Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1901
(1901)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 600]
| |
Openbare jaarlijksche vergadering, den 27 Juni 1901.Aanwezig de heeren Coopman, bestuurder, Obrie, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, Jhr. de Pauw, Gailliard, Alberdingk Thijm, Daems, Obrie, de Vos, Broeckaert, van Even, Bols, de Flou, Segers, Claes, Jhr. de Gheldere, Prayon-van Zuylen, de Ceuleneer, werkende leden; de heeren de Vreese, Mac Leod en Teirlinck, briefwisselende leden; Jhr. van der Haeghen, binnenlandsch eerelid. Te elf uur verklaart de heer Bestuurder de zitting geopend. Hij betuigt de aanwezige personen dank voor hunne belangstelling in de Academie en maakt bekend dat zich hebben laten verontschuldigen de zitting bij te wonen, de heeren Gouverneur van Oost-Vlaanderen, Arthur Verhaegen, volksvertegenwoordiger, de eerste Voorzitter des Hofs van Beroep, te Gent, de Procureur-generaal bij dezelfde instelling, de Bisschop van Gent, de heer Jul. Lammens, oud-Senator en de heer van der Mensbrugghe, rector der Staats-Hoogeschool te Gent. De heer Bestuurder doet desvolgens lezing van de volgende redevoering: |
|