Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1894
(1894)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 278]
| |
Zitting van 22 Augustus 1894.Aanwezig de heeren Claeys, bestuurder, Hansen, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Gailliard, Génard, Gezelle, Hiel, Snieders, P. Willems, Alberdingk Thijm, Daems, Mathot, Micheels, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermon, Coremans, Bols, de Flou, werkende leden; de heeren jhr. de Gheldere, Janssens en Segers, briefwisselende leden; de heeren jhr. de Pauw en van Droogenbroeck hebben bericht gezonden dat zij verhinderd zijn de zitting bij te wonen. Door den bestendigen Secretaris wordt het verslag gelezen van de vorige zitting. | |
Aangeboden boeken.Namens den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs: De geestelijkheid van Antwerpen in 1798-1799, door Augustijn Thys. 1894. Exposition universelle d'Anvers. Congrès de la proprieté artistique et littéraire. Programme général. Des bellingérants et des prisonniers de guerre, par Ed. Romberg. | |
[pagina 279]
| |
Les origines du droit international, par Ern. Nijs. Bibliographie de Belgique 1894, nrs 6 en 7.
Namens den heer Minister van Oorlog: Carte topographique de la Belgique (1 op 40,000), 72 bladen in-gr.-folio, uitgegeven door het Institut cartographique.
Door den heer J. van Droogenbroeck Spiegel historiael, door Lod. van Velthem. 3e boek.
Door het Friesch genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, te Leeuwarden: Nalezing op de nieuwe naamlijst van Grietmannen van Jhr. H. Baerdt van Soninia, door A.-J. Andreae. 65e Verslag der Handelingen van het Friesch Genootschap. 1892-1893.
Door de uitgevers van Biekorf: De 13e aflev., 5e jaar, dezes tijdschrifts.
Door den heer H. Claeys: Redevoering gehouden op het Nederlandsch taal- en letterkundig Congres, te Arnhem. 1893. (Overdruk.) Jan van Ruusbroeck's taal en stijl. (Overdruk.)
Door den heer P. Génard: De kunstschilder Jan Anthony. (Overdruk.) | |
[pagina 280]
| |
Door den heer E.-J. Ossenblok: Eene lezing over Weber's ‘Dreizehnlinden’ volgens de vertaling van Eug. de Lepeleer. Antwerpen, 1894.
Door den heer A. Siffer: Het Belfort, 1894, nr 8. | |
Briefwisseling.Het dertiende tijdvak van den driejaarlijkschen prijskamp der Nederlandsche tooneelletterkunde eindigt op 31 December aanstaande. Daar deze prijskamp moet beoordeeld worden door eene jury van vijf leden, door Z.M. den Koning te benoemen, op voorstel der Koninklijke Vlaamsche Academie, verzoekt de heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs hem eene lijst van candidaten aan te bieden. Eene tweede lijst van candidaten wordt aan de Academie gevraagd voor het samenstellen des keurraads, die gelast zal worden met het beoordeelen der werken, mededingende voor den vijfjaarlijkschen prijs der Nederlandsche letterkunde, voor het negende tijdvak, eindigende den 31 December des loopenden jaars.
Het inrichtingscomiteit van het Congrès de la propriété artistique et littéraire, hetwelk van | |
[pagina 281]
| |
18 tot 25 Augustus 1894 te Antwerpen plaats heeft, vraagt de bijtreding der Academie tot deze vergadering. - De bestendige Secretaris merkt op, dat de lijst van meer dan honderd personen - meest behoorende tot allerlei kringen: staatkundige en andere, tot de minst bekende - aan wie vooraf bijtreding tot het Congres was gevraagd, geen enkel lid der Academie vermeldt, alsof dezer leden, in het bijzonder, en de Academie zelve, geen het minste belang zouden hebben in letter- of kunsteigendom. - Ingevolge eene vroeger genomen beslissing zal de Academie zich onthouden den haar gedanen oproep te beantwoorden, om reden dat de Inrichters de Nederlandsche taal, zoo wel voor de geschrevene uitnoodiging als voor de gedrukte lijst der bijtreders, niet tot haar recht hebben laten komen.
Een aantal vereerders van wijlen Dr. F.-A. Snellaert, een der grondleggers van de Vlaamsche Beweging, hebben eenen oproep gedaan tot de beoefenaren en vrienden der Nederlandsche letteren, om het aandenken van den verdienstrijken man door het oprichten van een gedenkteeken, op zijn graf, te St.-Amandsberg, te vereeuwigen. Eene lijst van inteekening, aan de Academie gezonden, is op het bureel neergelegd.
De heer Broeckaert geeft, namens de Com- | |
[pagina 282]
| |
missie van geschiedenis, bio- en bibliographie, verslag over dezer zitting, te één uur gehouden. De Commissie stelt voor, dat door de Academie de uitgave worde begonnen van het algemeen Biographisch Woordenboek der Zuidnederlandsche Schrijvers. De eerste aflevering, bekostigd met de gewone hulpmiddelen der Academie, zou der Regeering worden aangeboden met het verzoek, een buitengewoon hulpgeld voor het werk te verleenen, zooals de Académie royale de Belgique er eene geniet voor de Biographie nationale. Deze, onmisbare, toelage zou, naar het oordeel der Commissie, te gemakkelijker te verkrijgen zijn, daar reeds de eerste aflevering des werks zou bewijzen, dat dit in geenen deele gelijken zal aan de evengemelde Fransche uitgave, welke honderde namen minder bevat dan de ontworpen Nederlandsche. - Over dit voorstel der Commissie zal de Academie eerlang geroepen worden hare meening doen kennen.
De heer Coopman geeft verslag over de zitting gehouden door de Commissie voor Nieuwere Taalen Letterkunde. Door de Commissie wordt voorgesteld dat de Koninklijke Vlaamsche Academie, in navolging van hetgeen voor den dichter Prudens van Duyse werd gedaan, vier leden belaste met het schrijven van eene verhandeling of studie over Ledeganck, Dautzenberg, David en Snellaert, die eerlang door het Vlaamsche volk feestelijk zullen herdacht worden. | |
[pagina 283]
| |
De Commissie drukt hare verwondering uit, dat de Koninklijke Vlaamsche Academie niet eens erkend werd bij de samenstelling van het Comiteit hetwelk, bij koninklijk besluit van 25 Juni l.l., belast werd met de inrichting van het Congrès de la propriété artistique et littéraire, dezer dagen te Antwerpen gehouden; zij verzoekt het bestuur die verwondering aan de Regeering uit te drukken.
De vergadering belast het bureel den Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken opmerkzaam te maken op de miskenning der Koninklijke Vlaamsche Academie. | |
Dagorde.De vergadering gaat over tot het vaststellen van het program der letterkundige wedstrijden voor het jaar 1896. (Zie verder). Daarna heeft de kiezing plaats voor de dubbele lijst van candidaten, uit welke Z.M. de Koning de jury's zal benoemen voor den driejaarlijkschen prijskamp van tooneelliteratuur en voor den vijfjaarlijkschen prijskamp van Nederlandsche letterkunde. Het uur van het sluiten der zitting genaderd zijnde, wordt de behandeling der volgende, aan de dagorde gebrachte punten, verdaagd tot de volgende bijeenkomst. De zitting wordt te 4 1/2 uren geheven. |
|