Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1889

[p. 5]

Zitting van 16 Januari 1889.

Zijn aanwezig de heeren Em. Hiel, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris;

de heeren H. Claeys, Jhr. N. de Pauw. E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, L. Roersch, A. Snieders, F. van der Haeghen, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, werkende leden;

de heeren Prayon, briefwisselend, en Th. Arnold, buitenlandsch eerelid.

Afwezig met kennisgeving de heeren J. de Laet, bestuurder, S. Daems en E. Stroobant, werkende leden; E. van Even. H. Sermon, Fr. Willems, D. Claes en A. Janssens, briefwisselende leden.

Aangeboden boeken.

Vanwege het Staatsbestuur:

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 1888.

Middelnederlandsch Woordenboek van wijlen Dr. Verwys en Dr. J. Verdam. Tweede deel, 15-16 aflevering. (Gevel-goetd.)

Van den heer J. van Droogenbroeck, werkend lid:

Aan den hoogleeraar Siegenbeek, over de vocaal-

[p. 6]

verdubbeling in het Nederduitsch, volgens den regel, welken de commissie der psalmberijming in M. DCC. LXXIII zich ten dien opzichte heeft voorgeschreven, door Johan Moerman. Delft, J.-J. Stuerman, 1806, in-8^o.

Verslag der Redactie van het Nederlandsch Woordenboek omtrent den staat harer werkzaamheden, van 1 Julij 1860 tot 1 Julij 1862. Haarlem, C. Kruseman, 1862, 8^o.

Van den heer L. Schuermans, briefwisselend lid:

Herinnering der parlementaire jubelfeest van M. Delcour. Leuven, Fr. Ickx en zuster, 1888, gr.-8^o.

Van den heer D. Claes, briefwisselend lid:

Conscience's meesterstuk ‘Wat eene moeder lijden kan’, in de macht der wandalen. Taal- en letterkundige studie door eenen leeraar van 't Middelbaar Onderwijs (Overgedrukt uit Het Belfort) 1888.

Briefwisseling.

De heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, alsmede de heer Burgemeester der stad Gent, bedanken de Academie voor hare uitnoodiging tot het bijwonen van de openbare zitting op 26 December jl. Beide betuigen hun spijt, verhinderd geweest te zijn aan de plechtigheid deel te nemen.

De heer E. van Even dankt de Academie voor zijne verkiezing tot werkend lid.