Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1890
(1890)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Iets over de oude Naamvalsbuigingen der Nederlandsche eigennamen,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men er den uitgang inne bij. Pot maakte dus in het vrouwelijk Pots; Terrebroot, Terrebroots; Sprongh, Spronghinne, enz.’ Ofschoon deze aanteekening niet onopgemerkt voorbijging, en verscheidene taalgeleerden ons lieten weten dat zij het op dit punt met ons eens waren, denken wij echter, dat nooit éen woord daaromtrent in eenige Nederlandsche spraakleer gerept zij, ook hopen wij dat men het ons niet ten kwade zal duiden, onze vroegere aanteekening hier verder uit te breiden, zelfs al doen wij dit maar om de door ons verzamelde voorbeelden te benuttigen. Vooreerst zij herinnerd dat vele mannelijke voornamen, op vrouwen overgebracht, eenen vrouwelijken vorm bekwamen. Hunne verbuiging luidt:
Voor de familienamen volgde men de algemeene regels der verbuiging. Bij het opmaken van acten zette men gewoonlijk, wanneer de zin het toeliet, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij de eerste vermelding den geslachtsnaam van het hoofd der familie in den nominatief; - dien des zoons in den genitief; - evenzoo dien der dochter, wanneer deze laatste geen bijzonderen vorm door het achtervoegsel inne bezat. Eenige voorbeelden onder honderden: Peeter Pot is het hoofd des huizes, zijn zoon heette - Jan en zijne dochter Machteld Pots. - Jan de Wale, vader, had voor zoon en dochter Philip en Anna 's Walen. - Doch Jan de Coninck had voor zoon Lambrecht sConinckx of Coninckx, en voor dochter Elizabeth Coninginne. Men begrijpt alreede het belang dat de kennis der verbuigingen voor paleographische en genealogische studiën verkrijgt. Vergeten wij niet aan te teekenen, dat wanneer de familienaam op eene zachte e uitging, de klinker van het radicaal werd verlengd, 'tzij door hem zelven, 'tzij door eene tusschengevoegde e: Nom. Bode, Genit. Boeds. Soms vindt men voor het meervoud een achtervoegsel in inger, zooals hier voor Bode, Bodingers. Staven wij dit door eenige voorbeelden.
Familienaam Bode.
Wij keeren eerst terug tot den geslachtsnaam Bode, eenen der belangrijkste uit de Antwerpsche geschiedenis:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.De geleerde J.-Fr. Willems en zijne kundige medeopstellers van het Onderzoek over den waren naam der straten van Antwerpen hadden bij de uitgave van dit werk de buigingsvormen diens naams reeds opgemerkt. Op bl. 165 halen zij eenen schepenenbrief aan van 1334, waarin gewag gemaakt wordt van ‘Jan Bode, Bouden Boeds zone’. Op bl. 166 duiden zij eene acte aan van 11 Mei 1398, waarin men spreekt van eenen ‘jaersang’ ter ‘salichede van Jan Boeds ziele’. In een ander bescheid, vermeld op bl. 170, en gedagteekend van 8 October 1476, maken zij gewag van ‘den geslechte van den Bodinghers.’ Tot bevestiging dezer naamvalsvormen vinden wij, onder andere, de volgende acte rakende den
Bewijs.
Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 212.
Acte voor Schepenen Schoyte en Willem Drake.
Jan vanden Broeke, Jouffrouwe Juete Minneboods, ejus uxor, ende Peter Minnebode, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der voergenoemde Jouffrouwe Jueten brueder, vercochten Janne Erbout een hoeve metten huysingen, hove, lande, beemde, gronde et pertinentiis, houdende omtrent V gemete ende een vierendeel, gelegen buyten tCruyphol bynnen der vryheit van Antwerpen, te Merschemdamme, tussen sHeilichs Gheests inde Borch ende des gasthuys van Sinte Lysbetten erven, ex una, ende des Heylichs Gheests van Onser Vrouwen erve was, dat nu ter tyt Hubrechte Stevens, droochscheerdere, toebehoort, ex altera..... XXVIII die Junii.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 175 vo.
Acte voor Schepenen Mechelen en Broeke.
