Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1895
(1895)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 539]
| |
Zitting van 20 November 1895.Tegenwoordig de heeren Hansen, bestuurder, Gailliard, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, jhr de Pauw, Génard, Gezelle, Hiel, Snieders, P. Willems, Alberdingk Thijm, Daems, Micheels, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermon, Coremans, Bols, de Flou, Claes, werkende leden; de heer de Ceuleneer, briefwisselend lid. De heer baron de Maere laat weten dat hij verhinderd is de zitting bij te wonen. Door den bestendigen secretaris wordt het verslag gelezen over de vorige zitting, hetwelk zonder opmerkingen wordt aangenomen. | |
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Volk en Taal, 1894-1895. Bibliographie de Belgique, 1895, nrs 18 en 19. Wallonia, 1895, nr 10. Cartulaire de l'église Saint-Lambert de Liège, 2e deel. Poissons et Crustacés des eaux douces saumâtres de la Belgique. L'organisation de la liberté et le devoir social, ar Adolphe Prins | |
[pagina 540]
| |
Door den heer Daems: Maria-Almanak voor 1896.
Door den heer Moriz Heyne:
Deutsches Wörterbuch, VI deel.
Door den heer Siffer: Het Belfort, nr 11.
Door de uitgevers van Biekorf, de 18e en 19e afleveringen dezes tijdschrifts.
Door mejuffer Maria Ducaju: De degelijke Huisvrouw. Bloemen en vruchten. - Dicht- en prozastukken. Practische en zedelijke lessen voor meisjes. De vrouwelijke opvoeding en haar verband met de eischen des levens. De heer Coopman, secretaris der Commissie van Nieuwere Taal- en Letterkunde, deelt mede dat, voor het jaar 1896, de heeren Dr. de Vos tot voorzitter, en Daems tot ondervoorzitter dier afdeeling werden gekozen. | |
Dagorde.De vergadering gaat over tot het kiezen van den bestuurder voor het jaar 1896. | |
[pagina 541]
| |
Wordt gekozen, de heer Gailliard. Tot onderbestuurder wordt gekozen de heer baron de Maere. De heer Gailliard dankt de vergadering voor het zoo vereerend vertrouwen, dat zij in hem stelt, en verzekert haar, al zijne krachten te zullen besteden tot bevordering van den bloei der Academie. (Toejuichingen.) Na lezing van een fragment eens onuitgegeven dichtstuks, door den heer Claes, verklaart de heer bestuurder de zitting geheven. |
|