de geschiedenis der oude Antwerpsche meesters nagenoeg onbekend. De bouwstoffen er voor schuilden nog onder ander het stof der archieven. Meer dan iemand heeft Génard, door zijne vlijtige nasporingen, bijgedragen om het schrijven dezer geschiedenis mogelijk te maken. Hierdoor bewees hij een ongemeenen dienst, niet alleen aan Antwerpen, maar tevens aan de algemeene geschiedenis der kunst.
In onze Academie was Génard een lid van de eerste benoeming. Hij nam een werkzaam deel aan hare inrichting. Na als lid, onderscheidene jaren, zeer belangrijke mededeelingen te hebben gedaan, vervulde hij den post van Bestuurder met den grootsten ijver en de meeste nauwgezetheid. De Academie heeft duurzame verplichtingen aan hem, welke niet uit het oog zullen verloren worden.
Indien er iets geschikt is de smart zijner bedroefde weduwe en zijner deugdzame kinderen te verzachten, moet het de overtuiging wezen dat zij tot echtgenoot en vader eenen man gehad hebben die niet alleen een uitstekend geleerde, maar tevens een volkomen toonbeeld der schoonste burgerdeugden heeten mocht: Génard was een even deugdzaam mensch als verdienstelijk schrijver.
Antwerpen zal zijnen naam schrijven op de lijst der mannen, die door hunne werken de stad verheerlijkt hebben. Ook in ons midden blijft zijne gedachtenis in zegening.
Bij zijne teraardebestelling (bijgewoond door de heeren Broeckaert, Coremans, Daems, de Potter,