Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1898
(1898)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Zitting van 17 Januari 1898.Aanwezig de heeren Alberdingk Thijm, bestuurder, van Even, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, Gailliard, Gezelle, Hiel, Willems, Daems, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, Sermon, Coremans, Bols, de Flou, Claes, Arnold, werkende leden; de heeren jhr. de Gheldere, Janssens, Segers en de Vreese, briefwisselende leden; de heeren jhr. de Pauw, Génard, Hansen en baron de Maere verontschuldigen schriftelijk hunne afwezigheid. De zitting open verklarende, staat de heer Bestuurder recht en drukt zich volgender wijze uit:
Heeren, geachte Medeleden der Academie,
Bij de wisseling des jaars en vooral bij het aanveerden des ambts, hetwelk mij door u is opgedragen, heb ik de eer u hartelijk welkom te heeten in deze zitting. Betrouwende op de ongemeene vlijt, voorzichtigheid en wijsheid door mijnen verdienstelijken voorganger te dezer plaatse, baron de Maere, en door u allen steeds getoond, zal mijne taak niet moeielijk zijn in uw midden, waar altoos de meest weldoende eensgezindheid tusschen | |
[pagina 6]
| |
het bestuur en de leden der Academie heeft geheerscht. (Toejuiching.) De Bestendige Secretaris leest het verslag over de voorgaande zitting, hetwelk wordt goedgekeurd. | |
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Bibliographie de Belgique, 1897, nrs 23 en 24 en Tables svstématiques, 1896. Biographie nationale, 14e deel, 2e aflev. Bulletijn der maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde te Gent, 5e jaar, nrs 5 en 6. Wallonia, 1897, nr 12. De Taalstrijd hier en elders, 1897-1898, nr 1. Revue de Bruxelles, 8e jaar, nrs 1, 2, 3. Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1897, nr 11. Annuaire de l'Académie, 1898. Le Musée belge. Revue de philologie classique, nr 4. Bulletin bibliographique et pédagogique du Musée belge, nrs 8, 9, 10. De Hagelander, 1896-1897. Commission royale d'Histoire, 17e deel, nr 4.
Door den heer S. Daems: Voor twee vaders. Uit het leven der pauselijke zouaven.
Door den heer D. Claes: Broeder Jan, of de Minderbroedersklokken te St.-Truiden. | |
[pagina 7]
| |
Door den heer Broeckaert: De Raeds-Pensionarissen der stad Dendermonde.
Door den heer Prayon: L'égalité des langues. Lettre ouverte à M. Tournay-Detillieux, sénateur, par Lucius Vindex.
Door den heer Johan Winkler: Herinneringen uit den tijd der lijfstraffelijke rechtspleging.
Door den heer J.-H. Gallée: Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen, door J.-V. Hendriks. Vierde uitgave. Met eene voorrede van Dr. J.-H. Gallée.
Van de Société d'Émulation, te Brugge, de 4e aflevering, 1897, harer Annales.
Van de Maatschappij der Nederlandsche Taalen Letterkunde, te Leiden: Handelingen en Mededeelingen, 1896-1897. Levensberichten der afgestorven Medeleden, 1897.
Door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen: Zelandia illustrata, 2e vervolg. Geschiedkundige beschrijving van Tholen en omstreken, door A. Hollestelle.
Van den heer Th. Sevens: De kerk van O.L. Vrouw te Kortrijk. | |
[pagina 8]
| |
Door den heer Leopold de Vos: Het internationaal Privaatrecht in het ontwerp van Burgerlijk Wetboek voor België.
Van den heer A. Siffer: Het Belfort, 1898, nr 1.
Door de Uitgevers van De Student, 18e jaar, 1e aflevering.
Door de opstellers van Biekorf, 8e jaar, nr 24, 9e jaar, nr 1. | |
Briefwisseling.Ontvangen een afschrift van het koninklijk besluit, gedagteekend 2 December 1897, waarbij de kiezing des heeren Alberdingk Thijm tot bestuurder, en die des heeren van Even, tot onderbestuurder, voor het jaar 1898, worden goedgekeurd. | |
Commissiën.Namens de bestendige Commissie voor Middelnederlandsche letterkunde deelt de heer Gailliard mede, dat door deze besloten is: Jhr. de Pauw te belasten met de uitgave van eene perkamenten rol uit de XIVe eeuw, betrekkelijk tot een geding tusschen Ieperen en Poperinge. Aan de heeren de Flou, Gailliard en de Vreese, | |
[pagina 9]
| |
met de medewerking van Dr. Stoett, de zorg op te dragen eene critische en vergelijkende tekstuitgave van Sidrac in het licht te geven. De Commissie verzoekt de Academie over beide voorstellen, bij dringendheid, uitspraak te doen. De vergadering, geraadpleegd, keurt deze voorstellen goed. |
|