Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1891
(1891)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Zitting van 21 Januari 1891.Aanwezig de heeren A. Snieders, bestuurder, J. Micheels, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, G. Gezelle, E. Hiel, P. Alberdingk Thijm, L. Mathot, J. Obrie, Th. Coopman, A. de Vos en J. Broeckaert, werkende leden; de heeren jhr. K. de Gheldere, A. Prayon-van Zuylen en H. Sermon, briefwisselende leden. Afwezig met kennisgeving, de heeren S. Daems, L. Schuermans, K. Stallaert en J. van Droogenbroeck, werkende leden, en K. de Flou, briefwisselend lid. De bestendige secretaris leest het verslag over de voorgaande zitting, dat wordt goedgekeurd. | |
Aangeboden boeken.Vanwege het Staatsbestuur: Annuaire de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1891.
Vanwege den heer J. Broeckaert: Dendermondsche Drukpers. 1890.
Vanwege den heer L. Mathot: Maria-Theresia (1740-1780). Vijfde, vermeerderde uitgave. 1890. | |
[pagina 6]
| |
Van den heer Johan Winkler: Hebel end Halbertsma ende Tiede Roelofs Dykstra.
Vanwege den den heer L.-W. Schuermans: De krokodil van Kerselaar. Eene Oudenaardsche sage, door Dr. D.-J. van der Meersch. 1868. Dichter de Koninck beoordeeld door Dr. Jan Nolet de Brauwere van Steeland, (door J.-F. Hendrickx). 1875. Wereldtalen en kunstmatige talen, door Johan Winkler. 1884.
Van den heer J.-B. Vervliet, te Antwerpen: Ons Volksleven. Antwerpsch-Brabantsch tijdschrift voor Taal en Volksdichtveerdigheid, voor oude Gebruiken, Wangeloofkunde enz., 2e jaargang 1890. Vanwege de heer Léon Goemans, doctor in wijsbegeerte en letteren: Le Hêliand, messiade saxonne du IXe siècle. Leuven, 1890. | |
Briefwisseling.De Koninklijke Academie van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België bericht het overlijden van den heer J.-B.-J. Liagre, haren bestendigen secretaris. Op een schrijven van den heer J. te Winkel betrekkelijk de in Noord-Nederland ontworpen uitgave der volledige dichtwerken van Constantijn Huyghens, beslist de Academie eene inschrijving | |
[pagina 7]
| |
te nemen op dat werk, uiterst belangrijk voor de studie der Nederlandsche taal- en letterkunde. | |
Commissiën.De secretaris der bestendige Commissie voor Geschiedenis en Bibliographie maakt bekend dat twee harer leden, het voorbeeld volgende van den heer Génard, in de stadsrekeningen van Gent en Dendermonde de namen hebben opgezocht der Vlaamsche schrijvers, aan wie, bij de uitgave hunner werken, door het magistraat een hulpgeld werd verleend. De opzoekingen in het Gentsch archief vangen aan met 1422 en eindigen met 1700; die te Dendermonde loopen over de jaren 1600-1700. De Commissie verzoekt deze bijdragen voor de algemeene biographie, door de Academie op het getouw gezet, in het verslag over de huidige zitting op te nemen. De vergadering, door den heer bestuurder geraadpleegd, willigt deze vraag in.
Door den heer Coopman, secretaris der bestendige Commissie voor nieuwere Taal-en Letterkunde, wordt, namens deze, verslag medegedeeld over het verhandelde in hare jongste zitting, hoofdzakelijk toegewijd aan de bespreking van het Woordenboek der Nederlandsche taal, naar aanleiding van hetgeen in vorige zittingen daarover werd medegedeeld. - De vergadering keurt de besluitselen des verslags goed, evenals het voorstel, namens gezegde Commissie | |
[pagina 8]
| |
gedaan, om den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs te verzoeken dat de Academie door twee harer leden zou vertegenwoordigd zijn in den keurraad, welke dit jaar zal geroepen worden tot beoordeeling der gedichten voor den Cantaten-prijskamp. | |
Dagorde.Worden gekozen tot leden der Commissie van Rekendienst, de heeren de Pauw, Mathot en Obrie. |
|