Lysbeth 's Backers met Peteren Cryel, ejus marito et tutore, vercocht Wouteren Huysmans een mudde rogx Herentalser maten tsjaers erfliker renten, dat Michiel de Backer, heur ouder vader wylen, voertyden gecocht ende gecregen heeft jeghens Gheerde van Vuytsole op omtrent vyf dachmale beemdts geleghen inde vryheit van Herentals aent Wolfsteedbroec ende op omtrent II | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
buynderen lants geleghen oic aldaer te Zelle, verschynende jaerlicx te Kersmisse, gelyc eenen scepenenbrief van Herentals, quam tradidit, clarius continet, welc mudde rogx erflic voers. der voergenoemder Lysbetten tanderen tyden bleven ende verstorven is van Godevaerde den Backer, hueren vader wylen. Droech op. Te waerne van allen commer. XIX Maii.
Scabinale Protocollen der stad Antwerpen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 175 vo.
Acte voor Schepenen Mechelen en Broeke.
Wouter Huysmans voers., geseten te Herenthout, vercocht Jacope vander Goorbraken, alias van Yssche, tvoergenoemt mudde rogx erflic dat Michiel de Backer wylen voertyden gecocht ende gecregen heeft jegens Gheerde voers. opte voers. pande, verscienende ut supra prout litteram ut supra quam tradidit, welc mudde rogx erflic voers. tandren tyden bleven ende verstorven is Lysbetten sBackers vander doot Godevaerts sBackers, huers vaders, dien 't daer te voren bleven ende verstorven was vanden voers. Michiele den Backer, zynen vader wylen, ende welc mudde rogx erflic hy Wouters voers. opten dach van heden jeghens der voergenoemder Lysbetten gecocht heeft, gelyc den Scepenenbrief van Antwerpen daeraf voer ons bekent ende gemaect, dien hy Wouter voers. den voers. Jacope oic mede over- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaf, dat wel verclaert. Droech op. Te waerne van allen commer. Gebraeck yet aende voergenoemde pande oft aende waernisse ende claernisse voers., hoc promisit satisfacere, unde obligarunt een eensel cum fundo houdende omtrent II koeye aert geleghen te Herenthout, tusscen tSellerbroec, ex una, ende Her Everaerts vanden Gouberge proeses erve, ex altera, daer nyet meer dan IIII groeten Brabants tsjaers te Herenchyse voer ute en gaet, ende voerder seipsum et ccetera sua bona.
XIX Maii.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 224 vo.
Acte voor Schepenen Schoyte en Walraven Drake.
Magriete sBlocxschoemakers, met Wouteren van Espende, ejus marito et tutore, voer I vierendeel, Katline Jacop Galidesendochtere, wedewe wilen Jan Mannaerts, cum tutore, voer dander vierendeel, Jan de Meere, inden name ende als mechtich gemaect van Petren vander Berct, als wittich man van Katlinen vander Hoeven, eius uxoris, na inhout eens opens placcaets | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
metter stad zegele van Mechelen besegelt, quam vidimus, voer een half vierendeel, Peter de Pape, wittich zone wilen Jans Papen op tSant, pro se, ende Peter de Buyseneere, inden name van Janne zinen wittigen zone, quem in se susceperunt, tsamen voer I half vierendeel, Roelant van Berchem, inden name van Jouffrouwe Lossyen sBloxschoemakers, ejus uxoris, quam in se suscepit, Marie sBloxschoemakers, cum tutore, wedewe Jan Blocx ende Jan de Blocxschoemaker voers. pro seipsis ende inden name van brueder Willeme ende Magriete sBloxschoemakers ende Anthonise Ozeel, daer moeder af was Katline sBloxschoemakers, quos susceperunt, tsamen voer tvierde vierendeel..... XXVII die Julii.
Scabinale Protocollen van het jaar 1461, vol. 2, fol. 40.
Meester Lambrecht van Overdenecht, canonick in Onser Vrouwenkerke tAntwerpen, Jouffrouwe Lysbeth van Overdenecht, wedewe wilen Jan Emerys, cum tutore, Jan de Blocscoemaker, Jouffrouwe Lossye blocschoemakers, wedewe wilen Roelants van Berchem, cum tutore, Jouffrouwe Margriete Blocscoemakers met Steven Butkes, ejus marito et tutore, Jouffrouwe Marie Blocscoemakers, wedewe wilen Jan Blocx, cum tutore, inden name van brueder Willeme blocscoemaker, religieus vander ordenen van Sinte Jans te Maestricht, hueren brueder, die huer des na inhout | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der brieve die wy sagen in deser saken gemechticht heeft, de voers. Jan de blocscoemaker, Claus vander Voert ende Mathys vanden Berge, als momboren van Anthonyse Ozeel, daer moeder af was Jouffrouwe Katline Blocscoemakers.
