Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1900
(1900)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 565]
| |
Zitting van 21 November 1900.Aanwezig de heeren Daems, bestuurder, Coopman, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, jhr. de Pauw, Gailliard, Alberdingk Thijm, Obrie, van Droogenbroeck, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermon, Coremans, Bols, de Flou, Claes, Janssens, Prayon-van Zuylen, jhr. de Gheldere, de Ceuleneer en Simons, werkende leden; de heer de Vreese, briefwisselende lid. Verontschuldigen hunne afwezigheid, de heeren Segers, Muyldermans, Mac Leod en Teirlinck. Na vaststelling van het verslag over de vorige zitting deelt de bestendige Secretaris de lijst mede der | |
Aangeboden boeken.Bulletin des Commissions royales d'art et d'archéologie, 38e jaar, 9e-12e aflev. Wallonia. 1900, nr 10. Bibliographie de Belgique. Bulletin mensuel des Sommaires des Périodiques. 1900, nr 9. He Hagelander. Jaargang 1900. Revue sociale catholique, 5e jaar, nr 1. | |
[pagina 566]
| |
Door den bestendigen Secretaris der. Kon. Vl. Academie: De oude Hollandsche Geschiedenissen ofte korte Hollandsche Rijm-Kronijck, door Caspar van Wachtendorp. Amsterdam, 1645. Almanak voor Reizigers in het Koninkrijk der Nederlanden. 1819-1821, 3 jaargangen. Reyze van den vriend en neve van den heer Ernestus de Keuremenne (vervolg van den 7n brief). - Copye van eenen brief aen den heer Boulez, canoninck te Gend. - Omstandig verhaal van de injurieuze gevangenesse van J.-I. van den Elsken (1789). - Opdragt aen de heeren Joannes en Ernestinus de Keuremenne. Dichtwerken van S.-M. Coninckx, voorafgegaan van eene studie over zijn leven en zijne werken. St.-Truiden, 1889. Dit is een suyverlijck boecxken inhoudende oude Nederlandsche geestelijke liederen, met klavierbegeleiding van Fl. van Duyse. Gent, 1899. Liederboek, behelzende gezangen van beroemde Duitsche meesters, met woorden van Vlaamsche dichters. Gent, 1895. Uit het leven, door M.-E. Belpaire. Antwerpen. Neel Ceusters, door Buerbaum. Antwerpen. Brem en Varen, door Em. de Grave. Antwerpen, 1897. De nieuwe Burgemeester, door A.-H. Roëll. De Vassalen van Vlaanderen, id. | |
[pagina 567]
| |
Scherpenheuvel. Historische beelden en schilderijen uit de dagen der infanten Albertus en Isabella, door Dr. A. Snieders. Turnhout, 1898. Dit syn sniderien, door denzelfde. Ibidem. Besloten Tijd, drama, door baron Kervyn de Volkaersbeke en K. van Britsom. Gent, 1898. Ons Vaderland tijdens de Fransche overheersching op het einde der XVIIIe eeuw (1792-1802), door Th. Sevens. Kortrijk, 1892. Geschiedkundig Mengelwerk over Zeeuwsch-Vlaanderen, verzameld door Fr. de Potter. Middelburg, 1879. Een hoekje van de Ardennen, door Fr. van den Acker (Fr. de P.). Gent, 1889. Op vacantie in Engeland, door J.-B. Martens, kanunnik. St.-Nicolaas, 1884. Christoffel Colomb en de ontdekking van Amerika, 1492-1892, door A. van Speybrouck. Brugge, 1892. Studenten-Almanak voor 1890. - Idem voor 1896. Het Socialismus in België, door Th. Sevens. Kortrijk, 1895. Gedenkboek der Davids-feesten te Lier. 1898. Mengelingen, uitgegeven door het Davids-Fonds, 1896-1899, 4 deelen.
Door den heer J.-S. Willems: Une alliance néerlando-belge. Traduit du Hollandais de F.-A.-C. Ruysch, 1900. | |
[pagina 568]
| |
Door den Oudheidkundigen Kring van 't Land van Waas: Annales, 19e deel, 1e aflevering.
Door den heer Dr. Is. Bauwens: Iwein van Aalst, melodrama in 3 bedrijven. Antwerpen, 1900.
