Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1900

[Academische Prijsvragen voor 1901, 1902, 1903]

Namens de Commissie, aangesteld tot het voorstellen van prijsvragen, wordt door den heer Coopman verslag gegeven. De Academie neemt aan:

Voor 1901 (op verzoek van onbekende Mededingers).

Middelnederlandsch.

‘Men vraagt eene vergelijkende klank- en vormleer der verschillende Middelvlaamsche dialecten, zooals die uit oorkonden kan opgemaakt worden.’

Prijs: 600 fr.

[p. 509]

Voor 1902.

Letterkunde.

‘Men vraagt de Geschiedenis van het rijm in de Nederlandsche poëzie van de oudste tijden tot heden: 1^o stafrijm en zijn overgang tot het eigenlijke rijm; 2^o in de middeleeuwsche gedichten; 3^o in de rederijkerswerken, het tooneel, de refreinen en liederen; 4^o in de godsdienstige liederen van de XVI^e eeuw; 5^o in de hedendaagsche poëzie met hare uitheemsche vormen.

Beschouwingen over den schilderenden aard van het rijm in onze poëzie, in den zang en in de voordracht.’

Prijs: 600 fr.

Geschiedenis.

Eene critische studie en eene critische opgave der verschillende geschiedkundige bronnen van den Gulden Sporenslag en van alle oorkonden, over deze gebeurtenis uitgegeven, met wederlegging van de fabelen, die omtrent den Sporenslag in de wereld gebracht zijn.

Prijs: 600 fr.

Middelnederlandsch.

‘Men vraagt de aanvulling tot en met het jaar 1900 van Louis Petit's Middelnederlandsche Bibliographie, door alle niet daarin vermelde of later verschenen, ook wetenschappelijke en historische werken in rijm en onrijm.

[p. 510]

Met volledige tafels der schrijvers en werken.’

Prijs: 600 fr.

(Voor 1902 zijn reeds drie andere prijsvragen over Taalkunde, Kunstgeschiedenis en Onderwijs uitgeschreven.)

Voor 1903.
Buitengewone Wedstrijd.

Gewesttaal.

‘Men vraagt een zoo volledig mogelijk Idioticon over het Zuiden van Oost-Vlaanderen.

Prijs: 500 fr.

Aangaande andere voorgestelde onderwerpen van prijsvragen voor 1903, 1904 en 1905, zal de Academie uitspraak doen in zitting der maand September.

De heer Claes deelt aan de vergadering mede, dat de nieuwe bestendige commissie voor Onderwijs, in den voormiddag door het Bureel ingesteld, gekozen heeft: tot voorzitter den heer de Ceuleneer, tot ondervoorzitter den heer Obrie, tot secretaris den heer Claes.

Dagorde.

De heer Prayon vangt de lezing aan van zijn opstel: Een laatste woord tot den heer Willem de Vreese. Uit hoofde van het gevorderde uur zal deze lezing in de September-zitting voortgezet worden.

Te 4 1/4 ure wordt de zitting gesloten.