Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1900
(1900)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |||||||
Zitting van 21 Februari 1900.Aanwezig de heeren Daems, bestuurder, Coopman, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, Jhr. de Pauw, Gailliard, Alberdingk Thijm, Obrie, Broeckaert, de Vos, Sermon, Coremans, Bols, baron de Maere d'Aertrycke, Claes, Janssens, Jhr. de Gheldere, Prayon-van Zuylen en Simons, werkende leden; de heer de Vreese, briefwisselend lid. Door de heeren de Flou en Segers is bericht gezonden dat zij ter vergadering niet kunnen aanwezig zijn. De bestendige secretaris leest het verslag over de vorige zitting, hetwelk wordt goedgekeurd. | |||||||
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Vlaamsche Kunstbode, 1899. De Hagelander, 1898-1899. Arbeidsblad. Januari 1900. De Taalstrijd hier en elders, nr 6 (1898-1899). Revue de l'Université de Bruxelles, 5e jaar, nrs 1-4. Bulletin de l'Agriculture, 1899. nr 7. Bibliographie de Belgique, 1899. Table de la première partie. | |||||||
[pagina 14]
| |||||||
Bibliothèque de la Faculté de philosophie et lettres de l'Université de Liége. - La récension égyptienne des mille et une nuits, par V. Chauvin. Une copie de la vie de St. Théodose par Théodore, par Roland. Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, 1899, afl. 8-10, 1900, nr 1. Le Musée belge, 3e jaar, nr 4. Compte rendu des séances de la Commission royale d'histoire, 1899, nr 4. Annuaire de l'Académie royale de Belgique, 1900. Chartes du chapitre de Sainte-Waudru de Mons. I. Wallonia, 1900, nrs 1 en 2. Revue sociale catholique, 1900, nr 4.
Door den heer J. Broeckaert: Termonde sous la république française. (Documents officiels).
Door den heer D. Claes: De Onkruidkunde van H. Meert gewikt en gewogen.
Door den heer J. Obrie: De Nederlandsche tekst der Belgische wetten en regeeringsbesluiten.
Door den heer J. Muyldermans: Sprokkelingen op het gebied van Onderwijs en Opvoeding. | |||||||
[pagina 15]
| |||||||
Door den heer J. Bouchery: De laatste Pharao. Zanggedicht.
Door de Regeering van Frankrijk: Inventaire sommaire des archives départementales antérieures à 1790. - Chambre des Comptes de Lille. Dln. 1 à 6. Rijsel, 1877-1888. Inventaire sommaire des archives de la commune de Linselles. Ibid. id., 1881. Inventaire sommaire des archives de l'hôpital de Comines. Ibid. id. 1884.
Door den Oudheidkundigen kring van Dendermonde: Gedenkschriften, 7e deel, 4e aflevering, en 8e deel, 1e aflevering.
Door de Hoogeschool van Upsala: Bidrag til den aeldste Skaldedigtnings historie, af Sophus Bugge. Den oldnorske og oldislandske Litteraturs Historie, af Finnur Jonsson. 6 aflev.
Door het Historisch Genootschap te Utrecht: Bijdragen en Mededeelingen, 20e deel. Briefwisseling tusschen de gebroeders van der Goes (1659-1673). 1e deel.
Door den heer Isid. Bauwens: Een der 30 hoofdstukken uit het werk: ‘Alcoholismus.’ | |||||||
[pagina 16]
| |||||||
Door den heer C. Looten: Eene aflevering in het Bulletin du Comité flamand de France, inhoudende eene herdenking aan wijlen Alex. Bonvarlet en Guido Gezelle, in hun leven leden der Kon. Vl. Academie.
Door de Opstellers van Ons Woord: Geen tweede taal in de lagere school.
De laatstverschenen afleveringen van: Vlaamsche Kunstbode, Biekorf, Dietsche Warande en Belfort, St.-Cassianusblad, il nuovo Risorgimento.
De vergadering neemt kennis van het Koninklijk Besluit, gedagteekend 25 Januari 1900, waarbij de kiezing des heeren Ad. de Ceuleneer tot werkend lid wordt goedgekeurd.