Door den Bewaarder der Koninkl. Bibliotheek, te 's Gravenhage: Verslag over den toestand der Kon. Bibliotheek in het jaar 1900. Catalogus van de Pamfletten-Verzameling berustende in de Koninkl. Bibliotheek te 's Gravenhage. Derde deel.
Door de Redactie van het Woordenboek der Nederlandsche Taal: De 15e aflevering van het 2e deel: Beter-Bewakkeren, bewerkt door Dr. A. Kluyver.
Door den heer Dr. J.-W. Muller, hoogleeraar te Leiden: De Hystorie van Reynaert die Vos.
Door den heer Ars. van der Schelden: Nouvelle grammaire pour apprendre de Flamand, par M. des Roches. 1821. Handleiding tot den Nederlandschen stijl, of volledige aanwijzing ter vervaardiging van schriftelijke opstellen voor Nederlanders, door J.-C. Beyer. Rotterdam, 1827. | |
[pagina 569]
| |
Verder de laatstverschenen afleveringen van Dietsche Warande en Belfort, Vlaamsche Kunstbode, Biekorf, St.-Cassianusblad, Het Katholiek Onderwijs, enz.
De heer Bestuurder verleent het woord aan den heer de Flou ter mededeeling van het beknopt verslag over de 's voormiddags gehouden zitting der Commissie voor Middelnederlandsche Letteren. Dit verslag luidt als volgt: De bestendige Secretaris maakt bekend dat de Commissie bijeengeroepen was om eene beslissing te hebben wegens het handschrift van wijlen Dr. P. Willems over de Klankleer van de Nederlandsche dialecten. Door de heeren Simons en de Pauw, leden der sub-commissie belast met het onderzoek er van, is een gedeelte des werks nagezien, en de heer de Vreese, die wel de taak heeft willen aanvaarden ook het werk te onderzoeken, zal eerstdaags verslag er over uitbrengen. Jhr. de Pauw deelt mede, dat een goed gedeelte van het Arrestenboek der Audientie van den Graaf van Vlaanderen is afgedrukt. - Hij vestigt de aandacht der Commissie op de heruitgave van Middelnederlandsche Vocabularia. Reeds in de zitting van den 21 December 1898 heeft de heer Coopman, in naam der Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde, eraan herinnerd, hoe kostbaar zij voor de Nederlandsche woordenkennis | |
[pagina 570]
| |
zijn, en medegedeeld, dat Noël de Berlaimont's Vocabulaar uit de XVIe eeuw reeds door den heer W. de Vreese was bezorgd (Verslagen, 1898, 453-454). Daar deze echter heeft laten kennen dat het niet in zijn plan ligt de beide Waalsch-Vlaamsche Dialoghen uit de XIVe eeuw weder uit te geven, namelijk die door Michelant en door Hofmann von Fallersleben gedrukt, heeft de heer de Pauw zijn laatste verblijf te Parijs te baat genomen om het handschrift van het zoogenaamde Livre des mestiers met den druk te vergelijken. Hij heeft kunnen vaststellen, dat die samenspraken, waarschijnlijk door eenen Brugschen schoolmeester in het begin der XIVe eeuw opgesteld, noodzakelijk eene nieuwe uitgave vorderen. Niet alleen is de gedrukte tekst weinig getrouw, maar ook nog moeielijk verkrijgbaar. Spreker is er zelfs niet in geslaagd te Parijs een tweede exemplaar ervan aan te treffen, en het Bestuur der Koninklijke Vlaamsche Academie zelf, dat er een bij Enschedé, te Haarlem, waar het boek gedrukt werd, besteld had, heeft er geen bescheid over gekregen. Overigens dient het Gesprekboek met historische nota's heruitgegeven te worden door een Vlaming, die op de hoogte der locale gebeurtenissen en gewoonten is, en verrijkt te worden met de noodige woordenlijsten. - Jhr. de Pauw heeft uit de Nationale Bibliotheek van Parijs mededeeling ontvangen van eenige losse proefbladen, derwijze dat de kosten van kopij onbeduidend | |
[pagina 571]
| |
