Lied.
Bij het Huwelijk harer Koninklijke Hoogheid,
prinses Josephina van belgenland,
met zijne Doorluchtigheid
prins Karel von Hohenzollern-Sigmaringen
Brussel, 28 Mei 1894
De lentezon ne zendt heur zoetste stralen
In 't rein gemoed van 't frissche vorstenpaar,
Daar, waar zij ook in liefde mogen dwalen,
In trouwe blijven zij steeds bij elkaar.
En later, wen zij aan het volk verhalen,
Hun edel streven, - o, de Volkren schaar
Zal eeuwig op den roem der Coburgs wijzen,
En Belgenland en Duitschland minnend prijzen.
Dank God!
Zoo schenkt het huwlijk onzen Vorsten zegen,
Vereenigd met den Hohenzollern stam,
Tweemaal vereenigd, alsof straalt hen tegen
Door sterkte en goedheid, Godes vredevlam...
Laat beide volkren strooien op hun wegen
De schoonste bloemen... Want het offerlam
Der liefde is glansend, lievend, goedvol, krachtig