Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1889
(1889)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
Geheime zitting van 17 Juli 1889.Aanwezig de heeren J. de Laet, bestuurder, Em. Hiel, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, L. Roersch, A. Snieders, F. van der Haeghen, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, E. van Even en L. Schuermans. De heer Gezelle laat schriftelijk weten dat hij verhinderd is de zitting bij te wonen. Door den bestendigen secretaris wordt de lijst overgelegd der | |
Aangeboden boeken.Vanwege het Staatsbestuur: Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele. Bruges, 1858, in-4o.
Van den heer K. Stallaert: Van der Wive Wonderlicheit werdt u hier een deel geseit. Een gedeeltelijk onuitgegeven | |
[pagina 156]
| |
hekeldicht van Jan Boendale. Gent, 1889, in-8o. (Uittreksel uit de Dietsche Warande.)
Van den heer H. Sermon: Jan zonder Vrees. (Uit de Verslagen en Mededeelingen der Academie), in-8o.
Van den heer Johan Winkler: Frisk end Flaemsk. Haarlem, 1889, in-8o. (Overdruk.)
Vanwege de Société d'Emulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre; Annales, 38o deel, 1e-2e afleveringen.
Vanwege den heer Gustaaf van Loo: Bespreking der middelen ter stoffelijke, verstandelijke en zedelijke verbetering der lagere volksklassen. Gent, 1888-1889, in-12o.
De heer bestuurder wenscht den heer Schuermans geluk met zijne benoeming tot werkend lid en spreekt hem een hartelijk welkom toe, aan de vergadering herinnerende dat de nieuwbenoemde een der oudste verdedigers is van onze taalrechten en ten onzent het eerste Idioticon heeft uitgegeven. De heer Schuermans spreekt zijnen dank uit voor de hem bewezene onderscheiding en belooft | |
[pagina 157]
| |
de hem nog overblijvende krachten te zullen aanwenden in het belang der taal en ter eere der Academie. Aan de Academie is eene uitnoodiging gezonden vanwege den Belgischen Bond van Oudheid- en Geschiedkundige Maatschappijen, tot bijwoning van den vijfden landdag, welke in het begin der maand September eerstkomende te Middelburg (Zeeland) zal gehouden worden. - De heeren C. Hansen en A. de Vos worden aangeduid om de Academie op deze wetenschappelijke vergadering te vertegenwoordigen. Bij de kennisgeving dat de Academie eene uitnoodiging had ontvangen van den heer kanunnik van den Hende, vicaris-capitularis des bisdoms van Gent, tot bijwoning der plechtige begrafenis van Mgr. Lambrecht, bisschop van Gent, doch dat de uitnoodiging te laat was toegekomen om de buiten deze stad verblijvende leden bij tijds te kunnen verwittigen, wordt door den bestendigen secretaris hulde gebracht aan den afgestorvene, niet als priester of kerkvoogd, maar als Vlaming, van wien onze stamgenooten met reden mochten hopen dat hij eene aanzienlijke verbetering zou hebben toegebracht aan het onderwijs onzer taal in de onderwijsgestichten van verschilligen graad, onder zijn hoog toezicht gesteld. Van dit standpunt beschouwd, zegt de spreker, is het afsterven van den kerkvoogd een onschatbaar, ja onherstelbaar verlies. Mgr. Lambrecht was ook een verdienstelijk Vlaamsch schrijver, bij voorkeur zijne | |
[pagina 158]
| |
moedertaal gebruikende voor zijne godgeleerde werken, waaronder er klassisch zijn geworden in Noord- en in Zuid-Nederland. | |
Dagorde.Eerst wordt in stemming gelegd het voorstel, ingediend door den heer Snieders: ‘De Academie verstaat, dat alle voorstellen rakende de inrichting der Academie uitsluitelijk in geheime zitting, dit is door de werkende Leden, behandeld worden.’ Door meerderheid van stemmen wordt dit voorstel aangenomen. Het tweede punt is het voorstel der heeren Coopman, de Potter en Prayon, hetwelk aanleiding had gegeven tot twee amendementen: het eerste onderteekend door de heeren jhr. de Pauw, Génard, Mathot, Snieders en van Droogenbroeck; het tweede aangeboden door de heeren Broeckaert, de Vos, Hiel, Micheels en Obrie. Bij artikel 1 van het eerste amendement wordt voorgesteld: ‘Elke commissie bestaat uit zeven leden, van welke er twee onder de briefwisselende en eereleden der Academie kunnen worden gekozen.’ Bij artikel 1 van het tweede amendement: ‘Elke commissie is samengesteld uit den bestuurderGa naar voetnoot(1), den bestendigen secretaris en 9 leden, | |
[pagina 159]
| |
waarvan twee kunnen gekozen worden onder de briefwisselende leden en twee onder de leden, die deel maken van de reeds bestaande bestendige commissië.’ Beide artikelen worden toegelicht en besproken. Op voorstel der heeren P. Willems en Coopman beslist de vergadering dat zij eerst stemmen zal over het aantal commissieleden. Met meerderheid van stemmen wordt aangenomen: ‘Elke bestendige commissie is samengesteld uit tien leden.’ Ingevolge eenen wensch, uitgedrukt door den heer P. Willems, wijzigen de heeren Coopman en de Potter het tweede gedeelte van hun voorstel aldus: ....tien leden, ‘gekozen onder de werkende, de briefwisselende en de in België gevestigde eereleden’, hetwelk insgelijks met meerderheid van stemmen wordt aangenomen. Daarna gaat de vergadering over tot de samenstelling van de twee nieuwe bestendige commissiën. Worden gekozen: tot leden der bestendige commissie van Geschiedenis: de heeren P. Alberdingk Thijm, J. Broeckaert, K. de Flou, jhr. de Pauw, Fr. de Potter, P. Génard, L. Mathot, L. Schuermans, H. Sermon en E. van Even. tot leden der bestendige commissie voor Nieuwere Taal en Letterkunde: de heeren H. Claeys, | |
[pagina 160]
| |
Th. Coopman, S. Daems, A. de Vos, C. Hansen, E. Hiel, J. Micheels, J. Obrie, A. Prayon en A. Snieders. Op voorstel van jhr. de Pauw zullen de nieuwe commissiën worden bijeengeroepen op den dag der eerstvolgende maandelijksche vergadering.
De zitting wordt geheven te 4 1/2 uren. |