blijk van sympathie voor mijn streven, en zulk een warmen heilwensch te mogen ontvangen: ziedaar het schoonste loon, dat mijne pogingen bekronen kon. Aanvaardt mijnen oprechten dank, en tevens de welgemeende verzekering, dat ik mij gelukkig zal rekenen, zoolang mij het leven en de werkkracht verleend wordt, met U te blijven arbeiden aan de bevordering van den bloei onzer gemeenschappelijke Nederlandsche taal.
Met bijzondere hoogachting heb ik de eer mij te noemen
Uw buitenlandsch Medelid M. de Vries.
Leiden, 20 December 1889.
De heeren Victor de la Montagne en R. Fruin zeggen de Academie dank voor hunne benoeming, de eerste als briefwisselend, de tweede als buitenlandsch eerelid.
Door den bestendigen secretaris wordt opgemerkt dat het Staatsblad in het nummer van 13-14 Januari II. de lijst afkondigde der instellingen, genootschappen en openbare ambtenaren, aan welke, krachtens een koninklijk besluit, vrijstelling wordt verleend van brievenvracht, maar dat hij op deze lijst te vergeefs den naam der Koninklijke Vlaamsche Academie heeft gezocht, hoewel deze gezegd