Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1890
(1890)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 165]
| |||||||||||||||
Zitting van 18 Juni 1890Aanwezig de heeren Em. Hiel, bestuurder, A. Snieders, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, L. Roersch, F. van der Haeghen, P. Willems, P. Alberdingk Thym, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, Ed. van Even, werkende leden; de heeren K. de Flou en jhr. K. de Gheldere, briefwisselende leden. Verontschuldigen hunne afwezigheid de heeren J. de Laet en L. Schuermans, werkende leden, en H. Sermon, briefwisselend lid. De bestendige secretaris leest het verslag over de vorige zitting, hetwelk wordt goedgekeurd, en deelt aan de vergadering de lijst mede der | |||||||||||||||
Aangeboden boeken.Vanwege het Staatsbestuur: Bulletin de l'Academie royale des Sciences, des Lettres, et des Beaux-Arts de Belgique. 1890, Nr 4o. Catalogue des livres de la Bibliothèque de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des | |||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||
Beaux-Arts de Belgique. Seconde partie. Ouvrages non périodiques, 3e fascicule. Sciences morales et politiques. Beaux-Arts. De Werken van J. van den Vondel, uitgegeven door Mr. J. van Lennep. Herzien en bijgewerkt door J.-H.-W. Unger. XIe deel, 1645. - XIIe deel 1646. Relations politiques des Pays-Bas et de l'Angleterre, sous le règne de Philippe II, publiées par le Baron Kervyn de Lettenhove. IV, première partie, 4o.
Vanwege den heer G. Gezelle: Lauwertaksken geplant op het graf van de God- en deugdlievende jouffrouw Justina Goethals, stichteres eener stichting tot onderhoud der arme en ouderlooze jeugd van het vrouwelijk geslacht binnen Kortrijk, door J. Hofman. Kortrijk, wed. L. Blanchet, 1838 (IV)-8 bl. 16o. Bekroonde Dichtwerken op het afsterven van J.-B.-J. Hofman, dichter en tooneelminnaer. Kortrijk, 1836, 8o. 1781. Mijn eerweerden Heer Joseph Ignatius Michaël van Dale, zaliger gedachtenisse, koopman, priester, vader der armen. Kortrijk, 1881, 16o. De Reisduif. Theoretisch en praktisch Handboek voor de Liefhebbers en kweekers van duiven, door Silvain Wittouck. Kortrijk, 1878, 8o.
Vanwege den heer J. Verdam, hoogleeraar te Amsterdam: | |||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||
Geschiedenis der Nederlandsche Taal, in hoofdtrekken geschetst. Leeuwarden, 1890.
Vanwege den heer Moriz Heine, het 2e deel van zijn Deutsches Wörterbuch.
Vanwege den heer Alexis Callant: Een kransje Gedichten voor onze kleinen. Met 39 plaatjes. Gent, 1890, 12o.
Vanwege het stadsbestuur van Antwerpen: Antwerpsch Archievenblad, 17e deel, 2e afl.
Vanwege den heer Jozef Splichal, uitgever te Turnhout: Kempisch Museum. Maandschrift gewijd aan Geschiedenis en Oudheden, 1890. Eerste jaar, de 5 eerste afleveringen. | |||||||||||||||
Wedstrijd van dichtkunde.De bestendige secretaris maakt bekend dat, ter beantwoording van de prijsvraag: ‘Een gedicht ter eere van Z.M. Leopold II, bij de 25e verjaring zijner troonsbeklimming’, op den bepaalden tijd acht dichtstukken zijn ingezonden, voorzien met de volgende kenspreuken:
| |||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||
De heer P. Willems vraagt het woord en verzoekt de zitting van October te verschuiven tot den vierden woensdag dier maand. De vergadering neemt dit voorstel aan. Door den heer J. Obrie wordt aan het bestuur in bedenking gegeven of 't niet mogelijk ware de jaarlijksche plechtige vergadering en het banket der Academie te houden op een tijdstip, gunstiger voor het reizen dan de maand December. Hij zegt dit eensdeels voor de in België gevestigde bejaarde Academieleden, anderdeels voor de leden uit Noord-Nederland, die in een beter seizoen wellicht naar Gent zouden komen en deel nemen aan onze vergadering. De heer P. Willems treedt dit voorstel bij. | |||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||
Zijns inziens zouden zulke bijeenkomsten de Nederlandsche Congressen, die uitgeleefd schijnen, voordeelig kunnen vervangen. Het bestuur zal het voorstel onderzoeken en in de eerstvolgende maandelijksche vergadering er verslag over mededeelen. |
|