Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1889
(1889)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 352]
| |
Zitting van 19 December 1889.Aanwezig de heeren E. Hiel, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, Jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, A. Snieders, F. van der Haeghen, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert. E. van Even, werkende leden; A. Prayon, briefwisselend lid. Schriftelijk verontschuldigen hunne afwezigheid de heeren J. de Laet, bestuurder, L. Schuermans en L. Roersch, werkende leden; de heeren D. Claes, K. de Flou, H. Sermon en F. Willems, briefwisselende leden. De bestendige secretaris, na het verslag gelezen te hebben over de vorige zitting, dat wordt goedgekeurd, legt de lijst neder der | |
Aangeboden boeken:Vanwege het Staatsbestuur: Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1889, 9e, 10e en 11e afleveringen.
Vanwege den heer Alexander Charlier, | |
[pagina 353]
| |
algemeen Consul van België in Nederlandsch Oost-Indie: Het Journal van Albert Colfs. Eene bijdrage tot de kennis der Soenda-eilanden, door A.-G. Vorderman, te Batavia. De Deserteur. Lotgevallen onder de Atjchers van een uit het Nederlandsch-Indisch leger gedeserteerden Belg. Harderwijk, I. Wedding, 1887, 12o. | |
BriefwisselingBij brief van 28 November antwoordt de heer Minister van Binnenlandsche Zaken en openbaar Onderwijs op de vraag der Academie om reisvergoeding te verleenen aan de briefwisselende leden, die deel maken van eene bestendige commissie. De heer Minister zegt dat, na onderzoek der door de Academie voorgebrachte beweegredenen, het hem gebleken is dat ‘deze van aard zijn om de gevraagde vergoeding niet toe te staan.’ De heer Minister zendt afschrift van het koninklijk besluit, waarbij de kiezing van den heer E. Hiel, tot bestuurder, en van den heer A. Snieders, tot onderbestuurder voor het jaar 1890, wordt goedgekeurd. Verder vraagt hij dat de Academie vóor 1 Januari 1890 eene dubbele lijst zou opmaken der candidaten voor de jury van zeven leden, aan welke de beoordeeling zal toevertrouwd worden der werken, die | |
[pagina 354]
| |
mededingen in den vijfjaarlijkschen prijskamp der Nederlandsche letterkunde voor het achtste tijdvak, eindigende op 31 December 1889.
Door den heer J. Obrie wordt een schrijven medegedeeld van den heer M. de Vries, buitenlandsch eerelid der Academie, waaruit blijkt dat deze hoopt eerstdaags het adres te zullen kunnen beantwoorden, hetwelk de Academie hem ten dage van het plechtig herdenken van zijn optreden als hoogleeraar heeft toegestuurd. | |
Dagorde.De Academie gaat over tot het aanvullen der openstaande plaatsen. De uitslag der kiezingen zal in de openbare zitting worden afgekondigd. Daarna stelt de vergadering de lijst op der candidaten voor de jury des vijfjaarlijkschen prijskamps van Nederlandsche letterkunde. Deze lijst zal gezonden worden aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en openbaar Onderwijs. |
|