zullen zijn. Het Bestuur der Academie heeft reeds mededeeling van het handschrift gevraagd. Het geheele werk beslaat slechts 48 blz. Van eenen anderen kant heeft jhr. de Pauw te Keulen opzoekingen gedaan naar het handschrift van het Gesprächbuchlein, van het einde der XIV eeuw, dat door Hofmann von Fallersleben, ten jare 1838, in zijne Horae belgicae (VI, 61-99),e overgedrukt werd en dat te dien tijde het eigendom was van Dr. E. von Grote. Door de bemiddeling van Dr. Hermann Keussen is hij te weten gekomen, dat dit handschrift thans in het Historisch Archief der stad Keulen berust, en dat het zal medegedeeld worden, indien het door het Bestuur der Academie wordt aangevraagd. Dat boekje verdient ook eenen herdruk, daar het op dezelfde gebrekkige wijze is uitgegeven en slechts in eene zeer zeldzaam gewordene verzameling als het ware verloren ligt. De heruitgave dier middeleeuwsche dialogen, met hunne Fransche vertaling, in een zelfde boekdeel, voorzien van zorgvuldig opgemaakte tafels van woorden en namen, zal eene goede bijdrage zijn tot de kennis van taaleigen en zeden van ons vaderland in den loop der XIVe eeuw. Jhr. de Pauw verklaart zich met die uitgave te willen belasten en vraagt dat het Bestuur der Academie om de mededeeling van het Keulsche handschrift aan de directie van het Historisch Archief aldaar zou gelieven te verzoeken. | |
[pagina 572]
| |
De heer Gailliard spreekt de meening uit, dat de door Michelant uitgegeven dialogen weinig nieuws aan den dag zullen brengen; maar hij stelt voor, aan de zaak gevolg te laten geven, wanneer de handschriften uit Keulen en Parijs zullen toegekomen zijn.
De heer Broeckaert deelt verslag mede over de zitting der Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie, welke ook in den voormiddag plaats had. De bestendige Secretaris maakte er bekend dat de eerste aflevering van de Biographie der Zuidnederlandsche schrijvers zoo goed als afgedrukt is en voór de eerstkomende Commissiezitting zal kunnen verzonden worden. Er wordt beslist aan het werk den titel te geven van: Leven en werken der Zuidnederlandsche Schrijvers. Aan de Academie zal oorlof gevraagd worden om bedoelde uitgave te verrijken met portretten. De heer Sermon stelt voor, in de 1e aflevering het portret mede te deelen van de dichteres Anna Bijns. - Door den heer Broeckaert wordt voorgesteld ook de portretten van Tony Bergmann en P.-V. Bets, geschiedschrijver, wier biographie insgelijks in de eerste aflevering voorkomt, mede te deelen. | |
[pagina 573]
| |
Op voorstel van den heer Bestuurder belast zich de heer Prayon met het schrijven der biographie van wijlen baron de Maere d'Aertrycke voor het Jaarboek van 1902. | |
Dagorde.Het eerste punt der dagorde is de kiezing van den bestuurder voor het jaar 1901. Wordt gekozen de heer Coopman, onderbestuurder. De heer Daems drukt zijne voldoening uit den heer Coopman te mogen gelukwenschen, dien hij hartelijk dank zegt voor de hem trouw geschonken hulp tijdens het verloopen jaar, en wiens beheer, hij is er zeker van, voordeelig zijn zal aan de Koninklijke Vlaamsche Academie. (Toejuichingen.) De heer Coopman dankt den heer Bestuurder voor de welwillende woorden, tot hem gericht, en ook de achtbare Leden, die hem met hunne stem hebben vereerd. Hij belooft zijne beste krachten te zullen aanwenden om, zooveel in zijn vermogen is, bij te dragen tot den meerderen bloei der instelling. (Toejuichingen.) Daarna wordt overgegaan tot de kiezing van den onderbestuurder. Wordt gekozen de heer J. Obrie, wien de heer Bestuurder insgelijks zijne gelukwenschen toestuurt. | |
[pagina 574]
| |
De heer G. Segers, briefwisselend lid, wordt gekozen tot werkend lid, ter vervanging van wijlen baron de Maere d'Aertrijcke.
De Academie heeft nog te voorzien in de vervanging van wijlen baron de Maere als lid der bestendige Commissie voor nieuwere taal en letteren. - Wordt gekozen den heer Claes. Een voorstel van het Bestuur betreffende het tweede, niet gelezen gedeelte van des heeren Prayon's opstel, ten antwoorde aan den heer de Vreese, geeft aanleiding tot bespreking, waarna de vergadering beslist, dat gemeld gedeelte door den heer Prayon zal gelezen worden in de zitting der maand December. De heer Bestuurder verklaart de zitting geheven te 4 1/4 uur. |
|