Familienaam de Bye of de Bie.
Man. N. de Bye of de Bie, Vrouw. N. 's Byen. G. 's Byen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1475, vol. 1, fol. 108.
Acte voor Schepenen van Ranst en de Schermere.
Paridaen, Wouter sByen sone, vercocht Willeme Heinricxzone, wonende te Rievenne, een half buynder beemdts cum fundo, gelegen bynnen der prochien van Atten, int goet van Ykele, tusschen heer Henrick van Lyere, priester, aende noortzyde, ende Peterine, natuerlic dochtere Jans van Steene, aende zuytzyde, gelyc hem dien bleven is van Cornelyse de Bie, zynen brueder. Droech op. Te waerne op III d. Lovens erflic van heeren chyse ende anders niet. XXVII Junii. Detur Jan de Bye.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1479, vol. 2, fol. 10 vo.
Acte voor Schepenen de Beukeleere en Doncker.
Magriete Byns met Aerde vanden Blouderheyden, die men heet van Gavere, ejus marito et tutore, geseten te Mechelen, ende JAN DE BYN, Henricxsone wilen, schoemaker, vercochten Jacope vander Blonderheyden, die men heet van Gavere, des voers. Aerds zone, ende Lysbetten van Diest, ejus uxori, ooc tot Mechelen geseten, tderdendeel ende tsesdendeel van eenen buyndere lants, metten gronde ende toebehoerten, daeraf dander derdendeel ende tseste sestendeel den kinderen Willem Fierens ende Henricke de Byn, des voers. Jans de Byn brueder, toebehoeren, gelegen ter Boenderheyden ter Capellen, tusschen Jans de Wilde erve ex una ende sHeerenstrate ex altera, gelyc der voers. Magrieten Byns tvoergenoemt derdendeel ende den voers. Janne de Byn tseste gedeel vanden buyndere lants voergenoemt toecomen, bleven ende verstorven zyn van Katlynen Byns, huerer moyen wilen. Droech op. Te waerne van allen commere ende calaengien die zy etc. X Maii.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 1, fol. 116.
Acte voor Schepenen van den Broecke en Walraven Drake.
Margriete sBuekeleren, Thoemaesdochter, met Wouteren Jacops, hueren man, geseten te Broechem, vercocht heeren Thomaese den Buekeler, priester, hueren brueder, alle alsulcken goide ende versterffenisse van haven ende erven, ruerende ende onruerende, welkerhande die wesen moegen, waer dat die gelegen zyn ende bevonden selen moegen worden, als huer eenichsyns toecomen ende verstorven moegen zyn vander doot van Lysbetten Massys, huerer moeder wilen, ende desgelycx die huer noch toestaen te comene ende te verstorvene van Thomaese den Buekeler, hueren vader. Droech op. Te waerne van allen commer ende calaengien etc. XVIII Novembris.
Extract uit dezelfde Protocollen van het jaar 1461, vol. 2, fol. 63.
Acte voor Schepenen van den Werve en Walraven Drake.
Jan de Buekelere, huydevettere, gaf terve Janne Jacops, Wouter Jacopssone, wonende tSchille, een stede met huyse, hove, lande, gronde, gheheeten tCloester, gestaen ende gelegen tSchille tusschen Jans sBuekeleren, ex una, ende een heyblock geheeten den Coeputte ex altera. 9 Januarii. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 351.
Acte voor Schepenen de Moelnere en vander Heyden.
Claus de Greve, bontwerckere, vercocht Janne den Hase, tenghietere, deen helft van eenen beemde cum fundo et pertinentiis, geheeten den Moelenschoot, gelegen te Brechte in Maerhem, tusscen de beke aldaer noortwaert ende Jouffrouwen Beatricen van Pulle heybloc zuytwaert, comende oostwaert aen Henric Michiels beemd, ende noch deen helft van eenen stucke beemdts gelegen oic aldaer in Maerhem voers., van welken tween geheelen percheelen van beemden voers. dander helft toebehoert Lysbetten sGreven, synre nichten, des voors. Jans sHasen wettegen wive. Droech op. Te waerne op omtrent XII grooten Brabants erflic uten eersten geheelen beemde voers. ende VI deniers Loevens erffic uten andren geheelen stucke beemdts voers. jaerlix gaende ende anders nyet. XVI die Februarii. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan de Hase voers. debet Clause den Greve voers., ad vitam suam, tsjaers een zister rox dandum medio Johannis et medio Natalis, ende te leveren bynnen Antwerpen metter Antwerpster maten ter stede etc. Unde obligarunt de voers. helft vanden voers. II percheelen van beemden ut supra, gelyc hem de voers. Claus die nu vercocht ende opgedragen heeft. Gebraeck yet, seipsum et coetera sua bona. Eodem die.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 35 vo.
