den, onverlet latende de verdere hoofding, in welke soms eene zeer belangrijke aanduiding voorkomt, welke den zoeker van het grootste nut kan wezen. Indien zulks waar is voor een boek van gewoon gehalte, in vele plaatsen bekend, - en tegenspraak is hier niet te vreezen - hoe beperkt wordt dan de studie van den navorscher, bij 't gemis van boeken, die slechts in een gering getal zijn, hem ten eenemale onbekende handen hoewel er van die boeken soms in eene of andere openbare bibliotheek een exemplaar onder 't stof verborgen zit.
Nu, het lijdt geen twijfel of het gebied der studie zal op verbazende wijze uitbreiding nemen van zoodra eene algemeene lijst zal bestaan van hetgeen in de voor eenieder toegankelijke boekverzamelingen voorhanden is.
De heer van der Haeghen zet zijn plan beknopt, maar duidelijk uiteen, en bewijst, zonder tegenzeg, de gemakkelijke uitvoering daarvan.
Zekerlijk zouden de kosten zulker aanzienlijke, om zoo te zeggen nooit te eindigen uitgave ontzaglijk zijn, maar volgens het ontwerp zou dit geen bezwaar opleveren: ieder land, bij een werk als het hier bedoelde, bate vindende, zouden de kosten door al de belangstellende Regeeringen worden gedekt, namelijk in verhouding van het getal en de belangrijkheid der meewerkende boekverzamelingen.
Ook de vraag: waar zou het hoofd zijn, dat alles, met betrekking tot het reuzenwerk, regelt,