Vlamingen opriep, die hem in den dood waren voorgegaan, bracht een diepen indruk te weeg.
In de Academie werd Snieders hooggeacht en geëerd. Wij waren fier op hem; wij beseften, dat hij het sieraad was van onze instelling; wij wisten, dat tusschen de levende schrijvers, geen enkele zich zoozeer in de volksgunst mocht verheugen als hij.
Meer dan een halve eeuw heeft de afgestorvene gestreden voor de rechten onzer taal. Hij heeft daarvoor gestreden met eene heilige overtuiging, met een weergaloos talent en eene onverpoosde voortvarendheid. Snieders was als Vlaamsch strijder zoo groot, omdat hij nooit eenig persoonlijk belang heeft gekend, omdat hij vriend noch vijand heeft ontzien, omdat hij nooit een haarbreed van zijn levensdoel is afgeweken: den bloei onzer taal, en door haar de eigenaardige, nationale ontwikkeling van ons dierbaar Vlaamsch volk.
Strijdvaardig en strijdzuchtig was hij, en tevens een groot kunstenaar. Hij, de dichter en schilder met de pen, was als de werklieden, welke den tempel van Jerusalem heropbouwden. Zij hielden steeds den degen omgord, daar zij te allen tijde de aanvallen hunner vijanden hadden af te weren.
Dr Snieders, een der kloekste heropbouwers onzer taal, was tevens een der leiders, waar het gold aan hare talrijke en hardnekkige vijanden het hoofd te bieden.
Zijn degen was van het edelste staal. Zijne