Acte voor Schepenen de Herde en vander Elst.
Laureys Volkaert, pro seipso ende in den name van zynen medeplegers, quos in se suscepit, Jacop de Pape, wettich zone wylen Jans sPapen, des cleermakers, pro seipso, Wouter van Valkeputte, Gielys de Keersmakere ende Claus Perseiniers, als naeste mage ende vriende ende geleverde momboeren metten rechte van Christoffele, Clause, Lielen ende Katlinen sPapen, des voors. Jacops broederen ende zusteren, quos in se susceperunt, ende Katline sPapen, des voers. wylen Jans sPapen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zuster, cum tutore, voer huer selven, als erfgenamen van svaders zyden van Janne Calloets wylen, ende Jan Diericx, cuypere, pro seipso ende inden name van Lysbetten sWalen, zynen wettigen wive, ende van allen hueren medeplegers, quos in se suscepit, als erfgenamen vander moeder zyde vanden voers. Janne Calloets wylen, bekenden etc... Prima die Martii.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 347 vo.
Acte voor Schepenen vanden Werve en de Moelnere.
Jan de Wale, cleermaker, Cornelys de Wale, zyn zone ende Janne sWalen, zyn dochter, des voirs. Cornelys zuster, met Gheerde Bac, ejus marito et tutore, debent Heinricke vander Heyden, tenghieter... IX die Februarii.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1458, vol. 2, fol. 186.
Acte voor Schepenen de Herde en vanden Werve.
Lysbeth Voets, wedewe wylen Claus Ronghen, van Mechelen, cum tutore, Jan ende Claus Ronghe, haer zonen, ende Katlinen sRonghen, huer dochtere, cum tutore, by consente ende bywesene van Janne Rongen, Janssone, ende Janne van Hulssele, huer naesten ende vrienden, vercochten ende lieten afquiten Aerde Ronghe, hueren neve, ende synen kinderen, die V muddeken rogx erflic die zy hadden ende heffende waeren op IIII percheelen van lande, beemde ende bossche, die toebehoeren plagen Janne Ronghe, des voers. Aerds vader wylen, gelegen bynnen Conticke te Liffesele. Droech op. Te waerne van allen commere. Ende bekenden voert dat zy gheen rente meer op des voers. Aerds goede behoudende en bliven. IIIa Julii.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijs.Scabinale Protocollen van het jaar 1461, vol. 2, fol. 175.
Acte voor Schepenen Schoyte en Simon Drake.
Willem vanden Rode, wonende te Tuernout, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vercocht Janne Schuermoeke, gelaesmaker, Paeschynen Lyfcoeps, zynen wive ende Lysbetten Schuermoecx, huer dochter, wettich wyf Jacop Smits. 1 Aprilis.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijzen.Scabinale Protocollen van 1458, vol. 2, fol. 243.
Acte voor Schepenen Schoyte en Broeke.
Meester Adriaen Smit vercocht Peteren Pekelharinc ende Katlinen Tsmits, ejus uxori, des voers. Meester Adriaens zuster... XVII die Julii.
Scabinale Protocollen van het jaar 1461, vol. 2, fol. 177.
Acte voor Schepenen Ranst en Walraven Drake.
