Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1890
(1890)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Geheime zitting van 20 Augustus.Aanwezig de heeren E. Hiel, bestuurder, A. Snieders, onderbestuurder, F. de Potter, bestendige secretaris; de heeren jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, F. van der Haeghen, P. Alberdingk Thijrn, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, E. van Even, werkende leden. De heeren H. Claeys, L. Schuermans, L. Roersch en P. Willems verontschuldigen hunne afwezigheid. Na lezing van het verslag over de vorige zitting, dat goedgekeurd wordt, deelt de bestendige secretaris aan de vergadering de titels mede der | |
Aangebodene boeken:Vanwege het Staatsbestuur: Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1890, No 6. Woordenboek der Nederlandsche taal. Vijfde deel. Eerste aflevering: Glaasje-gloed, bewerkt door Dr. A. Beets en Dr. J.-W. Muller. | |
[pagina 203]
| |
Inventaire des chartes des comtes de Namur, anciennement déposées au château de cette ville, par Ch. Piot, archiviste général du royaume. In-folio. Concours décennal de philologie (1re période: 1880 à 1889). Rapport du jury. 1890. Correspondance du cardinal de Granvelle.
Vanwege den heer K. Stallaert: Glossarium van verouderde woorden en rechtstermen, kunstwoorden en uitdrukkingen uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden. Achtste aflevering: Hauweitclocke-Huwen.
Vanwege den heer J. Splichal, uitgever te Turnhout: Kempisch Museum, 1890. Eerste jaargang, Nr 6.
Vanwege den heer H. Kern, eene verhandeling, getiteld Ast, eest, ozd, overgedrukt uit het Taal- en Letterkundig Tijdschrift.
Vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, de derde aflevering, negende deel, van het Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde.
Vanwege de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, te Amsterdam: De Verslagen en Mededeelingen, alsmede het Jaarboek dezer instelling voor 1890. Amor. Carmen elegiacum Rudolphi van Oppen- | |
[pagina 204]
| |
raaij Bemmela-Gelri in certamine Hoeufftiano praemio aureo ornatum. Amsterdam, 1890. | |
Briefwisseling.De heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs zendt een afschrift van het Koninklijk besluit, waarbij de vijfjaarlijksche prijs van Nederlandsche letterkunde voor het tijdvak 1885-1889 toegewezen is aan het werk, getiteld: Gedichten, door mejufvrouw Mathilda Ramboux, te Antwerpen. De uitslag van dezen prijskamp zal, op last van den heer Minister, afgekondigd worden in de eerstkomende openbare zitting der Koninklijke Vlaamsche Academie; aan de bekroonde dichteres zal, namens het Staatsbestuur, te dier gelegenheid eene zilveren vergulde medaille overhandigd worden. |
|