Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1894
(1894)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Zitting van 17 Januari 1894.Aanwezig de heeren H. Claeys, bestuurder, C. Hansen, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren jhr N. de Pauw, E. Gailliard, G. Gezelle, E. Hiel, A. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, Th. Coopman, A. de Vos, E. van Even, H. Sermon, K. de Flou, werkende leden; de heer A. de Ceuleneer, briefwisselend lid. Door de heeren J. Bols, J. Broeckaert en J. van Droogenbroeck, werkende leden, en den heer A. Janssens, briefwisselend lid, is bericht gezonden dat zij verhinderd zijn de vergadering bij te wonen. Na lezing en goedkeuring van het verslag over de voorgaande zitting deelt de bestendige secretaris de titels mede der | |
Aangeboden boeken.Namens den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs: Annuaire de l'Académie Royale, des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts. 1894. Bulletin de l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts, 1893. Nr 11. | |
[pagina 6]
| |
Historiek der straten en openbare plaatsen van Antwerpen. door Aug. Thys. Cornelius Nepos. Nederlandsch, van A. Verdoodt, Pr. Huiswet, door Joris Rommens.
Door den heer J. van Droogenbroeck: Parnas-Galm, door J. van der Borght, 1815. Dit zijn zonnestralen. Gedichten voor onze jeugd, door J. van Droogenbroeck, 8o, zeer veel vermeerderde druk, 1894. Jacob van Artevelde, door G.-J. Dodd. Bij het zilveren jubelfeest van 's Konings inhuldiging, door denzelfde.
Door den heer J. te Winkel: De Vlaamsche Beweging en haar belang voor de Noord-Nederlanders. Een fragment van den Perchevael.
Door den heer Johan Winkler: De Hel in Friesland. Eene naamkundige bijdrage.
Door den heer Ern. Soens: Het Socialismus; zijne gronden onderzocht en zijne onmogelijkheid bewezen, door V. Cathreyn, S.J., uit het Hoogduitsch vertaald. 1892.
Door den heer de Quéker: OEuvre du Travail. 3e section. Rapport, (5 exempl.). | |
[pagina 7]
| |
Door de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde, te Leiden: Levensberichten der afgestorven Medeleden van dit Genootschap. 1893. Handelingen en Mededeelingen, idem, 1893. Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde, 1894, 1e aflev.
Door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Vroegere en latere mededeelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland. 7e deel, 3e stuk. Levensberichten van Zeeuwen. 4e aflevering, 1893.
Door het Friesch Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde: De vrije Fries. 6e deel, 3e aflevering.
Door den Oudheidkundigen Kring van Dendermonde: Gedenkschriften. 2e reeks, 5e deel, 1e aflev.
Door den heer A. Siffer: Het Belfort, 1894. Nr 1.
De heer Bestuurder drukt het vertrouwen uit, dat het ingetreden jaar vruchtbaar moge zijn voor de werkzaamheden der Academie, en dat de goede verstandhouding tusschen de leden, die tot heden onafgebroken heerschen mocht, zal voortduren. De afscheidsrede, door den voorgaanden Bestuurder, | |
[pagina 8]
| |
den heer P. Génard, in December l.l. uitgesproken, herinnerende, vraagt hij een woord van dank voor hem, die, niettegenstaande eene zware ziekte, de Academie eene groote toewijding heeft betoond en meer heeft verricht dan zijne krachten hem veroorloofden. (Toejuichingen.)
De bestendige secretaris deelt een schrijven mede vanwege den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, waarbij aan de Academie een verslag wordt gevraagd, zoo uit het oogpunt van rechtswetenschap als in opzicht van rechtstaal, over het werk des heeren Joris Rommens, advocaat te Roeselare, getiteld: Huiswet. De persoonlijke familiebetrekkingen volgens het Belgisch burgerlijk Wetboek, beknopt en ten gerieve van eenieder beschreven. - De vergadering, geraadpleegd, duidt aan. om gemeld werk te onderzoeken, de heeren Obrie en de Pauw.
Mededeeling wordt gedaan van het koninklijk besluit, waarbij de benoemingen der heeren H. Claeys, als bestuurder, en C.-J. Hansen, als onderbestuurder der Academie voor 1894, goedgekeurd worden.
Door den heer P. Willems, voorzitter der Commissie van middelnederlandsche letteren, wordt | |
[pagina 9]
| |
aan de vergadering bekend gemaakt dat in de voormiddagzitting dier Commissie aangeduid zijn als candidaten voor de openstaande plaats, de heeren Hansen en van Even. |
|