Jacop Smit, Claus Smeets zonewilen, wonende tEekeren, vercocht Peteren Gheertssone ende Andriane de Buysere, zynen neve, Willem sBuysers zone, daer moeder af es Margriete Loeps... 8 Aprilis. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doch genoeg over deze bescheiden; halen wij thans eenige eigennamen aan, die, buiten de gewone verbuigingsvormen, hun vrouwelijk vinden in het achtervoegsel inne, zooals:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijzen.Wij verzenden naar talrijke acten der stedelijke archieven van Antwerpen, evenals naar de Stadsrekening van 1324, uitgegeven door wijlen den stadsbibliothecaris F.-H. Mertens (bl. 10, 14, 21). Deze laatste oorkonde levert ons zelfs het voorbeeld van eenen merkwaardigen vrouwelijken datief: Katlinen der Coninghinnen (bl. 14).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijzen.Talrijke voorbeelden in het stedelijk archief en in de werken, die over de geschiedenis van Antwerpen handelen. Het archief der hoofdkerk bevat verscheidene bescheiden rakende eene kapelnij, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten jare 1351 door Yde Spronghinne (Capsa 56 capellaniarum) gesticht, onder andere de volgende:
Wy, Wouter vanden Brucke ende Laureins Volkaerd, Scepenen in Antwerpen, maken cond dat vore ons quam Joncvrouwe Yde Spronghinne, met enen mombore die hare ghegheven was metten rechten gaf ende droech oppe in gherechter ende in gestadegher ghiften ende in aelmoesen purlec omme Gode, vore hare ziele ende vore haers vaders ziele, Janne den Fikere, Claus Fikers sone, tote eenre capelrien behoef.... In kennessen van desen letteren bezeghelt met onsen zeghelen. Ghegheven int jaer ons heeren als men screef MCCC vuftech ende een, des woensdaeghs vore dertien dach.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bewijzen.De aangehaalde Stadsrekening van 1324; de stedelijke archieven en de volgende bescheiden, welke in het archiet der Antwerpsche hoofdkerk berusten: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.Wi Willem Spronch ende Willem Drake, Scepenen in Antwerpen, maken cond dat vore ons | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
quam een eersam man Mynheer Jan van Diedeghem, riddere, ende gaf ende bewysde Heren Petre den Fickere, den priestere, ter capelrien behoef, die hi nu houdende es, die wilen stichtte vrouwe Margriete Drakinne, veertech oude grote tornoyse sjaers .......... Ghegheven int jaer Ons Heren alsmen screef M. CCC. sesse ende dertech, des dinsendaegs vore alder apostelen dachGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.Wy Jan Drake ende Jan vanden Werve, Scepenen in Antwerpen, maken cont dat vore ons quam Jan die Buc ende Joufvrouwe Yde, syn wetteleke wyf, ende gaven ende droeghen op in gestadegher ghiften Willeme Drake, den clerc, die sone es Willems Dracs, daer vader af was wilen Her Jan Drake Sprongh, ter capelrien behoef, daeraf de vors. clerc nu versien es, die wilen stichtte Her Boude Drake, daer God die ziele af hebbe, prochiaen was van Onser Vrouwen in Antwerpen .............. Deze acte werd verleden in het jaar ‘dusentich drie hondert sesse ende dertich, in sente Laurensavonde.’Ga naar voetnoot(2) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
III.Wi Willem Sprongh ende Claus van Hoboken, Scepenen in Antwerpen, maken cond dat vore ons quam Armand uten Boghe, sone wile Arnouds uten Boghe ende bekende dat hi, om eene summe ghelds, die hem al es vergouden, vercocht heeft wettelike Jonfvrouwen Iden Drakinne, die wettelic wvf es Jans des Bucs........ Schepenenacte van ‘M. CCC. ende veertech in Sente Andriesdaghe des Apostels’Ga naar voetnoot(1).
Voorbeelden van andere namen, die hun vrouwelijk met het toevoegsels inne vinden, zijn er in overvloed; wij verwijzen enkel naar de reedsgemelde Stadsrekening van 1324. Men vindt daarin aangehaald: Yde Wilmarinne, toebehoorende aan het geslacht der Wilmar of Wilmaers, (bl. 13, 25). Uden en Diden Wolslagerinne, van het geslacht der Wolslagers (bl. 13 en 27). Imsule Loysinne, wier geslachtsnaam Loys was (bl. 16). Heilsute Aloudinne (bl. 17, 28). Katline Medemeterinne, der familie de Medemetere (bl. 17). Beatrix Kersemirinne (bl. 9 en 23). Zooals men ziet, hebben wij onze voorbeelden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan het archief der stad Antwerpen ontleend; geen twijfel of men zal in de handvesten van andere plaatsen dezelfde bijzonderheden met gelijken rijkdom ontmoeten. Indien wij ons bij het Antwerpsch dialect bepalen, dan is het omdat, volgens ons, in zake zoo wel van geschiedenis als van taalkunde, het voordeelig is de feiten te zien behandelen door personen, bekend met de zeden en gewoonten der bevolking, waar men van gewaagt. |
|