De heer Jhr. F. van der Haeghen betuigt, bij brief van 26 Januari 1900, zijnen dank aan de Koninklijke Vlaamsche Academie voor den gelukwensch, hem toegestuurd ter gelegenheid zijner benoeming tot briefwisselend lid van het Institut de France. Bij brief van 14 Februari 11. betuigt de heer Ad. de Ceuleneer zijnen dank voor zijne benoeming tot werkend lid der Academie. | |||||||
[pagina 17]
| |||||||
Mededeeling wordt gedaan van een schrijven des heeren Ministers van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, betrekkelijk den aankoop van 100.000 excerpten uit oude boeken, gedaan door wijlen den heer Guido Gezelle, een werk dat een aanzienlijk nut oplevert voor de Redactie van het Woordenboek der Nederlandsche Taal, en hetwelk doelmatig plaats zou vinden in de Bibliotheek der Academie. Daarbij behooren een aantal zeldzame werken, brieven en geschriften, welke insgelijks zouden dienen gekocht te worden, ten einde Gezelle's aanteekeningen met vrucht te kunnen raadplegen. Het Bureel der Academie stelt voor, den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar onderwijs te antwoorden:
| |||||||
[pagina 18]
| |||||||
- De vergadering, geraadpleegd, belast het Bureel in dezen zin aan den heer Minister te antwoorden.
Bij brief van den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs wordt bekend gemaakt, dat 35 Leden van de Kamer der Volksvertegenwoordigers vragen, de uitgaven der Koninklijke Vlaamsche Academie te ontvangen. - Aan dit verzoek zal voldaan worden in dezen zin, dat van de vroeger verschenen werken zullen gezonden worden dezulke, van welke nog genoegzame voorraad beschikbaar is, en dat de nieuwere uitgaven geregeld zullen gezonden worden.
Aan de vergadering wordt medegedeeld dat de Commissie, aangesteld tot het verzamelen van de oudere en nieuwere schrijfwijzen onzer plaatsnamen, tot haren voorzitter heeft gekozen den heer Coremans, en tot secretaris den heer Coopman. Nog wordt medegedeeld dat het Bureel besloten heeft al de prijsvragen, welke de Academie voor 1901, 1902, 1903 en 1904 heeft uitgeschreven, te doen herdrukken. Ieder lid zal daarvan eenige exemplaren ontvangen met verzoek ze te verspreiden. Mochten er Leden zijn die adressen willen | |||||||
[pagina 19]
| |||||||
opgeven van personen, maatschappijen, tijdschriften enz, aan welke het program onzer wedstrijden zou te sturen zijn, zij gelieven die adressen mede te deelen aan den bestendigen Secretaris.
Alvorens tot de dagorde over te gaan, maakt de heer Bestuurder bekend dat der Academie andermaal een lid is ontvallen, namelijk de heer Burgersdijk, buitenlandsch lid, omtrent den 20 Januari ll. te Apeldoorn in 72jarigen ouderdom overleden. Burgersdijk, eerst leeraar in de natuurwetenschap aan de Krijgs-Academie te Breda, aan het Atheneum en aan de Hoogere Burgerschool te Deventer, schreef eenige wetenschappelijke werken, en maakte zijnen naam beroemd met zijne vertaling van Shakespeare, 12 deelen, welk werk hij der Koninkl. Vlaamsche Academie ten geschenke zond. Laatstelijk begon hij de vertaling van Aeschylus' treurspelen en voleindigde reeds Prometheus. - De vergadering beslist dat aan de nagelaten betrekkingen van Burgersdijk een brief van deelneming in haar verlies zal gezonden worden. | |||||||
Dagorde.Nadat de vergadering het ontwerp van begrooting der Academie voor het jaar 1900 goedgekeurd heeft, verleent de heer Bestuurder het woord | |||||||
[pagina 20]
| |||||||
aan den heer W. de Vreese, die lezing doet van zijn antwoord op het opstel des heeren Prayon-van Zuylen: Over Gallicismen. De vergadering beslist, het antwoord des heeren de Vreese in de Verslagen mede te deelen. Ten slotte leest de heer L. Simons een gedicht, getiteld: Oud Engeland boven! - Ook dit stuk zal in de Verslagen worden gedrukt. Te 4 uren verklaart de heer Bestuurder de zitting geheven. |
|