De mededingende handschriften moeten ten huize van den bestendigen Secretaris (den heer Fr. de Potter, Godshuizendreef, 29) vrachtvrij ingezonden zijn vóór den 1 Februari 1895.
De stukken, na den voorgeschreven dag ontvangen, of zulke, welker Opstellers zich op eenige manier zullen doen kennen, worden uit den wedstrijd gesloten.
De Academie eischt voor de werken de grootste nauwkeurigheid in de aanhalingen en vraagt uit dien hoofde dat de Mededingers de uitgaven, alsook de bladzijde der door hen aangehaalde boeken, aanduiden. - Zij meent den Mededingeren te moeten berichten dat al de handschriften, aan haar oordeel onderworpen, als haar eigendom in hare archieven bewaard blijven, en zij zich het recht voorbehoudt deze, geheel of gedeeltelijk, in druk te geven.
Van de niet ter uitgave aangenomen stukken zullen de Mededingers, op hunne kosten, een afschrift kunnen bekomen, mits overeenkomst met den bestendigen Secretaris.