Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1905

Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.

1^o) Tentoonstelling te Luik. De Bestendige Secretaris deelt aan de vergadering de brieven mede, welke door hem met den Weled. heer Minister van Binnenlandsche Zaken gewisseld werden, omtrent de medewerking der Academie aan de Wereldtentoonstelling van Luik. - De vergadering belast hem zich naar Luik te begeven, om de tentoonstelling der Academie te regelen.

2^o) Plechtige zitting. Namens het Bestuur der Academie, heeft de Bestendige Secretaris de eer gehad den Weledelen Heer Gouverneur der provincie Oost-Vlaanderen, bij brieve van 22ⁿ April 1905, te verzoeken de jaarlijksche openbare zitting, den 29ⁿ Juni aanstaande te houden, onder de reeks feestelijkheden, welke te Gent, ter gelegenheid van het 75^e Jaarfeest van 's Lands Onafhankelijkheid zullen plaats grijpen, in het officieel programma te laten opnemen.

Namens het Bestuur der Academie en bij brieve van 22ⁿ April 1905, verzocht de Bestendige Secretaris de heeren Burgemeester en Schepenen der stad Gent de groote zaal van de Lakenhalle ter beschikking der Academie te willen stellen

[p. 180]

voor het houden van hare jaarlijksche openbare vergadering.

Bij brieve van 28ⁿ April en 4ⁿ Mei 1905, lieten de Heeren Burgemeester en Schepenen der stad Gent aan het Bestuur der Koninklijke Vlaamsche Academie weten, als gevolg op bedoeld schrijven van 22ⁿ April, dat zij ‘ten uitzonderlijken titel’ de groote zaal der Lakenhalle, op Donderdag 29ⁿ Juni, voor hare plechtige vergadering, kosteloos ter beschikking der Academie stellen.

3^o) Verhandeling van Dr. A. Teirlinck, over de ‘Dij- en Navelbreuken’. - Bij brieve van 5ⁿ Mei, heeft de heer Dr. A. Teirlinck aan den Bestendigen Secretaris der Academie de kopij gezonden van zijn werk, getiteld ‘Behandeling der Dij- en Navelbreuken en van enkele zeldzame Breuken’, met verzoek het drukken van deze verhandeling zooveel mogelijk te willen bespoedigen.

De Bestendige Secretaris doet opmerken dat de Academie reeds vroeger tot de uitgave van Dr. Teirlinck's handschrift besloten heeft. Daar het stuk echter merkelijke wijzigingen heeft ondergaan, stelt hij voor het opnieuw naar de Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde te verzenden, en deze te verzoeken ten spoedigste mogelijk verslag uit te brengen. - Aangenomen.