Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1903
(1903)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
van het werk, dat hij onder den titel: Het Beginsel der Weerloosheid geschiedkundig en waardeerend behandeld, heeft uitgegeven. In een zeer gekuischten vorm wordt daarin achtereenvolgens behandeld de geschiedenis van dat beginsel in de Oudheid, onder het Oude en Nieuwe Testament, na de Hervorming en in den Nieuwen tijd. Op elke bladzijde verraadt het werk grondige studie en ijverige nasporingen. Niet alleen uit een zuiver wijsgeerig, maar ook uit een rechtsgeleerd oogpunt is het de aandacht overwaard van allen, die het recht ook in zijn oorsprong en in zijne hoofdbeginselen willen leeren kennen en doorgronden. Zoo geeft de schrijver op zeer volledige en zeer duidelijke wijze een overzicht van wat onder noodweer en noodrecht moet verstaan worden. De voorwaarden, die tot het bestaan van wettige zelfverdediging worden vereischt, vindt men er op nauwkeurige en bevattelijke wijze omschreven. Julius Obrie.
Namens Dr. L. Scharpé biedt de heer Th. Coopman een exemplaar aan van de Sunte Elizabetten legende, door zijnen geleerden vriend uitgegeven in het voortreffelijk tijdschrift de Leuvensche Bijdragen. De Inleiding en de Aanteekeningen bevatten zeer wetenswaardige bijzonderheden over de verschillende handschriften van dit oude prozaver- | |
[pagina 55]
| |
haal, welke alle dagteekenen uit de vijftiende of 't begin der zestiende eeuw. Ter toelichting van de onderlinge verhouding dier hss, en van het karakter hunner taal, deelt Dr. Scharpé het begin van den Prologus bij elk van hen ongewijzigd mede.
De heer Minister van Landbouw en Schoone Kunsten laat weten dat de heer Cantillon, beeldhouwer te St.-Jans-Molenbeek, het marmeren borstbeeld heeft vervaardigd van Jacob Cats, hem voor de Kon Vl. Academie besteld. Hij vraagt dit werk te doen nazien door afgevaardigden der Academie. - Op verzoek van den heer Bestuurder gelasten zich daarmede de heeren Coopman en Teirlinck. |
|