Dagorde.
De vergadering gaat over tot de kiezing van den bestuurder der Academie voor het jaar 1903. - Wordt gekozen de heer Prayon-van Zuylen.
De heer Prayon dankt de vergadering voor het blijk van achting en vertrouwen, dat zij hem betoont. Hij verklaart die benoeming te beschouwen als eene groote eer, en belooft zijne beste krachten te zullen wijden tot den bloei der instelling. (Toejuichingen.)
Tot onderbestuurder wordt gekozen de heer Sermon, wien de heer bestuurder geluk wenscht en lof toezwaait voor de vele diensten, welke hij reeds aan de Academie heeft bewezen. - De heer Sermon, de vergadering zijnen dank betuigende voor de vereerende onderscheiding, verzekert haar, al zijne krachten te zullen inspannen om de keus waardig te zijn.
Nu verleent de heer Onderbestuurder het woord aan den heer Simons, die lezing doet van een opstel, getiteld: Ekkehard I of Geraldus?
De lezing van dit stuk wordt door de vergadering toegejuicht; het zal, op voorstel van den heer