijde in een vorm, alleen uit ‘garnituren’ samengesteld Er komen twee witte bladzijden in dien vorm. maak ze maar gereed.
Wrijven. Zie op Vagen.
Zwartje. Zwarte letter in het algemeen Men maakt, te Brugge nl., onderscheid tusschen Blokletters, Vetjes en Zwartjes. (Bij ‘Labore et Constantia’ staat Zwartje geboekt, als zijnde mondgemeen in Vlaamsch-België voor Vette letter.) | |
[pagina 469]
| |
Gerust mag ik betuigen, dat ik al de bovenaangehaalde woorden onder boekdrukkersgasten heb afgeluisterd. Zóo moet er te werk worden gegaan: onder het werken, boeke men de woorden en uitdrukkingen, door de gasten gebruikt, hetzij om een of ander stuk alm aan te duiden, hetzij om op een werking te wijzen. Naar onze meening, is zulks het beste en eenige middel om werk te leveren, dat vertrouwbaar is en, voor het doel door de Academie beoogd, nut kan stichten.
***
Een laatste wensch zij nog geuit. Zou bij het uit te geven boek niet een beknopte historische inleiding over de Boekdrukkunst dienen gevoegd? Bij ‘Words! Words! Words!’, onder het woord Boekdrukkunst, komt een belangwekkend artikel voor, als antwoord op de vraag ‘Wie is de uitvinder van de boekdrukkunst?’. Integendeel in ‘Arbeid’ worden, benevens een algemeene schets, eenige notities aangetroffen over Faust (Fust), den eersten medewerker van Gutenberg, over Gutenberg zelven, over Manuce, Martens, enz., welke niet van verdienste ontbloot zijn maar misschien beter in de Inleiding tot een algemeen overzicht z uden worden verwerkt. Merkwaardige bijzonderheden komen ook in dit opzicht voor, in een studie van den heer A. Siffer, betiteld Schrijven en drukken, welke verschenen is in: Syndicaat der Boeknijverheden van Oost-Vlaanderen. Gent. Cataloog der Tentoonstelling van het BoekGa naar voetnoot(1). Verdere bronnen dienen niet aangewezen en zijn overigens de Schrijvers genoegzaam bekend. Alleen zij herinnerd aan het Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen dat met de meeste vrucht zal worden geraadpleegd en waarin zich (5de jaargang, 1907) een zeer gedocumenteerde verhandeling | |
[pagina 470]
| |
voordoet van den heer J.W. Enschedé, over de ‘Vlaamsche drukkerswoorden in 1567’Ga naar voetnoot(1). Als te raadplegen bron, zij nog ten slotte o.a. aangehaald het werk van Dr. Heinrich Klenz, met titel Die deutsche Druckersprache (Strassburg, Verlag von Karl J. Trübner, 1900).
***
Besluit en voorstel. - Met den heer Th. Coopman, eersten verslaggever, stel ik voor de twee antwoorden ‘Words! Words! Words!’ en ‘Arbeid’ te bekronen, met dien verstande:
1o) Dat de schrijvers verzocht worden hunne antwoorden gezamenlijk tot éen boek te verwerken, dat onder hun beider naam zou verschijnen. Worden immers de twee bekroonde antwoorden afzonderlijk uitgegeven, dan loopt de Academie gevaar minstens voor de drie vierden hetzelfde (al zou het onder min of meer andere bewoordingen zijn) tweemaal te laten drukken.
2o) Dat uit het werk geweerd worden alle woorden die niet tot de eigenlijke techniek behooren of in de vaktaal niet wezenlijk bekend zijn. Minder lijvig zal het boek wel worden, maar de innerlijke waarde zal erdoor vergrooten.
3o) Dat bij alle woorden waarvan het gebruik niet algemeen is, uitdrukkelijk vermeld worde vanwaar ze herkomstig zijn.
Als de schrijvers met een eventueele beslissing der Academie in dien zin vrede hebben, dan stel ik verder voor: | |
[pagina 471]
| |
4o) Dat aan den schrijver van het antwoord met kenspreuk ‘Words! Words! Words! de uitgeschreven prijs van 700 fr., en aan den schrijver van ‘Arbeid’ een tweede prijs van 500 fr. worde toegekend.
5o) Dat vóor of op 31 December 1908 een behoorlijk gewijzigd handschrift bij de Academie worde ingediend, en dat dit aan een laatste onderzoek van den keurraad worde onderworpen.
6o) Dat de Academie beslisse, dat de twee uitgevers ieder 100 present-exemplaren zullen ontvangen, en dat aan den Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten de noodige toelating zal worden gevraagd om, te dien einde, de oplaag voor dit werk met 100 exemplaren te mogen vermeerderen.
Edw. Gailliard. | |
3o) Verslag van den heer J. Broeckaert.Ik ben het met mijne geachte collega's, de heeren Coopman en Gailliard, volkomen eens, om aan den schrijver van Words! Words! Words! den uitgeloofden prijs, en aan den opsteller van Arbeid eenen tweeden prijs toe te kennen. Liever dan beide werken afzonderlijk uit te geven, wenschte ik met den heer Gailliard dat ze konden ineengesmolten worden. Mits eenige toegevendheid vanwege de schrijvers schijnt mij dit niet onmogelijk. In allen gevalle dienen de woorden, die niet tot de eigenlijke techniek van het drukkersvak behooren, weggelaten te worden. Jan Broeckaert. |
|